Deel 5
Twaalf dagen nadat Narcissa Percy, Alex, Regulus en Lucy had thuisgebracht bij de Potters, stond ze weer voor de deur.
Ze had net aangebeld en James deed open met een frons op zijn gezicht.
"Hallo Narcissa?" Vroeg hij terwijl ze beleefd glimlachte. "Hallo James. Ik kom met Percy praten en hallo zeggen tegen Lucy." Zei ze terwijl James diep zuchtte en zijn ogen rolde.
"Ze is uit huis gegaan." Zei hij kortaf waarna Narcissa begon te lachen. "Ze is uit huis gegaan? Ha! Hoe heb je dat nou weer voor mekaar gekregen?"
James was twee seconden verwijderd van de deur dicht te gooien in Narcissa's gezicht, maar Sirius hield hem tegen. "Sorry Cissa, onze James is een beetje van zijn padje af. Lucy is in het oude strandhuisje van de Malfoys, weet je waar het is?" Vroeg hij waarna Narcissa vragend knipperde.
"Wat doet ze daar nou weer? Dat is van Lucius." Zei ze terwijl Sirius fronste. "Nee hoor. Er stond in haar erfenis dat ze het had geërfd." Zei hij waarna Narcissa fronste. Nog een van Lucius' onwettelijke eigendommen.
"Eh, oké. Ja weet je het zal wel, het verbaast me niets als Lucius erover liegt ofzo." Zei ze terwijl ze James een blik gaf en de deur uit zijn handen dichttrok, zijn vingers er bijna tussen zittend.
Lucy uit huis gegaan, ha.
Mannen zijn allemaal hetzelfde.
~~
Narcissa verdwijnselde naar het strandhuisje en klopte aan op de deur, zeker dat er voorheen een bordje had gehangen met L.Malfoy erop. Nu hing er niets.
Lucy opende de deur en glimlachte zacht toen ze Narcissa zag. "Hoi." Zei ze terwijl ze haar naar binnen liet en Narcissa haar vragend aankeek.
Het voelde ongemakkelijk voor Narcissa om weer terug te zijn hier. De laatste keer dat ze hier was, hadden de dooddoeners het gebruikt als vergaderplaats, omdat het riskant was om de meetings telkens in huize Malfoy te houden.
"Ik hoorde van James dat er problemen waren in het paradijs, mag ik je op het feit wijzen dat alle mannen thrash zijn?" Vroeg ze terwijl Lucy zacht grinnikte en Alex Narcissa beledigd aankeek. "Zegt degene die met een trash persoon, ongeacht gender getrouwd is." Zei hij terwijl Narcissa zacht glimlachte en zuchtte.
Ja want ik had een keuze.
"Ik heb het over de straight mensen Alexander. Rustig aan." Zei ze terwijl Lucy zacht grinnikte en de twee naar binnen liepen in de kleine woonkamer die ook functioneerde als een terras.
Narcissa vertikte het om Alex aan te kijken, bang voor de ogen die zo op Alyssa's leken en bang voor de herinneringen die in Narcissa's gedachten geprent waren, verborgen en nooit meer bedoeld om het licht van de dag te zien.
"Hey." Zei hij zacht tegen Narcissa terwijl hij een knikje gaf en ze het gebaar spiegelde. Ze ging naast Lucy op de bank zitten die een beetje stoffig was, en trok een gezicht in een poging om niet te niezen door het stof.
"We weten dat je voor Percy komt, maar hij is op het strand nu." Zei Regulus terwijl hij gaapte en Alex zijn hoofd tegen zijn zij liet rusten. "Wat? Ik dacht dat ik specifiek had gevraagd of jullie hem binnen konden houden zodat hij niet weg kon rennen?" Vroeg ze waarna Lucy haar droog aankeek.
Let op, die klootzak van een Percy is weggerend.
"We zijn onverwachts verhuist naar een vakantiehuisje. Op een strand. En jij verwacht dat we hem dan hier kunnen houden? Hij is vijf jaar ouder als ons allemaal!" Riep ze verontwaardigd uit waarna Narcissa zacht zuchtte. "Ja oké, je hebt een punt. Weet je ongeveer waar op het strand hij is?" Vroeg ze terwijl Lucy haar schouders ophaalde.
