hoofdstuk 7

Ik loop zachtjes naar de deur.Ik duw de deur langzaam open. Een fel licht komt in mijn mijn gezicht. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes. Na een tijdje ben ik aan het licht gewend. Verbaasd kijk ik om me heen. Ik sta in een bosrijke omgeving. De lucht is helder blauw, de bomen zijn hoog en hebben prachtige groene blaadjes, vogels vliegen rond en fluiten vrolijk en ik hoor rare maar toch vrolijke geluiden. Geluiden die ik nooit eerder heb gehoord. Ik wist niet dat ik in zo'n prachtige omgeving was.. het is totaal niet wat ik me kan herinneren. Ik loop rustig het bos in. Gelukkig is er een zand pad. Het zandpad is niet echt duidelijk te zien, maar ik kan het toch met gemak volgen. Lekker slim ben ik.. ik loop een groot bos in waar ik waarschijnlijk in verdwaal. Ik heb geen idee waar ik nu heen moet en ik ben helemaal alleen. Ach ja.. ik heb geen andere keuzen. Ik moet zo ver mogelijk bij het kasteel vandaan zijn. Als ze merken dat ik weg ben gaan ze vast achter me aan. Die beesten zullen nooit opgeven.. Ja, ik noem ze beesten. Het is namelijk niet echt menselijk om iemand zo maar op te sluiten.. ik focus me weer op het pad voor me. Het is ineens dood stil.. alsof iedereen opeens dood neergevallen is. Angstig kijk ik om me heen. Het is fijn om buiten die toren te zijn,maar ik voel me niet echt veilig hier.. je weet maar nooit wie hier allemaal rond loopt. Het belangrijkste op dit moment is op het pad blijven en zorgen dat je niemand tegen komt..

P.o.v Sean.
Ik loop rustig richting de kelder. Ik vind het best spannend om haar iets te brengen. Ze zit niet meer vast. Als ze wil kan ze me echt iets aan doen. Ik moet extra voorzichtig zijn. Ik loop langzaam door de grijze gang. Mijn ogen flitsen langs de muren. Mijn oog valt op de deur. Hij is open.. O ow. Paniek giert door mijn lichaam. Ik zet het dienblad met eten neer en ren naar de deur. Voorzichtig werp ik een blik naar binnen. Verdraait! Ze is weg. Gefrustreerd trap ik tegen een tafeltje aan. Hij valt om en komt met een klap op de grond teregd. Dit moet het werk van Warlock zijn.. Gefrustreerd ren ik naar boven. Jack loopt naar me toe. 'Wat was dat kabaal?' Vraagt hij. 'Ze is weg.' Het gezicht van Jack betrekt. 'Roep Roan, onmiddelijk! We mogen haar niet laten ontsnappen!'

Ik ren zo snel als ik kan naar boven. Het duurt niet lang voordat ik bij een ijzeren deur kom. Felice was niet de enige gevangenen. Ik open de deur en loop naar binnen. Een jongen staat met zijn rug naar me toe. Hij draagt een blauw vest en heeft zijn capuchon opgedaan. Hij heeft zijn handen tegen de muur gelegd. 'Roan, wil jij je vrijheid verdienen?' Vraag ik. Roan zwijgt even. 'Dat ligt er aan.' Zegt hij kalm. Hij heeft een zware, schorre stem. 'Een van de gevangenen is ontsnapt. Breng haar terug en je verdient je vrijheid.' 'Hoe ziet ze er uit?' 'Lang bruin haar, groene ogen, lange witte vleugels.. je herkent haar wel als je haar ziet.' Hij draait zich om en loopt op me af. Hij grijpt me bij mijn kraag. Zijn gezicht valt niet te zien. 'Ik doe het.. maar zodra het blijkt dat je me er in luist ben je nog niet jarig.' Met deze woorden verlaat hij op een rustig tempo de kamer..

Heey een nieuw hoofdstuk. Ik vind het super fijn dat jullie dit boek allemaal zo leuk vinden :D

Like, comment and follow plss :)
Lya :3 ❤ ❤

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top