18 ~ Rebelse vrijheid
De opdracht voor Anna en haar volgelingen werd niet simpel. Ze moesten zo goed als onopgemerkt Mudea zien binnen te komen. Terwijl Quint en Jasper verschillende plannen begonnen voor te leggen raakte Anna alleen maar gefrustreerd. Ze was halsoverkop naar Saia gekomen om haar eigen wereld te beschermen tegen het kwaad. Ze was nu in Saia en moest zich eerst met politieke spelletjes bezig houden alvorens ze de strijd tegen het echte kwaad kon aanvatten. Quint had haar op het hart gedrukt dat ze eerst de troon moest opeisen, omdat Casper haar anders zou uitschakelen. Anna zelf was helemaal niet zo overtuigd dat ze de troon nodig had.
Castor verslaan was de enige reden dat ze hier was, als ze dat al overleefde kon ze net zo goed terug naar huis of een gewoon leventje in Saia opnemen. Zonder dat ze gedwongen zou worden om met de vooropgestelde partij te trouwen. Haar blik ving even die op van Jasper. Zijn ogen hadden het helderste groen, ze wendde onwennig haar blik af. Hoe veilig ze zich bij hem ook voelde, zo ongemakkelijk voelde ze zich soms ook.
"Nee", zuchtte Quint luid toen Jasper voorstelde om als kooplui de stad in te gaan. "Er staan Gruiters aan de poort weet je nog wel?" Anna deed niet eens de moeite meer om alles te begrijpen wat er gezegd werd. Desondanks brieste ze nu.
"Dus jullie stelden een plan op om de verloren prinses uit een andere wereld te halen en ten oorlog te gaan tegen de Dokaï, maar jullie hebben niet eerder gedacht aan het deel waar we Mudea binnen geraken?" Ze rolde erg duidelijk met haar ogen. "Ik krijg meteen al minder vertrouwen in jullie plan om deze oorlog te winnen!"
"Prinses…", begon Quint met zijn zachte en sussende stem, maar Anna stak haar hand op.
"Ik ga me niet verstoppen", zei ze streng. "Casper zal me van ver zien komen, net als iedereen anders. Als hij me onderweg wil vermoorden moet hij dat onder de ogen van het hele rijk doen", besliste ze. Ze keek Quint en Jasper nog even streng aan, alsof ze hen zo vertelde dat het geen zin had om tegen haar in te gaan. Dan keek ze door het raam naar het grauwe en doodstille stadje . "Waarom is het hier zo stil?" vroeg ze om Quint een manier te geven van het onderwerp af te wijken.
"Pargodom is bang, uwe hoogheid"
"Bang?" herhaalde ze.
"Sinds mijn terugkeer heeft Casper zijn oog op deze stad gehouden", begon Quint.
"Dus hij weet misschien zelfs al dat ik hier ben?" reageerde Anna ontzet. Quint opende zijn mond om te antwoorden, maar Anna snoerde hem meteen de mond: "Een reden te meer om mij niet te verstoppen. Als Pargodom zo bang is van Casper, is dit de ideale plaats om te beginnen."
"Te beginnen, uwe hoogheid?" vroeg Quint, maar naast hem begon Jasper te grijnzen.
"Met een opstand!" antwoordde hij al. Anna knikte.
"Dat lijkt mij de beste en snelste manier tot de troon", zei ze simpel.
"Bovendien kunnen we Anna beter onder de radar houden als hij de rest van het rijk in bedwang probeert te houden", vulde Jasper aan. Quint schudde zijn hoofd en Lesta viel hem bij: "Dat is veel te gevaarlijk, majesteit. We hebben u levend nodig!"
"Dat weet ik niet, ik denk dat het rijk vooral moet beseffen dat Casper hen niet gaat helpen. Als de rechtmatige troonopvolger sterft in een poging het rijk te verdedigen zal zijn volk niet meer naar zijn gesus luisteren", zei Anna schouderophalend. Alsof ze haar hele leven niet anders had gedaan dan politieke strategieën bespreken. "We moeten gewoon zorgen dat de groep waarmee we starten groot genoeg is, zodat hij niet om me heen kan. Vervolgens zal hij niet anders kunnen dan me met open armen ontvangen in het paleis."
