V I J F E N T W I N T I G

Xavi keek Abigail aan, wachtend op een antwoord. Ze slikte en keek naar de grond. De vermoeidheid was nog altijd niet weggetrokken en ze had dan ook geen zin om nog een energieslurpend gesprek aan te gaan. 'Ja, het is goed. Het ging over Sanna. Niks ernstigs,' loog ze.

Xavi leek nog niet onder de indruk. Waarschijnlijk had hij de stemverheffingen van haar en Abel goed kunnen horen buiten de kamer. Ze probeerde haar blik zo te houden dat deze niks kon weggeven over de waarheid. Ze knipperde amper.

'Wie belt je?' Xavi wees op haar telefoon, die met het scherm naar boven op haar bed lag en was opgelicht. Een naam stond groot in beeld en het geluid van de inkomende oproep leek steeds harder te worden naarmate elke seconde verstreek. Nog voordat Abigail de kans had gekregen om wat te zeggen was hij er alweer heen gelopen. Zijn wenkbrauwen fronsten zich. 'Ava?'

Shit, dacht ze. Dit kon ze niet gebruiken. Ze stond op en griste haar mobiel uit zijn hand. 'Dat is die vriendin van mij. Avaria.' Snel weigerde ze de oproep en zette haar telefoon op stil. Bijna was het misgegaan. Het scheelde een druk op de knop. Van binnen ging ze kapot, maar daar liet ze aan de buitenkant niet veel van zien. 'Ik ben erg moe Xavi, alsjeblieft.' Ze trilde niet meer van het gesprek van Abel, maar van de spanning en de angst die door haar aderen gierde.

Hij bleef in dezelfde positie staan en knikte langzaam, in de verte turend. 'Oké, Abietje.' Hij draaide zijn gezicht haar kant op. Zijn blik was dof. 'Ik haal wat te drinken voor je. Ga maar vast liggen en rust uit.'

Ze liet het zich geen twee keer zeggen en trok comfortabele kleding aan. Terwijl Xavi nog niet terug was leunde ze met haar hoofd tegen de achterwand van het bed aan en sloot ze haar ogen. Ze probeerde elke afzonderlijke spier te ontspannen, opdat ze eindelijk weer rust vond in haar lichaam. Langzaam verdwenen dan ook de rillingen. Ze kon weer ademhalen zonder constant haar spieren aan te hoeven spannen.

Haar rust werd verstoord door Xavi, die de kamer binnenkwam. Hij had een dampende kop thee in zijn hand en draaide de deur achter zich op slot voor hij voorzichtig naar haar toe liep. Hij ging naast Abigail op bed zitten, zette het kopje op haar nachtkastje en legde een hand op haar bovenlijf. Het deed haar denken aan haar vader, toen hij en Dolores nog bij elkaar woonden. Toen ze nog een gelukkig gezin waren. Altijd als ze ziek was kwam Bart naar haar kamer toe en bleef hij daar naast haar op bed zitten, tot ze in slaap viel. Ze slikte haar tranen weg.

'Hey.' Xavi pakte haar kin vast met zijn duim en wijsvinger en draaide haar gezicht zijn kant op. Toen ze haar ogen opende zorgde hij er zo voor, nog steeds met zijn hand op haar kin, dat ze hem moest blijven aankijken. 'Het gaat echt niet goed met je, Abi.' Hij zuchtte en richtte zich op de thee. 'Drink op, dan gaan we daarna praten.'

Abigail wilde hem tegenspreken, maar ze wist dat hij gelijk had. Ergens had ze er ook de kracht niet voor. Niet meer. Ze knikte en kwam langzaam overeind. Haar vingers sloot ze om het lange theeglas heen en ze nipte voorzichtig van het warme drankje. Even verbrandde ze haar tong, wat een vreemd plekje achterliet. Het was een soort korstje en ze kon zich er niet van weerhouden om het langs haar gehemelte te schrapen.

Xavi knikte haar toe. Ze forceerde een glimlach en liet de thee zakken. 'Waar wil je met me over praten dan?'

Hij schraapte zijn keel en keek haar recht in haar ogen aan. Abigail moest zichzelf beheersen om niet terug te deinzen.'Wat is er gebeurd? Je kunt me écht alles vertellen. Wat speelt er in dat prachtige hoofdje van je de laatste tijd?' Hij streelde over haar wang heen en streek een lok haar achter haar oor.

Ze zuchtte. Het was misschien maar beter om de waarheid te vertellen over wat er was voorgevallen bij haar moeder thuis. Niet over Rayleigh en Ava, dat nooit. 'Het ging niet zo goed toen ik bij mijn moeder was.' Ze nam nog een slok van haar thee en zette hem vervolgens snel terug op het nachtkastje. Ze trok een gezicht; het was nog steeds veel te heet. 'Ze denkt dat ik gek word.' Abigail beet op haar lip en vocht tegen haar tranen.

