Hoofdstuk 3: De Lift

"I am a passenger

And I ride and  I  ride

I ride through the city's backsides

I see the stars come out of the sky."

Iggy Pop (1977)

‒ ‒ ❂

Danny zat aan zijn bureau met Paul tegenover hem. Op het kantoor klonk het geluid van typende handen. Er was haast, want de krant zou de volgende dag worden gedrukt. Eigenlijk was er altijd haast. Een artikel moest eerder verschijnen dan de concurrent. Als er iets gebeurd was moest jij er als eerst boven op zitten. Anders ging iemand anders er met de primeur vandoor.

'Waar schrijf jij eigenlijk over?' vroeg Danny aan Paul.
Paul werkte parttime als journalist en parttime als docent. Hij schreef daardoor altijd over de vreemdste dingen en meestal over de muziek wereld. In zijn vrije tijd sleutelde hij aan auto's en hielp af en toe bij de garage in de buurt.
 Hij had stijl zwart haar in een midden scheiding en een hippe bril met een enorm montuur.
'Ik heb wat geschreven over een nieuwe band.' antwoordde Paul. 'Ze hebben er een potje van gemaakt bij een show en allemaal andere bands zien hen nu al hun voorbeeld. Iedereen begint massaal raar te playbacken en hun instrumenten verkeerd vast te houden.'
Danny fronste zijn wenkbrauwen en schudde afkeurend zijn hoofd. Het zou wel weer zo'n stel jongeren zijn, dacht hij. Het zijn altijd jongeren.
 'Hebben ze een beetje goede muziek?' Paul knikte.
'Ja, het is een beetje een klassieke rock band.' Paul liet hem een foto van de band zien.
Danny had een hekel aan rock en vond het nu dan ook al saai worden. De lange haren, harde gitaren en het imago. Hij vond het simpelweg afschuwelijk. 
Hij wilde net weer verder gaan met zijn werk, toen hij iemand herkende op de foto.

Danny wees naar Milton. 'Die zat bij mij op school.'
Milton en Danny hadden bij elkaar op de middelbare school gezeten voor ongeveer een jaar. Danny was vijf jaar ouder dan Milton, maar toch spraken ze elkaar wel eens. Ze waren geen vrienden, maar schreven samen wel eens gedichten. Niet veel mensen, laat staan kinderen, vonden dat leuk. Daardoor kende je al snel al de leerlingen op school die dichten wel leuk vonden.
'Maar je wist niet van hun bestaan?' vroeg Paul verbaasd. 'Je leeft echt onder een steen.'
 Danny wist wel dat Milton in een bandje speelde, maar niet dat dat bandje nu een enorm succes was.
'Misschien moet ik Milton dan maar weer eens opzoeken.' zei Danny.
'Ja, misschien kunnen jullie samen een nummer schrijven.' stelde Paul voor. 'Dan word je nog bekend.' Paul bedoelde het als een grap, maar Danny nam het serieus.
'Misschien moeten we dat doen! Ik moet maar eens muziek van ze gaan luisteren.' ze hij. 'Heb jij geen plaat ofzo van ze?' Paul knikte.
 'Ja, ik heb een singeltje met het nummer dat ze hebben gespeeld bij de show.' Danny knikte tevreden.
'Top, kan je die morgen meenemen?' Paul knikte.

