Z E S T I E N
Een vreemde plakkerige vloeistof gleed langzaam langs haar mondhoek naar beneden, maar droogde halverwege al op. Abigail bracht haar hand erheen en veegde de aan het speeksel vastgeplakte haren uit haar gezicht. Plots ging ze rechtop zitten
Herinneringen van de vorige dag flitsten in haar hoofd voorbij. Ze keek doelloos voor zich uit, terwijl haar glazige ogen zonder te hoeven knipperen open bleven.
'Je bent er bijna.'
Abigail schrok zich rot en stond binnen minder dan een seconde met haar blote voeten op het koude laminaat. Waar kwam die stem vandaan? Wat gebeurde er? Het was officieel; ze werd gek. Ze had wel vaker stemmen in haar hoofd, maar dat was haar zo gezegde geweten, iets wat iedereen had. Of je nou goede of kwade bedoelingen had.
Nee. Dit, dit was echt anders. Het was zo indringend. Nog indringender dan een stem van iemand die in levende lijve tegen je sprak. Het geluid drong recht door haar ziel door. Het ging niet door haar oren, maar kwam uit de binnenkant van haar hoofd.
Abigail schudde haar hoofd en vertelde zichzelf dat ze niet gek werd. Ze moest gewoon verdergaan met haar ochtendroutine. Dat was het. Niks aan de hand. Ze was gewoon nog slaapdronken, dat moest het echt zijn.
Ze liep naar het badkamertje en pakte zichzelf snel ademend aan de zijkanten van de wasbak vast toen ze dezelfde rode ogen zag die ze eerder al een keer had gezien. Ze bracht haar gezicht dichtbij de spiegel en bekeek ze goed. Toen ze na een keer knipperen weer haar ogen opende was het weg, alsof het er nooit was geweest. Het leek niets meer dan een herinnering, een enge verbeelding.
'Het is een bijwerking. Je hallucineert.'
Abigail keek om zich heen. Oke, nu begon het eng te worden. Ze bleef staan en verroerde zich niet. De stem leek in geen opzicht op haar eigen stem. Het was wel van een vrouw, maar ze herkende er verder niets aan.
Wat als die stem, wat of wie het ook was, gelijk had? Stel dat ze hallucineerde, waar kwam dat dan vandaan? Ze had nooit eerder psychotische symptomen vertoond, dus dan kwam het waarschijnlijk niet van haarzelf. Drugs konden dit ook veroorzaken wist ze, maar die had ze nooit gebruikt.
Ze dacht terug aan de vorige avond. David had gezegd dat het door haar ogen leek alsof ze drugs had ingenomen. Dat kon helemaal niet. Maar wat als?...
Een rinkelende beltoon verstoorde haar gepeins. Ze dook beschermend in elkaar, maar besefte zich toen dat het Ava wel moest zijn. Ze was het helemaal vergeten! Hoe laat was het?
Ze kwam uit de badkamer en pakte haar telefoon van het bureau af. Xavi moest het daar wel neergelegd hebben. Zelf had ze dat niet gedaan. Meestal lag die op haar nachtkastje, waar ze er zonder moeite naar kon reiken.
Groot in beeld stond Ava's profielfoto. Haar blonde haren had ze in een staart en naast haar gezicht stak het kopje van een bruine hond uit. Haar ogen waren gesloten terwijl ze het beest tegen zich aan drukte.
'Hoi Ava,' begon ze het gesprek.
Terwijl ze haar telefoon stevig tussen haar oor en nek klemde pakte ze snel haar laptop erbij en schoof ze de stoel naar achter om aan haar bureau te kunnen gaan zitten.
'Heb jij allereerst nog iets gevonden?' vroeg Ava na het groeten.
Abigail zuchtte en kneep haar ogen dicht. Nu was het moment aangebroken dat ze daadwerkelijk haar conclusies moest vertellen. 'Rayleigh is rechtshandig toch?'
'Ja,' antwoordde ze gelijk.
'Nou. De cirkel was op haar rechterhand gevonden en gezien ze die haast onmogelijk met haar linker heeft gemaakt...' Abigail slikte. 'Ik denk dat ze vermoord is.'
Het bleef stil aan de andere kant van de lijn. Abigail snapte het volledig. Al die tijd had Ava gedacht en er genoegen mee genomen dat haar vriendin zelfmoord had gepleegd en nu kreeg ze zomaar te horen dat dat alles zomaar een leugen kon zijn. Als ze was vermoord liep de moordenaar van háár beste vriendin nog ergens op de wereld rond. Zonder zorgen, zonder zijn of haar verdiende loon, terwijl zij hier achterbleef met een groot verlies.
