Hoofdstuk 11
Ineens klinkt er een harde knal. Ik kijk op en zie hoe Eldon Berghoef door zijn knieën zakt. Zijn ogen kijken me geschrokken aan.
'Je- je- hebt me- ver- vermoord,' stamelt hij en valt dan dood neer.
Verward kijk ik naar mijn wapen, maar die is altijd naar de vloer gericht. Ik ben het niet geweest.
'Abby,' zegt de andere man, die nog altijd aanwezig is in de gang.
'Wie bent u?', vraag ik geschrokken aan hem.
'Ik- ik- ik ben je vader!' roept hij naar me en rent dan op me af.
Hij slaat zijn armen om me heen en trekt me ineen omhelzing.
'Maar hoe?', vraag ik verward.
'Wat wil je zeggen lieverd?', vraagt hij aan me.
'Hoe kan jij hier zijn? Waarom ben je me nooit wezen zoeken?', vraag ik aan hem.
'Uit onderzoek van je verdwijning is uitgekomen dat je als baby bent ontvoerd door Eldon Berghoef,' vertelt hij.
'Onderzoek? Baby? Ontvoerd?', vraag ik verward.
Achter me hoor ik Carlito kreunen van de pijn. Ik durf me nu wel om te draaien en zie tot mijn schrik dat er in zijn been is geschoten.
'Wacht even... Carlito Clayton?', vraagt mijn vader aan hem.
Carlito knikt.
'Heb jij Abby gevonden?', vraagt hij verbaasd.
'Ja, we moeten weg hier. Ik- ik heb-.' Hij is nog niet uitgesproken of hij verliest zijn bewustzijn.
'Hij moet geholpen worden. Kom aan pap,' zeg ik dan en zie hoe mijn vader hem optilt.
Beneden wil ik naar de kelder toe lopen, maar ik realiseer me dat dat nu niet handig is met Carlito's verwonding. Ik open de voordeur en hou de deur voor mijn vader open.
'Ben je wel echt mijn vader?', vraag ik dan toch nog voor de zekerheid.
'Ja, lieve Abby. Ik ben uiteindelijk op zoek gegaan naar je,' antwoordt hij.
'Hoe ben je bij Eldon Berhoef terecht gekomen?', vraag ik door aan hem, terwijl we ons naar de paard van mij en Carlito begeven.
'Hij wou me helpen om jou te vinden, maar hij wist niet waar hij moest beginnen. Ondanks hij erg gevaarlijk was, had ik geen andere keus en besloot ik bij hem in het krijt te staan. Totdat ik jou net zag en besloot hem neer te schieten. Hij wou jou ontwapenen, door je te dwingen om je wapen neer te leggen. Het was al helemaal de druppel toen hij op je voet schoot,' vertelt hij.
Ik maak Carlito's paard los, zodat mijn vader zijn paard kan bestijgen. Daarna maak ik mijn paard los en bestijg hem ook, maar wel met meer moeite. Ondanks mijn voet ontzettend zeer doet en heftig bloed, heb ik heen keus. Zowel Carlito, als ik moeten vlug weg hier en naar een plek worden gebracht waar we verzorgd kunnen worden. Carlito hangt bewusteloos tussen de teugels en mijn vader in.
'We moeten snel zijn. Zijn wond kan dodelijk zijn,' zegt mijn vader en ik knik. We sporen allebei de paarden aan en met mijn vader voorop rijden we naar waarschijnlijk het dichtstbijzijnde dorp.
We zijn ongeveer een halfuurtje onderweg en komen al gauw bij een dorp. Op een bord langs de weg staat: Gramblits. Zodra we in het dorp komen stoppen we voor een kleine ziekenhuis. Mijn vader springt meteen van het paard af en rent het ziekenhuis binnen. Ik spring ook van mijn paard af, maar zak door mijnbenen. Mijn voet begint plots heftig te bloeden, nog erger dan net.
'Abby?', vraagt iemand achter me. Het klinkt als een vrouwenstem.
Ik draai me eigen om, terwijl ik op de grond zit. Er staat een vrouw in een deuropening.
'Pardon, hoe kent u mij?', vraag ik aan de vrouw.
'Ik ben je moeder lieve Abby,' zegt ze dan als antwoord. Ze rent daarna op me af en gaat door haar knieën om me te kunnen omhelsen. Ze slaaf haar armen om me heen. Ik word in een knuffel getrokken, terwijl ik verbaasd ben.
'Ben je je vader al tegen gekomen?', vraagt ze aan me.
'Ja, hij is met Carlito het ziekenhuis in gelopen,' antwoord ik en ze kijkt me verbaasd aan. 'Carlito heeft me ooit gered en euh... ik vind hem leuk. Al sinds ik hem goed ken.'
'Wacht even, heb je het toevallig niet over Carlito Clayton?', vraagt ze verrast aan me.
