HOOFDSTUK 29

Lowa knielt voorzichtig bij het lichaam van the Joker en laat het wapen in haar holster glijden. Voorzichtig gaat haar hand naar de broekzak waar zijn telefoon uitsteekt. Haar vingers trillen als ze over zijn nog warme lichaam glijden en het apparaat omsluiten. Voorzichtig drukt ze hem aan en staat op. Haar ogen wenden zich bij de lijken vandaan. Gelukkig heeft de mobiel geen code. Haastig zoekt ze door zijn apps. De camera's die haar vanuit de hoeken aankijken moeten op een manier te bedienen zijn.

Dan ziet ze het rode logo van een camera app. Snel opent ze hem en kijkt door de lijst. Er zijn zoveel opnames, allemaal hebben ze keurig een naam gekregen. Behalve de laatste. Een die nooit afgemaakt is. Ze beëindigt de opname en download hem dan. Even aarzelt ze. Weet ze zeker dat ze dit wil?

Dan opent ze youtube en upload de video. Het duurt veel te lang voordat hij eindelijk geladen is. Elke seconde twijfelt ze. Ze wil niet dat de wereld haar zo ziet, maar waarschijnlijk hebben ze de rest wel gezien, of in elk geval gehoord. Ze weten van haar verraad. Als ze vrij wil zijn dan moeten ze dit ook weten. Met die gedachten in haar hoofd zet ze de video online. Dan werpt ze de mobiel hard op de grond. Het scherm barst uiteen. Glassplinters vliegen over de vloer. Tranen verzamelen zich in haar ooghoeken. Ze staat zichzelf niet toe om te huilen en veegt ze ruw weg. Ze moet hier weg en Elina vinden. Ze kan het meisje niet alleen laten. Ze weet niet of er nog enkelen van de handlangers zijn blijven hangen, maar met the Joker weet je het nooit. Haastig loopt ze op de gang om zich heen, kijkend of Elina nog ergens is.

Het angstige meisje staat bij een hoekje met gespitste oren te luisteren. Ze heeft de knal gehoord. Ze hoopt dat het niet the Joker is, die nog leeft, anders is ze ten dode opgeschreven. Misschien had ze gewoon moeten rennen, zoals Lowa had gezegd. Maar wat als Lowa nog leeft? Ze kan haar niet achterlaten. Dan klinken er voetstappen. Er is nog iemand in leven en de persoon komt snel haar kant op. Ze grijpt de metalen pijp die ze ergens van de grond had afgeplukt steviger vast en luistert met ingehouden adem naar de voetstappen die dichterbij komen. Dan, als ze zeker weet dat de persoon bij haar staat, zwaait ze met de pijp het hoekje om. Een gil ontsnapt haar, terwijl ze zwaait. De pijp zwaait over het hoofd van Lowa heen en ramt in de muur naast haar. 'Lowa!' gilt ze geschrokken. Ze laat de pijp los die met een luide klap op de grond valt.

Geschrokken kijkt het bruinharige meisje haar haar aan. Dan pakt ze Elina's schouder vast. Ze wil zoveel zeggen, maar alles wat er uitkomt is een kil woord. 'Meekomen.'

'Wat is er aan de hand?' vraagt ze. Ze kijkt achter de gang waar Lowa uitgekomen was in. Er is niemand te zien. 'Waar is hij? The Joker? Ik hoorde een knal en...' Ze maakt haar zin niet af. Wat als Lowa hem niet had geraakt?

Lowa bijt op de binnenkant van haar wang, het lukt haar niet om de gebeurtenis over haar lippen te krijgen. In plaats van te antwoorden, loopt ze met stevig tempo richting de uitgang. Een hand houdt ze op het wapen in haar holster. De gangen lijken verlaten. Slechts de voetstappen op de stoffige grond en een bruine vlek vlak bij de kamer van the Joker vertellen wat hier is gebeurd.

'Lowa? Waar gaan we heen?' piept Elina, terwijl ze Lowa op de voet volgt door het gangenstelsel in het verlaten gebouw. Het is hier zo'n doolhof, dat ze zelf zou zijn verdwaald.

'Weg hier,' antwoordt Lowa kortaf. Ze loopt de deur door naar buiten. Frisse lucht stroomt op haar af. Ze is vrij, maar het voelt niet als een overwinning. Ze is nog steeds een moordenaar.

