hoofdstuk 44
P.o.v Arias
Felice sluit haar ogen en zucht diep. Het duurt niet lang voordat ze slaapt. Warlock haalt een keer diep adem en doet zijn mond open om weer te beginnen over de richting die we op moeten gaan. 'Nee, Warlock.' Zeg ik streng. Warlock twijfelt even, maar sluit al snel zijn mond. Ik heb echt geen zin meer om deze discussie aan te gaan. We zijn al veel tijd kwijt hierdoor.. er moet een andere manier zijn.. 'ik heb een idee. Ik vlieg even het bos uit en kijk welke richting we op moeten. Ze verliezen we geen tijd meer en kunnen we gewoon verder gaan.' Stel ik voor. 'Dat gaat niet lukken.' Zegt Dakota, terwijl ze omhoog kijkt. 'Je komt nooit door die bladerdekken en takken heen. Je komt sowieso klem te zitten. Het wordt ook al langzaam donker.. ik vraag me af of je überhaupt wel iets kan zien als je daar boven bent.' 'Dan ga ik toch.' Zegt Roan met een brede grijns. Oh, dat gaat echt niet gebeuren! Ik vertrouw hem voor geen meter. Hij zet ons vast op het verkeerde been en laat ons verdwalen in dit bos. 'Ik betwijfel of jij er wel doorheen komt, Roan. De zon berijkt amper de grond door alle bladeren.' Zegt Aderyn, die er ondertussen ook bij is komen staan. 'Laten we morgen gewoon kijken wat we doen.' Stelt SammyCat voor. Haar ogen zijn maar half open. Ze ziet er uitgeput uit. 'Nee, dat kunnen we niet doen.' Zegt Roan. 'In deze bossen wonen Nephilims, beter bekend als Schaduwjagers. Ze jagen hier elke nacht op demonen. ' 'Ben ik even blij dat we geen demonen zijn.' Zegt Dakota lachend. 'Ze kunnen ons misschien aanzien voor demonen. Als ze niet goed kijken kunnen ze ons misschien wel aanvallen. Het is te gevaarlijk om nu te rusten.' SammyCat loopt richting Felice. Ze neemt plaats op haar schoot en geeuwt luid. 'Jammer dan. Laat mij hier maar even liggen. Ik ben kapot. Ga lekker verder met praten. Ik blijf wel even hier.'
P.o.v Onbekend.
Rustig kijk ik toe. Elke beweging neem ik in me op. Een kat, een Magiër, twee Engelen, een Centaur, een Draak en een Griffioen. Die combinatie zie je niet vaak.. ik knijp mijn ogen tot spleetjes en focus me op alles dat ze zeggen. Ik luister naar elk woord. 'Dus, we kunnen eigenlijk gewoon helemaal niks?' Vraagt de Centaur. Het meisje ziet er leuk uit. Lange bruine haren. Haar ogen kan ik niet zien, doordat ze met haar rug naar me toe staat. Ik bekijk de personen een voor een. Alleen de engel met de zwarte vleugels en de kat zijn niet in hun menselijke vorm getransformeerd. Aan de rest kan ik meteen zien wat ze zijn. Onze ogen, in combinatie met onze tekens, kunnen ze meteen herkennen. 'We kunnen vast wel iets doen.. ik denk dat we maar gewoon moeten gokken.' Zegt de draak. Een gemene grijns verschijnt op mijn gezicht. Gokken.. in dit bos? Ik wens ze veel succes. Zodra je eenmaal verkeerd loopt, kom je bijna niet meer uit dit bos. De demonen zullen ze een voor een doden. Ik zou ze natuurlijk kunnen helpen, maar daar hou ik zelf niet zo heel veel van. 'Je weet zelf dat dat niet kan, Arias.' Zegt de Engel met de zwarte vleugels. Wat sneu dit.. laat ik maar eens kijken wat ze over hebben voor een beetje hulp. Als ze er iets voor over hebben, is dat maar weer mooi meegenomen. Een brede grijns verschijnt op mijn gezicht. Ik loop een stukje verder het bos in en kijk nog een keer achterom. Tot dadelijk, hulpeloze reizigers..
Heey een nieuw hoofdstuk. Ik ben ziek thuis.. Ja dat is balen, maar ik kan nu wel lekker schrijven ^-^
Like, comment and follow plss :)
Lya :3 ❤ ❤
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top