Hoofdstuk 11
Lena
Carlo springt een meter achteruit. Zijn gezicht is zo strak en emotieloos dat ik er bijna bang van word. Carlo heeft zich nooit zo gedragen. Hij was altijd de vrolijke, plagende jongen die meer mijn broer was dan mijn vriendje. En nu... Hij lijkt meer op levenloze schelp.
'Jasper, hoe ken je Carlo?' Vraag ik en kijk hem vragend aan.
Hij fronst en kijkt me verbaasd aan.
'Misschien ben ik degene die dat moet vragen. Ik was niet degene die gezellig met deze klojo aan het knuffelen was.' Zegt hij met een harde stem.
Mijn ogen vallen bijna uit hun kassen, ik ben meer dan verbaasd. Sinds wanneer denkt Jasper dat hij zo respectloos kan doen tegen mij. Hij weet best dat ik hem niet zou bedriegen.
'Ik ken hem van mijn school, hij is een goede vriend van me. Het minste wat jij kunt doen is toch nog beleefd tegen hem doen.' Ik kijk hem kwaad aan.
'Lena lieverd, je kunt beter niet iemand gaan beschermen die niet eens kent. En zeker niet als ik weet dat je tegen me liegt.' Zijn ogen zijn net saffieren stenen. Hard, onbreekbaar en prachtig. En ik haat het als ze zo zijn. Ik haat het als er geen warmte in is.
'Jasper, lieverd,' imiteer ik hem. Kijk hem dan kwaad aan, recht mijn schouders en strijk mijn blouse plat,' ik kan je verzekeren dat ik Carlo ken en waarom moet jij altijd beweren dat ik tegen je lieg. Geloof me nu voor een keer en stop met je te gedragen als een klein kind en wees een heer tegenover je gasten.'
Oh ik ben boos, en Jasper kan zeggen wat hij wilt. Hij kan voor een keer zijn stomme excuses in zijn reet steken. Heeft hij geen idee hij idioot hij zich gedraagt.
Jasper zijn kaken spannen op en de boze Jasper gloed verschijnt opnieuw. Hij balt zijn vuisten enkele keren en ontspant ze vervolgens. Steekt zijn hand dan in zijn jaszak en ik draai met mijn ogen.
Hij kan zo kinderachtig zijn. Ik kijk kort naar Carlo en ratel snel enkele excuses voor Jasper en hoe hij zich anders nooit zo gedraagt.
Maar Carlo reageert niet, hij kijkt me niet eens aan. Hij staat daar gewoon als een standbeeld. Met zijn handen achter zijn rug en zijn hoofd recht en hard.
En dan één emotie. Zijn ogen opengesperd, zijn lippen enkele centimeters geopend. Hij lijkt bang.
Verbaasd kijk ik naar waar zijn ogen leiden.
Ik doe mijn best om mijn kreet te maskeren en ga snel recht voor Jasper staan.
Voor het geweer van Carlo af te weren en hem op een manier te beschermen. Hij is en blijft een vriend zelf als het een ex is.
Ik laat Jasper hem niet zomaar neerschieten.
'Jasper, alsjeblieft, wat ben je aan het doen?' Vraag ik ongerust, maar voordat hij zelfs kon antwoorden trekt iemand me achteruit. Achter het lichaam van de jongen die ik mijn ex mag noemen.
Zijn hoofd staat voor mijn gezichtsveld en beperkt mijn zicht op Jasper. Niet dat ik het nodig heb om te gissen naar zijn gedachten.
Zeker niet als zijn holle lach door de ruimte echoot.
'Eerst wou ik je gewoon door je hoofd neerschieten omdat je gewoon haar al aanraakte, maar nu... Je hebt geen idee wat voor plannen ik heb om van jouw een kunstwerk te maken.'
Carlo zijns houders staan onder spanning bij het horen van zijn woorden.
En ik kan echt niet meer volgen wat hier aan de hand is.
'Ik heb heel veel respect voor je meneer Genovese, maar ik laat je ik geen miljoen jaar deze intelligente, prachtige, koppige, vrouw te vermoorden.' Zegt hij met een duidelijke stem.