Lelie, de stagiaire, liep langs hun bureau op weg naar het kantoor van de baas. Ze was de enige vrouw op de werkvloer en alles wat ze mocht doen was de telefoon opnemen en documenten uitzoeken. De mannen deden alsof ze niet bestond en als ze haar aandacht gaven was het over haar uiterlijk. Lelie was knap en jong.
'Waar hebben jullie het over?' vroeg ze. Ze droeg een kleurrijke bloemen jurk en haar lange stijle bruine haren zaten in een staart.
 Danny rolde met zijn ogen. 'Niks, we zijn aan het werk.' Hij draaide zich naar zijn typemachine en ging verder met het typen van zijn krantenstukje over een moord.
Ook Danny had een hekel aan de stagiaire ze was eigenwijs en wilde altijd iedereen helpen, maar het ergste vond hij dat ze altijd mee wilde doen aan de gesprekken. Ze deed alsof ze één van hun was.
 'We hadden het over een band.' antwoordde Paul. Lelie hurkte neer naast het oude, krakkemikkige bureau van Paul en Danny.
'Welke band? Ik hou wel van goede muziek.' Danny probeerde haar te negeren en tikte de toetsen van zijn typmachine extra hard in om haar stem te overstemmen en duidelijk te maken dat hij "druk bezig was".
'The Socks.' zei Paul en hij liet Lelie een foto zien van de band bij de talkshow. Davy stond lachend te zingen en Milton hield de gitaar verkeerd om vast.
 'Dat is mijn broer.' zei Lelie en ze wees trots naar Davy. Paul keek haar verbaasd aan en Danny stopte met typen.
 'Eerst vertelt Danny me dat hij bij de zanger op school zat en nu heb ik het zusje van Davy Brown gevonden. Het is een wonder.' Paul keek verbaasd van de foto naar Lelie. 'Jullie lijken wel op elkaar.' concludeerde hij. Danny zuchtte.
'Ben je echt zijn zusje?' vroeg hij ongelovig. Lelie knikte, maar Danny wist nog niet zeker of hij haar geloofde. Ineens kreeg Paul een idee.
'Mag ik je interviewen voor het krantenstukje?' Lelie stond op.
 'Ja!' Paul schudde haar hand. 'Nou dan hebben we een deal. Kan je vanavond om een uur of 7?' vroeg hij beleefd aan Lelie.
 'Ja, zeker.'
Ze spraken af in een café en zouden er beide om 7 uur zijn.
'Lelie!' klonk het vanuit het kantoortje van de baas. Hij was de enige in de grote kamer die muren om zijn werkplek had.
 'Nou ik ga maar eens.' zei ze. Ze pakte de stapel met mappen en papieren weer op en liep naar het kantoor.
Toen Lelie uit het zicht was keek Danny op van zijn typ werk.
'Wij zouden vanavond toch gaan darten?' zei hij beledigd.
 'Dan kom je toch mee?' stelde Paul voor. 

‒ ‒ ❂

Het was al donker en het werd, ondanks het feit dat het zomer was, 's avond koud. Danny en Paul wachtten bij de deur van het café. Ze waren hierheen gekomen met de rode opel kadett van Paul.
'Hier is trouwens het singeltje.' Paul haalde een klein singeltje uit zijn tas en gaf het aan Danny. Op de hoes stonden de hoofden van de bandleden met in het midden de naam van de band. 'Wauw, de naam van die band is echt heel slecht.' concludeerde Danny. 'En ze zien er heel raar uit.' Paul lachte.
'Ja, maar de muziek is goed.'
'Rare bandnaam hè.' zei Lelie. Ze was geluidloos langs de mannen het café in gelopen. Danny keek haar geschrokken aan, bang dat ze had gehoord wat hij had gezegd over haar broertje.
'Ze zien er heel raar uit.' zei ze met een glimlach.
Paul begon al druk te schrijven in zijn notitieboekje. Het groepje liep naar binnen en ging aan één van de tafeltjes zitten.
 Er klonk muziek door het café en een meisje liep naar hun tafeltje toe.
'Wat zal het zijn?' Ze gaven hun bestelling en terwijl ze wachtten kletsten ze een beetje over de band en de jeugd van Davy.

Ze hadden altijd in een klein rijtjeshuis gewoond met hun moeder. Davy was altijd een heel normaal en saai kind geweest, maar toen hij als tiener platen kreeg van artiesten als Jimi Hendrix, The Doors en The Beatles veranderde hij. Hij wilde ook muziek maken. Hij begon met gitaar, maar ging al snel over naar bas. Ook veranderde hij zijn look en kreeg hij nieuwe vrienden. Hij leerde Joseph kennen, die al snel Joe genoemd werd en via Joe leerde hij Cole en Milton kennen. Ze begonnen een band en speelden in kleine cafeetjes.
Paul schreef alles op wat Lelie zei terwijl Danny het café rondkeek.
Het was een kleurrijk café zag hij. De muren waren allemaal verschillende kleuren geverfd, maar omdat het zo laat was zag je dit bijna niet meer. Het hele café werd verlicht met een paar kleine peertjes die aan het plafond hingen zonder lampenkappen. Zijn oog viel op een platenspeler. Toen het meisje terug kwam met hun drinken besloot hij het haar te vragen.
 'Kan ik dit singeltje hier draaien?' Hij overhandigde het meisje het singeltje. Het meisje haalde haar schouders op.
 'Prima.' zei ze ongeïnteresseerd.