De zon schijnt op hun huid. Het brandt. Ze hebben al een week geen zonlicht meer gevoeld. Ondanks de pijn kan Elina kan genieten van de stralen op haar bleke huid. Even glimlacht het meisje, tot ze ziet waar ze staan. Om hen heen is niks, anders dan onkruid en meer verlaten en afgebrokkelde gebouwen. Als ze achter zich kijkt, ziet ze het gesloopte raam, waar Jesper doorheen gekropen was, nog geen vier dagen geleden. Het voelde als een eeuwigheid. 'Waar zijn zijn handlangers? Staan ze ons hier op te wachten? Weet je zeker dat dit veilig is?' vraagt ze.

'Nee, maar een meer kan ik wel hebben,' liegt Lowa en ze trekt het pistool uit het holster, hopend dat ze het nooit meer hoeft te gebruiken. Dan kijkt ze om zich heen. In de verte ziet ze hoge gebouwen opdoemen, alsof die nog wel overeind staan. Vastbesloten wijst ze die richting uit. 'Daar gaan we heen. Hou je ogen open. Ik heb geen zin om verrast te worden.'

Elina knikt, hopend dat Lowa weet wat ze doet. Ze houdt zich stil en loopt vlak achter Lowa aan, terwijl ze vaak om zich heen kijkt. Ze probeert te kijken of er mensen tussen de bosjes zich schuilhouden. Ze kijkt in de gebouwen, om te zien of er sluipschutters zijn en ze luistert of ze motorvoertuigen hoort. Het blijft akelig stil, er is echt niemand.

De zon staat hoog aan de hemel en brandt fel. Wat ze eerst als prettig beschouwde, is nu een pijnlijk brandend gevoel. Ze heeft dorst, haar hoofd bonkt en haar spieren willen niet meer vooruit, toch wil ze niet klagen. Ze staat buiten en dankzij Lowa leeft ze nog. En waarschijnlijk dankzij Lowa komt ze hier weg.

Lowa blijft stevig doorlopen. De hitte lijkt haar weinig uit te maken. Na vijf minuten over het terrein dat iets van een oorlogsgebied weg heeft te hebben gelopen naderen ze een roestig hek. Bovenaan zit prikkeldraad bevestigd. Een scheldwoord verlaat Lowa's mond. Zelf zou ze er misschien nog overheen kunnen komen, maar Elina lijkt veel te zwak en haar onhandige rok zou binnen de kortste keren vast blijven zitten.

'Wat is er?' vraagt Elina met grote ogen. Ze hoopt dat Lowa weet wat ze moeten doen. Als ze alleen was geweest was ze in paniek geraakt.

Lowa kijkt om zich heen en denkt na. 'Het ziet er oud uit, waarschijnlijk is het vast wel ergens beschadigt genoeg om doorheen te komen.' Ze kijkt Elina aan en loopt dan parallel aan het hek hopend op een gat of een teken van leven van iemand die niet bij The Joker hoort.

Elina loopt mee en zoekt naar iets wat op een gat lijkt. Met haar blik op het hek gericht, loopt ze door de berm. 'Daar!' zegt ze, wijzend naar een plek een paar meter verderop. 'Volgens mij is daar het hek gebroken, daar kunnen we wel onderdoor.' Iets sneller loopt ze naar het gat toe en ziet dat er een kuil gegraven is en het metaal wat gebogen is. 'Het wordt krap, maar het past denk ik wel.'

'Trek die rok van je uit en ga er onderdoor, dan hou ik de wacht,' zegt Lowa, om zich heen kijkend. Ze zijn echt alleen.

Elina knikt, laat haar rok zakken en zakt door haar knieen. Ze gaat op haar buik liggen en voelt het zand tegen haar huid schuren. Ze kruipt onder het gat door en wurmt tot ze aan de andere kant van het hek staat. Haar hele lichaam zit onder het zand en kleine schaafplekken, als ze eindelijk aan de andere kant staat. Ze trekt het hemdje dat ze draagt wat verder naar beneden, zodat het een mini-jurkje vormt. 'Steek je handen uit, dan trek ik je eronder door,' zegt ze, vergetend dat ze geen rok draagt.

Lowa aarzelt even voor ze het pistool in het holster steekt en gaat liggen. Het zand schuurt over haar lichaam, haar eraan herinnerend hoe breekbaar ze is. Zelfs al voelt haar hart als een blok beton, haar huid is nog steeds als papier. Ze steekt haar handen uit, hopend dat niemand hen in de rug grijpt op dit moment van kwetsbaarheid. Ze wil niet dat ze nu nog verliezen.

Elina pakt Lowa's handen vast en trekt haar onder het hek door en helpt haar overeind. Ongemakkelijk staat ze naast Lowa. 'We zijn aan de andere kant,' zegt ze. 'Wat doen we nu?' Ze wil haar rok terug, maar ze durft het niet te vragen. Al wil ze zo niet over straat lopen.

