V E E R T I E N II

'Jullie gingen gister toch afspreken?'

Abigail hoorde een vreemde ondertoon in zijn stem. Ze durfde niet te bewegen en keek naar de grond. Ook haar moeder leek Abigail gelijk al te veroordelen, zag ze aan haar blik. Ze hoorde haar moeder in haar hoofd al een preek geven over eerlijkheid, al hield ze zich op dat moment ijzig stil.

'Oh dat zal ik dan wel verkeerd begrepen hebben,' zei Xavi vervolgens.

Abigail zuchtte zacht en blies al haar opgekropte adem uit. Ze hoorde nog altijd dat hij het niet leuk vond, maar dat hij probeerde de verwarring bij Dolores weg te halen. Helaas bleef haar moeder erop doorgaan. Ze haatte die eigenschap. Misschien was dat ook de reden dat haar vader van haar was gescheiden. Hij kon er niet meer tegen.

'Nee ik wil graag horen wat mijn dochter uitspookt, maar bedankt dat je zo loyaal probeert te zijn aan haar door het voor haar te verdoezelen. Vertel maar op Abigail. Je hebt niet alleen tegen je vriend gelogen, maar mij ook nog eens daarvoor gebruikt.'

Abigail voelde de vier ogen op haar gezicht branden, wachtend op een goede uitleg. Ze had geen idee hoe ze zichzelf hieruit kon redden, maar één ding wist ze zeker; ze zou niks maar dan ook niks vertellen over Rayleigh. Ze moest een goede, geloofwaardige smoes bedenken, er zat niks anders op dan om weer te liegen. Ooit was dit erg tegen haar principes geweest, maar de laatste tijd werd liegen steeds een grotere gewoonte. Het was haar offer voor dit onderzoek. Maar ook als advocate zou ze later zwijgplicht hebben, dus dan kon dit ook geen kwaad meer. Ze moest er vroeg of laat wel aan geloven

'Ik uh,' begon ze. 'Ik mag eigenlijk niks van haar zeggen, maar ik moest een vriendin met iets helpen.'

Ze merkte dat haar moeder nog aan het wachten was op een vervolg van het verhaal, maar Abigail had geen zin om er nog meer woorden aan vuil te maken. 'Was het zo erg dat je ervoor moest liegen?'

Abigail hield haar schouders op. Daarna besefte ze zich dat het beter was om haar hoofd te schudden, wat ze deed. 'Nee. Ik... Het was gewoon wat het eerste in mij opkwam. Ze stond naast me en keek me met een smekende blik aan om niks te zeggen. Ik dacht er niet bij na.'

Met die zin eindigde Abigail altijd als ze een excuus moest maken aan haar moeder. Op de een of andere manier was het dan goed. Een soort magisch stopwoordje.

Van de gezellige sfeer die niet zo lang terug had geheerst leek niets meer over. Ze had Xavi nog steeds niet in de ogen durven kijken en in de tussentijd zag ze dat haar moeder nog steeds teleurgesteld in haar was. Wat een top dag. Ze hoopte het wat later, als ze weer alleen was met Xavi, met hem goed te kunnen praten. Haar moeders oordelende persoonlijkheid wilde ze er niet meer bij. Ze staarde naar haar voeten.

De enige actie die er nog was, was wanneer iemand af en toe een slokje nam van zijn drinken. Het geslurp vulde dan de hele kamer, maar nog was de stilte bijna niet te houden, waardoor Abigail zich afvroeg hoe de anderen dat wel nog bleken te kunnen. Zij was er allang gek van geworden.

Toen haar blaas aangaf geleegd te willen worden stond ze plots op. Eindelijk kon ze hier even weg, alleen zijn. Zonder iets te zeggen liep ze naar het toilet, dat zich onderaan de trap bevond. Ze draaide de deur op slot, ging op de wc-bril zitten en legde haar hoofd in haar handen. Ze zette de kraan aan zodat die alle stilte van daarvoor, in de woonkamer, weg zou kon dringen en wissen uit haar gehoor.

