(Isa)

Ik spring op als er een bewaker komt. Hij maakt de deur open en ik loop mee. Ik ga aan mijn tafeltje zitten. De man met de gebroken arm komt bij mij zitten. Ik kijk even naar mijn vrienden. Maar die zijn er niet. "Je wilde me spreken?" Vraagt hij verbaasd. "Ja. Ik ben van plan om een keer hier te ontsnappen. En jij bent dan voor mijn vrienden en ik een afleiding." Leg ik uit. "Oké. Wat zou ik dan moeten doen en wat is mijn teken?" Vraagt de man een beetje verbaasd. "Je ziet die deur daar toch?" Ik wijs naar de grijze deur. "Ja?" Zeg hij verbaasd. "Die moet je openen en alles eruit pakken. Ik wil dat er een opstand komt." Leg ik uit. "En de bewakers het hier dan te druk hebben." Vult hij mij aan. "Juist. Wat is mijn teken?" Vraagt hij. "Over een paar weken kom ik mijn cel niet meer uit en krijg ik daar te eten. Jij kijkt gewoon elke keer naar boven. En als Thomas als enige komt. En mijn vrienden ook niet meer beneden mogen komen. En dan de tweede dag of later. Dan kijk ik naar onder. En als dat zo is. Dan ga je het doen." Leg ik rustig uit. "Dus ik moet op een bewaker letten. Welke?" Vraagt hij een beetje verbaasd. Ik wijs naar Thomas die mijn kant op komt. "Goede keus." Zegt hij prijzend. "Dankje. Goed. Misschien dat Thomas wel voor wapens kan zorgen. Daar zal ik het over moeten hebben met hem. Maar heel erg bedankt." Zeg ik. "Je hebt jezelf echt bewezen hoor. Je komt voor je vrienden op. Ookal mag je niet met hun praten." Zeg hij een beetje meelevend. "Dat is het moeilijkst." Zeg ik een beetje bot. "Ik weet het." zegt hij ontwijkend. "Nou ga. Mijn vrienden komen zo." Zeg ik bot. "Is goed." Hij staat op en loopt weg. Thomas komt bij mij staan. "Zorg jij ervoor dat je altijd vier wapens bij je hebt als je eten bij mij moet brengen? En dat je dat alleen moet doen?" Vraag ik. "Is goed. Je weet waar je eruit kan?" Vraagt hij. "Ja. Mijn cel kan ik beter niet doen. Valt te veel op." Zeg ik een beetje boos." Inderdaad." Ik kijk langs Thomas. "Je moet gaan mijn vrienden komen. Volgens mij is je weekse douche aan de beurt." Zeg Thomas lachend. "Bagger." Zeg ik boos. Ik sta op en loop naar de douches. Ik blijf zo staan dat ik alles hoor. Als ik klaar ben loop ik terug naar mijn cel en ga in bed liggen. "Isa je mag bezoek hebben van de baas." Zegt Thomas bot. "Wie?" Vraag ik lief. "Je vrienden." Antwoord Thomas iets aardiger. Ik kijk met een ruk op. "Wie wil je dat er komt?" Vraagt Thomas. "Paul." Zeg ik blij. "Goed ik zal hem halen." Zegt Thomas terwijl hij bijna weg wil lopen. "Wacht." Zeg ik smekend. Thomas komt terug. "Zit hier ook ene Alex Brandt toevallig?" Vraag ik nieuwsgierig. "Ja hoezo?" Vraagt Thomas nieuwsgierig. "Ik wil hem ook zien." Zeg ik haast smekend. "Hij is een bewaker, Isa." Zegt Thomas streng. "Dan nog ik ken hem." Zeg ik weer. "Goed. Maar eerst krijg je Paul te zien. Ik zal Alex dan gaan zoeken." Zegt Thomas verslagen. "Fijn." Antwoord ik blij. Thomas loopt weg en ik ga op mijn bed zitten.