Ik sta versteld van zijn lieve woorden en hoe goed hij me kan beschrijven. Ik zou het zelf waarschijnlijk doen zonder het prachtige en het intelligente en zou eerder zeggen persoon die haar hersen gebruikt en niet bang om haar innerlijke schoonheid te tonen, maar wat hij zei-
Meneer Genovese.
Nee.
Niet hij ook.
Het is gewoon onmogelijk.
Carlo, in de...?
'Goedkope klootzak. Hoe durf je dat voor me te verbergen. We hadden beloofd elkaar alles te zeggen! Dit waren zo'n dingen waar ik het over had. Alles wat wou was om juist weg te geraken van zijn fucking maffia!' Roept ik en slaag met mijn kleine, zwakke vuisten tegen zijn rug.
Hij had zich, terwijl ik mijn uitbarsting op hem de vrije loop laat, omgedraaid en kijkt me ongelovig aan.
'Wa-... Ma...Wa? Hé?' Stamelt hij verward.
'Jij bent lid van de familie?' Vraag ik en al mijn zenuwen zijn geprikkeld.
Carlo geeft en korte knik.
'En je vond het niet nodig om het tegen me te zeggen? We hadden bijna een jaar iets, en jij... Jij verzweeg zoiets groot? Wat als er iets gebeurde met jouw, met mij, met mijn familie?'
'Hersenloze kloot, ga naar mijn kantoor en zorg dat mijn vróuw, dat afvalgezicht van jouw niet meer moet zien. Ze is volledig overstuur.' Zegt hij op strenge toon en slaat zijn handen om mijn middel en brengt zijn hoofd iets naar beneden tot het bijna dezelfde hoogte deelt als dat van mij. Ik weet dat hij me wilt kussen en stap dan boos naar mijn kantoor. Jasper volgt, ik hoor zijn geïrriteerde zucht als hij de glazen deur achter zich sluit.
'Hij moet uit de familie.' Zeg ik onmiddellijk. Jasper zijn wenkbrauwen kruipen samen en hij kijkt me verrast aan.
'En waarom zou hij weg moeten?' Vraagt hij met zijn idiote grijns.
'Omdat hij mijn vriend is en ik wil hem niet gewond zien. En omdat hij hier niet moet zijn. Het is verkeerd.' Antwoord ik gehaast.
Hij had gelijk toen hij zei dat ik overstuur was, en nog steeds ben.
'En ik ben je man, mijn wil je wel gewond zien?'
'Nee, maar jij zal ik hier nooit uitkrijgen, ik wil hem voor al deze rotzooi beschermen.'
'En?'
'Wat en? Is het niet al genoeg dat ik er op deze manier achter moet komen dat hij in de maffia zit en dat is als jij een geweer naar hem richt? Is het dan zo vreemd dat ik niet wil dat mijn ex waar ik nog om geef in je maffia zit? Is het niet erg genoeg dat ik er nu altijd mee wordt geconfronteerd hoe ik hem had gekwetst? Begrijp jij niet dat ik niet wil dat overal waar ik kijk ik de bloedvegen kan zien van de familie?'
'Wel, we zijn het dan over een ding eens. We willen hem allebei hier niet hebben.' Antwoordt Jasper die tegen de bureau aanleunt en ik haat het maar zelf dat maakt hem nog sexier. Het is gewoon oneerlijk.
'Lieverd, ik kan die klootzak niet wegsturen. Hoe verdomd graag ik het wil hij valt onder de bescherming van de familie, dus ik krijg hem niet weg. Of hij zou ons moeten verraden.'
'Waarom niet jij bent toch de onderbaas, of zo iets.'
'Ja, onder-baas, onder mijn vader. De klojo wie hem heeft aanvaard dus ik kan hem praktisch niets maken. En trouwens fijn om éerlijk tegen me te zijn. Ik noem een ex niet bepaald een vriend.'
Is hij nu serieus? Over alles waar hij boos over kon zijn is hij boos omdat ik hem een vriend noem.
'Hij is mijn vriend, en trouwens bedankt om zo tegen me te snauwen zoals je doet tegen al je "honden" die niets voor je betekenen.'
Met honden bedoel ik al zijn werknemers die hij niet eens vriendelijk aankijkt.
