Hoofdsuk 8
Lena
Oh god, opnieuw.
Ik sta rustig een kop koffie te maken in de pauzekamer als is achter me twee meisjes hoor binnenkomen.
'Ja echt, ze is niet eens mooi. Ik durf ervoor te wedden dat ze hem bedreigt met een of andere dingen zodat hij geen keus heeft maar bij haar te zijn.'
'Ze is sowieso zwanger van hem nadat hij dronken met haar seks heeft gehad. Hij is gewoon te goed om haar te laten vallen.'
'Ja en dan als dat kind dan wordt geboren zal ze zeker gaan lopen met al zijn geld.'
Ik luister hoe ze al die afschuwelijke dingen verzinnen. Ik weet dat ze het over mij hebben. Ik ben al twee bijna drie weken de praat van het jaar. En dan op de slechte manier. Ze denken allemaal dat ik Jasper heb omgekocht of zeggen dat ik zijn hoer ben die hier alleen is om aan zijn noden te voldoen.
Het is vreselijk, nog niemand heeft normaal tegen me gedaan. Of nee, vijf mensen zijn vriendelijk tegen mij. Vier van de honderd. Dat zijn de kuisvrouw, de portier, Nadiel, Marissa de boekhoudster. Maar zij weet ook dat Jasper en ik getrouwd zijn. Ze is een van de weinige. De enigste zelfs, denk ik.
Ik probeer al de nare opmerkingen te negeren, want ik weet dat ze niet waar zijn. Maar toch doet het pijn om het te horen.
'En heb je haar gisteren gezien. Wat ze aanhad. Ze deed haar naam eer aan. Een echte hoer.'
'Vond ik ook, zo ga je toch niet naar je werk. Het was zeker om meneer Hamelot een plezier te doen. Of misschien hadden ze de nacht ervoor ruzie gehad en probeerde ze het goed te maken.'
Het koffiemachine maakt enkele sputterende geluidjes en nerveus wrijf ik over mijn trouwring.
Heel ver zat ze er niet naast. We hadden inderdaad ruzie gehad, maar die jurk was niet voor hem geweest. Ik wou me niet zo opgezet voelen voor een dag. Ik had niet eens het gevoel dat de jurk zo kort was.
Ik kan het best niet meer dragen. Ik wil niet voor nog meer geroddel zorgen.
'Ik durf ervoor te wedden dat ze met iemand vreemd gaat en dat hij hun heeft betrapt.'
'Ja, ze is natuurlijk weer te goed voor meneer Hamelot.' Snuift de ene.
Het koffiemachine is eindelijk klaar en in neem de kop zwarte koffie snel vast. Met een snelle pas en een gebogen hoofd loopt ik snel uit de koffiekamer. In de gang merk ik dat het gesprek van de meisje even is stil gevallen en dan hoor ik zacht gefluister.
Zou het ooit stoppen?
Met grootte passen ga ik naar de trappenhal en ga een verdieping hoger naar de aparte gang waar mijn en Jaspers kantoor is. Ik ga naar de deur van Jasper zijn kantoor en geef er twee korte klopjes op.
'Binnen.' Mompelt de zware stem van Jasper.
Ik duw de deur open mijn mijn vrije hand en stap het immense kantoor van Jasper binnen. Hij zit aan zijn houten bureau en heeft zijn diep-in-gedachte frons op zijn gezicht.
Ik zet de zwarte koffie aan de zijkant en kijk snel wat er op de papieren die op zijn bureau liggen staat.
'Los Angeles?' Vraag ik onverwacht.
Jasper kijkt naar me op.
'Ja, ik ben er van plan een vier of vijf sterrenhotel te zetten. Hoewel ik Las Vegas ook aan het denken ben.'
'Ik zou Los Angeles nemen. In Las Vegas zijn er al heel veel vier of vijf sterren hotels. Rijkere zullen die dan eerst nemen en de andere die er heen gaan zullen zo een hotel waarschijnlijk niet kunnen veroorloven.'
