Dag 4 - 07:43
Amelia had gedacht dat de pijn in haar hart de enige was die ze zou voelen, maar inmiddels lijkt de uitputting in de buurt van die pijn te komen. Haar maag gromt zacht als ze bij haar vrienden gaat zitten. 'Goedemorgen,' zegt ze zacht, haar ogen glijden naar de ramen. De wereld erachter had ze ooit vanzelfsprekend gevonden. Nu niet meer.
Sage bromt iets onverstaanbaars. Fynns glimlach is ook verdwenen. 'Is het de honger?' fluistert ze zachtjes naar Luanna.
Ze knikt. 'Ik heb nog kruimels?' Het meisje probeert te lachen, maar zelfs haar mondhoeken gaan amper omhoog.
Amelia glimlacht, maar zegt niks. Die kruimels gaan niemand echt helpen.
Het is rustig in het lokaal. Normaal werd er wel wat gepraat, geintjes uitgehaald en spelletjes gedaan in zoverre ze dat konden, maar nu is het zo stil dat ze de voetstappen op de gang kunnen horen. Het voelt alsof de geesten van kinderen die zich proberen te verstoppen nog steeds door het gebouw rennen.
Blikken glijden naar de deur, maar er komt niemand naar binnen. Hij gaat slechts een klein eindje open en iemand werpt een plastic zak naar binnen. Direct daarna gaat hij weer dicht.
'Wat is dat?' vraagt Luanna kijkend naar de uitgang. Yasmin en haar volgers lopen er al naar toe. Niemand anders.
'Wat als er iets giftigs in zit?' piept Mick. 'Wat als we doodgaan als je het opent.'
'Dat gaan we toch,' snauwt Yasmin naar de jongen, waarna ze de plastic zak open trekt.
Mick krimpt in elkaar en laat een zacht gejammer horen. Amelia houdt haar adem in, wachtend tot er iets gebeurd, een ontploffing, rook, of iets wat haar laat weten dat het gedaan is. Hoelang ze ook wacht, het gevaar komt niet.
In plaats daarvan haalt Yamin met kaas bedekte sandwiches uit het pakketje. Ze overhandigt ze aan Jeremiah, Marlee en Aline. De laatste propt ze zonder wat te zeggen in haar mond.
Luanna zucht en komt overeind. 'Daar was ik al bang voor.' Met grote stappen beent ze op het viertal af. 'Hé, moeten we niet delen?' Er staat vuur in haar ogen.
'Houd je erbuiten, emo,' sist Jeremiah. 'Wij waren er het eerst.'
'En?' Luanna vouwt haar armen over elkaar en staart hem aan. 'Je bent niet de enige die honger heeft.'
'Dan had je maar sneller moeten zijn,' zegt Yasmin, die een paar passen naar Luanna toezet en ook haar armen over elkaar vouwt. 'Wie het eerst komt, wie het eerst maalt.'
Luanna's handen vormen vuisten. Even verwacht Amelia dat ze Yasmin een klap wil verkopen, maar ze weet zich in te houden. 'Oké, als die regel geld, dan passen we hem op alles toe.'
'Jongens, jongens,' klinkt dan de zware stem van meneer Cuper. Hij komt langzaam overeind en loopt naar de twee meiden toe. Op ieders schouder legt hij een hand. 'Zo komen we er nooit uit.'
Het geluid van een pets galmt door het lokaal als Luanna zijn hand van haar schouder slaat en een paar passen achteruit stuift.
'Moeten we ingrijpen?' Amelia kijkt Fynn en Sage aarzelend aan.
'Wacht maar even,' fluistert Fynn. En toch staan ze gedrieën op.
Cuper laat Yasmin los en kijkt naar Luanna. 'Zo is het genoeg geweest, jongedame. Als we naar huis gaan laat ik je dit zeker aan jouw ouders horen.'
Luanna glimlacht hoofdschuddend, maar haar ogen spuwen nog steeds vuur. 'Prima.'
'U doet maar,' zegt Yasmin. 'Niet dat het er nog toe doet.' Ze schenkt Luanna een vals glimlachje. 'Denk maar niet dat ik je ooit iets zal geven. Zeker geen eten. Tenzij je het heel lief vraagt.'
'Hou je bek dicht,' snauwt Luanna.' Ze geeft Yasmin een harde duw. Het meisje struikelt achteruit.
'Luanna!' roept meneer Cuper uit. 'Zo behandel je je medeleerlingen niet. Met respect komen we veel verder.'
'Stop eens met schijnheilig doen. Jij hebt geen eens respect voor mijn lijk.' Haar ogen glijden van de een naar de ander alsof ze besluit wat ze moet doen. Dan draait ze zich om en loopt met grote passen richting Amelia, Sage en Fynn. Yasmin kijkt haar grijnzend na.