'We gaan op zoek naar het politiebureau,' zegt Lowa terwijl ze haar zwarte vest losritst en om Elina's middel knoopt. Net alsof het een rok is. 'Van hen weet je tenminste een soort van zeker dat ze je kunt vertrouwen.' Ze trekt haar het holster los en stopt het wapen in haar broek, waarna ze haar eveneens donkere trui overheen trekt om het te verbergen. Nog even en het is eindelijk voorbij. Dan hoeft ze geen spelletjes meer te spelen.

Elina knikt, niet-wetend wat dat voor Lowa zal betekenen als ze daar zijn. Ze hebben beide dingen gedaan die verkeerd zijn, al was het onder dwang. Ze wil niets liever dan alles uit haar gedachten zetten. Het moet voorbij zijn.

Ze lopen in een stevig tempo door. Lowa's vest bungelt om Elina's slanke lichaam, maar ze klaagt niet. Af en toe knoopt ze het weer wat steviger vast en loopt door. Het voelt vreemd om de buitenwereld te zien, nietsvermoedend, alsof er nooit wat gebeurd is.

Na een poos lopen ze tussen de straten. Mensen passeren hen zonder dat ze lijken te weten waar ze vandaan komen. Sommige ogen glijden langs de half genezen sneden die Lowa's trui niet verhult. Lowa staart hen wantrouwig na. Als iemand hier bij the Joker hoort is ze dood. Ze weet zeker dat ze haar zullen herkennen. Als iemand die video heeft gezien, weten ze direct wie ze is. 'Heb jij enig idee hoe we bij het politiebureau kunnen komen?'

Elina knikt. 'Het is een aantal straten verderop, net na het station,' zegt ze, blikken van mannen negerend. 'Als we in dit tempo doorlopen, zijn we er over tien minuten.'

Lowa zucht nerveus. 'Hopelijk was het het waard.' Ze weet niet of ze hier al klaar voor is. Ze heeft geen idee of ze haar hier zien als een verrader, maar ze weet wel dat de laatste minuten van de opname haar vrij zullen spreken. Als ze hem gezien hebben.

Het is een tijdje stil, waarin beide meiden schichtig om zich heen kijken zonder iets te zeggen. Ze waren nooit close geweest. Als ze Lowa nooit zo beschuldigt hadden, was het misschien minder zwaar voor haar geweest. 'Dank je,' fluistert Elina. De woorden komen er langzaam en haperend uit. 'J-je hebt mijn leven gered. Het spijt me dat we vertrouwen in je verloren en het spijt me ook van Reyna. Volgens mij was ze een goed persoon.' Ze kijkt naar de grond, terwijl ze over de naden van de tegels stapt.

Lowa bijt op haar lip. 'Ze was de enige.' Tranen vormen zich in haar ooghoeken. Ze schudt haar hoofd driftig. 'De enige die het waard is om voor te leven.'

Elina weet niet wat ze moet zeggen anders dan: 'Het spijt me echt.' Ze kende Reyna niet, maar ze gelooft Lowa op haar woord. Ze lopen langs het station waar de bussen langsrijden volgestopt met mensen die ergens moeten zijn.

'Het is niet jouw schuld,' fluistert Lowa. 'Niemand kiest ervoor om hier in te belanden, niemand kiest ervoor om te moeten vechten voor haar leven.' Ze zucht. Veel valt er niet meer te zeggen.

Het voelt vreemd om door de stad te lopen. Als deze mensen wisten wat ze had gedaan, zouden ze haar aanstaren. Als ze zagen wat er onder haar trui zat, zouden ze voor haar vluchten. Ze is een moordenaar geworden. Nog heel even vrij, al is ze voor altijd gevangen door gedachten.

Dan verschijnt het politiebureau. Boven de ingang hangt een blauw oplichtende ruit met het woord politie erop.

Elina blijft staan en kijkt naar Lowa. 'We zijn er,' zegt Elina zachtjes. 'Ben je er klaar voor?'

Dat zal ze nooit zijn. Haar daden onder ogen komen is lastig, maar Lowa weet dat het moet. Geen leugens meer, geen spellen meer. Het is voorbij 'Nee... laten we gaan.'

Elina knikt. Ze gaat voorop en loopt door de schuifdeuren het nette gebouw in. Geen gruis op de grond, geen pijpen, instortende plafonds of kapotgemaakte stoelen. Het is schoon, bijna steriel. Ze loopt naar de receptie toe en zegt met een zachte stem: 'Ik ben Elina Davidson,' meer komt er niet uit. Woorden ontbreken haar. Lowa blijft schuin achter het meisje staan. Haar ogen houdt ze op de blauwe grond gericht. Ze wil wat er gaat komen niet onder ogen komen. Alles wat ze wil is het allemaal vergeten, maar dat kan niet meer. Dus wacht ze op de reactie van man achter de balie.

