hoofdstuk 40

♪ Wicked Game – Chris Isaak ♪

Hard en koud.
Zo voelt de vloer van mijn slaapkamer, waar ik levenloos op lig.
Luid en isolerend.
Zo klinkt de muziek die knalhard mijn oren in dreunt via mijn koptelefoon.
Afwezig en losgekoppeld.
Zo voelt mijn lichaam, roerloos op de grond. Ik weet niet of mijn handen en voeten nog van mezelf zijn op dit moment. Ik hang van opstapelende leugens aan elkaar en ik ben bang dat sommige mijn waarheid moeten gaan worden.

Nadat Levi gisteren weggestormd was, begon mam me een boos verhoor over mijn fiets te geven. Ik wilde haar niet laten denken dat ik op jongens val, en mijn zoen met Levi zou een deel van mijn waarheid zijn. Ik kon het niet aan haar vertellen, dus moest er een nieuwe leugen toegevoegd worden aan mijn lijst.

Ze geloofde me meteen toen ik zei dat ik Marc geslagen had omdat hij Levi's kluisje bekladderd had en hij daarom wraak op mij heeft genomen door mijn kluisje en fiets te slopen.
Natuurlijk was mam woest, dus zei ze dat ze de kosten van de reparatie niet ging betalen – wat ze na mijn eerste leugen ook al niet van plan was.

Alles om haar niet te laten denken dat ik iets voor een jongen voel.

Het liet me echter pas echt verschrikkelijk voelen toen Levi niet op mijn berichtjes antwoordde. Hij lijkt het de laatste tijd steeds vaker te doen en ik weet niet goed wat ik ervan moet vinden.
Het doet me denken aan de zomervakantie van vorig jaar, toen hij bij zijn vader in Italië was en me ook bijna niet antwoordde. Ergens heb ik het gevoel dat hij toen al wist van mijn gevoelens en me daarom besloot af te wimpelen. Het lijkt alsof ik steeds weer in dezelfde eindeloze cirkel terecht kom, alsof geschiedenis zich keer op keer zal herhalen voor ons.

It's strange what desire will make foolish people do

De tekst klinkt hard in mijn oren. Ik rol mijn ogen naar boven om mijn tranen weg te houden.
Ongelofelijk dat mijn verlangens me weer Levi hebben laten zoenen – twee keer. Het was zo verdomd achterlijk van me. Tranen klauteren verder omhoog in mijn ogen. Ik kan mezelf niet eens aan mijn eigen regels houden.

No, I don't wanna fall in love
No, I don't wanna fall in love
With you
With you

Een traan verlaat nu officieel mijn oog. Ik wil niet voor Levi gevallen zijn. Het mag niet. Het spreekt alles tegen wat ik zo lang heb proberen onderdrukken.

This world is only gonna break your heart

De wereld zal me gaan vernietigen voor mijn gevoelens voor Levi. Marc en Quinten zijn er al mee bezig, en het zal niet lang duren tot daar meer mensen bij komen. Een tweede warme traan glijdt over mijn wang naar beneden.

'Felix', klinkt er luid door mijn muziek heen. Geschrokken schiet ik omhoog en kijk mam overdonderd aan, die pissig in de deuropening van mijn kamer staat.
Gehaast trek ik mijn koptelefoon van mijn hoofd af.
'Ben je nu serieus? Je hebt dit laatst ook al geflikt. Kom verdomme van de grond af en ga je klaarmaken voor school', snauwt ze. Bibberend zucht ik en krabbel omhoog van de grond.
'Ja, sorry', stamel ik en gooi de koptelefoon op mijn bed. Ik weet niet of ik blij ben of niet dat ze geen opmerking maakt over mijn tranen.

'Stop eens een keer met me zo teleur te stellen', snauwt ze.
'Sorry', breekt mijn stem.
Met mijn hoofd naar beneden gericht vlucht ik langs haar mijn slaapkamer uit en ga de badkamer in. Met brandende ogen begin ik mijn tanden te poetsen.

Waterig. Troebel en onzeker. Bibberend en bang.
Dat is wat ik zie in de ogen van mijn eigen spiegelbeeld. Soms kijk ik mezelf aan en herken ik mezelf niet helemaal meer.
Ik wil niet weten of ik dichterbij of verder weg van mezelf ben gekomen.

Door mijn tranen heen kijk ik naar mijn blauwe ogen. Of turquoise, zoals Levi ze graag noemt. Ze lijken groener nu mijn ogen rood zijn door mijn tranen.