'Bedankt voor het helpen,' mompelt Luanna als ze zich op de grond laat zakken. En haar armen om haar benen vouwt.
Amelia wil zich omdraaien en naar het toelopen, als Fynn haar tegenhoudt. 'Laat haar,' zegt hij. 'We komen er wel op terug, maar het is beter haar even ruimte te geven.'
Sage knikt instemmend en de ijzige stilte daalt weer neer over het lokaal.
***
'Geef het nou aan mij,' sist een stem ergens uit het lokaal. 'Je hebt geen idee wat je aan het doen bent, of wel?'
'Jij wel dan?' vraagt een stem die Amelia wel herkent, maar niet kan plaatsen.
Amelia laat haar ogen door de ruimte glijden en ziet dan Luke en Dave naast elkaar zitten, voorover gebogen over iets wat Amelia niet kan zien. Mick staat er wat verloren naast.
'Wat wil je anders doen?' vraagt Dave aan Luke.
De lange jongen haalt zijn schouders op. 'Ik dacht dat jij meer verstand van electronica had.'
'Ik weet wel iets, maar dit gaat zelfs mijn pet te boven,' zegt Dave schouderophalend.
'En Sage dan?' vraagt Luke. Zijn blik ontmoet die van Amelia, die zich betrapt voelt. Haar wangen worden warm en direct wendt ze haar blik af. Waar zou dat over gaan?
'Laten we het hem vragen,' stelt Dave voor. Hij komt overeind en raapt het voorwerp van de grond. Hij hoest zacht, voor hij samen met Luke haar richting uitloopt. Amelia volgt hen vanuit een ooghoek, maar durft ze niet meer echt aan te kijken.
De twee jongens lopen naar Sage toe, die een paar tafels van Amelia vandaan zit. Ze spitst haar oren om mee te kunnen luisteren, al valt het niet mee. Ze houden hun volume laag, alsof ze iets doen wat de rest van de klas niet mag weten.
'Sage?' vraagt Luke op gedempte toon. 'Jij weet toch veel van elektronica?'
'Ja, wat is er?' De blonde jongen kijkt naar het apparaatje in Daves hand, een smartwatch.
'Je kan met mijn smartwatch bellen,' zegt Luke dan. 'Maar het lukt alleen als je verbonden bent met een telefoon. Alleen ik krijg hem dus niet meer aan, je moet hem dus fiksen,' zegt Luke. 'Dan kunnen we naar de politie bellen en dan zijn we hier binnen no-time uit.'
'Dat is het plan dan in ieder geval,' zegt Dave er met een kort lachje achteraan.
'Laat me eens kijken.' Sage neemt het horloge over en drukt een paar knopjes in, proberend connectie te krijgen. 'Er zijn wel telefoons in de buurt, maar die moet ik hebben voor ik er connectie mee kan maken,' besluit hij dan. 'Anders is dit waardeloos.'
'We hebben geen telefoons meer in de buurt,' zegt Luke. 'Die moesten we inleveren.'
Amelia die van een afstandje meegeluisterd heeft bijt op haar lip. De handlangers moeten er wel een hebben. Ze heeft brombeer er paar keer mee zien lopen.
'Is er wat Amelia?' Fynn kijkt haar aan.
'Jawel... ik heb een idee, maar ik weet alleen niet of ik het moet zeggen,' fluister ze. Wat als het een stomme suggestie is? Wat als ze haar zullen uitlachen? Wat als...
'Een slecht idee is beter dan geen idee,' zegt hij.
Ze knikt. Vanuit haar ooghoek kijkt ze naar Sage, Luke en Dave. 'Maar ik hoor me niet te bemoeien met andersmans zaken, toch?'
'Dit gaat toch ook om jouw vrijheid,' fluistert Fynn. 'Dit is niet alleen hun zaak.'
Hij heeft een punt. 'Oke, ik ga dan maar... een voorstel doen,' zegt ze met een onzeker lachje. 'Ik ben zo terug.'
Hij glimlacht vriendelijk. 'Oké, veel succes.'
Ze staat op en schuifelt naar het groepje jongens toe, die, zodra ze in hun vizier verschijnt, haar aan kijken. 'He, eh, sorry dat ik zo binnenwandel maar ik hoorde jullie praten over die smartwatch en de telefoon die we niet hebben en toen schoot me iets te binnen en...' Ze haalt diep adem. In een lange zin doorpraten zal niemand helpen. 'Ik heb wel een idee, maar het is waarschijnlijk geen goed idee.' Het komt er zacht uit.
