3~Omarmde eenzaamheid
De volgende morgen stortte Anna zich uitgehongerd op haar ontbijt. Kevin was vroeg vertrokken, dus ze had het huis voor haar alleen. Anna was altijd alleen in het weekend. Andere studenten gingen naar huis, maar Anna had geen thuis. Ze vond het helemaal niet erg om hier alleen te zijn in het weekend, het gaf haar de nodige rust.
"Goedemorgen!" Anna keek geschrokken op. Daar waren ze weer, die grasgroene ogen. Ze mompelde wat terug terwijl ze zich afvroeg hoe een mens zijn ogen zo groen konden zijn.
"Blijf jij ook voor het weekend?" vroeg Jasper. Hij zag haar ongenoegen, maar negeerde het. Hij nam plaats aan de tafel en keek haar aan, alsof hij wilde zeggen dat ze zijn vraag moest beantwoorden. Anna knikte, ze had geen zin om een gesprek aan te knopen. Ze wou liever uit zijn buurt blijven.
Jasper zweeg nu en een vervelend voorgevoel knaagde aan Anna. Jasper had immers het woord 'ook' gebruikt. "Ik heb hier weekendwerk om de hoek", zei ze tegen haar zin. Jasper keek haar verbaasd aan, maar vroeg haar niks, want Anna focuste zich op haar ontbijt.
Na een korte stilte sprak Jasper wel weer. "Ik blijf ook, ik heb nog veel werk met studeren als ik wil slagen voor de examens. Thuis is na de verhuis nog veel te veel bezigheid." Anna keek op en fronste haar wenkbrauwen.
"Ik dacht dat jij je geen zorgen maakte over de examens? Eerst vraag je bijles en nu moet je ieder moment studeren?"
Jasper haalde nonchalant zijn schouders op. "Ik heb toch nooit gezegd dat ik vanzelf zou slagen?"
Anna keek hem even aan terwijl ze zich afvroeg of ze zich vergist had in deze jongen. "Ik ben klaar om vijf uur. Dus kunnen we vanavond al starten met je bijlessen als je wil?"
Jasper's ogen leken even te fonkelen terwijl hij goedkeurend knikte. Ze schonk hem een kleine glimlach terug en verliet de keuken.
Het weekendwerk dat ze in een lokaal winkeltje deed was niet bepaald spannend werk, maar Anna had het geld nodig. De combinatie van haar inkomen en een beurs die ze kreeg was nauwelijks voldoende om haar opleiding en huur te betalen. Ze had, zo lang ze student was, ook een soort uitkering waar ze eten en kleding mee kon betalen.
Anna had niemand op de wereld. Ze was opgegroeid in een weeshuis en wist niks over haar ouders. Er was haar verteld dat die omgekomen waren in een auto-ongeluk. Als kind had ze pleegouders gehad, tot ze negen werd en haar pleegouders gingen scheiden. Het leven was zwaar geworden voor haar ouders en Anna werd teruggebracht naar het weeshuis. Zoals een hond, die gebeten had, werd teruggebracht naar een asiel.
Anna kreeg geen tweede kans meer, potentiële pleegouders vonden haar te oud. Dus sleet Anna de volgende negen jaar in het weeshuis. De middelbare school had haar pas echt duidelijk gemaakt hoe erg het was om wees te zijn. Anna had nooit mooie kleren gehad, nooit vrienden kunnen laten langskomen. Anna was door de jaren heen gepest geweest en had de eenzaamheid stilaan omarmd.
Toe ze achttien geworden was, mocht ze uit het weeshuis vertrekken. Een hele nieuwe wereld was opengegaan voor Anna. Plots waren er mogelijkheden. Het eerste wat ze gedaan had was nieuwe kleren gekocht. Ondertussen was ze redelijk goed aangepast aan haar nieuwe leven, al bleven haar sociale vaardigheden nog wat achter.