Danny liep naar de platenspeler en haalde het singeltje uit de hoes.
'De A-kant is de hit.' riep Paul vanaf het tafeltje.
 Danny luisterde naar het nummer. Hij had het nog nooit eerder gehoord en vond het niet erg bijzonder. Hij keek naar de hoes. Dit nummer was geschreven door Joseph Jones en David Brown, de broer van Lelie.
 Lelie en Paul lachte naar Danny. Toen het nummer afgelopen was draaide hij het singeltje om. Het nummer op de B-kant was geschreven door Milton Douglas. Danny herkende de titel, maar kon niet plaatsen waarvan, hij had het vast op de radio gehoord. Hij zette de naald op het vinyl en luisterde naar het nummer. Wat hij toen hoorde veranderde zijn leven.

‒ ‒ ❂


'Hebben ze een tour?' vroeg Danny de volgende dag op het werk aan Paul. Paul keek geschrokken op van zijn typemachine.
'Wie?' vroeg hij.
'Wie denk je?' Danny wees op de platen in zijn armen. Paul pakte zijn bril met het grote montuur en jampotglazen. Zonder dat ding zag hij niets.
 'Hoe kom je aan die platen?' vroeg hij toen hij had gelezen welke naam er op de hoezen stond.
'De platenzaak.' zei Danny alsof Paul de domste persoon op aarde was.
'Het is acht uur 's ochtends. Mijn brein is nog niet eens wakker. Hoe is de platenzaak dan open?' vroeg Paul verbaasd.
'Ik heb gewoon net zo lang op het raam gekopt tot er iemand open deed.' legde Danny uit.

 Die ochtend was hij voordat hij naar zijn werk was gekomen nog even langs de platenzaak gegaan. Hij ging er van uit dat die wel een plaat hadden van The Socks, aangezien die net een hit hadden. Niemand deed open dus bleef hij slaan op de ramen totdat er iemand kwam. Uiteindelijk kwam de eigenaar in zijn pyjama naar buiten. Nadat hij Danny had uitgescholden, vertelde Danny dat hij al de platen van The Socks wilde kopen. De eigenaar zag in dat hij veel geld kon verdienen en liet hem binnen. Nadat Danny de albums en hun nieuwe singeltje had gekocht, was hij naar zijn werk gegaan.
'Dus het singeltje beviel?' vroeg Paul nadat hij het verhaal van Danny had gehoord.
 'Gaan ze op tour?' vroeg Danny nog een keer. Paul knikte.
'Ze zijn nu op tour. Ik weet alleen niet of je nog een kaartje kan krijgen.' Nadat Paul had verteld waar ze allemaal op tour zouden gaan en welke concerten nog niet uitverkocht waren, knikte Danny tevreden en stond op.
'Danny, je bent al te laat en je hebt nog niks aan je werk gedaan.' probeerde Paul Danny tegen te houden.
'Die dode tiener, blijft toch dood.' was het antwoord van Danny. Hij moest een belangrijk stuk schrijven over een tiener die was doodgestoken in een bos.