Hij kijkt me met vernauwde ogen aan en ik ga de strijd aan ik om ter langste boos kijken naar elkaar.
'Prima, sorry dat had ik niet moeten doen.' Zegt hij en gooit zijn armen geïrriteerd in de lucht.
'Zo gemakkelijk kom je er niet vanaf. Je maakt de rest van de week eten en maandag kom je niet werken.'
'Ik kook voor je.'
'En maandag niet werken.'
'Engeltje, ik zal vandaag vroeg stoppen, maar maandag heb ik enkele belangrijke meetings en ik moet naar Dallas.'
Ik snuif. Hij komt er altijd onderuit. Daar gaat mijn extra dag uitslapen.
'Oké dan, maar je bent me een vakantiedag te goed. En ga je spullen nemen. Ik wil nog is gaan zwemmen.'
Jasper lacht met zijn witte landen bloot, de glimlach waarvan ik hou.
Enkele minuten later zitten we in zijn mustang terwijl we uit de ondergronds garage rijden. En Carlo zit achterin de auto. Wat alles een beetje ongemakkelijk maakt.
Ik besluit als eerste mijn mond open te trekken.
'Sorry dat ik zo reageerde. Het ging erover.'
'Het is niets, maak je geen zorgen.' Verzekert hij snel.
'En sorry dat ik je sloeg, dat was waarschijnlijk ook overbodig.' Mompel ik er nog achterna.
'Het is echt geen probleem, stop met er je zorgen over te maken.' Grinnikt hij zacht.
'Zeg nog een woord tegen haar en ik snij je lul eraf.' Zegt Jasper met een harde toon.
'Maar ik was degene die iets tegen hem zei.' Verdedig ik hem.
'Lena.' Waarschuwt Jasper me.
'Ma-' ik wil opnieuw protesteren, maar Carlo breekt me af.
'Lena, hij heeft gelijk. Het is respectloos van me om met je te praten.'
'Ik hoor je nogsteeds praten.' Murmelt Jasper naast me en legt zijn hand op het blote gedeelte van mijn bovenbeen. Juist onder mijn short.
Het blijft daarna stil in de auto, te stil naar mij zin en mijn handen tintelen om de radio op te zetten.
'Meneer, ik denk dat er iets is dat je wel wilt weten.' Carlo doorbreekt de stilte en ik heb het gevoel dat ik eindelijk kan ademhalen.
'Wat is er?' Vraagt Jasper verveeld.
'Er is een overval.'
Meteen bouwt de spanning zich op in het lichaam van Jasper en hij haalt zijn hand van mijn been en het stuur in een stevige greep te nemen.
'Waar?'
'In het oude magazijn, bij het water.'
Jasper knikt. Hij neemt zijn pistool uit zijn binnenzak en wilt die op de plaats naast hem leggen. Alsof het zijn routine is die hij doet elke keer iets als dit voorkomt. En dan merkt hij dat de plaats naast hem bezet is. Door mij.
Hij kijkt me met grootte ogen aan en vloekt binnensmonds.
'Carlo, stuur anderen. Wij kunnen niet. Het is veel te ver.'
'Maar meneer, wij zijn de dichtstbijzijnde. Als we doordoen kunnen we ze nog tegenhouden.'
'Carlo, moet ik je soms duidelijk maken wie hier beslissingen maakt. Ik ga Lena niet in gevaar brengen. Laat staan een vuurgevecht.'
'Jasper,' zeg ik vertedert en leg mijn hand op zijn arm, 'je bent zo schattig als je bezorgt bent. Maar ik beloof je dat ik niet gevaar zal lopen. Ik blijf in de auto en jullie kunnen jullie zaken regelen. En dan gaan we naar huis en kan jij en Carlo doen wat jullie zouden doen.'
'Engel, ik wil niet dat je ziet wat er daar gebeurd.'
'Dan sluit ik toch mijn ogen.'
Ik geef hem een zelfzekere glimlach en Jasper knikt dan.
'Carlo, neem je geweer. En zorg voor back-up.' Zegt Jasper op zijn autoritaire toon en drukt plankgas is en maakt een scherpe bocht.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top