Fynn
Hij wilde niets liever dan naar huis gaan. Hij zat nu al een middag lang niks anders te doen dan naar een scherm staren op een gore bank in een kelder die stonk naar bier, cola, zoete popcorn, zweet en sigaretten. Het spel dat ze nu al een paar uur speelden was gewelddadig en vulgair en toch leken zijn vrienden zich ermee te vermaken. Ze lachten als ze een kogel door iemands hoofd jasten or iemand aanreden met een vreselijk lelijke cadillac of bentley. Het ergste vond hij nog wel hoe ze reageerden op de vrouwen in het spel.
Soms vroeg Fynn zich af hoe dit die vrienden waren met wie hij een paar jaar terug zoveel plezier had gehad. Maar mensen veranderen, hoewel hij zich steeds ongemakkelijk voelde bij hun opmerkingen en het feit dat er naast alcohol ook steeds vaker zakjes met pillen op tafel kwamen. Toch kon hij zich er niet toe zetten om te vertrekken. Al was dat wat hij eigenlijk moest doen.
Fynn perste zijn lippen op elkaar, terwijl hij met tegenzin zijn karakter in een auto liet stappen. 'Ik ga er zo maar vandoor,' zei hij, terwijl hij zijn auto expres tegen een paal aan liet rijden. Zijn scherm werd zwart en het menu kwam weer in beeld. Game over.
'Awwh waarom? We zijn er nog maar net.' Liam gaf hem een por. 'Of wil je wat anders doen?'
'Nee, ik bedacht me dat ik...' Bijna zei hij "dat ik mijn moeder moet helpen", maar hij was er zeker van dat zijn vrienden daar hard om zouden moeten lachen.
'Wat? Dat je het spel te saai vond?' lachte Carl.
'Haha,' zei Fynn. 'Nee, ik heb een afspraak vanmiddag. Ik moet gaan.' Hij kwam overeind en voelde hoe zijn broek net iets te lang aan de bankkussens bleef plakken.
'Gast, wij lopen wel met je mee. Ik ben toch klaar met dit spel.' Liam kwam overeind.
'Nee joh, dat hoeft niet,' probeerde Fynn nog, maar het had geen zin. De anderen kwamen ook al overeind. Hier kwam hij dus niet onderuit.
'Tuurlijk, man,' mengde ook Daniel zich in het gesprek. 'Misschien kunnen we die hondentante nog een lesje leren.'
Zowel Carl als Liam schoten in de lach. 'Haar gezicht de vorige keer,' grijnsde Liam.
Fynn begreep hun obsessie niet met de oude vrouw die haar hondje uitliet. Ze was wat streng en hield niet zo van opruiing, maar om eerlijk te zijn hield hij daar ook niet van. 'Ik moet de andere kant op,' zei Fynn in een poging aan hen te ontkomen.
'Hij is gewoon bang,' lachte Daniel. 'Kom op gast. Het wordt echt leuk.'
'Nee, ik ben niet bang, ik moet gewoon de andere kant op.' Fynn perste er een lichte glimlach uit, maar hij wist dat hij deze discussie ging verliezen.
'Dan lopen we mee de andere kant op,' besloot Liam die zijn jas van een bierkrat pakte. 'Ik ben wel klaar met dit suffe spel.'
Shit. Hij had niks te zoeken aan die kant van de stad. Er was geen afspraak en hij woonde ook niet in die richting. En dat wisten zijn vrienden ook. 'Prima,' zei Fynn met een zucht.
'Yes!' gierde Carl die ook overeind kwam. 'Wat gaan we met de hondentante doen?'
Niets, als het aan Fynn lag, maar het was drie tegen een. Als zijn vrienden besloten iets te doen, had hij het er maar mee te doen. Het enige wat hij kon doen was de schade beperken.
'Ze heeft altijd die dikke tas bij zich. Ik wed dat daar geld in zit. Misschien kunnen we daar dope van halen,' stelde Daniel voor
'Heb je die diamanten gezien in haar sieraden? Dat is genoeg voor een jaar!' lachte Liam.
'Krijgen we daar geen problemen mee,' aarzelde Carl.
'Ik ben het met Carl eens,' zei Fynn in een poging stellig te klinken. 'Dit klinkt als een dom plan.'
Maar de andere twee wilden daar niks van horen. 'Kom op vast niet. Er is geen hond in het park.' Liam liep de trap op, gevolgd door Daniel.
Fynns ogen zochten die van Carl. Hij zou hem wel steunen toch? Al was Carl niet de meest standvastige van het stel.
De jongen haalde zijn schouders op. 'Dan mogen ze het zelf doen,' mompelde hij, waarna hij de anderen omhoog volgde, met duidelijke tegenzin.
'Carl, kom op,' zei Fynn. 'We hoeven hier niet aan mee te doen of bij te zijn!'
Carl keek om. 'Dan krijgen we ook niks van de dope man bovendien zijn we een groep. We doen dit met z'n allen.'
Dat hoefde hij ook niet. Die hele drugs kon hem niks boeien, maar voor Carl was dat blijkbaar genoeg om mee te doen aan de stompzinnige ideeën van Daniel en Liam. 'En als ik niet meega?' vroeg hij aan Carl, die nog in de deuropening stond.
'Kom op Fynn, zonder jou ben ik alleen met die apen.' Carl zuchtte dramatisch.
'Komen jullie nog slakken?' klonk het van bovenaan de trap.
