D R I E Ë N T W I N T I G
'Weet je zeker dat ik niet naar je toe moet komen?' vroeg Xavi bezorgd. Zijn ademhaling klonk regelmatig door de hoorn en Abigail werd er even door gehypnotiseerd. Daarna schudde ze haar hoofd.
'Nee, het gaat echt wel.'
'Oké ik vertrouw er op dat je gelijk hebt. Maar morgen kom ik echt naar je toe.'
Abigail stemde daarmee in. Er heerste voor lange tijd gênante een stilte, voordat Xavi deze verbrak.
'Ik hou van je. Bel me als je toch terugvalt. Ik zie je morgen. Take care.'
Ze legde haar telefoon weg en keek voor zich uit, voordat ze naar haar bureaustoel liep en de kleren die daar overheen hingen aantrok. Ze deed eenmaal klaar de deur achter zich dicht en liep het complex uit.
Ze zette snelle passen, waardoor de wind volop van voren langs haar heen sneed. Ze kwam langs een groot grasveld, waar verschillende groepjes met jonge mensen op kleedjes zaten. De gezelligheid dreunde door Abigails hoofd heen. Hun diepe gelach klonk hard. Ze liep snel verder naar het schoolgebouw. De lichtelijk doorbrekende zon danste op de ramen en verblindde haar even.
Ze ging het moderne Grotiusgebouw van de universiteit binnen en liep snel de trap op, die vrijwel in het midden stond en vanwaar je alle door het glas gescheiden lokalen van die verdieping kon zien. De veel licht doorlatende ramen in de bovenkant van het plafond en de een en al witte muren werkten voor het eerst sinds ze daar was geweest op Abigails zenuwen, in plaats van dat ze voor helderheid zorgden.
Aan sommige dichtgetrokken grijze gordijnen kon je zien dat er een college bezig was in dat lokaal. Abigail moest een schuldgevoel aan zichzelf onderdrukken, voor ze op de deur klopte waar de vertrouwenspersoon zich bevond.
Een rond de late veertigjarige dunne vrouw kwam naar buiten. Ze glimlachte vriendelijk. 'Hallo. Kan ik je helpen...?'
'Abigail Hester,' zei ze. 'Ja, graag. Als u nu tijd voor me heeft?' Ze krulde een mondhoek omhoog en frunnikte zenuwachtig aan de stof van haar shirt.
'Ja natuurlijk! Kom binnen.' Ze hield de deur verder voor Abigail open en stak haar hand naar haar uit. 'Ik ben Wilma Swingsel.'
De kamer was in tegenstelling tot de rest van het gebouw warm en kleurig ingericht. Er kwam niet al te veel zonlicht naar binnen, waardoor de sfeer gelijk een ander gevoel met zich meebracht. Een gelige lamp samen met een enkel raam zorgde voor genoeg verlichting.
Toen ze beiden zaten spoorde Wilma Abigail aan om te praten. 'Waarom ben je vandaag naar mij toe gekomen?'
Abigail trok haar mond open, maar sloot deze gelijk weer. Nu zie hier zo zat wist ze niet zeker meer wat ze eigenlijk bij de vertrouwenspersoon te zoeken had. Ze had helemaal geen last van seksuele intimidatie, of iets met plagiaat schending. Ze ademde diep in en uit. 'Ik...Uh...Dit zal misschien wel vreemd overkomen, maar ik ben hier om te praten over iemand anders.' Ze keek de vrouw aan, alsof ze goedkeuring om door te praten nodig had.
'Ga door?'
'Werkt u hier al tien jaar?' vroeg ze.
Wilma knikte en boog aandachtig ietwat voorover, met haar ellebogen steunend op haar bovenbenen. 'Ik werk hier al negentien jaar om precies te zijn.'
'Nou...Dan weet u ongetwijfeld wel het...Het verhaal over Rayleigh. Rayleigh de Vaal?' Ze keek afwachtend omhoog.
'Mmh mmh.' Haar gezicht vertrok voor een milliseconde. Ze wist heel goed waar Abigail het over had.
'Ik heb een brief van haar gevonden. Een zelfmoordbrief. Kende u haar?'
De vrouw knikte treurig en sloeg haar ogen neer. 'Ik was de mentor van het eerste jaar waar zij in zat,' zuchtte ze.
Ondanks dat het heftig was, vond Abigail het handig dat Wilma haar goed had gekend. Het maakte het er een stuk makkelijker op om iets over Rayleigh te weten te komen dan alleen van Ava.
'Heb je de brief bij je?'
Abigail schudde haar hoofd. 'Helaas niet fysiek. We hebben hem aan de politie gegeven. Wel heb ik een scan.' Ze opende het document en gaf haar telefoon aan de vrouw.
Ze zette haar bril op en maakte een gezicht tijdens het scherpstellen van haar blik. 'Heftig,' mompelde ze na het lezen. Ze boog voorover en gaf Abigail haar mobiel terug. 'Ik snap dat je bent gekomen om hierover te praten.' Wilma keek haar aan, het leek wel alsof ze meer over Abigail wist dan ze liet blijken.
