Hoofdstuk 14

Lena

'Jasper!' Roept ik luid

'Jasper, godverdomme!' Roept ik opnieuw en laat duidelijk mijn ergernis doorklinken.

'Kalm engel, het gaat maar over een etentje met je ouders. Het is niet dat het de eerste keer is dat ik de paus ontmoet. Ik ken die mensen al wel even.' Zegt hij en komt van de eikenhouten trap af gelopen.

'Dan nog Jasper, het is echt al lang geleden dat ik ze heb gezien en ik wil niet een slechte dochter zijn om op hun huwelijksverjaardag te laat te zijn.' Ik kijk in mijn tas en zoek het cadeautje dat ik heb voor hun 25ste huwelijksverjaardag.
Als ik dan terug in onze immense keuken om het boeket rozen te halen. Maar Jasper is sneller en in een paar tellen heeft hij zijn armen om mijn middel geslagen.

'Liefje, waarom geef je mij geen cadeautje voor ons jubileum? We zijn ook wel drie maanden getrouwd.' Fluistert zijn lange stem bij mijn oor voordat hij kleine kusjes plaatst in mijn hals. Zijn handen glijden van mijn middel naar mijn heupen en spelen met de plooien van mijn losse pastel paarse rok.
Ik gooi mijn hoofd naar achteren en laat het rusten om zijn schouder. Dan leg ik mijn handen op de zijne en voel elke oneffenheid, elke scheur, elke ader, elke pees.
Jasper stopt en neemt me dan een keer in zich op.

'Hoe is het met je been?' Vraagt hij bezorgd en draait met een schattige draaiing om.

'Prima, het was maar een schrammetje.' Zeg ik en kijk hem glimlachend aan.

'Oké, dan is het goed. Trouwens, ik heb zitten denken. Ik ga je naar mijn spar vriend sturen. Je-weet-wel, Marcus Bleikenburg.' Jasper zijn handen heeft hij al over mijn schouders gelegd en hij speelt met de rist van mijn wit glimmend topje.

'Ik denk persoonlijk dat het beste is dat we nu gaan vertrekken. Je-weet-wel naar mijn ouders.' Plaag ik en neem de bloemen van het keukeneiland.

'Dus dat is een ja? Dan stuur ik even dat hij maandag ochtend kan langskomen.'

'We praten er nog over, zeker over het uur.'
Ik ga dan via de metalen trap naar de kelder en stap in Jasper zijn Aston Martin. En het duurt geen minuut voordat Jasper ook instapt.

De rit naar mijn ouders hun huisje is niet zo lang en ik vul die tijd met te luisteren naar mijn muziek. Die Jasper dan maar moet doorstaan.

Als we stopte voor het huis wil ik mijn deur openen om uit te stappen, maar Jasper houd me tegen.

'Zie je die blauwe auto daar?' Vraagt hij serieus en wijst uit het raam naar de overkant van de straat. Angstig kijk ik naar waar hij wijst en zie inderdaad een blauwe pick-up staan. Het is donker in de auto en voor zover ik weet zie ik niemand erin zitten. Voor zover ik weet.

'Ken je ze?' Vraag ik voorzichtig, mijn ogen nogsteeds vastgelijmd aan de blauwe auto.
Als Jasper niet antwoord kijk ik hem verbaasd aan.
En zie dat hij iets in zijn hand heeft.
Er zit een bescheiden glimlach op zijn gezicht en verbaasd kijk ik naar zijn hand die hij naar me uit houd.
Een klein doosje. Ik neem het aan en open het met bibberende vingers.
En zie een wonderlijke ketting erin liggen.

'Jasper dank je. Het is echt... Gewoon zo mooi en lief van je. Je weet best dat je dat niet had hoeven doen.' Zeg ik en trek hem in een omhelzing.
Hij grinnikt bij mijn woorden en maakt zich dan los uit mijn omhelzing. Hij neemt mijn gezicht teder vast en streelt mijn wang.

'Wil je de ketting al aandoen?' Vraagt hij zacht met zijn nog steeds intense blik.
Ik kijk opnieuw naar de ketting. Hij is opvallend met grote edelstenen en daartussen net kleine beukenblaadjes ertussen. Allemaal van kristallen edelstenen. Er zit ook iets van goud in en ik kan alleen maar denken hoe prachtig ik deze ketting vind.