Quint zat haar aan te kijken met een uitdrukking die ze moeilijk kon lezen. Lesta zat echter nog steeds verwoed haar hoofd te schudden.
"Op zich klinkt het wel logisch. Win het volk en je wint je troon. Én je hebt mensen al voorbereid op de oorlog die er aan komt", zei Ruma tegen Quint, alsof die zou beslissen welk idee zou worden uitgevoerd. De man zuchtte luid.
"Je bent net zo opstandig als je moeder. Ik vind dat maar niks, maar misschien is dat net wat we nodig hebben", besloot hij uiteindelijk.
Anna's vreugde over haar goedgekeurde plan was van korte duur. Quint wou mensen verzamelen in Pargodom voor haar aanwezigheid duidelijk werd. Terwijl Ruma, Lesta en Jasper naar de de omringende steden reden, had zij huisarrest. Ze keek Jasper een beetje spijtig na toen hij later die middag, als laatste, het huisje verliet.
In de daarop volgende dagen zat Anna vast in het kleine en donkere huis van Quint, terwijl hij haar uren aan een stuk vertelde over haar herkomst en over hoe delicaat de politieke situatie is Saia nu werkelijk was. Casper had zich omringd met een stel knappe koppen, stuk voor stuk zuivere musaï, die geloofden in Casper. Anna bestempelde hen als snel als dom, maar Quint hamerde er op dat de wil om iets geloven niet hetzelfde was als dom zijn.
Na een paar dagen begon Anna vurig te verlangen dat Jasper, Ruma en Lesta snel zouden arriveren. Ze keek zo vaak uit het raam dat Quint haar berispte: "Geduld, mijn koningin. Dat zal je toch echt moeten leren!" Even later mompelde hij dan dat ze net zo slecht was als haar moeder en dat deed Anna grijnzen. Dat waren de leukste momenten, wanneer Quint vertelde over Anouk, zijn protégé. Hij had duidelijk veel van haar gehouden, zo veel als Jasper van haar vader. Ze ondervond dat Quint een tygaï was. Anders dan de andere magiërs die ze reeds ontmoet had, hadden tygaï niet zo zeer controle over een element. Tygaï waren een soort van gedachtenlezers, wat Anna beangstigde en tegelijk verbaasde. Als een een stel gedachtenlezers rondlopen in Saia, waarom werd de moordenaar van haar ouders dan niet gevonden, waarom was Quint dan verbaasd over de persoon die Casper geworden was?
"Zo simpel is het niet", zuchtte Quint, nadat Anna deze vraag voor de vijfde keer aan hem voorlegde. "We kunnen enkel emotie oppikken en niet iedere magiër laat zich even makkelijk lezen."
Anna snoof: "Degenen die zich niet laten lezen hebben vast iets te verbergen. Daar begin je dan toch mee?"
Quint's linker wenkbrauw trok omhoog. "Dat is ook niet zo simpel. Niet iedere magiër traint zich er in. U bent bijvoorbeeld erg moeilijk te lezen", stelde hij en Anna keek hem verblufd aan.
"Het is niet dat ik u probeer te lezen, hoogheid. Een tygaï heeft dat niet onder controle. We kunnen er op inzoomen, maar de emoties hangen voor ons als een soort aura rond magiërs. We kunnen niet vermijden dat we het zien, maar we hoeven het niet volledig uit te spitten. Dat we het altijd zien maakt dat veel magiërs ons niet graag in de buurt hebben", besloot hij een beetje spijtig.
Anna haalde haar schouders op en keek weer uit het raam, meteen sprong ze op. In de smalle straatjes stond een menigte: "ze zijn terug!" riep ze uit.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top