Ik kijk naar mijn donkere sproeten over mijn gezicht. De vlekjes waar Quinten me zo mee pestte. De vlekjes die ik heb leren niet meer te bedekken door Simon. De vlekjes die zich ondertussen steeds meer zijn gaan vermengen met acne, door de stapels stress die ik mezelf opleg.

Mijn ogen gaan naar mijn zwarte haar. Het zit nog warrig van het woelen in mijn bed, de hele nacht wakker geweest door mijn eigen gedachten. Mijn shut-down op de grond van net en mijn koptelefoon hebben het er niet veel beter op gemaakt.

Ik spuug mijn tandpasta uit en kam snel de grootste klitten uit mijn haar, maar neem niet veel meer tijd om het in model te brengen.

Mijn binnenkant is niet te zien in de spiegel. Van de enorme puinhoop die daar plaatsvindt krijg je niets te zien aan de buitenkant. Het enorme slachtveld van de ene gedachte die de andere vermorzelt en het ene na het andere verlangen dat wordt verpulverd door angsten en wensen laat zich niet zien aan mijn oppervlak.

Ik zou graag willen toegeven aan mijn gevoelens, maar alles om me heen houdt het diep in me. Ik wil vertellen wat ik voel, maar mijn verstand blokkeert dat iedere keer. Maar het moet eruit. Ik moet mijn hart kunnen luchten. Ik moet mijn kans bij Levi kunnen grijpen, maar hij lijkt al verkeken aan Fay.

Ik zou hem willen vertellen wat ik voor hem voel, maar het lukt me niet. Wat mijn hart wil en wat mijn hoofd wil, loopt niet synchroon. Mijn verlangens en wensen zijn het compleet tegenovergestelde van elkaar.
Mijn hart gaat zoals ik het op mijn diepst verlang; mijn hoofd wil alles strikt houden en gaat zoals de rest dat wil, zoals mensen van mij verwachten.
Mijn hart brandt voor Levi. Mijn hoofd blijft vasthangen op Bente. Mijn hoofd wil dat ik zogenaamd hetero ben en voldoe aan de standaarden van de meeste mensen.
Mijn hart wil diep in die klif blijven; op adem komen op de zandbank die Levi heeft gevormd in de diepe zee. Mijn hoofd wil omhoog klimmen; weg dobberen in het water.

Mijn hart weet nog te vaak de leiding te nemen. Dan zoen ik Levi, of droom ik over hem. Mijn hoofd probeert het weer te compenseren door hem proberen te negeren, te liegen tegen hem, terug te gaan naar Bente.

En ik word er eigenlijk heel chagrijnig van – gesloopt, zelfs. Omdat ik op die momenten weet dat het niet is wat ik wil doen. Maar het is te makkelijk om mee te gaan in de stuwkracht van de donkere zee waar ik in dobber.

Stel je voor dat ik aan Levi zou vertellen dat ik dubbel en dwars voor hem gevallen ben. Wat dan? Grote kans dat onze vriendschap dan verknald is. Hij lijkt niet echt te wachten op een serieuze bekentenis – hij lijkt de spelletjes voldoende te vinden. Waarom zou hij ook anders als hij Fay heeft?

Tranen bijten in mijn ogen.

Dat is het moment dat mam mijn naam snauwt en roept dat ik me klaar moet maken. Verstrooid wrijf ik door mijn ogen en verlaat vlug de badkamer.
Ik grijp mijn rugzak uit mijn kamer en storm de trap af. Ik ben echt te laat en ik ben bang hoe Bente zo zal reageren. Zal ze aan mijn gezicht kunnen zien hoe verstrooid ik me voel?
Ze zal wel woest zijn – als ze nog niet weggefietst is. Die ene straat is nog nooit zo lang geweest als nu.

Binnen de kortste keren kom ik aan bij Bentes huis en zie haar tot mijn opluchting nog staan. Haar furieuze uitdrukking laat me echter anders wensen. Ik voel mijn beroerde stemming alleen maar erger worden.
Zodra ik voor haar huis ben, stapt ze op en fietst naast me weg. Haar ogen spuwen vuur.

'What the fuck, Felix?! Waarom ben je zo fucking laat?!' Ik laat de storm op me af komen. 'Levi en Mirre zullen al wel weg zijn! Gewoon bijna een kwartier, Felix! Een kwartier! Je moet blij zijn dat ik nog niet weg was. Wat bezielt je dat je zo laat komt aankakken?!'
Overdonderd kijk ik haar aan en slik. Ik vraag me af waarom ze me niet even gebeld heeft om te vragen waar ik bleef. Ik voel me werkelijk waar ellendig.