De man kijkt op met een verveeld gezicht. Pas als hij Elina en Lowa aankijkt en de naam tot hem doordringt, snapt hij het. 'Een momentje, alsjeblieft,' zegt hij gehaast. Hij pakt de hoorn van de telefoon en begint te praten op een gedempte toon, net niet hard genoeg om te kunnen horen wat hij zegt. Dan legt hij de telefoon weer neer en met een nep deftige stem zegt hij: 'Hulp is onderweg,' zegt hij met een glimlach, die niet oprecht overkomt.

Lowa kijkt naar Elina en dan naar de man. Hoeveel weet hij? Hij lijkt niet door te hebben wat ze bij zich draagt. Misschien kan ze het verbergen. Doen alsof ze enkel een slachtoffer is, maar ze weet dat het niet lang zal duren voordat iemand dat door heeft. Dan stapt ze op hem af en trekt haar wapen uit haar broek met de loop op zichzelf gericht legt ze hem op de balie. Het lukt haar niet om wat te zeggen.

Vanuit een gang, komen vier agenten aanlopen, volledig gekleed in outfit met handboeien, wapenstokken en zelfs pepperspray. Uniform lopen ze hun kant op met strakke blikken.

Lowa kijkt hen kort aan. Ze weet niet goed wat ze moet laten zien, dus verschuilt ze zich achter een masker van kilte. Wat ze ook met haar doen, het zal nooit erger zijn dan wat er was gebeurt.

'Lowa Franklin, je staat onder arrest wegens medeplichtigheid aan moord vanuit terroristisch oogpunt.' Een agente gaat achter Lowa staan en grijpt haar armen stevig vast. Met de handboeien die aan haar riem hing, slaat ze Lowa snel in de boeien alsof het meisje levensgevaarlijk is. Ze neemt haar mee, dieper het gebouw in.

Elina kijkt met grote ogen naar Lowa die afgevoerd wordt. Ze wil wat zeggen, maar haar lippen blijven op elkaar gevroren. Een agente is bij haar achtergebleven. Vriendelijk glimlacht ze naar Elina 'Ik ben agent Hyde. Volg mij, dan kunnen we ergens prive praten,' zegt ze en ze neemt Elina mee naar een privé ruimte. Onderweg grijpt ze snel een sweatpants uit een kast en geeft die aan het meisje, die de broek snel aantrekt. Het vuile vest om haar middel laat ze hangen. Al heeft het geen nut meer.

De agente sluit de deur, waarna Elina met grote ogen haar aankijkt. Druk stijgt op in haar borst en zuurstof komt niet meer tot haar. Hoe diep ze ook ademhaalt, haar lichaam blijft schreeuwen om meer. Haar handen trillen en haar vingers plukken aan Lowa's vest en 'De deur...' weet Elina uit te brengen, een blik werpend op de deur.

'Och, sorry,' zegt de vriendelijke vrouw. Ze stond op het punt te gaan zitten op de plastic stoel die in de ruimte staat. Snel loopt ze weer naar de deur en zet de deur op een kier. Met een lichte glimlach loopt ze terug naar de tafel die in het midden van de ruimte staat en gaat weer op de stoel zitten. Ze gebaart naar de andere stoel.

Voorzichtig schuifelt Elina naar de stoel en laat zich zakken. Haar ogen glijden door de onpersoonlijke grijs ogende ruimte. Het is geen haar beter dan de ruimte waar ze uitkwam. Dezelfde vorm, met camera's in de hoeken, een lelijke tafels en stoelen. Het enige verschil is dat de deur open staat en ze hier met een agent is.

'We hebben je ouders op de hoogte gebracht,' begint de agente tegenover haar. 'Medische hulp is onderweg om je te onderzoeken en te helpen met eventuele verwondingen.' Ze glimlacht en biedt haar een glaasje water aan. 'Mag ik je nog wat vragen stellen?' vraagt ze dan.

Elina knikt licht, terwijl ze haar handen om het glas water vouwt. Haar vingers tikken zacht tegen het glas. Ze zien er dun uit alsof haar lichaam binnen een paar dagen al het vet eruit heeft gezogen.

De vrouw knikt ook en pakt een opnameapparaatje erbij. Ze drukt de knop in en noemt haar naam, waarna ze vertelt dat ze met Elina in de ruimte zit. 'Zitten er nog andere vast?' vraagt ze vervolgens.