'Dus...Dus al die tijd...Rayleigh...' Een luide snik klonk door de telefoon. Abigail voelde medelijden in zich opborrelen. Ze knikte, al kon Ava dat natuurlijk niet zien.
'Het spijt me. Ik wou dat het niet zo was,' probeerde Abigail om haar wat te steun te bieden.
'Nee...Ik.' Ze snoot haar neus tussendoor in een zakdoek, 'ik weet niet wat ik ervan moet vinden. Ik vind het aan de ene kant fijn dat ze niet slecht in haar vel zat maar aan de andere kant heeft ze er niet zelf voor gekozen om dood te gaan. Die keuze heeft iemand anders nu voor haar gemaakt.'
'Ja, ik snap het,' antwoordde ze begrijpelijk.
Daarna zwegen ze beide. Af en toe hoorde Abigail nog een snik of een kreun, gevolgd door een zucht. Ze keek voor zich uit, terwijl ze in haar hoofd een klok de seconden kon horen wegtikken.
'Oké, genoeg gejankt. Laten we doorgaan,' zei Ava toen plots. Ze had weer wat kracht verzameld om door te gaan. Voor haar was het misschien wel een soort tweede keer rouwen, maar gelukkig ging dat altijd sneller en beter dan de eerste keer.
Abigail stemde daarmee in en opende haar laptop. Een leeg tabblad verscheen op het scherm. Ze typte weer de link naar de blog in. 'Heb jij nog iets dan?' vroeg Abigail terwijl haar ogen de volgende post afspeurden naar bruikbare informatie.
'Hmmm,' hoorde ze Ava hardop nadenken. 'Niet echt eigenlijk. Ik denk dat we mogelijke daders op moeten zoeken dan. Het is meestal iemand die het slachtoffer wel heeft gekend of pas nog ontmoet.'
'Is goed. Jij kende haar, noem jij maar namen op.'
Abigail pakte een leeg document in de aanslag om de namen en hun relatie tot Rayleigh te kunnen noteren.
'Uuhm...Allereerst Denver. Zijn vrienden misschien ook wel. Daar ging ze vaak heen met hem. En...Uh.'
Ze typte een vraagteken achter 'vrienden'. Wie dat waren moest ze maar eens gaan uitzoeken.
'Ze had niet echt vijanden. Ik denk dat iedereen haar wel mocht,' zuchtte Ava.
'Daar schieten we niks mee op. Het kan altijd nog iemand zijn met kwade bedoelingen die ze toevallig een keer in een café heeft ontmoet ofzo.'
Ava slikte. 'Maar waarom Rayleigh? Waarom niet iemand anders?' jammerde ze. Abigail klemde haar lippen stijf op elkaar. Ze wist niet wat ze daarop moest zeggen om haar te troosten. Ze werd altijd ongemakkelijk en klapte bijna volledig dicht op dat soort momenten.
'Tja.'
'Denk je dat het onmogelijk is, Abigail? Om dit uit te zoeken.'
'Nee,' zei ze gelijk. 'Nee het is niet onmogelijk. Niks is onmogelijk'
Het zou wel een moeilijke weg worden, dat was zeker. Maar onmogelijk? Nee dat was het niet. Misschien hadden ze wel hulp nodig. Misschien moest ze toch naar de politie gaan. Of Rayleigh's ouders.
'Wat weet jij van haar ouders?' vroeg Abigail.
'Ze had niet echt een goede band met haar moeder. Wel met haar vader, maar die was te laf om iets tegen die moeder te doen. Als ik bij hun thuis kwam gedroeg ze zich wel normaal, maar binnen de gesloten deuren had ze wel losse handjes.'
'Huiselijk geweld?' vroeg Abigail verbaasd.
'Dat is wat Rayleigh me vertelde.'
Ze liet het tot zich bezinken. Rayleigh was slachtoffer geweest van huiselijk geweld, door haar moeder nota bene. Je moeder hoorde een beschermend persoon te zijn, iemand die jou een gevoel van veiligheid kon geven als ze je in haar armen sloot.
Abigail miste sinds de scheiding dan wel vaak een vader in haar leven, maar gelukkig was het wel altijd veilig thuis. 'Waar wonen die ouders nu dan?'
'In Utrecht, maar je bent toch niet van plan om ze op te zoeken he?'
'Nee nee nee. Ik was gewoon benieuwd.' Abigail zocht op achternaam 'De Vaal' naar adressen in Utrecht. Gelukkig was dat er maar één, die ze in hetzelfde document noteerde. Weer had ze gelogen, al wist ze niet waarom ze hier niet eerlijk over kon zijn tegenover Ava.
'Denk je dat we naar de politie moeten gaan?' vroeg ze toen.
'Grappig, ik dacht aan precies hetzelfde,' antwoordde Abigail.
