Behouden III
Met een hol gevoel in mijn buik stap ik op de fiets. Het enige waar ik nog aan kan denken is gister.
De laatste woorden die Annelie uitsprak voor ze wegging spoken door mijn hoofd, alsof ze nog naast me staat. Het geluid is heel helder.
Bijna wil ik terug praten, om me vervolgens te beseffen dat ze er niet echt is. Het maakt me gek; ik heb deze nacht geen oog dicht gedaan. Het duister was zo donker dat ik er bijna bang van werd. In mijn herinneringen was ik er niet bang voor. Maar er is iets verandert, het duister maakt me nu wel degelijk bang. De stem van Annelie maakte het nog onheilspellender.
Wanneer ik aankom op school zie ik haar fiets nog niet staan. Ik besluit op haar te wachten. Ik wil het liever nu al goed proberen te maken dan in de pauze of tijdens natuurkunde.
Vier minuten later merk ik haar op. Ze heeft een joggingbroek aan en een oversized zwarte trui. Ik slik. Het komt door mij dat ze zo somber is en geen tijd heeft besteed aan haar uiterlijk.
Ik loop op haar af, maar stop abrupt als ik zie dat Bianca me voor is. Ze maken even een praatje en na enkele seconden loopt Bianca eindelijk weg. Dat is het moment waarop ik weer verder loop.
'Annelie,' smeek ik wanneer ik bij haar aankom. Ze gunt me een dodelijke maar gebroken blik. Ik probeer me te verontschuldigen, het uit te leggen. Ze zegt niks. Ze antwoord niet.
'Annelie zeg iets, alsjeblieft.' Haar blik veranderd naar eentje zonder emotie.
'Er valt niks te zeggen Lucas. Ik dacht dat we iets waren, of ging het jou alleen maar om de seks? Dat is toch waar het bij jongens alleen maar om draait? Ik dacht dat je anders was.' Bij de laatste woorden barst ze in tranen uit.
Ik zet een stap op haar af. Alsjeblieft. Ik wil haar vastpakken. Haar lichaamswarmte tegen mijn huid voelen.
'Ga weg,' mompelt ze. Ik luister niet en pak haar zacht bij haar arm vast. Ik probeer haar te vertellen dat het niet zo is. Het ging om meer dan de seks! Seks was juist waar het voor mij het minst om draaide! Kom op Annelie! Ze moet me geloven. Tevergeefs.
'Ga weg!' Dit keer schreeuwt ze het uit, waardoor ik terugdeins. Iedereen die het heeft gehoord kijkt onze kant op. Annelie roept dat ze zich met hun eigen zaken moeten bemoeien, veegt haar tranen af aan haar mouw en loop, zonder me een blik waardig te gunnen, naar de ingang toe, mij verbaasd en versteend achterlatend.
Pas na enkele minuten komt er weer leven terug in mij. De bel is al gegaan. Ik ben te laat.
Slenterend loop ik naar de conciërges. Ze kennen me inmiddels wel.
'Weer te laat Lucas?' Ik knik. Hij schud zijn hoofd en geeft me een briefje. 'Tot de volgende keer!' grapt hij. Ik pak het aan en loop weg zonder iets terug te zeggen. Ik heb er geen zin in. Ik heb nergens geen zin meer in.
Ik kom binnen bij geschiedenis en zoals gewoonlijk zijn alle blikken weer eens op mij gericht. Ik probeer het zoveel mogelijk te negeren en loop rechtdoor naar het bureau, waar ik het briefje op leg. Ik loop door naar en lege tafel en wanneer ik zit kijkt de docente me verbaasd aan. 'Ook goedemorgen Visser.' Ik mompel iets terug en kijk glazig voor me uit. Gelukkig herpakt ze de les alweer.
De hele dag is een groot zwart gat. Eentje die alles erop en eraan naar zich toe trekt. Ik voel hoe het aan me trekt, hoe het me probeert op te zuigen. Hoe hard ik ook tegenstribbel, het blijft doorgaan. Het lijkt zelfs met de seconde sterker te worden.
Ik fiets naar huis. Ik weet het nog niet, maar daar staat me iets naars te wachten.
Nietsvermoedend kom ik de woonkamer binnen, waar allebei mijn ouders op de bank zitten, verstijfd. Ik slik. Er is iets. Als ze beide op de bank zitten hebben ze weer eens iets over mij gevonden. In spanning loop ik op ze af, ik doe het bijna in mijn broek.
'Mam? Pap?' vraag ik met een bibberende stem. Ik krijg niet gelijk een antwoord. Pas nadat ze me eindeloos hebben aangestaard komt er geluid uit hun mond.
'Wat is dit Lucas.' Mijn vader haalt iets tevoorschijn. Mijn hart begint in mijn keel te bonken, niet wetend wat ik moet zeggen.
'En waarom was je kleed rood? Lucas wat is er gebeurd?' Mijn moeders ogen beginnen te tranen, waardoor ik me toch slecht begin te voelen. Het enige wat ik kan doen is mensen teleurstellen, inclusief mezelf. Ik had alles schoon moeten maken, het beter moeten verbergen.
'Ik...' begin ik, 'I- Ik.'
Ik kan het niet zeggen. Ik moet iets anders verzinnen. Mijn hersenen werken hard om een uitleg te bedenken. Eentje die niet onverdragelijk is voor ze.
Dan schiet me iets te binnen. Het is fout, heel fout, maar dat lijkt me even niets uit te maken. Wanhoop is iets slechts als het om moreel gedrag gaat. Wat ik nu van plan ben te zeggen is slecht. Toch doe ik het. Spijt komt later, heb ik pas ondervonden. Ik leer het ook nooit.
Ik stel altijd iedereen teleur.
'Het was Annelie. Ze... Heeft het vast laten vallen toen ze hier was. Toen ik naar de wc was of zo.'
Shit.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top