'Ik zou het geweldig vinden om de ketting te dragen.' Antwoord ik en geef hem een glimlach.
Ik neem mijn haren vast in een hand vast en draai mijn naakte nek naar hem toe.
Hij doet voorzichtig de ketting om mijn nek. En laat zijn vingers net iets langer liggen.

'We moeten zeker naar binnen gaan. Papa zal ons al zeker hebben gezien.' Fluister ik zacht en kijk nog een keer in zijn heldere ogen.

'Ja, het zal zeker moeten.' Fluister hij grijnzend.
Maar geen van ons beweegt.
Onze ogen blijven aan elkaar vastgeplakt te zijn.
En geen van ons wilt deze verbinding breken.
En dan slaag ik een zucht en kijk weg.

'Stop met me hier proberen te houden. Mijn arme ouders zijn aan het wachten.'
Jasper zijn heerlijke lach vult de auto en hij steekt zijn handen in de lucht als overgave.
Ik probeer te kijken alsof hij kinderachtig is maar de glimlach die verschijnt kan ik niet onderdrukken.

En stap dan maar uit voordat we er nog een half uur in blijven zitten.
Ik wacht even tot Jasper naast me staat en neem dan snel de bloemen aan die hij had meegenomen. En die ik was vergeten.
Bij de voordeur druk ik op de bel en wacht tot ze opendoen. Ik heb wel een sleutel, maar ik vind het gewoon leuker om op die bel te drukken.
En dan gaat de deur open. En mijn glimlachende mama staat er met een blauw kleed.

'Mama, ik heb je gemist.' Zeg ik en geef haar een knuffel. Jasper stapt ook binnen en begroet haar op zijn gebruikelijk beleefde toon.
We gaan naar de woonkamer waar mijn vader de glazen nog neerzet en hij komt dan naar ons toe om ons te begroeten.

'Mijn meisje, hoe gaat het met je?' Vraagt hij met een grote glimlach.

'Prima papa.' Antwoord ik.
Dan kijkt hij naar Jasper en slaat hem dan stevig op de schouder.

'Hoe gaat het met jouw, niet te veel problemen met mijn dochter?' Vraagt papa.

'Ze is de enige van wie ik het niet erg vond dat ze me problemen geeft.'

'Dan is het goed, schuif al maar aan de tafel en dan wachten we alleen nog op Ellen. Ze zal er ook direct zijn.'
Ik ga samen met Jasper aan tafel zitten en draai me naar hem toe zodat ik zijn ogen opnieuw kan zien.

'Ik mag je zus niet.' Zegt hij op een zachte toon.

'Kom op Jasper, ze is mijn zusje. Het minste wat je kunt doen is beleefd zijn.'

'Waarom zou ik beleefd doen. Ze verkloot echt mega veel voor de familie.'

'Dat valt toch nog mee. Zo erg is ze nog niet.'

'Eerst verneukt ze een van mijn beste vrienden en vervolgens gaat ze naar de politieschool. En we weten beide waarom.'

'Ze zal niets zeggen. Je hebt haar omérta laten ondertekenen.'

'Dan nog, ik vertrouw haar niet.'

'Wel ik vraag je niet om met haar een diepzinnig gesprek te voeren, maar wees gewoon vriendelijk tegen haar. Dat is alles wat ik vraag. Niet tegen haar snauwen of niet al te sarcastische opmerkingen te geven.'

'Alsjeblieft kunnen jullie je voor een keer gedragen als een getrouwd stel en niet als een koppeltje dat juist samen is.' De stem van Ellen klinkt opeens achter ons.

'Ik beloof niets.' Sist hij.
Er komt een vermoeide zucht uit mijn mond en ik sta recht om mijn zus te begroeten.

De hele maaltijd is eigenlijk heel ongemakkelijk. Ellen zegt niet veel en als ze iets zegt is het tegen mij of mijn ouders. Ze erkent Jasper zijn aanwezigheid niet echt. Laat staan dat ze er mee praat. Af en toe wel wat indirect, maar nooit echt over hem. Mijn ouders praten wel met hem wat ik wel fijn vind. Het is leuk om te zien dat Jasper ook een familie krijgt buiten zijn familie.
En dan komt het intense onderwerp aan het licht.

'Dus Ellen, waar ga je nu werken?' Vraagt mijn mama terwijl ze een slok neemt van haar witte wijn.

