"All those memories."


Dit keer met een hele grote groep komen we aan op perron 9 3/4. Lily, Sirius en James zijn er niet bij. Op het perron zie ik Raven, Cedric, Ryan en Iyana. Raven en Iyana zijn twee van mijn favoriete studenten, die nu aan hun derde jaar beginnen. Ik zwaai vrolijk en ze glimlachen terug. "Wie zijn dat?" vraagt Zachary aan mij. "Oh, Cedric en Iyana zijn van hufflepuff, hele goede leerlingen. En Raven en Ryan zijn een tweeling uit Ravenclaw. De vier zijn altijd samen." zeg ik. Zacky knikt begrijpend. "Cedric!" Roept Charlotte dan. Ze rent naar de jongen toe, die haar hartelijk verwelkomt. Caspar kijkt zoekend om zich heen. "Waar zijn Avery en Saige eigenlijk heen?" vraagt hij dan aan mij. Ik kijk zoekend over het perron heen. De twee meiden staan gezellig met de Weasley-tweeling te kletsen. "Belle, je bent er weer!" roept Argus dan. Mr Filch komt naar me toegerend met zijn korte beentjes. Ik glimlach klein. "De meesten zitten al in onze coupé, kom je ook?" vraagt hij. Ik knik en volg hem naar de lerarencoupé.

~

Terug. Eindelijk. Ik zie alle docenten naast me aan de lange tafel zitten. Ik zie Fred en Avery naast elkaar zitten, en knijp mijn ogen even tot spleetjes. "Weet je, ze gaat je echt niet in haar privé leven betrekken wanneer je haar de hele tijd zo aanstaart." zegt Minerva dan. Ik had niet door dat ze achter me stond, en schrik. "Moet jij de eerste jaars niet gaan halen?" vraag ik geïrriteerd. "Hagrid heeft een klein probleempje met de octopus." zucht McGonagall. Ik rol met mijn ogen. "Natuurlijk." zucht ik. "Ik denk dat ze er zo wel zijn." zeg ik dan en ik gebaar dat Minerva weg moet gaan. Ze begrijpt mijn hint en loopt door de deur van de Great Hall.

Een paar minuten later komt de oude docent aangelopen met alle eerstejaars achter zich. Ik herken Ronald, de zoon van Molly, Zachary, een jonge Malfoy en Harry. Ik herken hem aan zijn bliksemlitteken. McGonagall begint met haar jaarlijkse speech. Daarna begint ze een voor een namen op te noemen die naar voren moeten komen. Een beetje ongeïnteresseerd kijk ik naar de eerstejaars. "Black, Zachary." hoor ik Minerva opnoemen. Meteen schiet ik wakker uit mijn gedachten. Gespannen kijk ik toe terwijl Minerva de Sortinghat op zijn hoofd zet. Het duurt niet lang voordat de hoed "Ravenclaw!" roept. Ik klap hard en grijns breed naar mijn zoon. Hij gaat me trots maken, dat weet ik zeker.

Het duurt maar en het duurt maar. Nog nooit heb ik het gevoel gehad dat een sorteerceremonie zo lang duurde. Gelukkig begint Dumbledore dan eindelijk met zijn speech. Na de speech begint iedereen kletsend te eten. Minerva komt naast me zitten, en ze begint te praten over alle eerstejaars. Terwijl ik nog een croissantje naar binnen prop knik ik ongeïnteresseerd. Dan laat ze ineens de naam Potter vallen. Een stukje kip valt uit mijn mond. "Wat zei je?" vraag ik. "Heb je het niet meegekregen? Harry is hier. Hij is net in Gryffindor gesorteerd, en zo te zien voelt hij zich al helemaal thuis." zegt Minerva alsof ik een kleuter ben. Ze gebaart met haar ogen naar de jongen die druk aan het kletsen is met de Weasley's.

~

Terwijl ik over de gangen loop naar mijn kantoor spot ik Percy die voor alle eerstejaars uitloopt. Ik glimlach wanneer ik Ron en Harry kletsend naast elkaar zie lopen. Net als James, meteen vrienden gemaakt. Dan hoor ik gelach van achter me. Ik draai me om en zie Avery, Saige, Rose en de Weasley twins. De vijf staan te fluisteren voor het kantoor van McGonagall. Ik grinnik terwijl ik naar ze toeloop. "Weet je, eigenlijk zou ik jullie straf moeten geven voor te laat wakker zijn." zeg ik geamuseerd. De vijf kijken verschrikt op. "Dat ga je niet doen hè?" vraagt Avery. Ik knik. "Als jullie Minerva's kantoor voor nu met rust laten zal ik het door de vingers zien. Pranken doe je maar wanneer daar toestemming voor is." zeg ik met een glimlach. De vijf derdejaars knikken en rennen snel weg.

