hoofdstuk 10
Lena
Alles is normaal.
Alles is normaal op het werk. Ik krijg geen bloemen, cadeautjes. Geen vuile blikken meer, alleen maar vriendelijke glimlachen en collega's die met me praten.
Thuis is alles ook normaal. Jasper is elke avond thuis en helpt me met koken. Hij blijft samen met mij vrij in het weekend zodat we samen iets kunnen doen. Mama en papa zijn deze week ook even langs gekomen om me te helpen met het grote huis. Ze hebben me een kuisvrouw aangeraden. En Cynthia en Dylan komen regelmatig langs.
En zelfs met de familie, dus de maffia zijn er niet al te veel problemen.
Alles is voor een keer in mijn leven normaal. Het is lang geleden dat ik zo relaxt was.
Ik klasseer de documenten voor het nieuwe complex dat Jasper plant om te bouwen in Bali. En neen de facturen dat nog moeten verwerkt worden. Daarna moet ik ook nog de enkele mails opsturen en de meeting van morgen voorbereiden. Daarbij zullen enkele via de computer er bij zijn dus ik moet al de schermen en micro's ook nog testen. Ik mag ook Jasper zijn koffie niet vergeten.
Het is bijna drie uur. Dus hij zal er wel bijna naar gaan vragen.
Snel typt ik de factuur uit en drukt op afdrukken.
Terwijl het printmachine het papier er terug uitspuwt hoor ik het bekende pling geluid van de lift. Van Jaspers lift.
En Jasper is de enige die die lift gebruikt. Of de belangrijkste klanten die liever onder de radar blijven voor even. En voor zover ik weet is Jasper in zijn kantoor en heeft hij geen meeting.
Verward draai ik me om en zie het gezicht van de man die is binnen gekomen. Bruin krullend haar dat zijn hoofd bedekt, bruine zwoele ogen, bruine- bijna zwarte wenkbrauwen. En een korte stoppelbaardje, dat is het enige dat niet hetzelfde is aan hem. Al de rest ken ik. Ik zou hem kunnen beschrijven in mijn slaap. God, het is jaren geleden. En hij ziet er nog steeds uit als de jongen van in de bar.
Ik deed het niet elke dag, maar die dag was het nodig. Ik moest gewoon weg uit Kappa Kappa Gamma. De meeste mensen met wie ik iets deed waren die dag op een daguitstap en Cynthia en ik hadden besloten om nog een keer samen te gaan winkelen. Het was toch zo lang geleden. Dus net na de middag had ik mijn tas klaarstaan om te vertrekken net zoals Cyn als de deurbel gaat. En aangezien er bijna niemand in het huis is vonden we het nogal vreemd. We waren naar beneden gegaan en deden de deur open om te zien wie er zou kunnen staan. En geloof het of niet in de deuropening stond Dylan. Hij was vroeg opgestaan die ochtend om vier uur in een vliegtuig te zitten en hier zijn vriendin te komen verrassen. En dat was niet alles, hij had zijn vrienden meegenomen. Jade, Alex, Max en nog een ander meisje. Dat hoogst waarschijnlijk zijn nieuwe vriendin was. Cynthia liet een verstikt geluid dat als een enthousiaste gil en een verbaasde kreet moest doordoen. En nog geen twee seconden later lag ze in zijn armen. Het duurde ook net zo lang voor Jade om naar voor te vliegen en me met zich mee op de grond laat vallen.
'Oh mijn fucking god, je leeft nog! Waarom heb je al zo lang niets meer laten weten, je had het beloofd. Ik was echt overstuur nadat ik al jaren niets meer van je had gehoord.' zei ze terwijl ze me half stikte.
'Het waren amper zes maanden.' antwoordde ik ter verdediging.
Ze maakte zich los en keek me dan aan alsof ik een gek was. En tikt me dan tegen mijn hoofd.
'Zeg dat niet alsof het niets is jij idioot.' ze keek me dan opnieuw aan en nam me nog een keer goed op.