'Bij de FBI. Ze hadden nog een interessante facturen over en ik had er mijn cv afgegeven. Ze vonden me blijkbaar goed, want ik heb de job.' Zegt ze trots. En ik kan het niet laten om ook een beetje trots te zijn.
Mijn klein zusje wordt groot.

'Dat is echt super goed.' Zeg ik tegen haar.

'Het is toch niet te gevaarlijk?' Vraagt mijn papa hij bezorgd.

'Ik ben goed getraind papa, ik weet hoe ik een wapen moet hanteren en hoe ik mijn tegenstander ook zonder moeite moet uitschakelen.' Zegt ze tegen papa, maar ondertussen gaat haar blik wel af en toe naar Jasper.
En dan begin ik ook wat angstig te worden. Wat doet ze precies?

'Dus Ellen wat is het nu eigenlijk dat je gaat doen. Bij de FBI, welk departement zit je?' Vraagt Jasper dan plots naast me.
Ik kijk hem aan of dat probeer ik toch, want zijn blik is vastgelijmd aan die van Ellen. En niet met zijn lieve tedere blik. Het is hard en emotieloos.

'Ik werk voor the national gang intelligence center.'zegt ze zonder van Jasper weg te kijken. Ik voel hem naast me vol spanning lopen en ik heb een vermoeden dat er een uitbarsting zal komen.
Ik begrijp zelfs niet waarom Ellen het hem, mij, ons aandoet.
Ik heb haar altijd geholpen, met alles. Jasper heeft haar nooit in gevaar gebracht. En toch gaat ze naar de FBI om maffia's op te pakken.

'Mark, ik denk dat de wijn op is.' Jasper zijn stem is de eerste die iets zegt.

'Ah, dan zal ik een nieuwe gaan halen. We moeten iets vieren. Mijn dochters, al zo groot.' Antwoordt mijn papa en neemt de fles van Jasper en wandelt naar de keuken.

'Ik zal dan het dessert al gaan halen. Dan kunnen jullie ook is een keertje bij praten.' Zegt mama en stapelt de borden op elkaar en gaat naar de keuken.

Het is een tijdje stil. Ijzig stil.
Jasper en Ellen lijken een staar wedstrijd te voeren. Ik ben de scheidsrechter.

'Dus je gaat maffia vangen.' Zegt Jasper op een koude toon.
Ellen geeft een kouwe knik.

'Wel, waarom begin je er niet aan er zit er een recht voor je. De onderbaas van een van de grootste maffia's van Amerika.'

'Ik kan niemand oppakken als ik van mijn dienst ben of als ik geen harde bewijzen heb. Maar maak je geen zorgen die krijg ik wel. En dan kom ik achter je op eindelijk rechtvaardigheid te krijgen voor al je dingen die je onze familie al hebt aangedaan.'

'Ellen, het waren mij keuzes en-' kom ik tussenbeide, maar Jasper kapt me af.

'Engel, ik wil dit zelf even regelen. Je moet me echt niet beschermen.' Zegt hij tegen me en neemt mijn hand vast.
Ik kijk smekend van Ellen naar Jasper. Ik probeer met mijn ogen te zeggen dat ze het gewoon moeten laten vallen. Ik smeek zonder woorden.
Maar het lijkt geen zin te hebben. Jasper draait zijn hoofd terug naar Ellen en de enige connectie die ik dan nog lijk te hebben met hem zijn onze handen.

'De dingen die ík jóuw familie heb aangedaan. Jíj bent degene die heel mijn familie heeft verneukt. Jíj heb een van mijn beste mannen zijn hoofd verkloot en hij is nu gewoon een ramp. En jíj bent bijna naar de politie gegaan om zogezegd je zus te beschermen en weet je wat dat heeft uitgehaald?' Vraagt hij hard.
Ellen lijkt een beetje overrompelt maar schud dan toch nee.

'Niets, want jij kunt niets zeggen over mijn familie over je zus haar familie. Waarom kun je ik godsnaam niet gewoon aanvaarden dat ze nu bij mij is. Waarom wil je haar zo graag bij me vandaan halen. Waarom wil je mijn leven zo graag verkloten. Was één niet al genoeg? Weet je je vader had echt gelijk. Het is tijd voor een troost. Een toont dat de kleine Ellen Rosiers eindelijk een manier heeft gevonden om mijn familie te verkloten.'
Jasper heft zijn glas op en giet dan de volledige inhoud in zijn keel.
En zet het glas dan hard terug neer.

Wat is hier gebeurd?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top