~

Rustig loop ik met mijn glas water over de gangen, mijn lokaal in. De meesten leerlingen zijn er al, maar een paar missen. Kalm ga ik aan mijn bureau zitten en sla ik mijn boek open. Ik kijk geduldig toe hoe de rest van de leerlingen rustig binnenstroomt. "Is iedereen aanwezig?" vraag ik dan. De meesten knikken. Een meisje steekt haar hand op. "Ja, mevrouw...?" vraag ik. "Granger," maakt ze mijn zin af. "Hermoine Granger. Wat gaan we allemaal doen dit jaar?" vraagt ze. Even neem ik een moment om haar goed te bekijken. "Eerst leren jullie wat basistheorie en daarna gaan we in de praktijk oefenen." antwoord ik eerlijk. "Maar wie heeft er echt zin om nu al te gaan leren?" vraag ik daarna enthousiast.

De klas kijkt me vragend aan. "Jullie mogen mij een voor een een vraag stellen. Voordat ik antwoord geef vertel je een bijzonder feitje over jezelf. Bijvoorbeeld..." ik blijf even stil om iets te bedenken. "Mijn naam is Belle Black en ik woon in huis met zes kinderen en een man die zich als kleuter gedraagt." zeg ik. De klas grijnst een beetje. Mijn blik gaat naar Zachary, die achterin de klas zit. Hij lijkt enthousiast, maar dat zie ik niet helemaal goed. "Wie wil er beginnen?" vraag ik dan. Meteen schieten er allemaal handen de lucht in.

Zonder te weten van wie wijs ik iemand aan. "Mevrouw, houd u meer van honden of van katten?" vraagt een Hufflepuff leerling. Ik kijk hem rustig aan. "Oh ja sorry," de jongen wordt helemaal rood. "Mijn naam is Ren Quill en mijn vader heeft drieëntwintig katten, terwijl mijn moeder allergisch is voor die beesten." zegt hij. Ik glimlach. "Mijn voorkeur? Die heb ik niet. Mijn oudste dochter heeft vier honden terwijl mijn jongste dochter vijf katten heeft. Ik mag ze allebei. Huisdieren zijn altijd fantastisch, als je maar geen knaagdier hebt." zeg ik. "Volgende." opnieuw wijs ik iemand aan.

"Wie waren jouw vrienden hier op Hogwarts?" vraagt een jongen. "Mijn naam is Ronald Weasley en mijn hele familie heeft rode haren." Ik glimlach naar hem. "Mijn vrienden waren ten eerste heel speciaal voor mij. Je hebt Sirius, waarmee ik ben getrouwd. Je hebt James, die jammer genoeg bij mij in huis woont. Je hebt Remus, hij is normaal. Molly, jouw moeder, was een goede vriendin en kamergenoot van mij. Alice en Marlene waren fantastisch, maar zijn nu helaas gestorven. Wacht, Alice leeft nog. Het is jouw moeder als ik het goed heb," zeg ik terwijl ik een eerstejaars, volgens mij Neville Longbottem aanwijs. Hij wordt helemaal en knikt. "En dan heb je nog Lily..." tranen vullen mijn ogen terwijl ik naar haar kijk.

Dan kijk ik ineens in de ogen van Lily. Snel knipper ik een paar keer. Nee, het was een jongen. Precies die jongen steekt zijn hand op. Ik geef hem de beurt. "Mijn naam is Harry Potter, en ik denk niet dat ik iets over mezelf hoef te vertellen," begint hij. Ik knik, met grote ogen. "Wat was uw laatste herinnering aan Lily?" vraagt hij dan. Ik slik. "Iedereen, jullie hoeven me niet u te noemen. Je is genoeg. We zijn allemaal anders, en stiekem ook allemaal een beetje hetzelfde," zeg ik. De klas knikt.

"En nu, allemaal dicht bij elkaar, want ik ga een verhaal vertellen. Over iets dat me heel dierbaar is, maar wat ik liever niet had willen hoeven meemaken."

Duss, hoofdstuk 2 alweer! Ik wil graag er een nieuw leuk personage inbrengen vanaf hoofdstuk 5. Dus laat in de comments weten wat voor persoon dat zou moeten zijn!

1291 woorden

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top