Ik gaf haar een zelfzekere glimlach en keek naar de andere. Max is de eerste die erna in beweging kwam. Hij glimlachte, zoals hij altijd naar me glimlachte. Op zijn eigen broederlijke manier. En niet op de manier hij zou moeten kijken. Alsof we vreemden waren voor elkaar. We waren uit elkaar gegroeid, hij van Ellen en ik van Jasper. En die gaten waren alleen maar groter geworden.
'Ah tijger, lang niet gezien.' zei hij plagerig en gaf me een minder verstikkende knuffel.
Alex gaf me ook nog een knuffel en gaf er ook nog een droge opmerking bij. Hij kon het waarschijnlijk niet laten. Het meisje dat Max mee had heette Emayline. Ze was heel bescheiden en verlegen. Echt het tegenovergestelde van Ellen. Het verleden was het verleden.
Cynthia en leidde ze naar de woonkamer van het huis en vroegen of ze iets moesten drinken. Jade stond toen ook op om ons te komen helpen.
'Eum Lena, er is waarschijnlijk nog iets dat je moet weten.' zei ze terwijl we glazen namen en daar wat Cola en Fanta in goten.
Ik keek haar nieuwsgierig aan en wachtte tot ze iets zou zeggen.
'Het gaat over Jasper.' zei ze bijna op een fluistertoon. Ik wou me naar haar omdraaien en haar zeggen dat ik niets met hem te maken wou hebben. Het zou een leugen zijn. Maar Jade zou dat niet weten, Jade zou niet weten dat ik al de gesprekken die over Jasper gingen ontweek omdat ik niet aan hem herinnerd kon worden. Het deed altijd zoveel pijn om aan hem te denken. Ja, ik gaf nog veel om hem, maar ik wist niet of ik nog van hem hield. Maar niemand wist dat, iedereen dacht dat ik hem verachte door wat er gebeurd was. In Brussel. Iedereen dacht dat doordat hij me niet kon beschermen dat ik het had uitgemaakt. Dat ik ons had gebroken. Omdat ik hij niet goed genoeg was. Niemand wist dat ik eigenlijk zelf te zwak was. Ik kon niet in zijn leven zitten als hij voor mij zou moeten zorgen. Ik kon niet altijd afwachten tot ze zouden komen en mijn geliefden zouden stelen.
'Jasper, hij is helemaal verandert. Hij drinkt altijd en hij is ook terug beginnen roken. Hij doet nog amper dingen met ons. Hij werkt continu voor de familie en als hij dat niet doet is hij wel weg met een of andere blonde diva met grote tieten en een vagina die zijn lul kan omvatten. En ik, wij,' ze knikte naar de groep die aan het lachen waren in de zetels,' dachten dat jij misschien wat verstand bij hem erin kon stampen.'
Ik was verstijft voor een minuut. Ze wilden dat ik, zijn ex, degene die al de problemen heeft veroorzaakt, hem wat zindelijkheid erin zou stampen?
Hoe gek zijn ze geworden?
En hoe zou ik dat dan zelfs moeten doen? Ik was niet van plan om helemaal naar Pens-
'Jade, wat heb je gedaan?' vroeg ik angstig. En de deurbel klonk opnieuw.
'Lena, je bent echt onze laatste hoop. We wisten niet meer wat we konden doen.'
Jade haar woorden waren een waas geworden en ik was alleen nog maar op zoek naar een uitweg.
'Jasper?' hoorde ik Cynthia voorzichtig vragen bij de voordeur.
Ik keek naar de richting van de deur en dan naar de achterdeur. Ik zou weg kunnen lopen. Maar dan waarom zou ik weglopen. Dit is mijn woning. Door weg te lopen zou ik alleen maar tonen hoe zwak is was.
Ik recht mijn schouders en neem de glazen vast.
'Jade, als ik met hem praat zou er niets goed komen. Laten we voor nu kijken wat er gebeurd als we samen in één huis zitten. Zou je me even kunnen helpen met de glazen?' vroeg ik en liep terug naar de woonkamer met het drinken.
'Wel, hen je eindelijk iets gevonden waar je goed voor bent. Een meid, misschien ken ik nog wel iemand die voor jouw geld zou geven.' een stem die leek op die van Jasper klonk door de kamer en verbaasd keek ik naar hem.