Hij knikt bedenkelijk en schrijft in een korte handbeweging iets op een papier. Dan legt hij zijn pen neer en neem de koffie die ik ben gaan halen voor hem.
Hij drinkt er van en kijkt me dan opnieuw aan.
'Je bent opnieuw koffie gaan halen van hier onder ons.' Zegt hij en zijn ogen boren in de mijne. Ik weet dat hij dat niet leuk vind, maar ik wil gewoon weten wat ze zeggen. En hoewel het niet een vraag is knik ik toch.
'Engel, waarom kwel je jezelf zo. Je bent veel beter dan al die mensen die iets over ons zeggen.' Zegt hij en zijn ogen stralen pijn. Ik knik opnieuw. Ik wil iets zeggen. Iets, zodat hij weet dat alles wel goed komt. Dat het niet zo erg is en dat het me niets doet.
Jasper schuift zijn stoel achteruit en trekt me op zijn schoot. Hij slaat zijn arm over me heen en legt zijn hoofd in mijn nek.
'Wat zeiden ze vandaag?' Vraagt hij zacht. Ik voel zijn warme adem tegen de huid in mijn nek en ik laat me tegen hem in elkaar zakken.
Ik wil alles eruit gooien en met dikke tranen vertellen hoe ik hier niemand heb buiten met wie ik kan praten. Dat niemand met me wilt lunche. Dat ik alleen ben.
Maar dat doe ik niet, ik weet dat Jasper dan boos gaat worden. En dat hij dan dingen gaat doen die alles erger zullen maken.
'Het gebruikelijke.' Mompel ik en neem Jasper zijn hand vast. Ik zie onze ringen en vlecht onze vingers samen.
Jasper zucht en laat zijn vrije hand over mijn zijde zacht roze blouse gaan.
Ik kijk een keer naar mijn kleren. Kleed ik me zo verkeerd. Is een skinny jeans te casual om te dragen? Moet ik me altijd in een jurk steken die tot op mijn kuiten komt? Ik probeer er toch altijd op te letten dat ik niets draag dat te onthullend is. Ik ben geen non dat weet ik ook wel, maar een hoer?
'Jasper, kleed ik me verkeerd? Zie ik er niet professioneel uit, zie ik er uit alsof ik een assistente ben?' Vraag ik voorzichtig.
'Natuurlijk, je ziet er geweldig uit.' Antwoordt hij verbaasd.
'Alsjeblieft wees eerlijk. Ik draag toch niets te onthullend. Zoals de jurk van gisteren. Ging dat erover?'
'Wat? Je zag er prachtig uit, je ziet er altijd prachtig uit dat weet je toch. Waarom begin je hie-' Jasper valt stil en zucht,' Dus dat is waar ze het over hadden.'
Ik knik en leg mijn hoofd tegen dat van Jasper. Verdomme, waarom wordt ik altijd zo een softie als Jasper ik mijn buurt is.
'Kun je vertellen wat ze zeiden?'
Ik wil het niet vertellen, maar ook weer wel. Deze job is echt mijn leven aan het verpesten.
'Alsjeblieft, ik wil helpen. Stop met je te sluiten voor me, engel. Je moet tegen me praten.'
'Je zeiden dat ik je hoer ben.'
Jasper bevroor, ik had het nog nooit gezegd. Toch niet me zoveel woorden. Hij weet dat ze denken dat ik achter zijn geld zit. En hij weet dat ze allerlei dingen verzinnen.
'Weet je ook wie?' Vraagt hij en hij laat zijn hand weer over mijn arm wrijven.
'Nee, iedereen denk ik. Jasper ze haten me, ik zei het toch dat dit geen goed idee was.'
'Ik heb nooit geweten dat je zo snel opgeeft.'
'Ik wil gewoon niet dat ze zich ook tegen jouw gaan keren.'
Er valt een stilte en Jasper is waarschijnlijk een puzzel aan het oplossen.