Hij liep richting het koffieapparaat. Danny had namelijk de lange paardenstaart van Lelie gespot en wilde met haar praten.
 'Naar welk concert kan ik het beste gaan?' vroeg hij. Lelie keek hem verbaasd aan.
'Ik raad de zingende kaasschaven aan.' zei ze. Danny keek haar niet-begrijpend aan.
 'Het was een grap... Laat maar.' zei ze toen ze zag dat Danny het niet ging begrijpen.
 'Het concert van je broer.' voegde Danny toe. Het kwartje viel nu.
 'Hun eerstvolgende optreden is in Liverpool.' zei ze. 'Ga je erheen?' Danny haalde zijn schouders op en liep weg.
Iedereen op kantoor wist binnen tien minuten dat Danny een obsessie had met een nieuwe band. Al snel werden er grappen gemaakt tijdens de lunch.
 'Je lijkt net een meisje van zestien.' zei een collega van Paul. Wat vooral opviel was dat het een band was. Normaal luisterde Danny naar disco, "Muziek die zelfs te erg was om aan een seriemoordenaar te laten luisteren" volgens Paul. Maar dit had alles veranderd. Danny was minder knorrig, had minder kritiek op mensen met een andere muzieksmaak en was een stuk vrolijker. Zo bleek dus dat muziek echt mensen kan veranderen.

‒ ‒ ❂

Het regende keihard en het geluid van water tegen glas galmde door de bus. Davy en Joe waren gaan kaarten terwijl Cole een boek las en Milton het roddelblad, dat ondertussen de hele groep langs was gegaan, doorbladerde. Het was al uren stil in de bus, niemand sprak meer over het dumpen van Loyd en de verveling sloeg toe.
'Weet je wat ik denk.' zei Davy.
'Ik wist überhaupt niet dat jij dacht.' zei Milon zonder op te kijken van het tijdschrift. Cole keek hem met een boze blik aan en Davy negeerde de opmerking.
 'Ik denk dat al deze stiltes en ruzies aangeven dat we hele goede vrienden zijn. Want ondanks al dit zijn we nog steeds vrienden' zei hij. Iedereen stopte met wat hij aan het doen was. Davy keek ze geschrokken aan. 'Wat? Heb ik iets doms gezegd?' Joe knikte instemmend.
 'Joe, ik kan je kaarten zien.' zei Davy droog.
 Joe, die zijn kaarten op tafel had gelegd, pakte ze snel weer terug.
 'Davy, waar haal je zulke wijze woorden vandaan?' vroeg Cole geïnteresseerd.
 'Mijn hersenen, man.' antwoordde hij.
 'Ik hou niet van dat zweverige gedoe, dus stop.' zei Joe. 'Kunnen we niet gewoon praten over dit schijtweer?' Davy keek hem waarschuwend aan.
 'Koekjes weer.' Verbeterde hij Joe.
Milton stond op en liep naar Davy. 'Ik vind dat je iets heel moois hebt verteld.' zei hij als een trotse moeder en Cole knikte instemmend. Joe deed alsof hij overgaf.
Iedereen behandelde Davy een beetje als het kleine kind van de band. Ook Joe, maar dat wilde hij niet laten merken. Davy was de jongste en de kwetsbaarste van de groep. Hij maakte zelden ruzie en probeerde altijd iedereen op te beuren. Dit werkte de groep het ene moment op de zenuwen en het andere moment vonden ze het geweldig.
 Het ontroerende moment van vriendschap werd onderbroken toen Joe gilde. De groep keek hem verbaasd aan.

'Wat is er?' vroeg Cole verbaasd. De hoge gil klonk alsof iemand Joe aanviel.
 'MOOIE DAME OP 12 UUR!' schreeuwde hij. De andere jongens renden allemaal struikelend naar de ramen om te kijken.
Een meisje met een flair broek en lange natte blonde haren stond naast de weg.
'Dat is wel een meisje voor jou Davy. Een beetje een hippie.' zei Milton.
Davy keek hem verbaasd aan. 'Ik ben helemaal geen hippie.'
 De hele band keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. Milton wilde net een opmerking maken toen Cole iets op viel.
'Ze is aan het liften!' riep Cole.
'STOP DE BUS!' Schreeuwde Joe.
 De buschauffeur stapte onverwacht op de rem en de jongens vlogen door de bus. Spullen schoven naar voren en mensen vielen op elkaar. De kaarten van het spel dwarrelde langzaam op ze neer.
'Hé man, haal je been van me af.' zei Davy boos tegen Milton.
 'Dat is je eigen been, blinde.' antwoordde hij kortaf. Davy keek verbaasd naar zijn benen.
Joe stond als eerste overeind en rende naar de deur. Hij ging met zijn hand door zijn blonde haren, checkte zichzelf in de achteruitkijk spiegel en deed de deur open.

