proloog
Waarschuwing:
Dit boek is al meerdere jaren oud. Ondertussen is mijn schrijfstijl enorm verbeterd en maak ik minder fouten. Het kan daarom ook zijn dat je fouten in dit boek tegen komt.
8 jaar eerder..
'Wow mama kijk daar!' Zei ik vol bewondering. Een prachtige Water Dragon verscheen aan de hemel. Hij was hemelsblauw. Er kwam een grote straal water uit zijn bek die het liet regenen. Ik zat binnen voor het raam. Mama kwam aangelopen. De draak vloog weg. Ze keek naar buiten. 'Wat is er Felice?' Vroeg ze. 'Ik zag net een draak.' Zei ik blij. Ik stond op en rende naar de deur. Ik stond op mijn tenen en probeerde de deur open te maken. Ik was nog te klein en kon er niet bij. 'Felice draken bestaan niet..' Zei mama en ze liep naar me toe. Ze tilde me op en haalde haar hand door mijn lange bruine haren. 'Wel waar. Ik zag hem zelf. Hij was groot, blauw en hij liet het regenen.' Mama lachte. 'Wat heb jij een grote fantasie zeg.. nou kom. We gaan naar bed draakje.' Zei ze. 'Maar ik wil nog even buitenspelen.' Zei ik. 'Oke dan. Maar blijf in de buurt van het huis zodat ik je nog kan vinden.' Zei mama. Ze zette me weer neer en opende de voordeur. Ik rende lachend naar buiten. Ik stampte in de grote plassen die de Draak had achtergelaten. Ik ging naast een grote plas zitten. Het maanlicht weerspiegelde in het water. Ik kijk naar mijn spiegelbeeld. Ik stopte mijn kleine handjes in de plassen en giechelde. Toen verscheen er het spiegelbeeld van een grote, gespierde, kale man achter die van mij. Ik keek om en glimlachte vriendelijk naar de man. Hij ging naast me staan en pakte mijn arm. Ik wist niet wat hij deed. 'Zal ik je naar de Draken brengen?' Vroeg hij. 'Jaa!' Riep ik blij. De man bracht me naar een auto met grote, ijzeren drakenvleugels aan de zijkanten. Hij zette me op de achterbank en deed de deur op slot. Hij start de auto en vloog weg. We gingen ver de lucht in. We kwamen hoger dan de wolken. Toen zag ik een groot bord staan met "welkom in Cilbereen" ik wist en weet niet wat Cilbereen was of is. De man drukte op een knop. De ramen werden zwart, zo zwart dat ik niks meer kon zien. Na een tijdje stopte de man de auto. Hij opende mijn deur en tilde me op. Hij pakte een soort spuitje met wit spul. Hij spoort het in mijn arm. Al snel werd ik slaperig en voel in slaap. Toen ik wakker werd zat ik in een grote, donkere kamer. De vloer was gemaakt van steen. Om me heen was een soort ster in de grond gekrast. Ik zat in het midden van de ster. In tussen elke punt van de ster lagen schedels. Ik gilde en stond op. Ik wilde naar het kleine, vieze raam voor me rennen maar dat kon niet. Mijn handen zaten aal elkaar met een ketting en mijn benen zaten vast met kettingen aan de grond. Ik kon en kan nergens heen..
Heey een nieuw boek. Ik had opeens een idee!
Like, comment and follow plss :)
Lya :3 ❤ ❤
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top