Deel 6
Narcissa's leven ging helaas daarna door zoals normaal. Ze was weer alleen in huize Malfoy met Lucius soms hij haar.
Regelmatig waren er dooddoener meetings, en Voldemort had plannen gemaakt voor een eindstrijd tegen Dumbledore op Hogwarts. Geen datums werden geplaatst natuurlijk, maar Narcissa was op haar hoede voor elk kleine beetje informatie.
Ze kreeg later diezelfde dag een brief, en was verbaasd om te zien dat hij van Lucy kwam.
"Narcissa liefje.." mompelde Lucius terwijl hij zijn armen rond haar nek sloeg en Narcissa de brief snel verbrandde. "Waar ging de brief over?" Vroeg hij terwijl Narcissa de restjes as van haar schoot afveegde. "Oh een onzin brief van een modderbloedje die me uitnodigde voor de thee thuis. Blijkbaar zat ze bij mij in de klas." Zei ze ongeïnteresseerd waarna Lucius haar hoofd omhoog bewoog en een kus op haar lippen drukte. Zijn adem rook naar alcohol.
Narcissa glimlachte zwak tegen de geur in en klopte zacht op de plaats op de bank naast haar. "Kom je even met me zitten? Ik moet over een half uurtje weg voor mijn afspraak." Zei ze terwijl hij haar vragend aankeek. "Afspraak?" Vroeg hij terwijl ze knikte. "Ja Lucius, ik moet naar de kapper vandaag. Ik heb het je gisteren nog verteld, was je het al vergeten?" Vroeg ze terwijl ze de paniek in zijn ogen zag en zwak glimlachte.
"Nee! Nee. Natuurlijk niet. Zal ik je wegbrengen anders?" Vroeg hij waarop Narcissa zacht haar hoofd schudde. "Liefje dat gaat toch niet? Jij hebt de afspraak op het ministerie." Zei ze terwijl hij een oh gezicht trok. Ze betwijfelde of hij maar drie glazen alcohol ophad.
"Oh. Eh, nou ja. Ik houd je dan niet langer bezig. Ga maar snel naar de kapper toe dan." Zei hij waarop Narcissa knikte en opstond. "Tot vanavond Lucius."
"Tot vanavond Narcissa."
En ze was de deur uit.
Ze relaxte haar schouders en verdwijnselde naar huize Potter, benieuwd naar wat Lucy haar wilde vertellen.
Ze klopte op de deur die werd geopend door Alex. Hij keek haar kort aan, knipperde even, en stapte toen weg uit het deurgat waarna Narcissa in stilte naar binnen liep.
"Hallo iedereen." Zei ze terwijl Lucy glimlachte en haar een knuffel gaf. "Hey Narcissa. Kom zitten, wil je iets te drinken of eten?" Vroeg ze terwijl Narcissa haar hoofd schudde. "Nee hoor, dankjewel." Zei ze terwijl James haar bestudeerde.
"Wat heb je Lucius verteld?" Vroeg hij waarop Narcissa's blik versteende en ze hem geïrriteerd aankeek. "Ik heb een afspraak bij de kapper. Hoezo?" Vroeg ze terwijl hij zijn handen in de lucht stak. "Ik val je niet aan, rustig. Ik vraag het alleen maar." Zei hij waarna ze haar ogen rolde.
"Maargoed," brak Lucy de stilte terwijl ze in haar handen klapte. "Narcissa Parker heeft een voorspelling gemaakt over het einde van de oorlog." Zei ze terwijl Narcissa haar ongelovig aankeek.
"Weet je dat heel zeker Lucy?" Vroeg ze sceptisch terwijl Lucy knikte.
