Hoofdstuk 11

Ik word wakker in een bed en met een suf hoofd kijk ik de kamer rond. Wat is er gebeurd? Ik kan me niks meer herinneren, wat er nou eigenlijk precies is gebeurd.

Voorzichtig ga ik recht op zitten en bekijk de kamer. Ik kom tot de ontdekking dat het mijn eigen kamer is en ik stap van het bed af. Zachtjes loop ik op mijn tenen naar het nachtkastje, waar mijn telefoon ligt. Ik pak hem er vanaf en sluip zachtjes verder naar de deur toe.

Zachtjes leg ik mijn rechterhand tegen de deur aan en geef een duwtje, om te kijken of die open staat op een kiertje. En ja hoor, hij gaat met een krakend piepend geluid open en ik zet een voet buiten de deur. Meteen kraakt de vloer onder die voet en van schrik trek ik hem terug. Ik hou mijn adem in en wacht eventjes, of niemand iets heeft gehoord.

Na een poosje hoor ik niemand en zet mijn voet weer neer. Stilletjes zet ik mijn volgende voet ook buiten de deur en sta ik in de gang.

Ik kijk snel op mijn telefoon en zie dat het 07:13uur is. Mijn hart slaat een slag over, als ik ineens iets hoor en automatisch hou ik mijn adem weer in. Ik hoor hoe het geluid alweer afsterft naar beneden toe en ik haal weer adem. Wat een geluk!

Zachtjes loop ik door de gang en loop richting de trap. Wie of wat was dat? Ik zet een voet op de eerste traptrede en zet vervolgens mijn andere voet op de traptrede er onder. Zo ga ik verder naar beneden, totdat ik ineens iemand hoor hoesten.

Opnieuw stop ik met lopen, maar blijf dit keer wel adem halen. Het is niet goed voor me, om mijn adem in te houden. Anders dan val ik dalijk flauw en donder ik naar beneden. Mijn hart gaat sneller kloppen en snel leg ik er een hand op, omdat ik bang ben dat de persoon dalijk mijn hart ineens hoort kloppen.

Na een poosje houdt het hoesten op en met een benauwd gevoel loop ik verder naar beneden. Mijn hart bonkt tegen mijn ribbenkast en ik ben bang dat die er dalijk uit springt. Ik hijg zwaar van de vele inspanning.

Dan kom ik beneden in de gang aan. Het is hier aardedonker en voetje voor voetje schuifel ik naar een deur, die op een kiertje staat. Er schijnt een streepje licht de kamer uit en stilletjes sta ik stil achter de deur te luisteren.

Ik hoor iemand mompelen, dat die het warm heeft en enorm veel dorst. Dan hoor ik denk ik een koelkast open gaan en hoor wat gerommel. Even houdt het op, maar dan hoor ik dat de koelkast dicht wordt gedaan.

Opeens moet ik nodig niezen en snel hou ik mijn elleboogholte (arm) voor mijn mond en probeer het te dempend.

Zo klinkt dat👇🏻

https://youtu.be/bfu8Sk73-f0


Ik schrik even van mezelf, maar herstel me zelf. Aan de andere kant van de deur is het behoorlijk stil, dus kennelijk heeft de ander persoon mij gehoord.

Niet lang daarna hoor ik iemand naar de deur toe komen lopen en de deur wordt met een ruk open getrokken. Ik schrik ervan en stap gelijk achter uit, maar struikel over mijn eigen voeten.

'Owh, jij bent het. Ik schrok me dood, wat deed je nou eigenlijk?' vraagt James aan me.

Ik grinnik om mezelf hoe klungelig ik weer op sta, maar ook tegelijkertijd grinnik ik om hoe ik nieste.

'Ik moest niezen.' zeg ik zelfs lachend en James schiet ook in de lach.

'Dan heb je wel een hele aparte nies. Het klonk alsof iemand de hik had!' lacht James en ik schiet nog verder in de lach.

'Ik ben ook apart!' lach ik en hoor iemand naar beneden komen. Vast en zeker Joan, die wakker is geworden van ons gelach en van mijn komische nies.

'Kan dat wat zachter?' vraagt Jason, die inderdaad naar beneden kwam.

'Nee, want ik moest heel hard niezen!' lach ik en lach steeds harder, waardoor ik steeds meer adem te kort heb.

Ze zucht en probeert de kamer in te lopen, terwijl James en ik in de deur opening staan te lachen. Dit voelt zo vertrouwt, maar waarom? Zou ik vandaag mijn verhaal proberen te vertellen aan hun over mijn moeder?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top