Ik knik met mijn hoofd en laat haar los.
'Nee joh, heb je het al tegen hem gezegd?', vraagt ze door.
'Nee, maar ik denk dat ik dat nu wel moet doen,' antwoord ik.
'Alleen de paarden moeten naar de paardenstal en ik kan iet lopen,' zeg ik tegen haar en kijk wanhopig naar mijn voet. Mijn schoen ziet er aardig vies uit met bloed. 'Soof, help! Kan je de paarden naar de stal brengen?', vraagt ze en wenkt een vlknde vrouw.
Ze komt aangelopen, antwoordt met "ja" en pakt de teugels vast, waarna ze de paarden naar een paardenstal leidt.
Mijn moeder helpt me voorzichtig overeind en helpt me het ziekenhuis binnen.
'Abby, Carlito wordt al geholpen,' zegt mijn vader die in de wachtkamer met zijn gezicht naar de deur zit te wachten.
'O god zij dank, overleeft hij het?', vraag ik aan hem.
'Dat durven ze nog niet te zeggen,' antwoordt hij.
'Ik heb trouwens ook hulp nodig. Is er een mogelijkheid dat iemand mij nu vlug ook kan helpen?', vraag ik aan hem en ga vlug naast hem op een stoel zitten.
Hij lijkt te schrikken.
'Nog een gewonden patiënt!' roept hij en niet veel later komt er iemand aanrennen.
'Kom mee, dan verzorg ik je voet,' zegt de dokter.
Ik knik goedkeurend en duw mezelf voorzichtig omhoog, op mijn benen. Er schiet een pijnscheut door mijn voet en ik zak meteen naar beneden.
'Voorzichtig lieverd. Ik loop wel met je mee. Wacht jij hier, Olaf?', vraagt mijn moeder aan me.
'Natuurlijk. Ik zie jullie zo,' antwoordt hij.
Samen met de dokter voorop en mijn moeder naast me loop ik naar een behandel kamer.
Zodra ik geholpen ben en terug aankom in de wachtkamer, neem ik werr plaats op de stoel naast mijn vader. Mijn moeder komt naast me aan de andere kant van mijzitten. We wachten, totdat we naar Carlito mogen.
'Olaf, Abby en Britta Sutherland, jullie mogen naar Carlito toe. Het is goed gegaan,' zegt een vrouw tegen ons.
Voorzichtig sta ik op en loop zo voorzichtig mogelijk dat ik kan naar de kamer, waar Carlito ligt. Mijn ogen stralen zodra ik Carlito wakker zie liggen.
'Hey Carlito,' begroet ik hem.
'Hey Abby,' groet hij terug.
Ik loop naar hem toe en geef hem een knuffel. 'Carlito, ik moet je iets bekennen,' zeg ik tegen hem, tijdens de knuffel.
'Vertel?', vraagt hij nieuwsgierig.
'Ik heb het gevoel eigenlijk nog nooit gehad, dus wist ik ook vaak niet hoe ik met die gevoel om moest gaan. Maar ik ben verliefd op je, ik vind je leuk,' vertel ik hem.
'Kom hier, Abby,' zegt hij en tilt zijn hand op, die hij op mijn achterhoofd legt. Hij duwt mijn hoofd naar zijn gezicht toe en dan raken onze lippen elkaar.
Er ontploft een bom vol vlinders in mijn buik en ik verschiet van kleur. Het voelt fijn en vertrouwt aan. Achter me hoor ik mijn ouders in hun handen klappen.
'Carlito!' roepen twee mensen. Ik hoor hun binnen stormen, maar algauw hoor ik nog twee mensen in hun handen klappen.
Even later laten we elkaar los en kijken we elkaar aan.
'Ik hou van je,' zeggen we tegelijkertijd tegen elkaar.
We geven elkaar een laatste kus en dan draai ik me eigen om. Zijn ouders en mijn ouders staan in de kamer in hun handen te klappen. Het voelt fijn om te weten wie mijn ouders zijn. En Carlito maakt mijn gevoel helemaal af.
'Lieve Abby,' begint hij dan.
Ik kijk weer naar Carlito. 'Ja?', vraag ik aan hem.
'Wil je mijn vriendin zijn?', vraagt hij dan.
'Ja, natuurlijk lieve Carlito,' antwoord ik enthousiast.
'Kom hier,' zegt hij en opnieuw kussen we elkaar.
Nou is mijn hele leven weer compleet. Ik ken mijn familie en ik heb een vriendje. Er is niks meer dat ik nog mis. En het oude leven als cowgirl? Dat heb ik opgegeven. Het enige wat ik nog wil is een perfect rustig leven en kinderen met Carlito. Alleen dat is mijn droom. Niks hoeft meer anders te zijn. Dit is het beste wat ik voel en ken.
Einde!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top