hoofdstuk 17

Het is erg vroeg in de ochtend. Kreunend komt Anne overeind. Ze heeft nauwelijks geslapen. Vooral niet omdat ze de hele tijd aan Ray en Salem dacht. Anne werpt een blik op haar medegevangenen. Zij slapen nog. Machteloos laat Anne zich op haar matras vallen. Hoe laat zou het zijn? In elk geval vroeg in de ochtend. Anne denk aam haar broer(tje). Hij zal zich vast zorgen maken om haar. Ze denkt dat de politie in ieder geval is gebeld. Waarschijnlijk zijn ze het huis van Johnny binnengevallen en vonden niemand. En nu zit Anne ergens in het Nederland van 2050. Ze verlangt naar vroegere tijden. Naar de tijd waarin ze nog gelukkig was met haar vader, moeder, broertje en haar vriendinnen. 'Misschien was ik beter af in de hemel,' denkt Anne. Piekerend blijft ze op haar matras liggen. Ondanks alle zorgen weet ze toch wat slaap te pakken.

Enkele uren later gaat de deur open alsof er een bom ontploft. Anne, Sam en Quinten schieten alle drie geschrokken overeind. Er staat een potige man van ongeveer veertig in de deuropening. Achter hem staan de mannen die achter de ontvoeringen van hun jonge gevangenen zitten. 'Wake up!' schreeuwt de man, 'we don't have the hele day de tijd!' Twee mannen lopen de cel in. De ene pakt Sam en de andere Quinten. Daarna loopt Johnny op Anne af. Hij pakt haar bij haar arm. Met z'n drieën worden de gevangenen naar een grote hal gebracht. Het is een hele wandeling. 'Au, je doet me pijn,' zegt Sam boos tegen haar bewaker. Ze probeert zich los te wurmen uit de stevige armen die haar tegenhouden. De bewaker probeert haar uit te schaken door middel van een apparaatje dat elektrische schokken afgeeft. 'Sam, je maakt het alleen maar erger,' zegt Anne. Johnny brengt zijn hand naar haar mond. Krachtig perst Anne haar lippen op elkaar. Wie weet hoe vaak deze crimineel zijn handen wast. Quinten loopt stilletjes met zijn ontvoerder mee. Hij snapt ook dat het geen zin heeft om tegen te stribbelen. De gevangenen worden naar een klein zaaltje gebracht. Misschien nog kleiner dan de klaslokalen bij Anne op school. Sam mag als eerste naar binnen. Al snel volgen Anne en Quinten met hun ontvoerders. 'Wat gaat hier gebeuren?' vraagt Anne angstig. 'We worden vermoord!' roept Quinten. Luid sissend houdt zijn ontvoerder zijn wijsvinger tegen zijn mond. De deur sluit achter hem. Anne hoort goed hoe de deur op slot gaat. Ze checkt de omgeving grondig op geweren en andere voorwerpen waar je mensen mee kunt vermoorden. Sam en Quinten worden naar hun stoel begeleid. 'Rustig aan,' zegt Sam. 'Ik ga al zitten.' Quinten en Anne komen links en rechts van haar te zitten. De crimimelen trekken zich achterin het zaaltje terug. Anne is in de war omdat ze niet weet wat er gaat gebeuren. Ze bereidt zich voor op het ergste. In het afgesloten zaaltje kunnen de criminelen gewoon hun gang gaan. Haar lotgenoten zitten stil op hun stoel en proberen om rustig te blijven. Wat zou er in hun hoofden omgaan?

Een kwartier lang is het stil. Anne zakt weg in haar dagdromen. Het enige wat haar op de been houdt in deze hel. Plotseling gaat de deur met geweld open. 'Laat ons met rust!' smeekt een hoge vrouwenstem. Anne kijkt geschrokken achterom. De vrouw probeert een crimineel een pijnlijke trap in zijn onderste te geven, maar hij is te sterk. Ze belandt met haar gezicht tegen de vloer. Tien andere jonge mannen en vrouwen volgen na haar. De meeste van hen zijn ongeveer rond dezelfde leeftijd als Anne of ouder. Op die ene vrouw na verzet niemand zich. Een stevige jongeman neemt plaats op de stoel naast Anne. 'Zijn jullie ook cryonauten?' vraagt Sam. Niemand geeft antwoord. Iedereen is in doodse stilte. Bang voor de onzekerheid die dit zaaltje geeft. 'Worden we nu vermoord?' vraagt Quinten. Het meisje achter hem haalt haar schouders op. Geen enkele gevangene weet wat hem of haar te wachten staat. Niemand weet of zijn of haar leven hier eindigt. Opeens verschijnt er een hologram voorin het zaaltje. Alle gevangenen kijken verbaasd op. 'Dear prisoners,' zegt een onherkenbaar figuur. Aan de stem te horen is het een man. 'I heet jullie welkom in Criminal Capital. Are you Nederland ook zo zat? We have the oplossing. You will join the building of a rocket die heel Nederland can vernietigen.' 'Dit is illegaal!' roept een donkerharig meisje boos. 'We kunnen de politie zo bellen.' 'The police doesn't know where we zitten,' gaat de stem verder. 'Calling them is zinloos. You build the rocket and you are free om te gaan.' Iedereen kijkt verbaasd op. Anne is boos op die gestoorde criminelen. Ze gebruiken haar, Sam en Quinten en al die andere om mee te helpen aan de vernietiging van het land. Dat zal het einde betekenen van Ray,
Luke, Jennifer, Marty en alle andere Nederlanders. Het einde van de molens, tulpen en al dat andere moois dat alleen Nederland kan bieden. Anne vindt dat er niets meer over is van het land dat zij kent. Alles lijkt nu op Amerika. 'The rocket will een tsunami veroorzaken,' gaat de stem verder. 'The whole Netherlands komen under water te staan. We vluchten to Germany.' Dan wijst de onbekende man naar de gevangenen en zegt: You are the future!' Daarna verdwijnt de hologram. Iedereen is radeloos. Ze beseffen niet wat ze zojuist gehoord hebben. Een kar met eten komt het zaaltje binnen. Dat werd tijd. Annes maag schreeuwt om eten. Iets wat ze niet heeft gehad sinds ze wakker werd. Eerst krijgt de achterste rij eten. Anne, Quinten en Sam hebben de pech dat ze vooraan zitten. 'Ik heb honger,' kreunt Sam. Haar voorhoofd rust tegen de rand van de tafel. Quinten leeft helemaal op als hij zijn bord krijgt. Hij neemt een slok van het glas melk. 'Getver, dit is karnemelk,' zegt hij met een zuur gezicht. Anne begint aan haar brood. Er zit zure kaas op. Toch overwint de honger van de afkeer naar zure zuivelproducten.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top