Na een tijdje trok ze pas haar broek weer op. Ze waste haar handen en zuchtte luid met gesloten ogen, totdat ze eindelijk de moed had verzameld om de deurklink weer naar beneden te duwen en zich te vertonen.

Toen ze buiten de wc stond kon ze pas de opgewekte, maar zacht pratende stemmen in de woonkamer horen. Het deed bijna pijn dat ze het wel goed met elkaar konden vinden als Abigail er niet bij was. Ze wachtte nog even af, hopend dat ze kon horen waar ze het over hadden. Ze raakte gefrustreerd toen bleek dat ze daar net te zacht voor praatten, alsof ze dat expres deden. Abigail kreeg er genoeg van en liep weer terug de woonkamer in. Plots was het stil. Haar moeder stond op, liep op Abigail af en trok haar tot haar verbazing in een knuffel.

'Sorry lieverdje. Xavi heeft me net overtuigd dat je het vast niet zo bedoelde. Hem moet je houden. Je ziet ze niet vaak, die jongens die tegen hun vriendin's moeder opkomen voor ze. Hij is echt een van de goede, ik weet het zeker. Mijn zegen hebben jullie.'

Abigail keek Xavi verbaasd aan. Hij knipoogde. Ze sloot haar ogen en ademde diep in en uit. Ze was blij dat hij zo voor haar was opgekomen. En dat hij en Dolores het goed met elkaar konden vinden.

'Nou,' zei Abigail toen zij en haar moeder elkaar hadden losgelaten. 'Zullen we maar gaan?' Ze keek Xavi vragend aan. Hij knikte en stond op.

'Fijn je te leren kennen.' Hij gaf Dolores weer een hand.

'Geheel wederzijds, Xavi. Je bent hier altijd welkom, voor wat dan ook.' Hij knikte en gaf haar een glimlach.

Ze liepen weer naar de auto. Ze zitten, maar reden ze niet gelijk weg. Abigail pakte Xavi's arm vast en keek hem aan. 'Het spijt me dat ik heb gelogen, echt.'

Xavi schudde zijn hoofd en nam Abigails handen vast. 'Het is goed. Je hebt nu geleerd dat liegen nooit werkt. Wie was die vriendin, trouwens?'

'Avaria,' bedacht ze. Het was het eerste wat in haar hoofd opkwam na Sanna, want die kon ze niet noemen. Hij had haar namelijk gesproken toen Abigail in Utrecht was. Bijna had ze haar genoemd. Bijna had ze zich weer vergist in een van haar leugens. De valkuil bij liegen was namelijk dat je kon vergeten wat de feiten waren, waardoor je je makkelijk kon vergissen in je eigen gecreëerde wereld en de realiteit.

Xavi knikte en liet haar los. Hij schudde zijn hoofd en lachte. Abigail moest mee lachen en keek hem daarna opgelucht aan.

'Wat een ochtend.'

Hij startte de auto en reed weg. Xavi had de radio aangezet dit keer. Abigail vond het ondanks alles toch wel een geslaagde ochtend. Haar moeder kon het met hem vinden en het leek zelfs wel alsof dit leugentje haar en Xavi dichter bij elkaar had gebracht.

Ze keek op haar telefoon hoe laat het was. Eén uur. Over een kleine tien minuten zouden ze weer terug zijn en had ze genoeg tijd voor haar onderzoek. Abigail keek uit het raam en luisterde naar de muziek die uit de radio klonk. Toen de dj's begonnen te praten over onzin waren ze gelukkig al aangekomen.

Ze stapte uit en gaf Xavi een knuffel en een kus. 'Nou, het was ondanks alles wel leuk,' zei Abigail. Xavi knikte. 'Ik ga alvast naar mijn kamer, is dat goed? Ik moet nog wat voorbereiden voor school.'

Hij hield zijn schouders op en gooide het portier achter zich dicht. 'Is goed. We appen wel.'

