V I J F E N D E R T I G
In de tijd dat Abigail op het proces moest wachten, borrelde schuldgevoel in haar op. Hoewel hij keer op keer tegen haar loog, voelde het fout wat ze had gedaan. De spanning gierde dan ook door haar lijf. Het was maanden geleden sinds haar bezoek, maar nu was het zover. Ze ging Xavi weer zien. De omstandigheden waarin zouden wel heel anders zijn.
Dolores keek via de achteruitkijkspiegel naar haar dochter. Ava zat op de bijrijdersstoel en Sanna naast Abigail. Ze hielden elkaars hand vast. 'Hoe voel je je?' vroeg ze, niet persé gericht op één persoon, maar iedereen die zin had om antwoord te geven.
'Ik kan alleen maar denken aan Rayleigh,' zei Ava als eerste. 'Dit is de tweede keer dat ik zoiets meemaak. Door dezelfde persoon nota bene.' Haar stem was zachter geworden bij de laatste zin.
Abigail en Sanna zwegen. Abigail wist wel wat ze zou zeggen, maar ze had geen zin om het daadwerkelijk uit te spreken. Dan was het alsof er een officiële stempel op werd gedrukt. Haar gemengde gevoelens zouden een feit worden voor de buitenwereld. Ergens schaamde ze zich ervoor. Ze zou nog gekker verklaard worden, als ze wisten dat ze diep van binnen nog iets voor die jongen voelde, al werd het omsloten door een buitenlaag van angst. Angst en gevoel van bedrog.
Op de radio begon het één-uur-journaal. Hij stond net hard genoeg om de nieuwslezers te kunnen verstaan. Ze begon over de mysterieuze dood van een Nederlandse vrouw van middelbare leeftijd in Utrecht, die inmiddels al een paar weken geleden had plaatsgevonden. De vrouw zei dat het nu na onderzoek duidelijk om moord ging. Toen ze verder in detail gingen over de manier waarop, schraapte Dolores haar keel en zette ze de radio af. Het drong niet tot Abigail door, wat ze zojuist had gehoord. Misschien was dat maar beter ook...
De rest van de autorit bleef het stil. Het voelde voor Abigail alsof ze in drijfzand vast zat, en er geen enkele manier was om er uit te komen. Ze zonk steeds dieper naar beneden. Haar bestemming, was onbekend. Ze wist niet wat er na het zand kwam. Enkel dat het een donkere plek moest zijn.
'We zijn er,' zei Dolores. Haar stem verbrak de stilte. Abigail kwam terug op de wereld. In de verte, bij het gerechtshof, stonden tientallen mensen met een fotocamera in hun hand. Ze slikte. Niemand wist waar haar moeders huis was, dus daar waren ze niet. Noch wisten ze dat ze daar überhaupt verbleef. Dat was expres uit de media gebleven. Abigail was daarom nog niet gewend aan hun dwingende lichaamshouding. De beklemmende vragen en het constant klikken van de fotocamera's.
Naarmate de vrouwen dichterbij de menigte kwamen, werd het geluid steeds intenser. Claire, hun persoonlijke aanknopingspunt, wurmde zich ertussen uit beende snel op ze af.
'Hey,' zei ze. 'Jullie zijn er. Gaat het een beetje?' vroeg ze gericht aan Abigail.
Ze besloot te liegen en knikte. Claire staarde haar even aan, alsof ze het doorhad, maar wendde al snel weer haar blik af. Abigail ademde haar spanning uit.
'Mooi. Ik loop met jullie mee. Probeer de journalisten geen aandacht te geven. Na de procedure hebben ze een eigen fotomoment. De foto's die ze nu proberen te maken, mogen ze niet zomaar gebruiken, dus maak je maar geen zorgen. Kom.'
Voor Abigail was het niet moeilijk om ze geen aandacht te geven. Ze hoefde alleen haar hoofd uit te zetten. Met een staal gezicht liep ze met Claire en de rest mee. Pas toen ze binnen was, knipperde ze met haar ogen. Zonder de ruimte in zich op te nemen liep ze achter Claire aan, naar de deur waarachter zich de zaak zou bevinden.
'De vorige rechtszaak is afgerond. Iedereen is naar buiten. Jullie kunnen de zaal in.'
Abigail slikte. Voordat ze de zaal in liep, sloot ze haar ogen. Enkel de drie rechters waren voorin aanwezig, achter hun lichtbruine toonbank. Xavi zou later pas naar binnen komen. Op de bank zaten wat mensen die ze niet kende. Het was openbaar, dus iedereen mocht komen. Haar blik viel op een man die haar ernstig aankeek. Ze vroeg zich af of hij meer wist.
Abigail, Ava, Dolores en Sanna hadden plaatsgenomen. Enkele minuten later begon een van de rechters te spreken. Ze noemde de zaak en de naam van de verdachte. Een standaard procedure, voordat de deuren weer open gingen en er voetstappen klonken. Abigail wist hoe laat het was. Ze pakte haar moeders hand vast. Pas toen Xavi haar was gepasseerd, zonder haar een blik waardig te gunnen, kon ze naar hem kijken. Hij en zijn advocaat gingen naast elkaar zitten. Hoewel ze tegen zijn rug aankeek, voelde ze zijn vuurspuwende ogen recht zijn achterhoofd prikken. De zaak was begonnen, en hij wist wat ze had gedaan.