'Jouw idee is beter dan het mijne.' Dave geeft haar een knipoog. 'Ik er heb namelijk geen.'
Ze glimlacht. 'Nou, Brombeer heeft heel vaak een telefoon in zijn broekzak zitten. Ik weet niet helemaal zeker of het ook een smartphone is, maar er moeten hier een paar zijn met een smartphone. Het is een groot risico, maar we kunnen proberen om die smartwatch met hun telefoon te verbinden.' Zodra ze haar voorstel voorgelegd heeft, klemt ze haar kiezen op elkaar. Haar hart slaat in haar borst en voelt hoe haar handen steeds ijziger worden. Weer razen die gedachten door haar hoofd. Wat als... wat als... wat als...
Luke kijkt haar aan en knikt langzaam. 'Dat is geen slecht idee, maar hoe wil je die telefoon te pakken krijgen? Ik kan niet zakkenrollen.'
'Dat eh...' begint ze. 'Weet ik niet.'
Sage glimlacht. 'Luanna kan dat wel.'
Luke, Dave en Amelia kijken hem verbaasd aan. Amelia kijkt over haar schouder naar Luanna die met een potlood op haar schetsboek tekent. Haar blik is boos, waarschijnlijk heeft ze hen nog niet vergeven. 'Zal ik het vragen?' stelt Amelia voor.
'Weet je zeker dat je dat wil doen?' Luke kijkt haar aarzelend aan. 'Luanna is behoorlijk intens als ze boos is.'
Nee, absoluut niet. Toch knikt ze. 'Ik moet mijn verontschuldiging nog aanbieden.' Misschien weet ze tot haar door te dringen. Ze loopt naar Luanna toe en gaat naast haar zitten. 'Hé,' zegt ze zacht.
'Wat moet je?' Het meisje kijkt niet op van haar tekening. Het papier staat vol met krassende lijnen, waardoor niet echt uit te maken valt wat ze heeft getekend.
'Het spijt me dat ik je niet te hulp schoot zonet met meneer Cuper. Dat heb je wel vaak genoeg voor mij gedaan, maar ik heb jou in de kou laten staan.' Nu achteraf kan ze niet herinneren waarom ze niet gewoon iets gezegd heeft. 'Ik voel me echt een kluns.'
'Je bent niet de enige, hoor.' Luanna's ogen glijden door het lokaal. 'Ik ben er inmiddels aan gewend. Iedereen is altijd zo bang dat ze een krasje krijgen als ze hun mond open trekken.'
Amelia knikt. 'Ik ben er sowieso niet goed in om mijn mond open te trekken,' zegt ze met een nerveus lachje. 'Dat bewonder ik aan je. Je zegt gewoon wat je wil. Ik zou willen dat ik dat kon.'
Luanna glimlacht zwakjes. 'Van jou zou ik dat ook niet vragen, maar dit hele lokaal zit vol met mensen die bij het minste of geringste hun mond open trekken. Maar als ik een keer in de problemen zit gaan ze er vanuit dat ik het zelf wel oplos.'
'Misschien denken ze dat je sterk genoeg bent?' oppert ze, hopend dat dat Luanna niet boos maakt. 'Ergens is dat ook een compliment.'
'Waarschijnlijk wel. Het ding met sterk zijn is alleen dat ik het wel moet zijn, omdat iedereen altijd al zo geweest is.' Ze zucht. 'Maar goed, wat wil je van me?'
'Is het zo duidelijk?' vraagt ze.
'Ja,' antwoordt Luanna met een kleine glimlach. 'Maar dat is niet erg. Het maakt je schattig.'
Ze lacht onzeker. Schattig is nou niet de term waar ze voor ging. 'Luke heeft een smartwatch, maar die werkt alleen als we die verbinden met een smartphone. Nu hebben wij die niet meer, maar de handlangers wel. Zou je ons willen helpen een smartphone... verkrijgen?' vraagt ze.
Luanna is even stil en kijkt van de jongens naar haar. 'Willen ze echt hun leven opofferen voor een telefoon?' Een schamper lachje ontsnapt uit haar mond. 'Ik wil best helpen, maar denk maar niet dat het ons hier weg krijgt.'
'Het is meer een smartwatch waar we mee kunnen bellen. Misschien kunnen we iemand inlichten.'
'Ja, dat snap ik. Maar daar heb je geen smartwatch voor nodig. Elke telefoon heeft gewoon een noodoproepen functie. Als jullie die Brombeer afleiden kan ik het wel regelen,' legt Luanna uit. 'Maar als jullie mij de schuld geven als het mis gaat, vermoord ik jullie.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top