Onzichtbaar

Leuk als je mijn boek leest, Ik heb het zelf bedacht, maar met veel dank aan de tv serie alarm für cobra 11. Het is eigenlijk een Duiste serie, maar omdat ik te lui ben om alles in het Duits te moeten vertalen, ik ben daar ook niet bepaald goed in, heb ik besloten om het gewoon in het Nederlands te doen. Soms staat er wel bij dat diegene iets in het Nederlands zegt. Maar dat staat er. Dus heel veel plezier met lezen.
------------------

(Isa)

Ik word meegesleurd door bewakers. Ik kijk opzij. Ik zie Semir, Paul, Ben, Axel en Vanessa langskomen. Ik word in een cel gegooid waar ik alleen zit. Ik ga op mijn bed zitten. Ik knip een keer in mijn vingers en ben onzichtbaar. Na een paar minuten komt een bewaker kijken. Ik glip mijn cel uit en ren overal langs. En maak een kaart in mijn hoofd. Nadat ik alles voorbij ben ren ik terug en teleporteer terug in mijn cel. Ik knip in mijn vingers en ben weer zichtbaar. Er komt weer een bewaker langs en hij grinnikt. "Blijkbaar had die gek ongelijk. Ze is hier gewoon. Wil je misschien een krijtje? Graag." Hij gooit hem en ik begin de kaart te tekenen. Alleen ik snap er wat van. Ik kijk op als ik langs mij een deur hoor opengaan. Ik sta op en kijk. Iedereen gaat eruit. Alleen mijn cel blijft dicht. Er komt een bewaker. Hij komt bij mij staan. De rest kijkt naar mij. "Je mag eruit maar je krijgt alleen eten geen grapjes." Zegt de bewaker. "Best." Antwoord ik bot. "Maar hoe wil je ervoor zorgen dat ik niet met mijn vrienden praat?" Vraag ik de bewaker. Hij kijkt me aan. "Daar hou je je aan, anders doen we vervelende dingen." Zegt hij met een duivelse grijns. "Best." Reageerde ik weer. De deur gaat open en ik loop naar onder. Ik zie een tafel in de hoek staan. Ik haal mijn eten en ga daar eten. Ik kijk op als er iemand voor mij staat. "Zo lekker alleen? Ja wat moet je?" Hij kijkt mij aan. Hij gaat met zijn hand naar mijn shirt. Ik zie dat Paul word tegengehouden door Semir. Ik pak zijn arm. En draai hem op zijn rug. Ik schud mijn haar naar achter. Ik ga naar zijn oor. "Als je dat nog een keer probeerd of dat iemand anders het probeert. Of als je mijn vrienden niet met rust laat. Dan zweer ik dat het meer dan een gebroken arm word. Wat? Ja." Ik duw de arm verder naar boven en hoor hem breken. De man valt op de grond van de pijn. Ik ga zitten en eet alles op. De man staat halverwege op. Als ik klaar ben staat er een bewaker achter mij. "Lekker bezig van zijn arm. Ach. Ik hou er niet van dat iemand denkt dat hij alles kan. Je hebt het dus ook over bewakers? Ja. Maar niet over jou Thomas. Jij bent aardig. Breng me maar terug." Ik loop weg en voordat ik mijn cel inloop roep ik naar onder: "Voedselgevecht!!" Het begint gelijk. Thomas kijkt mij aan. "Wat? Jij bent slim. Wanneer ga je ontsnappen. Ik zat eraan te denken om het te doen als ze me niet meer zo in de gaten houden. Dat is over een week. Inderdaad. Misschien dat je hier je eten moet krijgen. Doe maar." Ik stap naar binnen. Zo gaat het bijna een week. Ik zit de hele tijd in mijn cel en krijg mijn eten. Ik zie de anderen langskomen. In de laatste dag van de week komen er soms bewakers kijken bij mij. En ik speel vaak met mijn krachten. Dan hoor ik iemand roepen. Ik sta met een ruk op als ik de stem van Ben herken. Thomas maakt mijn cel open. "Wat is er aan de hand? Je vrienden zijn aan het vechten. Ik zal wel helpen." Ik kijk naar onder en voordat Thomas iets zegt spring ik zo naar onder. Ik spring elke keer naar de rand. Ik kijk bij de laatste keer en richt op de man die Ben heeft gevloerd. Ik spring op zijn rug. Ik kom erop en begin te lachen. Hij probeert mij eraf te halen. Ik spring eraf. En de man die de gebroken arm heeft slaakt een gil. "Zij is dat. Je moet ophouden. Ja hou op. Mijn vrienden moet je beter geen pijn doen." Ik draai me om maar word beetgepakt en word weggegooid. Ik kom tegen een tafelpoot aan. Ik ga naar mijn hoofd en voel het bloed. Maar het geneest al. Ik sta op en ren op hem af. Ik duw hem omver. Pak zijn arm. En hou hem zo op de grond. Thomas komt naar mij toe maar krijgt mij er niet vanaf. De man probeerd weg te komen. Maar dat lukt niet. "Oke oke genoeg. Je doet me pijn. Isa." Ik kijk op en mijn vrienden kijken mij aan. Ik sta op. En duw de man richting zijn vrienden. Ik draai me om. Ik kijk naar boven. En spring zo naar boven richting mijn cel. Ik kom boven en kijk naar onder en zie iedereen kijken. Ik maak mijn cel open en ga erin. Ik sla hem dicht. Ik ga op mijn bed zitten. Ik ga liggen. En blijf zo liggen. Maar ik zie de hele tijd iemand komen. Dus ik draai mijn kussen naar de muur.

Ik blijf zo liggen. (Ze valt in slaap.)
En zo gaat het best lang door. Ik krijg vaak zat te eten in mijn cel. En ik gebruik mijn krachten. Op sommige dagen krijg ik van Thomas te horen dat ze minder over mij praten. Maar mijn vrienden altijd wel iets aan het doen zijn. Ik zie vaak dat de muur van mij eigenlijk stuk is. Na een paar weken hoor ik langs mij dat ze de hoop opgeven. Maar ik niet. Alleen Thomas komt nog eten brengen. Het is tijd voor mijn ontsnappingsplan. Als Thomas mijn eten komt brengen zijn alle bewakers beneden. En mijn vrienden moeten ook blijven zitten. Dus ik weet dat ze niet op ons letten.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top