'Sorry, ik had me verslapen', lieg ik. Bente scant me woest.
'Ja, dat kan je wel zien! Je ziet er niet uit', snauwt ze. Ik klap dicht.
Misschien zie ik er niet uit omdat ik mezelf helemaal aan het slopen ben. Zie je het niet aan mijn gezicht? Zelfs een blinde zou het nog merken.
Omdat ik niet meer weet wie ik ben. Omdat wie ik moet zijn en wie ik zelf wil zijn en wie ik zelf absoluut niet wil zijn allemaal verschillende personen zijn en ik ze niet meer uit elkaar kan houden. Omdat ik de weg naar mezelf niet meer terug weet te vinden.

Daar wel eens over nagedacht? Is het je wel eens opgevallen? Je houdt toch zo van me? Zou je het niet gemerkt moeten hebben?

'Sorry', stamel ik, in plaats van alle andere dingen die ik tegen haar zou willen schreeuwen. 'Sorry, het spijt me echt. Ik was gewoon echt heel moe en kon niet wakker worden. Sorry', stotter ik en probeer mijn tranen weg te knipperen.
Ik haat mezelf omdat ik me altijd probeer te verontschuldigen voor haar. Ik haat het dat ik me moet verontschuldigen voor haar.
'Het is jouw schuld als we straks te laat op school zijn', snibt ze. Beduusd knik ik.
'Weet ik', fluister ik. 'Sorry.' Er vormt zich een dikke brok in mijn keel.

Wat is tegenwoordig niet meer mijn schuld?

Na een lange, ongemakkelijke en pijnlijke stilte komen we eindelijk aan bij de kruising, waar ik wazig kan zien dat Levi en Mirre gelukkig nog op ons staan te wachten. Ook Collin staat erbij.
Bente zwaait enthousiast en doet alsof er niets aan de hand is. Het irriteert me mateloos. Ik kan het niet hebben dat ze zo schijnheilig doet, elke keer weer.

Mirre en Bente gaan achter me fietsen terwijl Collin en Levi naast me aansluiten. Ik begroet ze zacht en luister naar de gesprekken van de anderen. Ik moet er alles aan doen om geen tranen omhoog te krijgen in mijn ogen. Daar waar ik normaal altijd probeer te maskeren dat er iets is, heb ik nu enkel genoeg energie om mijn ogen droog te houden.

Ik haat mezelf; ik haat mijn leven; ik haat alles. Heel erg zelfs.

'Ga je trainen vanavond, Obelix?' schrikt Levi's stem me op. Met een ongemakkelijke glimlach kijk ik naar hem om.
'Wat zei je?' vraag ik en wrijf door mijn ogen. Levi lacht me bescheiden uit. Hij lijkt niet door te hebben dat er iets is, en ik weet niet of het me blij maakt of niet.
'Of je gaat trainen', zegt hij opnieuw.
'Oh,' stamel ik en kijk in zijn prachtige blauwe ogen, 'ja. Tuurlijk ga ik trainen.'

Collin stoot me aan en grijnst.
'Hé, Fee!' zegt hij, maar valt net zo abrupt weer stil. Vol ongeloof kijkt hij me aan. Ik frons diep. Mijn hoofd voelt te dof om te begrijpen wat er gaande is. Collin kijkt om naar Levi, wie hem eerst ook warrig aankijkt maar dan ongemakkelijk glimlacht.
Collin kijkt weer naar me om, zijn ogen zo groot als satellietschotels en zijn mond een beetje open gezakt.

'Wat?' vraag ik verward. Collin schudt zijn hoofd.
'Niets', zegt hij betrapt. Vragend kijk ik naar Levi, maar hij ontwijkt mijn blik.
'Wat ging je zeggen?' vraag ik. Collin schudt zijn hoofd, duidelijk van zijn stuk gebracht.
'Ik weet het niet meer...' stamelt hij.

'Yo, Obelix,' trekt Levi opnieuw mijn aandacht, 'wanneer krijg ik mijn sokken terug?'
'Sokken?' vraag ik verward. Grijnzend kijkt Levi me aan, kijkt daarna triomfantelijk naar Collin. Hij knikt met een kleine grijns terug.
'Ja, die trainingssokken die ik je echt weken geleden heb laten lenen', zegt hij. Mijn hoofd wordt rood van de schaamte.
'Oh, had ik die nog niet teruggegeven?' vraag ik verrast. Levi schudt zijn hoofd. 'Sorry, mijn hoofd is echt een chaos af en toe. Ik zal ze vanavond meenemen.'