 'Hallo daar.' zei hij en deed zijn zonnebril zwoel af.
 'Hallo.' zei het meisje bibberend. Ze was drijfnat van de regen. Het water druppelde nog uit haar haren die in lange slierten langs haar gezicht hingen.
'Laat haar binnen! Het is koud.' zei Cole.
'Natuurlijk.' zei Joe en hij liet de jonge vrouw binnen met het gebaar van een echte gentleman. Milton gaf haar één van Joe's spijkerjasjes. 'HÉ DAT-' wilde Joe protesteren, maar hij stopte halverwege de zin en ging onschuldig naast het meisje zitten en keek haar aan.
 Ze had grote groene ogen met lange wimpers, dezelfde zomersproetjes als Davy, een kleine neus en prachtige lange golvende haren, die ondanks de regen nog goed in model zaten.
 'Vertel eens wat over jezelf.' zei Cole.
'Kan ik weer rij-' probeerde de buschauffeur te vragen.
'SSST' zei de hele band tegelijk.
 'Ik ben Jean en ik woon in Liverpool.' zei ze.
'Cool man. Daar gaan wij heen.' zei Davy glimlachend.

Na een tijdje praten met het meisje hadden Milton, Cole en Davy het opgegeven. Het meisje had niks speciaals en was best verwend. Ze praatte alleen maar over uiterlijk en andere oninteressante dingen en toen Davy haar een compliment gaf op haar kledingstijl zei ze had gelezen dat deze outfit helemaal "in" was, maar dat ze het niet echt mooi vond. Joe daarentegen werd verliefd. Ze kletsen de hele avond door tot de grootste ergernis van de rest. 'Jongens, ik ga stoppen voor de nacht.'
 Het was niet lang meer rijden naar Liverpool, maar de buschauffeur wilde slapen en ook de band was moe.

‒ ‒ ❂

Danny kende de band net een paar dagen, maar was al helemaal geobsedeerd tot de grootste ergernis van Paul. Eerst was hij degene die de dartavond met Danny af had gelast voor de band, nu was het Danny die alles liet draaien om de band.
'In de roos!' zei Danny blij en hij pakte het volgende pijltje om te gooien.
'Ik ga dit weer eens verliezen.' concludeerde Paul.
Samen gingen ze bijna elke avond na het werk darten. Normaal praatten ze over hun werk en auto's, maar nu hadden ze het alleen nog maar over de band en hun muziek. Danny was in een paar dagen alles over de bandleden te weten gekomen. Hij wist al de locaties van de tour en hun hele levensgeschiedenis. Eerst vond Paul het wel handig. Hij had Danny's informatie gebruikt in zijn krantenstuk, dat zeer goed was bevallen bij de baas.
Paul werkte maar parttime. Hierdoor kreeg hij niet vaak goede commentaren, maar dit artikel was lovend ontvangen.
Paul en Danny hadden beide problemen met hun populariteit op de werkvloer. Het was een echte mannen afdeling. Er was geen sprake van gevoelens en er werd alleen maar gepraat over sport en vrouwen. Ook werden er harde grappen gemaakt over gênante dingen die de collega's hadden meegemaakt of deden. Zo werd Danny continu lastig gevallen met grappen over zijn nieuwe favoriete band, maar ook het verhaal dat Danny eigenlijk boeken wilde schrijven, maar faalde, was nog niet verdwenen uit de gedachtes van de collega's.
 Een paar jaar geleden had Danny een boek uitgebracht. Het was een roman over het leven van een koning. De koning zocht mensen bij elkaar om een kasteel te veroveren en maakte van alles mee. Het boek werd gedrukt, maar er werden maar tien exemplaren verkocht. Maar tien!
Blijkbaar waren middeleeuwse ridderverhalen niet meer populair. Danny was er kapot van geweest. Het was zijn grote droom om een beroemde schrijver te worden. Hij vond het boek zelf heel goed geschreven en was dan ook teleurgesteld in de verkoopcijfers.
 Het was het einde van een droom.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top