Hoofdstuk 4

Lena

'Jasper je bent compleet gestoord.' Zeg ik doodserieus.

'Komop engel, leef een beetje.' Grinnikt hij terwijl hij me bij mijn heupen vasthoud.
Ik snuif en kijk opnieuw naar de zee en hoe ze door de golven glijden. En dan de golf met veel wit schuin terug tegen de zee klettert.
Terwijl ik vol schrik kijk naar wat er gebeurd met de mensen in de zee denk ik niet na en val voorover in het zand.

'En waarom wil je dit doen?' Vraag ik gefrustreerd terwijl ik terug rechtsta en het zand van me af klop.

'Omdat het leuk gaat zijn. We zijn hier nu toch. Wat doen we anders?' Zegt hij lachend en steekt zijn hand uit om me terug op het bord te zetten.

'We kunnen nog een keer gaan snorkelen. Dat was leuk. Ik durf met zekerheid te zeggen dat ik dit niet leuk ga vinden.'
Ik zucht en probeer mijn evenwicht te houden op het bord. Als het al niet op dit strand lukt dan gaat het zeker niet lukken op de zee.

'Waarom laat je me eigenlijk geen les krijgen van een echte leraar? Je weet dat ik je doodgraag zie, maar Jasper ik denk dat ik meer zou leren van een echte leraar.'

'Ik vertrouw hem niet. Heb je hem niet zien kijken? Hij leek je wel uit te kleden met zijn ogen.'

'Ben je jaloers?' Vraag ik grijnzend.

'Nee, ik probeer je te beschermen.' Zegt hij snel.
Ik lach en haal mijn schouders op.

Jasper leert me nog ongeveer een kwartiertje op het strand en dan zegt hij dan ik het surfplank moet pakken en dat we op de zee verder gaan.
Mijn mond viel twee meter open en ik wou gewoon weg rennen en terug naar onze hut gaan. En misschien gaan zonnen ofzo.

'Moet ik gaan?' Vraag ik smekend.
Jasper lacht en komt naar me toe.

'Waar ben je zo bang van?' Hij kijkt me fronsend aan en laat zijn duim over mijn kaak naar mijn lip glijden.

'Haaien. Ze bijten ledematen van surfers eraf.'
Jasper grinnikt en komt tegen me aan staan. Zijn ene hand gaat naar mijn middel en hij wrijft over het stukje huid rond mijn middel. Zijn andere hand aait over mijn wang en zijn ogen. Ze zijn zo mooi, zo diep en zo...
Nee, dit is omkoperij Lena.

'Als er haaien naar je toe komen dan zal ik je beschermen zodat er geen haaien iets van jouw heerlijk lichaam kunnen proeven. Wat jij bent van mij.' Zegt hij zacht bij mij oor en dan voel ik dat hij  een kus drukt in mijn nek en zachtjes in mijn nek bijt.
Ik kreun zacht en trek hem dichter naar me toe.
Dan neemt hij hongerig mijn lippen en al de tederheid is er vanaf. We staan tegen elkaar bijna versmelt als één persoon. Alles verdwijnt en Jasper is de enige die er nog is. Hij is mij realiteit.
Zijn handen geven me elektrische schokken die door mijn lichaam schieten. Hij laat ze dalen tot ze de zachte stof van mijn bikinishort raken en hij knijpt er in.
En dan water. Ik raak het water met een harder spletch en al de lust die net in mijn lichaam zat is verdwenen. In plaats daarvan is er een pijn van het raken van dat water. Dat word een rode kont.

'Jasper,' zeg ik met een lieve toon en kijk hem lachend voor me staan,' jij bent echt de grootste klootzak, de meest irritant, irrationele, egoïstische, dominante, jaloerse, idiote man die op deze planeet rondloopt.' Zeg ik kwaad.
Jasper zijn ogen veranderde van plezier, naar spijt naar bezorgdheid. En zijn lach is weggeëbd.

'Heb je je pijn gedaan?' Vraagt hij met een zacht en gaat voor me in de lage zee zitten. Hij brengt zijn hand naar mijn gezicht. Eerst wil ik boos wegtrekken, want ik ben wel boos, maar dan laat ik het toe. Hij aait lief over mijn wang.
Ik knik kort en probeer dan recht te staan.