Ze voelde zich er dan ook ongemakkelijk bij en schraapte haar keel. 'Ja. Ik wilde wat meer over haar weten. Leek ze het type om zelfmoord te plegen?'
'Waar doel je op?'
'Ik denk dat er meer aan de hand is. De hele zaak is vreemd.'
'Heb je je er in verdiept?' vroeg ze, een tikkeltje bezorgd.
Abigail besloot te liegen en schudde haar hoofd. Ze wilde niet raar aangekeken worden. Al helemaal niet door een volwassen vrouw die haar sterk deed denken aan haar moeder.
'Om terug te komen op je vraag. Nee, ik denk niet dat ze het type was om zelfmoord te plegen.' Ze slikte. 'Maar ja, het maakt niks uit wat ik denk. Sommige dingen gebeuren nou eenmaal, Abigail. Misschien kende niemand haar wel zo goed. '
Abigail knikte. Het was een alles behalve bevredigend antwoord, maar het was logisch dat de vrouw dat tegen haar zei. Het was misschien wel het meest verantwoord, uit de mond van zo een volwassene met de positie van vertrouwenspersoon. 'Ik begrijp het.'
'Mooi,' zei ze. Er viel een stilte, waar Abigail goed gebruik van maakte door na te denken wat ze nog tegen deze vrouw wilde zeggen. Deze kans zou ze niet meer krijgen. Het moment dat ze over de drempel stapte, wilde ze niet meer terug hoeven komen.
'Kunt u nog een ding voor mij doen?' Ze wachtte op Wilma's toestemming, voor ze doorsprak. 'Is het mogelijk om op te zoeken of iemand op deze school heeft gezeten?'
Ze trok een wenkbrauw op. 'Dat is mogelijk, maar dat mag ik niet zomaar tegen jou zeggen, zonder reden.'
'Maar het mag wel als hij niet op deze school heeft gezeten, toch? Dan valt deze persoon niet meer onder jullie privacy.'
De vrouw moest een glimlach onderdrukken en knikte. 'Slimme meid. Ik zal het voor je opzoeken. Om wie gaat het?'
'Denver Meerre.'
Wilma tikte wat in op haar macbook en keek Abigail vervolgens aan. Ze ging afwachtend op het puntje van haar stoel zitten van de spanning. 'Geen gegevens. Hij heeft nooit op het Radboud gezeten.'
Allerlei alarmbelletjes begonnen in Abigails hoofd te rinkelen. Denver had daar nooit rechten gestudeerd. Althans niet onder die naam. Waarom deed hij zich als iemand anders voor? Wie was hij? Hoewel ze het diep van binnen al die tijd al had verwacht, kwam de klap op dat moment toch hard aan. Even vergat ze dat ze nog in de kamer met Wilma zat. Haar adem stokte.
'Waarom wilde je dat weten, als ik vragen mag?'
Abigail kwam weer tot leven en schudde snel haar hoofd. 'Ik ben voorgelogen. Dat is alles.' Ze stond op als teken dat het voor haar tijd was om weg te gaan. Wilma stond ook op en liep voor Abigail mee naar de deur.
Toen ze elkaar een hand gaven sloot ze stevig haar vingers om die van Abigail heen. Ze keek haar doordringend aan, waardoor Abigails gevoel dat ze meer over haar wist werd bevestigd. 'Besteed deze tijd van je goed, oké? Volg je colleges en laat je niet gek maken. De studietijd tegenwoordig heeft een duidelijke limiet, dus het is zonde om die niet te gebruiken. Denk er maar eens goed over na wat je hier van wilt maken, doe het voor jezelf, alsjeblieft.' Ze liet Abigail los en opende de deur naar de gang toe. Helder licht kwam ze tegemoet. 'Hou je taai, Abigail.'
Ze knikte uit het veld geslagen en zei niets meer. Een klein bedankje rolde nog van haar tong voor ze snel wegliep. Hoe wist deze vrouw dat ze haar colleges niet meer bijwoonde? Sanna? Eerst haar moeder, en nu dit! Ze balde haar vuisten terwijl ze het rechte pad door het gras weer terug afliep naar de studentenkamers.
Toen ze langs Sanna's kamer kwam probeerde ze er expres niet naar te kijken. Ze keerde haar hoofd de andere kant op en vervloekte haar, zachtjes in zichzelf mompelend. Ze keek vervolgens recht voor zich uit, om verbaasd het laatste stukje door te lopen. Abel stond tegen haar deurpost aangeleund een stak zijn hand op, als teken van een begroeting.
'Abel?' vroeg ze verbaasd. Ze had geen idee waarom hij daar stond. Ze hadden elkaar nooit eerder buiten een feestje gesproken en ze hoopte daarom maar dat er niks ernstigs met Xavi aan de hand was. Even schoot er door haar hoofd dat ze nog naar hem wilde bellen.
