V I J F E N D E R T I G II
Abigail opende haar ogen. Met een slecht voorgevoel draaide ze haar hoofd richting de ingang van het toilet. In een reflex probeerde ze weg te komen, maar twee handen pakten haar stevig vast. 'Xavi. Alsjeblieft, laat me gaan. Hoe ben je-?' Een nieuwe vloed van tranen overspoelde haar. Ze opende haar mond om te schreeuwen, maar werd bruut tegengehouden door een vuist in haar mond.
'Dit had je niet verwacht he? We hebben niet lang, maar voor mij is het meer dan genoeg. Het is een kwestie van minuten voor ze doorhebben dat ik die man die me vast moest houden heb gedumpt.' Hij grinnikte en draaide haar om, zodat ze met het gezicht naar elkaar toe stonden. Met zijn duim veegde hij een traan van haar wang. Zijn blik leek recht door haar heen te branden. 'Beloof je me niet te schreeuwen? Het is makkelijker voor ons allebei als je gewoon meewerkt.'
Abigail knikte. Ze hapte naar adem toen hij eindelijk zijn hand uit haar mond haalde. Ze probeerde nog altijd los te komen, maar Xavi kneep alleen maar nog harder. Ze walgde van de glimlach op zijn gezicht. Als het kon, had ze hem van zijn gezicht geslagen. Ze spuugde op hem.
'Jij bent wel een harde zeg,' zei hij met een verveelde stem. Hij draaide haar weer om en trok haar armen strak achter haar rug. Ze kreunde van de pijn.
'Wat wil je van me, Xavi?'
Hij lachte. 'Wat ik van je wil? Oh lieve schat, dat kunnen we beiden wel raden.' Hij veegde haar haren achter haar oren en kwam dichterbij met zijn mond. Zijn adem strijkend langs haar huid, bracht haar kippenvel. 'Ik wil jou nooit meer kunnen zien.'
Abigail verslapte haar spieren en sloot haar ogen. Ze had de dood al eens recht aangekeken. Ze wist niet of ze nog een tweede keer aan kon. Xavi was de dood en ze wist dat hij niet zou stoppen tot ze er echt niet meer was.
'Je bent akelig stil voor jou doen. Heb je nog laatste vragen? Op het bureau leek je er geen genoeg van te krijgen.'
Hij zweeg even, maar Abigail perste haar lippen stijf op elkaar en gaf geen antwoord.
'Nou dan geef ik wel antwoord zonder. Had je echt gedacht dat ik je al die informatie vertelde, zonder achterliggend plan?' Een schamper lachje verliet zijn mond en hij trok haar armen nog strakker. Ze beet op haar tong en gaf geen kik. 'Hmm. Had je gedacht dat je de enige was met een tweede agenda? Vieze bitch de je bent. Je verdient het niet te leven. Al ga ik naar de bak, als ik maar zeker weet dat ik je nooit meer kan tegenkomen. Dat afluisterapparaat had ik trouwens gevoeld, tijdens de kus. Gelukkig heb ik me er doorheen geslagen door te weten dat je er hierna niet meer bent. Ik heb zo lang gedroomd over dit moment, er naartoe geleefd. De dagen afgeteld, terwijl ik in dat kleine hok zat.'
Een ongewilde traan liep over haar wang. Dit was het einde. Ze had zoveel meegemaakt, voor niets. Ze had de pijnlijke verdrinking overleefd om nu echt te sterven. 'Waar wacht je dan nog op?' zei ze plots.
'Sorry?' Hij was verbaasd. Abigail moest ongewild glimlachen.
'Vermoord me dan, he! Of durf je soms niet?'
Xavi gromde en pakte haar dreigend bij haar nek vast. 'Provoceer me niet, bitch.'
'Doe dan,' piepte ze. Ademen was moeilijker geworden maar nog altijd had hij haar niet met volle kracht beet gepakt. Daar kwam al snel verandering in. Hij drukte haar tegen de koude tegels van de muur aan en liftte haar omhoog aan haar nek. Een gesmoorde kreet verliet haar mond. Dit wilde ze toch ook niet?
'Kom op, Abigail,' zei een zachte stem. 'Vecht terug. Verdedig jezelf, al wordt het hem fataal. Doe wat nodig is. Je verdient meer dan dit.'
Abigail wist dat ze het beste naar Rayleigh kon luisteren. Die had haar al geholpen in het water, en nu leefde ze nog. Misschien, was het toch nog niet voorbij. Misschien was het toch niet zo slecht dat ze met iemand kon communiceren die anderen niet konden zien.