'Lena, we kunnen dit in een dag oplossen. Als ze weten dat je mijn vrouw zijn dan zullen ze zoiets niet meer zeggen. Ze durven niet zo over iemand te praten die mijn naam draagt.' Dringt hij aan.
'Dat gaat het waarschijnlijk alleen maar erger maken.'
'Maar waarom, we kunnen toch proberen. Lena, je zou je niet moeten verstoppen.'
Ik zucht en kijk hem dan aan.
'Prima, maar verwacht er maar niet te veel van.'
En dat gebeurt er dan. Tegen de volgende dag weet al bijna drie vierde van het gebouw dat Jasper en ik zijn getrouwd. En zes dagen later hoor je bijna niemand meer iets zeggen. Letterlijk, gesprekken vallen stil als ik ergens binnenstap en allerlei verlegen, jaloerse, nep glimlachjes worden aan me gegeven.
Sommige zijn wel degelijk vriendelijk tegenover mij. En bij die denk ik ook wel dat het gemeend is. Ze vragen of ze mijn ring kunnen zien en of we plannen hebben voor in de toekomst.
Ik krijg ook felicitatie's aan. En mijn kantoor en de gang heeft al mooie kleuren gekregen.
Vandaag staat er een doosje chocolaatjes op mijn bureau. Bovenop het deksel ligt een kaartje met een verontschuldiging en dat ik er maar van moet genieten. Ik open de doos en zie allerlei verschillende lekkere pralines.
Ik neem er eentje uit en wil die juist opeten als Jasper in mijn kantoor stapt.
'Lena, heb je soms de documenten van Krimsov gezien?'
Ik kijk om me heen en haal ze uit een kaft.
Jasper kijkt nieuwsgierig naar de pralines.
'Wel wel, nu heb je ook al een geheime aanbidder.' Plaagt hij en neemt zelf ook een chocolaatje.
'Jaloers?' Vraag ik grijnzend en zet de kaft terug en zet ik ook nog mijn pc op. Ondertussen probeer ik in mijn hoofd dingen die ik nog moet doen te ordenen.
'Is er iets nodig waarvoor ik jaloers moet zijn?' Vraagt hij met een knipoog.
De hele praline heeft hij al opgegeten en lachend draai ik met mijn ogen.
Natuurlijk heeft hij er al van gegeten.
Ik ga terug naar de kast op de papieren van Martines te zoeken. Hij is de man die alles wat regelt in New York waar het hoofdkwartier is van the Leper hotel group.
'Jasper, heb je die facturen nog terug gestuurd naar Martines?' Vraag ik terwijl ik het juiste blad zoek in de classeur.
Als antwoordt hoor ik vreemde kokhalzende geluiden.
'Jasper?' Verbaasd kijk ik om en zie Jasper mijn bureau stevig vast houden. Zijn hoofd is rood en hij probeert uit alle macht zijn zwarte das uit te trekken.
Zo snel als ik kan loop ik naar hem toe. Geen idee wat ik moet doen. Wat moet ik doen? Ik hij aan het doodgaan.
'Jasper?!' Piep ik en maak zo snel mogelijk zijn das los en trek zijn shirt open.
'Georgia, Nadiel!' Roep ik bang als Jasper in mijn armen in elkaar zakt.
Hij weegt te zwaar, ik kan hem niet dragen. Voorzichtig leg ik hem op de grond en grijp mijn tas.
Mij gsm, waar is mijn gsm?
Met trillende handen gooi ik alles uit mijn tas tot ik het vast heb.
'Jasper niet doodgaan, oké. Durf me nu alleen te laten.' Zeg ik en voel mijn wangen nat worden.
Ik druk de toetsen in en hoor de kalme stem van de vrouw van de noodcentrale.
'Alsjeblieft, stuur een ambulance! Snel, ik weet niet wat ik moet doen. Hij trilt en zijn ogen en Oh mijn god. Ik denk dat hij dood gaat.' Zeg ik huilend en trekt Jasper tegen me aan.
Jasper, laat me niet in de steek. Alsjeblieft, je heb belooft om voor mij te zorgen. Je hebt het belooft.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top