Abigail glimlachte en gaf hem nog een laatste luchtkusje voor ze wegliep.

Ze sloot, eenmaal bij haar kamer aangekomen, haar deur achter zich dicht en wiste alle sporen van de vorige avond uit, door die van de grond op te pakken, en ruimde alles weer goed op. Daarna pakte ze haar laptop en ging ze aan haar bureau zitten.

Gelijk verschenen in beeld de sites waar ze de vorige dag mee bezig was geweest en zo had achtergelaten. Ze kon zo weer verder gaan waar ze was gebleven. Net toen ze er weer in zat, werd er op haar deur geklopt. Abrupt stopte ze en hield ze zich zo stil mogelijk. Ze had even geen zin in mensen. Ze wilde focus, niet afgeleid worden. Zelfs al was het Xavi, wat ze sterk betwijfelde gezien ze niet zo lang geleden nog samen waren.

Er werd nog één keer geprobeerd, maar het was al snel weer stil. Abigail hoorde doffe voetstappen weglopen. Ze zuchtte en blies daarmee al haar adem uit.

Ze las de blog nog eens goed door, misschien dat ze dan dingen tegenkwam die ze eerder over het hoofd had gezien. Nergens stond iets over de brief, wat wel moest betekenen dat hij nooit was gevonden. Misschien kon de politie er wat mee, maar Abigail had geen zin om het enige tastbare wat ze van Rayleigh had weg te geven.

Ze pakte hem er nog eens bij. Rode cirkel. Ze vond het geen toeval dat ze werd gevonden met een rode cirkel op haar arm. Wat het precies betekende wist ze niet, maar dat moest ze dan maar uit zien te zoeken.

Ze borg de brief weer veilig op in haar nachtkastje, goed verstopt onder haar sokken. Ze liep terug naar haar bureau en schoof weer aan. Abigail las nogmaals de post over toen ze gevonden werd. Blijkbaar waren er drugs in haar bloed aangetroffen, maar dat was volgens het familielid niet vreemd, gezien ze een feest had gehad. De jurk waarin ze gevonden werd was feestelijk, maar vooral chic.

Abigail vroeg zich af wat voor feest dat geweest zou kunnen zijn. De enige die het haar mogelijk zou kunnen vertellen was Ava.

Ze opende haar telefoon om haar een berichtje te sturen, toen bleek dat ze er zelf een had binnen gekregen. Het was van Xavi. Ze las dat hij vroeg of ze zin had om de volgende dag weer met hem naar zijn vrienden te gaan, dit keer bij een ander thuis. Hij verheugde zich er op hun relatie aan hen bekend te maken.

Abigail glimlachte naar haar telefoon. Ze vergat alles om haar heen, het lukte hem weer om haar speciaal te laten voelen. Ze antwoordde dat het prima was.

Ze bleef een paar seconden doelloos naar haar telefoon kijken. Wat wilde ze ook al weer gaan doen? Ava, ze was het al bijna vergeten. Nadat ze een berichtje naar haar had gestuurd sloot ze alles op haar laptop af en ging ze op haar bed liggen. Ze keek opzij. Daar waren de krassen weer. Ze leken zich altijd weer aan haar op te dringen, al bleef ze zichzelf zo vaak vertellen dat het niks voorstelde. Een rilling liep een rechte lijn over haar rug.

'Het is niks Abigail. Stel je niet zo aan,' sprak ze zichzelf weer toe. Anders hadden ze de muur allang opgeknapt voor ze er in kwam wonen. Toch?

Ze keerde haar gezicht de andere kant op en sloot haar ogen. Daarmee drukte ze de tranen die zich in haar ogen hadden gevormd weg. Ze was bang, al hield ze stug vol dat daar totaal geen sprake van was. Het waren maar een paar krassen.

Maar wie hield ze nog voor de gek? Hoe langer je ergens in bleef geloven, hoe erger je zou gaan denken dat het de werkelijkheid was. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top