Abigail luisterde niet eens echt naar wat iedereen te zeggen had. In plaats daarvan keek ze rond. Ze liet elke lichaamshouding die ze tegenkwam tot zich bezinken.
Na een tijdje kwam ze aan bij Ava. Ze staarde in het niets de zaal in, in gedachten verzonken, met haar hand gebald tot een vuist. Haar blik zat vol verdriet en een levenloze waas bedekte hoe ze zich daadwerkelijk voelde. Woede. Woede om diegene die deze jongen in de rechtszaal aan het verdedigen was.
Voor Abigail was daarmee alles op zijn plaats gevallen. Ze begreep waarom Ava uiteindelijk geen advocaat was geworden. Ze kon het simpelweg niet meer, toen ze er achter kwam wat het daadwerkelijk betekende. Het harde feit was namelijk dat onschuldige mensen stierven, en dat criminelen een kans kregen en verdedigd werden door een advocaat. Het was oneerlijk.
Ava werd met de realiteit geconfronteerd toen Rayleigh was gestorven. Zo snel als ze kon zocht ze iets anders. Abigail wist het nu ook niet meer zo zeker. Ze slikte haar speeksel weg. Kon ze dat ook maar doen met haar gevoelens...
'Je doet het goed,' klonk naast haar. Abigail draaide haar hoofd om. Op de stoel rechts van haar, die eerst leeg was, zat Rayleigh nu. Haar verschijning werd steeds vager door de medicijnen, maar ze was er nog. Het gezicht was niet meer in detail. Haar bruine haren waren genoeg om Abigail te laten zien dat zij het was.
'Dat lijkt alleen maar zo.' Abigail zuchtte.
Rayleigh zweeg en keek naar het tafereel dat zich op de voorgrond afspeelde. Pas toen een van de rechters plots Abigails naam noemde, richtte ze haar blik daar ook op. Shit. Het was zover. Met een trillende hand pakte ze het blaadje met de tekst die ze had voorbereid uit haar broekzak.
'Je kan het,' moedigde Rayleigh haar aan, voor ze opstond om naar voren te lopen. Abigail knikte. Ze had er zelf voor gekozen om iets te zeggen. Om Xavi eens te vertellen wat hij haar had aangedaan. Nu moest ze doorzetten ook.
De vrouwelijke rechter keek haar met een bemoedigende blik aan. Abigail klemde haar kaken op elkaar en liep naar de zwarte stoel. Hij was aangenaam zacht. Ze schraapte haar keel en streek het briefje glad op het houten blok waarachter ze zat. Haar handschrift was slordig geworden, merkte ze.
'Neem je tijd,' zei een wat jongere rechter. Het was een man, die waarschijnlijk pas een paar jaar klaar was met zijn studie. Hij zag er nog fris uit. Waarschijnlijk had hij dan ook nog niet zo veel meegemaakt.
Abigail knikte en bleef lange tijd naar het papier staren. Ze wist dat ze anders voor zich uit moest kijken, daar waar Xavi zat. Ze legde haar hand naast het blaadje. Ze moest er uiteindelijk aan geloven. Het was onvermijdelijk dat ze hem wel moest aankijken. Ze schraapte nogmaals haar keel.
'Xavi,' zei ze. In minder dan een milliseconde verplaatste ze haar blik van de geschreven regels naar zijn ogen. Ze merkte dat hij er zelf ook van versteld stond. Zijn blik werd donkerder. Van de sfeer op het politiebureau, was niets meer over. Ze waren beiden gestopt met acteren. 'Ik hield zoveel van je dat ik blind was geworden,' vervolgde ze. 'Pas nu weet ik wat je me hebt aangedaan. En weet je wat? Dat vind ik niet eens het ergste.' Abigail schudde haar hoofd. 'Nee, het ergste vind ik dat ik je serieus geloofde. Dat ik serieus dacht.... Dat ik gelukkig kon worden.'
Abigail keek weg en veegde een traan weg. Haar zicht werd wazig. De zwarte letters op het blad voor haar vermengden zich met elkaar en een nieuwe traan maakte het papier nat. Een drukkend gevoel verspreidde zich op haar hart. Ze keek weer naar voren. Xavi staarde terug. Ze leek opgesloten in haar eigen lichaam. Alles schreeuwde. Ze stond op spatten.
Voor ze het wist schudde ze haar hoofd en kwam ze van de stoel af. Zo snel als ze kon rende ze door het gangpad de zaal uit. Achter zich hoorde ze nog net de rechter 'Oké we nemen even een pauze. Graag even geduld.' zeggen, voor ze pas bij de wc's tot stilstand kwam. Ze plaatste haar handen op de wasbak en brak in tranen uit. Het geluid van haar gehuil klonk hard door de ruimte, wat haar alleen maar nog meer pijn deed. Nu pas besefte ze waar ze in was gekomen. Haar leven was een grote puinhoop.
Abigail hief haar hoofd na een tijdje omhoog. Het gejammer was overgegaan op gehijg. Ze keek zichzelf recht in de ogen aan via de spiegel. Haar schouders begonnen te schokken en ze liet haar hoofd weer naar beneden hangen. Een sliert met speeksel liep uit haar open mond. Haar ogen had ze stijf dichtgeknepen tegen nieuwe tranen.
'Oh darling, you're so ugly when you cry,' galmde plots door de ruimte.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top