Xavi zag het aan haar gezicht en gaf haar de kop thee weer aan. 'Hier ga je je echt beter van voelen.'

Abigail schudde haar hoofd en weerde zijn hand af. 'Hij is nog veel te heet,' snikte ze.

Xavi overtuigde haar ervan dat het juist goed voor haar was. Ze nam het glas daarom toch aan. Voordat ze haar lippen op de rand plaatste hielde ze haar neus op.

'Zie je wel?' zei hij toen Abigail een zucht van opluchting uitbracht en het lege glas op het houten blad zette. Ze knikte en liet zich met haar zij tegen de muur achter het bed leunen.

'Ik vind het echt niet leuk Xavi,' vervolgde ze toen plots het verhaal over haar moeder. Het leek alsof ze zich wat vermoeider dan eerst voelde.

Hij trok zijn mond tot een streep. 'Ik moet je wat bekennen.'

Abigail keek Xavi verbaasd aan en kwam wat meer overeind. Ze had geen idee wat ze kon verwachten. Wat zou hij nou moeten bekennen?

'Je moeder heeft me gebeld.' Hij keek haar aan, waarschijnlijk om te peilen hoe ze daarop reageerde. Toen er niks anders dan verbazing en vraagtekens van haar gezicht af te lezen waren haalde hij voorzichtig opgelucht adem. 'Ik haat het om je dit te moeten vertellen, maar...'

'Maar wat?' Ze was bang voor zijn vervolg. Even kreeg ze het gevoel alsof ze ieder moment kon flauwvallen. Het was precies hetzelfde gevoel als die keer toen ze voor het eerst Xavi's vrienden had ontmoet en ze in de wc aan de deurklink hing. Een rilling liep over haar rug bij het terugdenken daar aan. Ze wilde het niet nog een keer meemaken, maar ergens wist ze dat het al uitgemaakte zaak was.

'Ze was wanhopig. Ze bleef maar volhouden dat ik haar moet helpen met jou... Abigail... Ze wil dat ik meewerk om jou in een gesticht te krijgen.'

Eerst leek het niet to Abigail door te dringen wat hij zojuist had gezegd. De klap kwam pas toen hij bezorgd naar haar toe boog. Ze keek glazig uit haar ogen en bewoog haar hoofd langzaam omhoog, totdat deze plots achterover viel. Haar hoofd tegen het hout van haar bed liet een dreunend geluid door de kamer klinken. Daarna was het ijzig stil.

Xavi kwam niet lang daarna in actie door haar plotselinge flauwvallen en sloeg haar op haar wangen. Haar ogen waren half gesloten en haar tong lag verslapt op haar mondbodem. Levenloos. Gefrustreerd schudde hij haar door elkaar. 'Shit, shit, shit,' mompelde hij. 'Dit was niet de bedoeling.'

Abigail voelde een hoest opkomen en snakte naar adem. Haar ogen had ze wagenwijd open getrokken. Het eerst wat ze zag was Xavi, die over haar heen hing. Ze had geen idee waarom. 'Wat is er?' Het laatst wat ze zich kon herinneren waren zijn woorden. Plots was hij van plaats verwisseld, alsof de tijd even had stilgestaan. Ze kon niet plaatsen wat dat precies had betekend.

'Je bent flauwgevallen. Gaat het?' Xavi legde zijn hand bezorgd op haar voorhoofd. Ze liet het gebeuren en sloot haar ogen. Ze was een keer eerder in haar leven flauwgevallen. Dat was inderdaad een soortgelijk gevoel geweest. Het ene moment liep ze nog, het volgende moment zat ze in elkaar geklapt op de grond. Ze kon zich niet meer herinneren hoe ze daar was gekomen en nam aan dat ze ging zitten om televisie te kijken, omdat die aan stond. Haar moeder vertelde haar echter wat er werkelijk was gebeurd.

'Oh. Ja het gaat wel,' zei ze. Ze ging weer op dezelfde positie zitten als daarvoor. Even dacht ze niet eens meer aan Xavi's woorden over haar moeder, door wat er tussen was gekomen, totdat hij er weer over begon. Alles was op slag terug gekomen.

'Ik heb haar natuurlijk geweigerd,' meldde hij. Zijn hand ging richting Abigails arm en hij keek haar doordringend aan. 'Ik laat haar jou niet van mij afpakken. Ik geloof jou, Abi. Je bent niet gek. Ik ga je beschermen.'

Ze knikte. Een traan glipte uit haar ooghoek. Ze veegde hem woest weg en pakte vervolgens Xavi's hand vast. 'Ik ben bang.'