'Het spijt me engel. Dat was nooit de bedoeling geweest.' Zegt hij en gaat ook rechtstaan zonder we terug wat meer op dezelfde hoogte zijn.
Ik zucht en knik. Hij zou me nooit bedoeld pijn doen. Dat weet ik zeker.

'Waar heb je pijn?' Vraagt hij en neemt me nog een keer op.

'Mijn kont.'
De grijns die op Jasper zijn gezicht ontstaat was zo te verwachten.

'Moet ik er een kusje op geven?'

'Nee, dank je. Ik weet wat er dan gaat gebeuren.' Antwoord ik en stap terug in zee en neem mijn surfplank.
Jasper komt snel naar me toe en legt zijn armen om mijn middel. Ik zit gevangen. Opnieuw.
Jasper draait me om zodat ik hem aan moet kijken.

'Lena het spijt me echt. Ik heb je nooit pijn willen doen. Je bent mijn ingewikkelde roos. Ik zou niet van je houden als je normaal bent, maar je moet weten dat ik hou op elke manier dat je bent. Alsjeblieft, ik begrijp dat je boos bent, maar wil niet dat je denkt dat ik niet van je hou. Als iemand jouw pijn doet dan voel ik die pijn ook in mijn lichaam. Ik haat de persoon die jouw pijn doet. Zelfs als ikzelf de reden ben tot die pijn dan haat ik mezelf.'

'Stop, en het doet al niet meer zoveel pijn. En ik wil niet dat je jezelf zo pijnigt. Ik weet dat het een ongeluk was. Net zoals ik weet dat je van me houd. Wat ik hou net zoveel van jouw.'

Ik wil hem kussen, maar dan worden we onderbroken door de mannenstem van de surfer die ons de borden had gegeven en me zogezegd zat uit te kleden met zijn ogen.

'Als je wilt dan kan ik je les geven. Ik geef je 20 procent korting. Voor dat mooi gezichtje van jouw.' zei hij met een knipoog.
Ik voel naast me Jasper zijn spieren aanspannen en ik vlecht snel onze handen in elkaar.

'Nee bedankt, mijn man geeft me al les. Of hij wil graag tonen dat hij het goed kan.' Antwoord ik beleefd tegen de jonge Australiër. Eerlijk is hij niet mis, hij heeft een bronzen huid en langer haar dat hij in een dor heeft gedaan.
Hoewel hij nogsteeds niets is in vergelijking met Jasper.

De jongen kijk van mij naar Jasper en hij lijkt het door te hebben.

'En kun je nu in godsnaam je ogen van mijn vrouw te houden. Ik deel niet.' Zegt Jasper geïrriteerd

De jongen lijkt een beetje geschokt en zwemt snel weg.

Na nog een half uurtje geeft Jasper het op als hij merkt hoe hulpeloos ik ben. Hij wees naar een plaats en zei dat ik daar kan gaan dobberen. Het is er veilig verzekerde hij me. Hijzelf ging nog een paar echt surfen over echt golven.
En ik moest toegeven hij kon het goed. Nog een verborgen talent. Surfen.

In de vroege avond wandel ik samen met Jasper over het strand. Zoals altijd is het prachtig en op een manier wil ik niet meer naar huis. En dan denk ik aan mijn familie en mijn vrienden en dan wil ik op een manier naar huis. Ik heb geen enkel probleem om op vakantie te gaan en zeker niet als het met Jasper is, maar de laatste jaren heb ik veel comfort gevonden bij mijn vriendinnen, maar ook bij Jasper zijn vrienden. Het zijn echt broers geworden in die zeven jaar dat ik ze ken.

'Waar denk je aan?' Jasper kijkt me nieuwsgierig aan vanonder zijn zwarte wimpers.

'Gewoon, thuis enzo.' Ik haal mijn schouders op en leg mijn hoofd dan op Jasper zijn schouder. Het T-shirt dat hij draagt is strakgespannen over zijn lichaam en je ziet zijn spieren van zijn armen als hij beweegt.

'Wil je al naar huis?' Vraagt hij verwonderd.

'Nee, ja? Vraag geen vragen waar ik geen antwoord op kan geven.' Zeg ik streng.
Daar moet Jasper een beetje om lachen en kust me op mijn kruin.

'Dat zou ik toch nooit doen.' Zegt hij grinnikend.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top