Ze spande haar spieren met alle kracht aan en schopte met beide benen naar zijn kruis. Kreunend liet hij haar op de grond vallen en greep hij naar zijn geslachtsdelen. 'Fucking b-'
Ze rende hijgend naar de spiegel toe en sloeg met haar vuist in het glas. De pijn die ze voelde, was verschrikkelijk, maar er kwamen barsten. Ze sloot haar ogen tegen het bloed en gaf nogmaals een stoot. Scherven vlogen in het rond. Ze wilde er een in haar ongedeerde hand pakken, maar werd verrast door Xavi die haar aan haar haren naar achter trok. Met een harde klap kwam ze met haar rug op de grond terecht. Ze slaakte een kreet. Hij ging op haar heupen zitten en kneep haar keelgat dicht. Zijn ogen spuwden vuur.
Abigails borstkas ging hevig op en neer en ze probeerde lucht door haar keel te persen. Ze bleef piepen en piepen. Het voelde alsof haar ogen uit haar oogkassen puilden. 'Al...sje...blieft...' smeekte ze. Haar gezicht werd rood. Na wat uren leek te duren verslapte hij zijn vingers wat. Duurden een paar minuten zo lang? Waarom had nog niemand ze gevonden, zoals Xavi had beweerd?
Xavi glimlachte. 'Ik heb een beter idee.'
Angstig maaide ze met haar armen heen en weer, maar hij had haar nog altijd stevig vast. Ze klemde haar kaken op elkaar en deed een schietgebedje.
'Nu heb je geen grote mond meer he?' zei hij spottend, terwijl hij een scherpe punt van een glasscherf voor haar gezicht hield.
Abigail sloot haar ogen en zei niets. Haar keel deed nog altijd pijn. Ze betwijfelde zelfs of het ooit over zou gaan. Het was alsof zijn vingers nog altijd in haar huid drukten. Waarschijnlijk was ze daar versierd met rode plekken.
'Dit had iets moois kunnen worden.' Xavi zuchtte. 'Je hebt dit aan jezelf te danken.'
In een onverwachtse beweging zette hij het scherpe ding in haar arm. Ze schreeuwde het uit van de pijn. Hij drukte zijn hand weer in haar mond, maar ze bleef doorgaan. Hij maakte een diepe wond, en hoewel hij maar een minuscuul streepje had gezet, voelde het alsof haar hele arm was opengereten. Waarom vermoordde hij haar niet gewoon? De dood was akelig aantrekkelijk geworden. Alles om weg te kunnen zijn.
'Dit was even een voorproefje. Ik wil je nog één ding vertellen voor je gaat,' zei hij. Zijn stem was zachter geworden. Abigail vroeg zich af of hij een robot was, die het aan en uit kon zetten alsof het niets was. Het maakte haar niet meer uit wat hij te zeggen had. Ze opende haar ogen en keek vanuit haar ooghoeken naar de grond. Een paar centimeter van haar vandaan, lag een grote glasscherf. Ze keek naar Xavi, en weer naar het wapen. Een klein sprankeltje hoop borrelde op in haar borst.
'Mijn naam is niet Xavi. Noch Denver Meerre.'
Abigail luisterde eigenlijk maar met een half oor. Ze knikte langzaam, terwijl ze probeerde haar vingers tot het uiterste te strekken. Zo stil mogelijk bewoog ze haar arm richting de scherf. Ze beet op haar tong tegen de pijn. Een ijzeren smaak vulde haar mond, maar het maakte haar niets uit. Ze probeerde het bloed op haar hand te negeren en kroop erheen met haar wijs-, middel- en ringvinger. Met een oog hield ze Xavi in de gaten, die bezig was haar nek te ontbloten en langzaam sprak, en met de andere of ze het voorwerp bijna in haar hand kon klemmen. Ze stopte abrupt toen hij wat naar achter boog. Vanaf daar kon hij haar arm goed zien.
'Je dacht toch zeker niet dat ik dom ben?' Abigail hield haar adem in. Had... Had hij het door? Met grote angst-ogen keek ze hem aan. Ze bereidde zich voor op... 'Dat ik mijn echte naam zou gebruiken. Of dat ik daadwerkelijk op de universiteit zat?' lachte hij. Abigail ademde opgelucht uit. Hij schudde zijn hoofd en pakte weer zijn glasscherf. 'Mijn echte naam is Davey. Davey Gersen. En die studentenkamer waar ik zogenaamd woonde was helemaal niet van mij.' Hij stopte met praten en speelde ermee in zijn vingers. Een druppeltje bloed gleed over zijn duim. 'Oeps.' Hij likte het af en glimlachte.