Fynn liep de trap op, aangezien hij toch naar buiten moest. Hij wilde Carl niet alleen achter laten, maar hij wilde niet deelnamen aan wat ze ook van plan waren. Het kon hem niet schelen dat ze een groep waren, ze hadden immers ook nooit wat voor hem gedaan, anders dan hem in de weg zitten. Tenminste ... dat was de laatste jaren zo. Vroeger hielpen ze elkaar echt, maar Tiffany had daar verandering in gebracht. Een meid die met Liam aanpapte en drugs aan het groepje introduceerde. Het ging uit met Tiffany, maar de drugs, sigaretten en alcohol bleven.
De jongens liepen een aantal meter verderop luid joelend op het pad. Ze duwden elkaar en wonden elkaar op. Zelfs Carl leek het niet meer uit te maken dat het Chihuahauvrouwtje dit niet verdiende.
'Jongens, ik moet die kant op!' riep Fynn toen, wijzend in een willekeurige richting.
'Gast,' riep Liam. 'Ze is er bijna. Blijf tenminste even wachten, angsthaas.' De jongen leunde tegen een kleine boom, naar het pad in de verte starend. Daar liep het vrouwtje met haar chihuahua, langzaam richting de bocht, waarin ze nu stonden.
Misschien moest hij de vrouw gewoon waarschuwen. Naar haar toerennen en zeggen dat ze niet door het park moest lopen. Al kon hij niet onder de scherpe blikken van Daniel en Liam uitkomen. Zelfs Carl zou hem erop aankijken. Hij vertrouwde hen niet meer. Wat als ze hem zouden pakken? Het zou niet eens de eerste keer zijn dat ze hem iets te stevig zouden "corrigeren".
'Goedemiddag mevrouw,' joelde Daniel toen de oude dame eindelijk bij hen was. Er stond een norse uitdrukking op haar gezicht.
'Mevrouw...' begon Fynn zacht.
De vrouw keek hem boos aan, alsof hij net een belangrijke gedachte had verstoord. Het weerhield Fynn er niet van haar te waarschuwen. 'U kunt beter...' probeerde hij, toen hij werd onderbroken door een stem.
'Hey verrader,' snauwde Liam voor hij richting de vrouw stapte en naar haar pols greep. 'Dit is een overval,' grijnste hij. 'Dus hier die diamanten.'
Daniel lachte. 'Heb je echt geen betere uitspraak, man?'
'Laat me onmiddelijk los!' snauwde de oude dame, die nauwelijks boven het luide geblaf van de hond uitkwam.
Liam gaf haar een harde duw terwijl hij aan haar armand rukte. 'Kom op, jongens. Help me eens!'
De vrouw gaf een schreeuw. 'Help!' riep ze, maar het park was verder verlaten.
'Jongens, stop!' riep Fynn. 'Dit is niet oke!' Hij sprong voor de vrouw en trok Liams hand los van de vrouw.
'Waar de flip ben je mee bezig?' Liam duwde hem van zich af. 'Ik dacht dat we dit samen zouden doen.'
'Zie je dan niet dat je haar pijn doet?' riep Fynn. 'Er zijn betere manieren om aan geld te komen. Heb je niet gedacht aan het feit dat onze gezichten heeft gezien?'
'Hou toch je bek. Ik dacht dat we vrienden waren man.'
Ondertussen waren Daniel en Carl al naar de vrouw gerend om haar vast te houden. Er was niks wat Fynn kon doen. Het was drie tegen een.
'Hé wat moet dat daar?!' Een mannenstem bulderde door het park.
'Shit!' siste Liam. 'Snel, werk haar tegen de grond en grijp wat je pakken kan!' Hij schopte het been van de vrouw onder haar lichaam vandaan, waardoor ze hard op de grond belandde.
Fynn schoot naar voren en duwde zijn vriend bij de dame weg. 'Blijf van haar af!' Vanuit een ooghoek zag hij hoe Carl en Daniel het al op een rennen hadden gezet.
Liam griste nog snel haar armband en tasje mee, waarna hij Carl en Daniel volgde.
Fynn keek van zijn vrienden naar de vrouw die met een angstige uitdrukking omhoog keek. Hij had nooit met hun moeten gaan hangen. Dit was het domste plan ooit. Net toen hij wilde bukken om de vrouw overeind te helpen, klemde een stevige hand zich om zijn schouder. 'Handen op je rug, je staat onder arrest.'
'Wat?' Fynn draaide zich om en keek recht in het gezicht van een man met een grote snor. 'Ik heb de vrouw proberen te helpen. Mevrouw, vertel het hem,' probeerde hij wanhopig.
De vrouw keek hem stamelend aan. Haar handen trilden terwijl ze overeind kwam. 'H-hij probeerde mijn tas te pakken.'
De man duwde hem naar de grond.'Handen op je rug.' De vrouwelijke agent achter hem stapte ook dichterbij.
'Wacht nee!' riep Fynn, die zich los probeerde te rukken. 'Jullie hebben de verkeerde. Het waren mijn vrienden.' Al waren het geen vrienden meer. Nu waren ze te ver gegaan.
De twee agenten sleepten hem naar de grond. Het koude metaal van handboeien klikte om zijn polsen vast.
Fynn hield zijn mond dicht. Dit was niet zijn schuld, maar hij zou wel opdraaien voor de daden van zijn "vrienden". Ze moesten niet denken dat hij hen zou beschermen. Hij zou alles vertellen wat er was gebeurd.
Een van de agenten hielp de vrouw overeind, terwijl de ander hem vasthield. In zijn ooghoek zag hij Liam luid lachend achter een boom staan met zijn mobiel in zijn hand, op hem gericht. Op dat moment besefte hij dat de twee agenten het minste van zijn problemen waren. Deze situatie kon hij aan de politie uitleggen. Het internet zou hem geen kans geven om te praten.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top