'Jasper, ik denk dat ik volledig zelf kan beslissen wat ik zou doen als job. Daar heb ik geen klootzak als jouw nodig om iets voor mij te regelen. Wel slim van je om je eigen meid mee te brengen misschien kan zij al je shit bij elkaar rapen.' antwoordde ik en draaide mijn hoofd snel terug.
Hij was mijn Jasper niet meer. Niet langs de buitenkant of de binnenkant.
Jasper snoof en ging dan op een eenpersoonszetel zitten en trok zijn blonde diva op zijn schoot. In enkele seconden waren hun tongen al elkaars gezichten aan het aflikken. Dat was wat ik er van uitmaakte. Ik probeerde het zo goed mogelijk te negeren voor de namiddag. Ik praatte vooral met Jade en Max en ook wel wat met Alex maar die leek wat afwezig, maar na de zoveelste opmerking van Jasper dat ik gewoon weg moest. Ik was opgestaan, me gaan omkleden en naar buiten gegaan.
Het was vroeg in de avond nog geen negen uur in de avond voor zover ik wist, maar ergens zou toch wel een bar open zijn. Ergens waar ik al de geachten van die avond kon verstoppen, kon verdrinken. Mezelf kon verdrinken.
Er was gelukkig een bar open. En dat was echt mijn redding, de alcohol was alle sinds mijn redding. Tot hij binnenstapte en hij mijn nieuwe redding was. Carlo.
Dezelfde Carlo staat nu voor me.
'Lena?' Carlo zijn bruine ogen kijken me verbaasd aan.
'Carlo? Het is super lang geleden. Hoe is het met je?' vraag ik met een glimlach als ik naar hem toe stap om hem te omhelzen.
'Goed en met jouw. Jezus, wat is het nu? Drie of vier jaar geleden?' vraagt hij lachend.
'Ja zoiets, ik heb je echt gemist.' antwoordt ik en begraaf mijn hoofd in zijn nek.
'Ja , ik jouw ook. Echt toevallig dat ik je nu hier tegenkom.'
'Ja, wat doe je hier zelfs.' vraag ik terwijl ik hem nog een keer van afstandje bekijk.
'Ik ben hier voor zaken, wat doe jij hier?' vraagt hij lachend als ik een van zijn donker bruine krullen terug naar achteren duw.
'Ik werk hier, ik ben de persoonlijke assistente.'
En met die vijf woorden verdwijnt al de kleur uit zijn gezicht.
'Jij bent de persoonlijke assistente?' vraagt hij met grootte ogen.
'Ja, waarom ben je zo verbaasd?'
'Jij bent de persoonlijke assistente en de vrouw van de baas?' vraagt hij verstikt.
'Ja, van Jasper Hamelot.' ik kijk hem ongerust aan.
'Man ik ben zo fucking dood. Oh kut, hij gaat zo mijn ballen eraf snijden.'
'Wat waar heb je het over. Jasper doet zoiets niet.'
'Oh klotezooi ik heb net zijn fucking vrouw in mijn armen gehad. Ik ben dood, Godverdomme ik ben zo fucking dood.'
'Nee, Jasper is een echt niet zo erg. Hij zal je heus geen pijn doen, waarom denk je dat zelfs.'
Carlo zijn hoofd zwiert in mijn richting en hij komt snel naar me toe en neemt mijn schouders stevig vast.
'Oke, Lena je moet naar me luisteren. Jasper Hamelot is slecht. Hij is niet wie je denkt dat hij is. Hij is gevaarlijk en je moet zo snel mogelijk bij hem weg zien te komen.'
'Carlo, wie heeft je dit verteld. Je praat nu toch over zijn tweede job. Is het niet?' vraag ik voorzichtig.
'Wel dit is geweldig, jullie hebben elkaar al ontmoet. Dat spaart echt veel van mijn problemen.' Jasper zijn vrolijke stem komt uit de deuropening en Carlo springt een meter in de lucht van de schrik.
Wat is hier in godsnaam aan de hand?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top