'Niet schrikken. Ik wil even met je praten,' verzuchtte hij. Abigail knikte, nog steeds niet geheel wetend waarom hij nou eigenlijk was gekomen, en liet hem binnen. Tot haar verbazing stond haar deur nog open, maar ze zocht er verder niks achter. Het was vast weer door een domme fout van haar gekomen. Ze moest gewoon beter opletten.
Hij bekeek haar hele kamer. Elk detail leek hij in zich op te nemen, terwijl hij langzaam om zijn eigen as draaide om de rest te kunnen zien. Abigail hield zich stil en stond ernaast, wachtend tot hij zou spreken.
Zijn blik viel op de krassen in de muur en hij liet zijn ogen er langzaam overheen glijden. Hij fronste zijn wenkbrauwen, waardoor Abigail haar adem inhield en zenuwachtig van haar ene voet op de ander wipte. 'Dat zat er al toen ik hier in kwam. Ik heb geen idee wat het is.' Het was iets geworden wat ze standaard zei tegen iedereen die voor het eerst in haar kamer kwam.
'Vreemd,' zei hij, en hij draaide zich volledig naar haar toe.
'Klopt, maar ik denk er liever niet over na...' Ze wees op het bed. 'Ga anders zitten, zou ik zeggen.'
Hij knikte en liep met twee grote passen naar haar bed toe. Abigail pakte haar bureaustoel erbij en ging voor hem zitten, zodat ze elkaar konden aankijken. Ze zag dat hij een beetje wegzakte in haar zachte matras, maar hij er niet over klaagde. Hij had zijn benen stevig op de grond gezet voor wat meer ondersteuning.
'Waarom ben je gekomen Abel?' vroeg ze maar toen hij nog steeds niks had gezegd. Een plotselinge vermoeidheid had zich als een ongewilde parasiet op haar gevestigd. Ze wilde Abel zo snel mogelijk weer wegwerken, zodat ze kon rusten na alle inspannende dagen die ze achter de rug had.
'Je moet echt oppassen, Abigail.'
Ze keek hem verbaasd aan. 'Wat?'
'Ik wil niet stom overkomen, ik weet dat je echt gek op hem bent, maar Xavi moet niet het enige zijn dat nog overblijft in je leven... Je neemt niet eens meer de moeite om colleges te volgen! Dit is echt niet gezond.'
'Waarom beschuldig je Xavi hier nou weer van? Hij heeft daar niets mee te maken!' Het leek wel alsof iedereen tegen haar was. Het bloed werd haar alweer onder de nagels vandaan gehaald. Ze had het van iedereen verwacht. Iedereen behalve Abel.
'Er is echt iets niet goed met hem, dat hij jou er niet op wijst. Als hij echt het beste met je voor had zou hij je wel hebben verplicht om de colleges te volgen. Xavi is mijn vriend, ik weet het, maar jij bent beter dan hem. Ik wil niet jou verpest zien worden door zijn toedoen, Abigail. Daar ben je echt een te goede meid voor! In de twee keer dat ik je heb gezien ben je veranderd. Van de ene op de andere dag was je niet meer hetzelfde meisje waar Xavi mij voor het eerst aan had voorgesteld.'
Abigail stond versteld van zijn woorden. 'Laat ons gewoon met rust! Waarom is dat voor iedereen zo moe- Wacht eens even! Heeft Sanna jou gestuurd? Is dat het? Zijn jullie nu samen?' Ze schudde haar hoofd, terwijl een schamper lachje haar liepen verliet. 'Aha, ik zie het al.'
'Ja, Abigail. We hebben een relatie. Eerst had ik hier,' hij wees naar zichzelf en toen naar Abigail, 'helemaal geen zin in. Echt niet. Maar nu ik jou hier zo zie snap ik Sanna en haar zorgen wel. Dit gaat echt niet de goede kant op. Waarom kan je dat niet inzien? Wat is er zo belangrijk dat dát al je tijd en aandacht vraagt?'
Abigail schudde haar hoofd en stond op. 'Ik trek het echt niet meer. Zeg tegen die bitch van je dat ze haar neus niet in andermans zaken moet steken. En jij al helemaal niet!'
'Oké, prima. Als dit is wat jij wilt.' Hij liep op Abigail af en prikte een keer zacht in haar schouder met zijn wijsvinger. 'Maar ik heb je gewaaschu-'
Hij werd onderbroken door de piepende deur die openging. Beiden keken ze er tegelijk naartoe. Geschrokken zette Abel een stap verder van Abigail af.
'Wat is hier nou weer aan de hand? Abel? Abigail?' Een verbaasde Xavi stond in de deuropening en keek ze een voor een aan.
'Ik moest wat van Sanna aan haar doorgeven. Ik was net van plan om te gaan,' reageerde Abel snel. Hij gaf Abigail een korte veelzeggende blik voor hij rustig de deur uit liep, richting Sanna's kamer.
Abigail trilde nog na van de spanning en keek voorzichtig haar vriend aan. Zijn blik stond bezorg en ze voelde zich daardoor nog slechter dan het al was.
'Oké en nu de waarheid. Ging alles wel helemaal goed daarnet? Je ziet bleek!'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top