Ontdekken II

Na, hoe lang was het? Een paar uurtjes lopen? Na een paar uur doelloos rond te hebben gelopen door het grote omsloten bos besluit ik om terug naar huis te gaan. Het begint langzaam koud en helemaal donker te worden. Mijn benen trillen als rietjes en kunnen bijna mijn gewicht niet meer houden.

Langzaam, voet voor voet, stap voor stap, loop ik naar de open plek waar ik mijn fiets tegen een bankje had aangezet.

De wind giert langs mijn gezicht en doet mijn ogen tranen, die bij wijze van spreken gelijk weer bevriezen. Langzaam komt de winter er weer aan.

Dat is aan de ene kant mijn favoriete seizoen, maar aan de andere kant ook niet. Het geeft me in ieder geval de kans om altijd truien en shirts met lange mouwen aan te trekken. Toch word ik er altijd spontaan depressief van. Behalve op kerst. Maar helaas word dat ook steeds slechter. Vroeger kwam de hele familie bij ons, maar nu ik ouder ben gebeurd dat niet meer. Dan vieren mijn ouders en ik het alleen, in ons veel te grote, kale, ongezellige huis.

Mijn ouders... Ze zullen wel zeggen dat ze doodongerust waren, als ze überhaupt thuis zijn. Wat zou ik toch zo graag eerlijk willen zijn tegen iedereen. Wat zou ik Annelie zo graag vertellen dat ik mezelf snij. Wat er met Priscilla is gebeurd, wat Vincents rol daarin was.

Diep van binnen moet ik toegeven dat ik bang voor hem ben. Ik weet waar hij toe in staat is. Annelie verdient de waarheid, maar misschien ben ik wel gewoon een lafaard. Misschien ben ik hetzelfde als Vincent, een hele grote lafaard die niet weet hoe je met vrouwen om moet gaan.

Nog een steek gaat door mijn hart. De laatste vijf minuten lijken wel een eeuwigheid te duren. Vogels vliegen over mijn hoofd in v-formatie. Ondanks dat het al donker is kan ik ze prima onderscheiden. Ik stop zelfs en blijf met mijn hoofd omhoog staan kijken. Het koude stuur heb ik in mijn handen geklemd. Wanneer ik achter me een scooter dichterbij hoor komen stap ik maar weer op de fiets.

Ik rijd de stoep op en kom tot stilstand onder onze carport. Ik zet mijn fiets op slot tegen de schuur aan en doe daarna langzaam de voordeur open. Er brand geen licht. Dat kan twee dingen betekenen. Mijn ouders zijn niet thuis, of ze zijn al aan het slapen. Vraag me niet welke van de twee ik liever heb. Ik zou het niet weten.

Ik schop mijn schoenen uit en neem niet de moeite om ze netjes op de schoenen-plank te zetten. In mijn achterhoofd hoor ik mam al zeggen dat ik het mezelf moet aanleren en bla bla bla. Meestal luister ik halverwege haar preken al niet meer.

Op mijn sokken loop ik naar de woonkamer. Enkel in de keuken brand nog licht. Op de eettafel ligt een telefoon met een zwart klaphoesje. Het is mijn vaders telefoon. De nieuwschierigheid van die keer tijdens het eten borrelt weer in me op. Ik kijk om me heen naar de trap en naar de huiskamer, ook al weet ik dat daar niemand is. Toch ben ik op mijn hoede. Je weet maar nooit.

Ik open zijn telefoon. Een neutrale achtergrond die standaard bij de telefoon hoort licht op. Hij heeft niet eens de moeite genomen om een foto van ons gezin of iets dergelijks te gebruiken.

Hoofdschuddend typ ik de makkelijk te raden code in. Mijn verjaardag. Het zou fijn zijn als hij die dag ook echt vrij zou nemen om bij mij te zijn. Ik bijt stevig op mijn kaken om de tranen te bedwingen. Ik mis de oude tijden van vroeger, toen alles nog goed was.

Ik blijf een tijdje naar het thuisscherm staren en verroer me niet. Eerst goed nadenken of je het wel echt wil Lucas. Als je het eenmaal weet is er geen weg meer terug. Maar wat als er niets aan de hand is? Stel dat er een logische verklaring is, dan weet ik tenminste dat ik me nergens zorgen over hoef te maken. Ik probeer mezelf van twee verschillende dingen te overtuigen, maar ik weet wel welke van hen ik hoop dat het geval is.