'Nu,' zei Rayleigh.
Abigail kreunde en strekte haar vingers uit. Ze omsloot het koude glas en trok een pijnlijk gezicht. Nog voordat hij tijd had om zijn wapen op haar nek te zetten, stak ze hem recht in zijn borst. Met al haar kracht. Hij deinsde achteruit en greep naar de plek waar ze hem had geraakt. Bloed verspreidde zich als een lopend vuurtje over zijn shirt. Hij keek haar geshockeerd aan, waarna hij zijn blik op zijn borst richtte.
Hij gromde en smeet zijn stuk glas naar haar toe. Het zorgde voor een schampwond op haar wang. Ze negeerde de vloeistof die langs haar nek het shirt in liep en rende op hem af. Zonder te kijken waar het precies terecht kwam, prikte ze zo vaak mogelijk met het wapen op zijn romp. Alsof ze een ballon aan het lekprikken was. Ze besefte zich pas wat ze aan het doen was, toen hij kreunend in elkaar zakte. Geschrokken liet ze het glas in nog meer stukjes op de grond vallen en zette ze een stap achteruit. De schilfers kraakten onder haar sportschoenen.
Xavi's shirt was doorweekt door bloed. Ze sloeg haar hand voor haar mond en begon te huilen. Xavi zat in een onaangename positie op de grond tegen de muur aan en drukte met zijn handen op de wonden. Hij kreunde.
'Oh mijn god,' zei ze. 'Xavi het spijt me zo erg.'
Hij richtte zijn blik op haar en kneep zijn ogen tot spleetjes. 'Mij niet. Ik. Haat... Je.'
Abigail ging tegen de deur aan zitten en liet de tranen over haar wangen stromen. Ze keek toe, hoe langzaam het leven verdween. Zijn armen verslapten zich en hingen nu langs zijn lichaam. Het bloed werd niet meer tegengehouden en bleef maar doorstromen. Misschien had ze moeten ingrijpen, was haar gedachte. Ze voelde haar hand, keel en wang niet meer. Ze bleef met opgetrokken knieën zitten en verroerde zich niet. Na enkele seconden, stond zijn blik leeg. Zijn borstkas ging niet meer op en neer. Hij was weg. Samen met alle antwoorden op de vragen die ze nog voor hem kon hebben. Hij kon geen straf meer krijgen. Ze kon alleen maar hopen dat hij naar de hel ging, als die bestond.
Ze speurde haar ogen af naar de bruinharige vrouw, maar ze was nergens te bekennen. Abigail stond er alleen voor. Zelfs Rayleigh, was weg. Ze was alleen. In een toilet van het gerechtshof met bloed, glas en haar dooie ex. Het was alsof Rayleigh met hem mee was gegaan.
Ook toen even later de deur achter haar open werd gedaan en twee armen haar vastpakten, bleef ze naar zijn lichaam kijken. De glazige blik in zijn ogen sneed door haar ziel. Het geschreeuw achter haar, de vragen of het goed met haar en haar wonden was, gingen recht langs haar heen. De tijd leek stil te staan. De piepende geluiden van in het ziekenhuis klonken weer allesoverheersend in haar gedachten. Alsof ze daar terug was.
'Het is goed,' zei een mannenstem. 'Hij kan je niks meer doen.'
Abigail keerde haar hoofd langzaam naar het geluid toe. De toeschouwer die haar in het publiek aan had gekeken liet zijn blik over haar gewonde wang glijden, voor hij zich op haar ogen richtte. 'W...Wie ben je?'
Hij trok zijn mond tot een streep en sloot zijn ogen. 'Ik ben getuige geweest van de dood van Rayleigh.'
Het duurde even, voor het tot haar doordrong. Abigail keerde haar hoofd weg en richtte zich weer op Xavi. Of Davey, of hoe die ook mocht heten. Nog een traan liep over haar wang, die zich vermengde met haar bloed. Hoewel zij degene was met een psychose, was hij de psychopaat. Nu was het allemaal voorbij. Alles, behalve dat ene gevoel. Schuldgevoel en een dood op haar geweten. En daar, daar hadden ze geen medicijn voor.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top