Ze wist dus ook niet hoe ze moest reageren toen ze na haar werk thuis kwam en Jasper voor hen beiden gekookt had. Bij het zien van haar geschrokken blik haalde Jasper verontschuldigend zijn schouders op: "Als bedankje voor de bijles."
Ongemakkelijk ging Anna zitten. Jaspers kookkunsten bleken niet veel bijzonders, maar dat vond Anna niet erg. Nooit eerder had iemand voor haar gekookt.
Toen ze iets later samen aan Anna's bureau zaten, herinnerde Anna zichzelf er aan dat ze Jasper op afstand zou houden. Dat was nodig, want Jasper bleek een betere student dan ze verwacht had. Hij stelde haar gerichte vragen en Anna was plots ook zeker dat Jasper zich niet druk hoefde te maken voor zijn examens. Hierdoor bekoelde Anna's wantrouwen weer wat. Ze stond zichzelf dan toch toe om Jasper aardig te vinden.
De dag nadien had Jasper weer eten klaar gemaakt tegen dat ze terug kwam van haar werk. Ze waren tegen zondagavond al ver in de cursus van organische chemie geraakt en Anna was zeker dat Jasper snel geen bijles meer nodig zou hebben. Ze betrapte zichzelf erop dat ze het helemaal niet zo erg gevonden had dat Jasper hier gebleven was dat weekend. Ze klapte haar cursus dicht en keek Jasper even aan.
"Wat?" vroeg ze gelaten. Jasper zat haar doordringend aan te kijken en dat maakte haar ongemakkelijk.
"Waarom heb je geen weekendwerk thuis in plaats van aan je school?" wilde hij weten en Anna zuchtte. Ze nam even de tijd om na te denken of ze hem wel wilde vertellen dat ze geen thuis had. Haar blik gleed over zijn bureau. Op de bureau stonden twee bloempotjes. Het ene plantje zag er triest uit, maar het andere plantje leek te mooi voor de tijd van het jaar. Dan haalde ze haar schouders op.
"Dit is mijn thuis", zei ze gewoon. Jasper fronste, maar besloot er niet verder op in te gaan. Net doordat hij dat niet deed, ging Anna toch zuchtend verder. "Ik heb mijn ouders nooit gekend." Jasper schuifelde ongemakkelijk in zijn stoel.
"Ik wilde niet..."
"Nee, dat is niet erg. Jij kan dat niet weten", zei ze snel, maar ze vertelde ook niet verder. Jasper beet op zijn lip, alsof hij het heel erg moeilijk had om zijn mond dicht te houden. In plaats van nog iets te vragen of zeggen, zoals hij duidelijk wou, wenste hij haar een goede nacht.
Iets later kroop Anna in haar bed. Ze was niet bang of zenuwachtig dat ze opgebiecht had dat ze een wees was. Ze voelde eerder een soort opluchting. Een zeldzame glimlach sierde haar lippen terwijl ze in slaap viel.
Daar waren ze de helder blauwe ogen, die sinds enkele jaren geregeld in haar dromen opdoken. Een stem fluisterde haar naam, maar buiten de ogen kon Anna niks anders van het gezicht voor haar opmaken. "Wie ben jij?" riep ze terug. Haar stem galmde in de leegte.
"Anna" fluisterde de stem terug.
"Ja, wat wil je?" vroeg ze ongeduldig. Het enige antwoord was het herhalen van haar naam. Anna draaide en keerde in haar bed. De ogen waren weg en ze stond in een witte ruimte. Haar naam werd herhaald en Anna begon wanhopig in de richting van de stem te lopen. De stem kwam niet dichter en Anna begon te snikken. "Ik weet niet waar je bent!" riep ze in de witte oneindigheid.
"Anna!"
"Help me dan!" tierde Anna in paniek. De stem vervormde naar een hoge repetitieve kreet. Het duurde even voor Anna doorhad dat het haar wekker was die afliep.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top