Met mijn rechterhand druk ik op het groene WhatsApp icoontje, terwijl ik op de nagel van mijn linker wijsvinger bijt. De eerste paar chats die verschijnen zijn mensen van zijn werk en dergelijke. Zonder ze echt te openen bekijk ik het recentste appje. Mijn vader heeft beroepsgeheim en ik respecteer zijn cliënten. Zij verdienen hun privacy, en de berichten zien er daarbij onschuldig uit.

Toch ben ik nog niet tevredengesteld en scrol ik wat meer naar beneden. De volgende mensen zijn niet zo interessant. Wel open ik een paar chats met vrouwelijke collega's, maar ik zie al snel aan de data dat die hem helemaal niet hebben geappt op die dag tijdens het eten.

Dan komt er iets in mij op. Dat ik daar nog niet aan gedacht heb. Hij kan natuurlijk chats gearchiveerd hebben! Dat dat idee nog niet in mijn hoofd op kwam kan komen omdat ik zelf nooit iets archiveer. Net zoals ik heeft mijn vader een iPhone en dus scrol ik helemaal naar boven en veeg ik vervolgens naar beneden. Het balkje met de tekst Gearchiveerde chats verschijnt.

Er staan een paar chats, maar de meeste herken ik als mensen die niet meer door vader geholpen worden. Toch valt er eentje mij heel erg op. Aan de recentste chat te zien is ze nog bij mijn vader op behandeling, dus gelijk merk ik dat er iets anders mee aan de hand is. Waarom zou mijn vader een chat, met een vrouwelijke patiente nog wel eens, archiveren als ze nog wel bij hem op behandeling is?

Bang voor wat ik zal tegenkomen open ik hun berichten. De laatste paar berichten komen van vandaag over hun volgende afspraak, daar is niks raars aan. Maar naarmate ik verder terug scrol zakt de hoop die ik er nog in had helemaal weg. Hun berichten zijn veel te intiem. De tijd en datum van alle berichten klopt.

Ik ga door totdat ik op een foto stuit. Door de schrik klik ik weg en verwijder ik het venster. Snel leg ik de telefoon goed terug en laat ik me op de dichtstbijzijnde stoel zakken. Bijna hyperventilerend hou ik me stevig vast aan de stoelleuning. Alles begint te draaien en ik krijg opeens stevig de drang om te kotsen. Met mijn hoofd tussen mijn handen laat ik de tranen vloeien.

En opeens valt alles op zijn plaats. De lange dagen, de overuren, de smoesjes over op zijn telefoon zitten "voor zijn werk en niet voor zijn plezier", de vergaderingen, alles is een grote leugen. Diep van binnen had ik het zien aankomen, ik wist het.

Niet-wetend wat ik moet doen blijf ik zitten. Totdat ik een sleutel in het slot omgedraaid hoor worden en er even later het geluid van hakken door het huis galmt. Mijn moeder is thuis. Ik spring van mijn stoel af, pak mijn telefoon en ga snel op de bank zitten. Half onderuitgezakt open ik een spelletje en doe ik alsof ik daar al de hele tijd zit.

'Lucas, ben je nog wakker?' Mijn moeder komt naast me zitten en slaat haar arm om me heen. Vanbinnen huil ik tranen met tuiten, maar van buiten laat ik niks zien. Mijn moeder heeft niks door. Ik voel me er slecht over en de drang om het haar te vertellen is veel te groot. Toch die ik het niet. Groot schuldgevoel borrelt in me op wanneer mijn moeder vraagt of pap al thuis is.

Ik knik. 'Hij is al boven.' Mijn moeder geeft me nog een kus en loopt naar de keuken. Ze pakt zijn telefoon en legt hem neer op de "parkeerplek" van onze telefoons. Het doet me pijn dat ze hem zo blindelings vertrouwt. Ze heeft geen idee wat ze op die telefoon zou kunnen tegenkomen.

Opeens voel ik verschrikkelijk veel sympathie en respect voor mijn moeder. De drang om in huilen uit te barsten word nog groter.

'Ik ga slapen. Welterusten mam.' Ze knikt en stuurt me een handkus. Ik glimlach naar haar met een gebroken lach, bijtend op mijn tong.

Ik loop de trap op en wanneer ik langs mijn ouders slaapkamer kom hoor ik mijn vaders harde gesnurk. In mijn hoofd vervloek ik hem en scheld ik hem uit. Mijn respect? Nog even en die is hij kwijt.

Terwijl ik in mijn bed lig en naar de sterren op het plafond kijk, knijp ik weer in mijn handpalmen. Het word tijd dat ik ze er af haal.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top