"Nope, sorry. Maar hij is niet heel ver weg." Zei ze terwijl Narcissa zacht knikte en opstond. "Ik laat je wel naar buiten." Bood Regulus aan terwijl hij ook opstond en meeliep naar de deur met Narcissa.
Hij strompelde een beetje, en het ergerde Narcissa maar ze zei er niets over omdat ze wist dat hij er niets aan kon doen.
"Wat is je plan nu je niet dood bent?" Vroeg ze zacht waarop Regulus zijn ogen rolde en de deur opende. "Doei Narcissa."
Narcissa zuchtte diep en hield de deur open. "Nee, nee. Ik betaal je therapie wel als dat het is, je hebt het echt nodig Regulus. Ze kunnen niet zonder je leven en ik kan het ook niet verdragen om je te zien sterven." Zei ze terwijl hij haar licht verbaasd aankeek.
Het deed Narcissa pijn om te zien dat Regulus verbaasd was dat ze om hem gaf, en ze verdrukte de emoties terwijl ze haar hoofd een stukje ophief.
"Oh ja nee, want ik ben familie en de hele familie is kil en gestoord. Sorry hoor, ik zal ook eens interesse tonen in het leven van mijn neefje." Mompelde ze nog geïrriteerd waarna ze het strand opliep en Regulus alleen in de deurpost achterbleef.
Ze liep geërgerd het strand op en staarde naar de horizon waar de zon langzaam in vuur veranderde met ieder seconde dat hij dichter bij de horizon viel.
Het was vredig om hier op het strand te staan, geen zorgen en geen moeten. Ze dacht terug aan de dromen die ze altijd had gehad als ze met Alyssa was. Twee geadopteerde meisjes, in een huisje in de buurt van het strand of op een leeg erf met bloemen eromheen. Zomerse picknicks en een gigantische kerstboom in het huis.
Haar blik dwaalde af en ze vond haarzelf wegdromend over een leven wat nooit zou kunnen zijn.
"Ik mis haar. Vaak."
Narcissa keek lucht geschrokken naar Percy die naast haar stond. Hij keek ook naar de ondergaande zon en zijn blik viel pas later op Narcissa.
"Percy." Zei ze zacht terwijl hij knikte en haar aankeek. "Narcissa." Antwoordde hij, maar er was geen woede of verdriet of verbazing in zijn stem te horen. Percy leek kalm te zijn, iets wat Narcissa nog nooit had meegemaakt voor zover ze het kon herinneren.
Hij keek naar het zand waarna zijn blik weer terug op de ondergaande zon viel en hij zwak glimlachte. "Je wilde met me spreken. Dus spreek." Zei hij kalm waarop Narcissa diep in ademde en knikte.
"Hoe gaat het nu? Heb je veel last ervan gehad?" Vroeg ze terwijl Percy fronste en haar aankeek. "Het gaat prima. Maar dat is niet waarom je hier bent." Zei hij terwijl Narcissa op haar lip beet en zacht knikte.
"We weten allebei dat ze niet dood is."
Percy's blik verraadde voor twee kleine secondes dat hij niet zo kalm was als hij bleek, maar zijn masker ging weer op voordat Narcissa het kon merken en hij zuchtte zacht.
"Ik ga Parker zoeken. Hij moet iets met haar te maken hebben, het kan niet anders." Zei hij terwijl Narcissa zacht zuchtte en zijn arm vastpakte. "Percy, je weet niet wat je vinden zal. Je hebt hem niet kunnen vinden in de laatste zeven jaar. Waarom ga je het nu wel kunnen?" Vroeg ze terwijl Percy haar aankeek. "Omdat ik weet dat Parker me zoekt." Zei hij terwijl Narcissa hem een vragende blik gaf.
"Waarom?" Vroeg ze terwijl Percy zacht zuchtte.
"Omdat ik dood ben volgens de voorspelling, maar hij weet dat ik niet dood ben."
~~~
A/N: Hallo mensjes.
En doei mensjes.
1220 woorden
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top