'Zullen we dat zo snel mogelijk doen? Kan je morgen?'
Abigail pakte haar agenda erbij en zag tot haar spijt dat ze wat colleges had. Met pijn in haar hart besloot ze die in te wisselen voor een dagje naar het politiebureau. Weer ging dit onderzoek ten koste van haar opleiding, al was dat volledig haar keus geweest. 'Ja, ik kan.'
'Wauw, heb je geen colleges? In mijn tijd was dat echt anders hoor.'
Abigail klemde haar kaken op elkaar en gaf Ava gelijk. Het was beter als niemand wist dat deze obsessie naar het onderzoek zo groot was dat ze zelfs haar school daarvoor liet barsten. Ze schaamde zich bijna, al was Ava degene die haar studie rechten nooit had afgemaakt.
Abigail las de rest van de blog door. De recherche van Nijmegen vond geen sporen van geweld op haar lichaam. Slechts de rode cirkel op haar arm, maar dat lieten ze voor wat het was. Het enige wat opviel waren littekens op haar handen, maar die waren te onduidelijk en waarschijnlijk oud. Ze constateerden dat ze met zichzelf in de knel zat en zich daarom op haar arm sneed. Het paste perfect in het plaatje van zelfmoord. De dader was slim te werk gegaan, alsof hij of zij het vaker deed. Een huivering liep over Abigails ruggengraat.
Toch had deze een steekje laten vallen. De fout was dat de cirkel op de verkeerde arm stond. Het verbaasde Abigail alleen dat de politie daar niet op was gekomen. Er stond verder ook nergens iets over die cirkel in de blog, alsof het normaal was. Dat bewees dat ook het familielid daar geen vraagtekens bij zette.
Ze was benieuwd hoe deze persoon precies aan haar gerelateerd was. Ze zou het aan Rayleigh's vader moeten vragen.
'Ik vind het maar vreemd. De brief was ondertekend met 'Rode Cirkel' in het Grieks en op haar arm was ook al een rode cirkel gemaakt. Waarom zou iemand dat doen? Wat zou een mogelijke reden kunnen zijn dat iemand zo in de ban is daarvan. Wat is het verband met de dader?'
'Ik weet het niet zeker. Ik wil je niet bang maken, maar...Seriemoordenaars hebben meestal hun herkenningspuntje. Misschien had deze dader wel een trauma wat iets te maken heeft met cirkels,' verklaarde Abigail.
Ze hoorde Ava's adem even stokken. Het waren heftige woorden, dat wist ze. Er zaten best grote consequenties aan vast. Als het echt een seriemoordenaar was, dan betekende dat dat niemand daar nog veilig was.
'Ik heb denk ik genoeg gehad van dit,' bekende Ava toen. Een zucht ontsnapte uit haar mond.
'Oké, snap ik.'
'Hoe laat moet ik daar morgen zijn? Ik heb een auto dus ik kan ons naar het bureau rijden als je dat wilt.'
'Fijn. Als je om twee uur op de parkeerplaats bij de uni bent zal ik er staan,' antwoordde Abigail.
'Tot morgen, dan. Vergeet niet de brief mee te nemen, voor de zekerheid.'
'Zal ik doen. Dag.' Abigail hing op en legde haar telefoon terug op het bureau. Ze ontspande even en haalde allebei haar handen door haar haar.
Ze bleef staren naar de naam die in grote letters in het document getypt stond. Haar handen zaten nog altijd verstrengeld in haar bruine haren, terwijl ze nadacht wat ze daarmee aan moest. Nu zou namelijk het aller moeilijkste gedeelte komen. Een motief en een dader, dat had ze nodig.
Er tikte iets tegen het raam. Vluchtig draaide ze haar hoofd erheen om te kijken wat het was. Het klonk als een steentje. Ze opende het raam en keek naar beneden. Het net gemaaide gras stak groen uit tegen het lichtbruine betegelde wandelpad, maar er was niks of niemand te bekennen.
'Ze proberen je gek te maken.'
Abigail schrok en stootte met haar hoofd tegen het raam aan. Nu werd ze echt bang. Ze trok een sprintje naar haar laptop en type met trillende vingers een zoekopdracht in: 'Hallucinatie stemmen horen'.
Ze las dat stress gepaard kon gaan met stemmen horen. Vaak kon het ook met somberheid of achterdocht samenhangen. Een voorzichtige zucht van opluchting verliet haar mond, ze was niet gek. Misschien was ze gewoon een beetje stresserig en achterdochtig vanwege dit alles.
Toch verklaarde dat niet haar rode ogen... En de rest van de vreemde dingen die gebeurde, maar voor nu was dat geruststellend genoeg.
Al leek deze stem een hele duidelijke boodschap voor Abigail te hebben.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top