"Zeven voorwerpen die zijn ziel heel maken, het leven wordt en potje van dodelijk schaken. De ketting die niet meer bestaat, een dagboek vol met kwaad. Een drankje van goud bestaand, een diadeem in de plaats altijd wel stilstaand. De ring die zijn vinger altijd draagt en de slang die wordt gejaagd. De ziener, de lynx, de kat, de ijsprinses, het broertje en de ster, de zeven zonder hulp schoppen het niet ver. Plaatsen van de voorwerpen zijn verspreid, de tijd tikt snel, tot de eindstrijd. Komen zal hij gauw, voor het meisje met de ogen van blauw. Allen bij elkaar staan ze sterk, maar het is niet zomaar klaar. De ziener zal moeten doen wat hij gezworen had dat hij nooit zou, maar het broertje neemt de keuze en blijft de belofte niet trouw. Vechters zullen vallen en veel, De ziener vindt een zwaard tegen zijn keel. Het is een lang verhaal, dat is waar. Maar ik weet bijna zeker dat het over het einde van de oorlog gaat." Zei ze waarop Narcissa zwak knikte, de woorden inzinkend in haar buik.
"Waar is Percy?" Vroeg ze terwijl ze opstond en Lucy fronste. "Boven met Andrew. Hoezo?" Vroeg ze terwijl ze ook opstond en Narcissa de trap opliep, Lucy achter haar aanlopend.
"Derde deur rechts." Zei Lucy terwijl Narcissa op precies die deur begon te kloppen en Percy opendeed. "Percy! Ik wil Alyssa zien!" Riep ze terwijl Andrew verbaasd opkeek en naar Percy keek. "Heeft ze een graf?" Vroeg hij terwijl Percy's wangen rood werden en hij zijn hoofd schudde. Lucy gaf hem een puntige blik en trok haar wenkbrauwen op.
"Was ze wel bij Parker?" Vroeg ze terwijl Percy achteruit de slaapkamer inliep en Andrew zijn arm vastpakte. "Ik dacht dat ze dood was?" Vroeg hij terwijl Percy zijn mond opende om iets te zeggen maar er geen geluid uitkwam.
"Heb je het niet eens aan Andrew verteld Percy?" Vroeg Narcissa terwijl ze naar binnen stapte gevolgd door Lucy die haar armen over elkaar sloeg. "Jongens het spijt me heel erg, maar ja, Alyssa leeft nog. En nee, ik kan je nu niet naar haar toebrengen Narcissa." Zei hij terwijl hij een poging deed om kalm te blijven. "Waarom niet? Jij kan haar wel bezoeken!"
"Ja! En waarom heb je gelogen over dat ze niet bij Parker was?" Vroeg Andrew terwijl Lucy fronste en Percy achteruit probeerde te lopen, maar zijn benen de rand van het bed ontmoette. "Oh eh.. jongens ik doe ook mijn best." Zei hij onzeker terwijl hij Andrew en Narcissa een voor een aankeek.
"Alyssa en Parker zullen binnenkort wel een keertje hierheen komen denk ik. Maar niet nu." Zei hij terwijl Narcissa haar hoofd schudde. "Nee, dat is onzin! Ik heb haar zes jaar niet gezien!" Riep ze terwijl Percy een schuldig gezicht trok. "Je zei dat Parker weg was, dat betekent dat Alyssa dan alleen is." Zei Lucy waardoor Percy haar geïrriteerd aankeek.
"Daarom kunnen jullie haar nu niet bezoeken! Ze is niet alleen!" Riep hij terwijl hij met een diepe zucht ging zitten op de rand van het bed. "Haar broer Nathaniel is bij haar." Zei hij waarop Narcissa's mond openviel en Lucy geschokt "wat?!" riep. "Degene die bezeten werd door zijn vader en Alyssa heeft vermoord?" Vroeg Narcissa waarna Percy zuchtte.
"Hij heeft zijn vader uit zijn lichaam verbannen." Zei hij terwijl Narcissa verbaasd knipperde. "Eh. Oké. Logisch. Maar dat boeit weinig, dus ik wil haar nog steeds bezoeken." Zei ze terwijl Percy zijn ogen rolde en opstond.
"Dat kan nu gewoon niet! Jullie zien haar weer als ze er klaar voor is, tot dan moeten jullie gewoon wachten!" Riep hij terwijl hij de kamer uitliep en de deur dichtgooide.
~~~
A/N: Op dit moment weet ik niet meer precies wat ik aan het doen ben, maar het komt vast wel goed.
Vast wel.
Tot vanavond waarschijnlijk :)
1140 woorden
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top