Elina schudt haar hoofd. Ze opent haar mond om meer te zeggen. Een verstikkend gevoel klemt zich om haar keel. Het is alsof een brok in haar keel de woorden tegen houdt. Iedereen is dood. Ze wil het wel zeggen, maar ze kan het niet. Iedereen is weg. Damien, Mandy, Iris... iedereen om wie ze had gegeven.

'Dat spijt me,' zegt de dame vriendelijk. Dan gaat ze zakelijk verder. 'Klopt het dat jullie met achtentwintig mensen vast zaten op het verlaten industrieterrein?'

Elina knikt. Ze vertelt er niet bij dat eentje de ruimte nooit gehaald heeft. Snel werpt ze een blik op de deur. Gelukkig staat hij nog steeds een kiertje. Dan ziet ze een man voorbijlopen. Een schok gaat door haar heen als ze de zwarte waas ziet. Haar handen knijpen in het glas. Hard bijt ze op haar lip. Ze is veilig, probeert ze zichzelf te vertellen, maar haar lichaam lijkt het niet te geloven. Hoe hard ze ook tegen zichzelf schreeuwt dat het geen handlanger is, het lijkt niet tot haar door te dringen.

De dame wacht geduldig. 'Waar is "the Joker" nu?' vraagt ze als Elina weer tot rust lijkt te zijn gekomen.

Elina kijkt op. 'H-hij...' stamelt ze. Ze heeft hem niet meer gezien nadat ze de ruimte uitgevlucht is. Ze weet het niet. Lowa wilde er niets over kwijt. 'Waar is Lowa?' vraagt ze dan. Ze wil hier niet meer alleen zijn.

'We hebben haar in een cel geplaatst en doen onderzoek naar haar rol in dit geheel. Meer mag ik er niet over zeggen.' De dame schrijft wat op papier. 'Zijn er nog handlangers aanwezig op het terrein?' vraagt ze dan door.

Elina kijkt de vrouw aan. 'I-ik weet het niet,' zegt ze. 'Ik heb ze niet gezien, m-maar...' dat zegt niks, voegt ze er in haar hoofd aan toe.

'Oké,' zegt de vrouw. Ze zit even aan haar bruine knot. 'Weet je misschien hoe de relatie tussen Lowa en "the Joker" was? Kenden ze elkaar?'

Elina brengt het glas water aan haar lippen en nipt eraan. Ook al heeft ze zo'n dorst, ze durft het niet in een keer leeg te drinken. Het glas biedt haar schijnveiligheid. Als de vraag van de vrouw in de ruimte hangt, schrikt Elina. Meteen schudt ze haar hoofd. 'Nee, Lowa kwam binnen net als de rest van ons.'

'Dus jij denkt niet dat het van te voren afgesproken was?' De dame maakt nog een notitie.

Haperend haalt ze adem. Ze was zelf degene die opperde dat Lowa de mol was, dat ze een dubbelspel speelde, maar nu ze hier zo in dit kleine kamertje zitten, Lowa ergens vast in een cel, weet ze het niet meer. Ze kan en wil niet geloven dat Lowa dit voor haar lol heeft gedaan. Weer schudt Elina haar hoofd. 'Nee. Het veranderde allemaal toen... toen Reyna... stierf.' Ze slikt, al is haar keel kurkdroog.

'Kun je daar meer over vertellen?' De zachte ogen van de dame staan bezorgd.

'H-het is onze schuld.' Al die tijd had ze haar tranen kunnen bedwingen, maar als alles weer boven komt, kan ze het niet meer tegenhouden. 'Alles wat Lowa wilde, was haar vriendin in veiligheid brengen. De deur vloog in de fik en wij gaven Lowa de schuld. Reyna kreeg de kogel en Lowa brak.' Elina praat zo snel dat ze struikelt over haar woorden, toch ze kan niet meer ophouden met praten. Watervallen aan woorden en tranen stromen uit haar. 'Ze sloot zich nog verder af voor de groep en wij konden haar niet peilen. We gaven haar de schuld voor dingen die ze niet had gedaan. Zij zag denk ik geen andere mogelijkheid dan zich aan te sluiten bij iemand die haar wel wilde opvangen. H-het is onze schuld.' Even komt ze op adem. 'Door haar leef ik nog,' piept ze.

De vrouw schuift een doos met tissues naar haar toe. 'Kun je dat uitleggen?'

Dankbaar pakt Elina een tissue uit de doos, maar in plaats van het te gebruiken om haar tranen te drogen, plukt er hoekjes van af. Haar blik heeft ze strak op de tafel gericht. 'Nee,' piept ze dan. Ze kan niet meer. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top