HOOFDSTUK 11
Ik open mijn ogen en hoor iemand mijn naam roepen van beneden. Wat is er nou weer aan de hand? Zou het te maken hebben over mijn gedrag van gisteravond?
Moe sta ik op en kleed me snel om in een joggingsbroek en een sweater. Snel pak ik mijn telefoon en loop mijn kamer uit. Ik loop naar de trap toe en hoor hoe iemand nog eens mijn naam roept. Geïrriteerd zucht ik en bedenk me dat ik mijn haar nog niet heb geborsteld. Ik moet tijd zien te rekken.
Langzaam loop ik weer terug naar mijn kamer en zoek mijn borstel op. Als ik hem heb gevonden borstel ik zo langzaam mogelijk mijn haar klitvrij. Ik doe mijn haar in een paardenstaart en hoor hoe iemand de trap op komt lopen.
'Richelle, je moet even komen! Het is belangrijk!' hoor ik de stem van mijn vader roepen. Ik zucht en loop dan maar naar de trap toe, waar mijn vader op mij staat te wachten.
'Ik was al onderweg pap!' zeg ik boos en loop met een boos gezicht naar beneden toe. Onderaan de trap stop ik met lopen en zie een paar onbekende mensen op de bank zitten.
'Mam, wie zijn dit?' vraag ik verbaasd en de onbekende mensen kijken op. Ik zie mijn moeder opstaan en zie hoe ze naar mij toe komt lopen.
'Lieverd, dit zijn Charles Xavier en Scott. Ze willen even met jou praten.' legt mijn moeder uit en meteen borrelt de woede in me op. Ze legt een arm om me heen, maar boos sla ik die weer weg.
'Ik wil niet met hun praten! Ik wil alleen zijn!' schreeuw ik naar haar en ren boos de trap weer op. Ik wil naar mijn kamer rennen, maar mijn vader staat boven aan de trap en houdt me tegen. Hij tilt me met gemak op en draagt me naar beneden, terwijl ik fel tegenwerk.
'Laat me los! Ik wil alleen zijn!' schreeuw ik, waarna ik op de rug van mijn vader begin te slaan.
'Au! Rich, rustig!' hoor ik mijn vader kalmerend zeggen, maar ik doe niet rustig. De woede word alleen maar erger en stekker. Uit pure boosheid schop ik mijn vader, maar hij laat me niet los. Dan gebeurd er iets wat ik niet verwacht. Van alle kanten spuit er water de woonkamer binnen, doe ik dat?
'Richelle, beheers je! Stop hier mee!' hoor ik een stemmetje in mijn hoofd zeggen. Het maakt het er niet beter op en de woede barst uit in mijn hoofd. Nu stroomt er ook water van de trap af van boven en ik voel hoe mijn vader me neer legt op de bank.
Zodra hij me los laat, spring ik op en wil weg rennen uit de kamer. Maar ik word tegengehouden door een van de onbekende mensen. Ik werp een kwade blik naar hem en probeer los te komen, maar zijn grip word strakker. Uit pure woede hou ik op met tegenwerken en ga op de bank zitten.
'Wat willen jullie me vertellen!' zeg ik nogal koppig, terwijl de kamer steeds voller loopt van het water dat binnen stroomt.
'Je moet met ons mee! Vinden jullie dat goed?' vraagt de onbekende man, met het kale hoofd. Ik kijk geschrokken naar mijn ouders en zie hun wild knikken met hun hoofd. Nee, dit meen je niet!
'IK PROTESTEER! IK BLIJF HIER!' schreeuw ik meteen en sta met een ruk op. Mijn ouders zuchten, waarschijnlijk hadden ze deze reactie al verwacht. Waarom willen ze dat ik met deze mensen mee ga? Vast en zeker, omdat ze me niet meer willen!
'Richelle, je moet mee! Wat je hier hebt aangericht is niet normaal. Je moet je krachten leren beheersen!' zegt de kale man met een harde stem en kijkt me strak aan.
'Jij hebt geen keuze! Je ouders beslissen.' hoor ik zijn stem in mijn hoofd zeggen en van schrik laat ik me op de bank vallen. Ik voel hoe de woede als een storm weg waait en ik trek mijn benen op. Met een bange blik kijk ik hem aan, terwijl hij me strak aankijkt.
'Lieverd, gaat het wel goed met je?' vraagt mijn moeder en komt naast me zitten. Meteen kruip ik op haar schoot en verstop mijn gezicht in haar shirt. Dit wil ik niet, ik wil mijn ouders niet alleen laten!
'Ik snap dat je je ouders niet in de steek wilt laten, maar je bent een mutant! Mutanten moeten hun krachten leren beheersen, dus jij ook Richelle.' vertelt de kale meneer en ik denk terug aan de dag dat we op het strand waren.
Het maakt me banger en er rollen wat tranen over mijn wangen. Ik haal mijn gezicht uit het shirt van mijn moeder en kijk de twee mensen weer aan.
'Wie is wie?' vraag ik uiteindelijk aan hun.
'Ik ben Charles Xavier.' zegt de man met het kale hoofd.
'Ik ben Scott.' zegt de man naast Charles Xavier.
Ik knik begrijpend met mijn hoofd en kijk dan even naar mijn ouders. Moet ik nu mijn spullen pakken?
'Wat is er schat?' vraagt mijn moeder aan me.
'Moet ik nu mijn spullen pakken?' vraag ik en ik zie hoe mijn moeder naar Charles Xavier kijkt.
'Ja, ga maar doen.' zegt ze dan en ik sta rustig op. Ik baad door het water naar de trap en zie dat het water niet stijgt. Gelukkig maar, maar ik wil toch wel eens weten hoe ik dat deed!
De trap oplopen is hierdoor dus wel een stukje moeilijker, omdat die kletsnat is. Dus moet ik goed uitkijken dat ik niet uitglij en niet naar beneden in het water val. Ik pak me vast aan de trapleuning en loop voorzichtig de trap op.
Zodra ik boven aankom loop ik gauw door naar mijn slaapkamer, waar ik de deur dicht doe. Ik laat me via de deur aan, naar beneden zakken en begin zachtjes te huilen. Hoe moet ik dit John vertellen?
Ik loop naar mijn klerenkast toe en pak mijn koffer uit de kast, die ik vervolgens op het bed neer leg. Wat moet ik eigenlijk allemaal mee nemen? God, waar moet ik beginnen?!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top