Hij wreef met zijn duim over haar handpalm heen en kneep af en toe zacht. 'Daarom is het niet meer veilig voor jou, Abigail. Je wordt gevolgd, maar ik ben hier. Ik laat je niks overkomen, echt niet. Je moet alleen goed naar me luisteren en doen wat ik zeg. Dan komt het goed. Kun je dat doen?'

Abigail knikte. Ze had geen puf meer. De glans die ooit over haar leven verspreid was, leek als een bloem te zijn verwelkt tot niks. Het leven was weg. Het was overleven geworden. Elke dag met de angst dat ze weer iets geks zag. Dat er weer iets raars met haar zou gebeuren. 'Je hebt mijn woord.'

Er vormde een glimlach op zijn gezicht en hij kuste haar handen. 'Luister goed, lief. Je kan niet meer zomaar je kamer uit. Hoe moeilijk het ook is, ik zal je hier vast moeten houden. Ik zou willen dat het anders was, maar dit is de enige manier om je veilig te houden. Geen contact met de buitenwereld. We kunnen niemand vertrouwen.'

Abigail knikte weer. Ze keek de verte in en liet de overgebleven tranen ontsnappen. Ze kon niet begrijpen hoe het zo ver had kunnen komen. De tijd zonder zorgen leek een illusie te zijn geworden. Het was iets onbereikbaars.

'Ik zal voor je gaan zorgen. Ik haal altijd eten voor je, blijf zo lang mogelijk bij je, onderhoud je kamer, ik zal er op toe zien dat je rustig je ogen kan sluiten. Alles om jou veilig en wel bij me te hebben. Je zal niet opgesloten worden door al die vreselijke mensen die niks om jou geven. Ze kunnen je niks doen zolang je niet buiten verschijnt.'

Abigail beet op haar lip en keek haar vriend aan. Zijn blauwe ogen glinsterden in het beetje licht dat de kamer nog in kwam en de contouren van de rest van zijn gezicht waren ondanks de donkere kamer goed te zien. 'Ik houd van je.'

Xavi glimlachte van oor tot oor en kwam tegen haar aan zitten. Zijn arm sloeg hij om haar heen. 'Ik hou ook van jou Abigail. Altijd.'

Ze begroef haar gezicht in zijn borst en luisterde naar zijn ademhaling. 'Wat zou ik toch zonder je moeten,' zuchtte ze tegen hem aan. Ze kneep haar ogen dicht en dacht aan alle mensen die haar ooit dierbaar waren geweest. Plots begonnen ze stuk voor stuk aan haar te twijfelen. Dat ze zelfs contact hadden opgenomen met Xavi om haar naar een gesticht te sturen! Haar bloed begon te koken. Xavi leek het door te hebben en hield haar strakker vast. Ze werd er weer wat rustiger van.

Ava schoot door haar hoofd heen. Het zou geen doen meer zijn om het onderzoek voort te zetten. Met Xavi constant bij zich kon ze dat niet ongestoord doen. Ze hoopte maar dat Ava het even alleen voort kon zetten, totdat de kust weer veilig was voor Abigail. Het was frustrerend, maar haar eigen veiligheid moest dit keer voorop gaan.

'Je mag Avaria wel van me bellen hoor,' beaamde hij plotseling. Hij keerde zijn gezicht haar kant op en keek haar vragend aan, klaar om op te staan en haar mobiel te pakken.

Abigail schudde snel haar hoofd en pakte zijn arm vast, die ze weer om zich heen sloeg. 'Nee, blijf bij me. Dat kan wel wachten.' Ze sloot haar ogen en hoopte dat Xavi daarmee over Ava ophield. Haar wimpers veegden even over de stof van zijn shirt heen.

'Als jij het zegt, Abi.'

Ze kroop op tot een bolletje en voelde hoe slaap haar begon te omringen. Xavi's lichaamswarmte tegen haar aan werkte rustgevend. Zijn vingers bewogen af en toe nog strelend over haar huid heen en kietelden zacht tegen haar dunne haartjes.

Haar hoofd leek steeds zwaarder te worden en de geluiden die Xavi af en toe maakte stierven langzaam weg. Ergens in de verte kon ze ook zijn ademhaling steeds regelmatiger horen worden, totdat ze niks meer van buitenaf kon waarnemen.

Samen waren ze in slaap gevallen. Een frisse wind blies zacht tegen het raam en zorgde voor wat speling. De adem van Abigail en die van Xavi kruisten elkaar en kwamen deels samen. Ze waren elkaars zuurstof.

Xavi opende zijn ogen door het geluid van de wind. Voorzichtig kwam hij onder Abigail vandaan en liep naar het raam toe. Hij staarde voor lange tijd de duisternis in. Toen zijn ogen er genoeg van hadden gekregen knipperde hij het traanvocht dat zich had gevormd door het adapteren weg en keek hij weer naar het meisje dat vredig op bed lag. Hij glimlachte. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top