'Is goed', zegt Levi en glimlacht lief. Mijn hart bonst tegen mijn ribben. Hij is zo mooi. 'Je kan er ook niet echt veel aan doen met je ADHD.'
Zijn woorden slaan de glimlach van mijn gezicht.
'Ja', stamel ik en lach ongemakkelijk. Dat is niet de reden dat ik zo chaotisch ben de laatste tijd, maar ik zeg het niet.

Het duurt niet veel langer tot we op school aankomen en Collin losbreekt van onze zijde. Mijn maag knort, maar ik probeer het te onderdrukken.
Samen met Levi ga ik naar zijn kluisje. Zenuwachtig kijk ik toe hoe hij zijn boeken verwisselt.
Mijn ogen haken zich vast op zijn armen en handen, die bezig zijn met het verwisselen van wat boeken. Dromerig kijk ik naar de prominente aders die over zijn gespierde armen naar zijn slanke, elegante handen krioelen. Het zijn dezelfde handen die zich in mijn haren hadden genesteld gisteren.

Ik schud de beelden uit mijn hoofd. Ik mag niet zo over hem denken. Vooral niet op school, waar Marc maar al te graag ons weer opzoekt.

Ik heb er geen zin meer in om hem weg te moeten jagen. Sterker nog, ik heb de energie er niet meer voor. Langzaamaan begint mijn fut op te raken en begint mijn angst mijn lichaam te overmeesteren. Binnen de kortste keren kan ik niet meer op tegen hem, tegen niemand.

De zachte klap van Levi's kluisje schrikt me op uit mijn gedachten. Beschaamd kijk ik hem aan.
'Moet je nog naar jouw kluisje?' vraagt hij. Ik haal mijn schouders op.
'Ik vraag me af of ik überhaupt wel de goede boeken in mijn tas heb zitten', zeg ik terwijl ik naar mijn kluisje begin te lopen.
'Jullie waren laat vanochtend', reageert Levi hierop. Kort twijfel ik hem de waarheid te vertellen.
'Had me verslapen', mompel ik.

Ik voel mijn handen klammer worden nu we mijn kluisje naderen. Ik voel Marcs aanwezigheid.
Zodra we het hoekje van mijn kluisjesrij om gaan, zie ik een groepje meiden roddelen met elkaar. Ze fluisteren nog enthousiaster wanneer ik oogcontact met ze maak.
Verward kijk ik ervan weg door naar Levi te kijken, maar hij heeft zijn ogen gericht op mijn kluisje. Ik volg zijn blik en voel mijn hart in mijn borst zakken.

Het is nog verder bekladderd. Dikke strepen typex spellen groot "HOMO" onder de eerdere woorden die erin gekrast waren. Er zijn tientallen penissen bij gekomen met typex.
Behoed bal ik mijn vuisten. Klein slik ik om mijn woede hopelijk naar beneden te werken. Ik open mijn kluisje en flikker mijn ogen dicht zodra iets in mijn zicht bungelt.

Verward open ik ze weer en kijk beduusd naar een stripje condooms, dat opgeplakt is aan de binnenkant van mijn kluisje. Het groepje meisjes fluistert verontwaardigd.

"Zo kan Levi je geen ziektes geven GAYLIX"

Woest ram ik mijn kluisje dicht, bal mijn vuist steviger en stomp krijsend tegen mijn gesloten kluisje.
Tranen springen in mijn ogen en ik laat mezelf met mijn hand voor mijn mond geslagen achteruit struikelen en strompelen door mijn schrik en pijn. Ik haal mijn hand voor mijn mond weg en met mijn gebalde vuist in mijn andere hand laat ik mezelf tegen de kluisjes vallen en op de grond zakken.

This world is only gonna break your heart

Marcs groep lacht hard en tevreden. Een dikke traan rolt uit mijn ooghoek terwijl ik verbitterd naar de grond kijk.
Hoe kan hij zo doorgaan? Hoe kan hij ons zo de grond in blijven werken? Waarom kan hij ons niet met rust laten? Heeft hij niet al genoeg gedaan?

Stevig knijp ik mijn ogen dicht en probeer zo verdere tranen tegen te houden.
'Felix?' klinkt zacht voor me, gevolgd door het lichte gevoel van twee voorzichtige handen op mijn schouders.
Voorzichtig open ik mijn ogen en kijk in de bezorgde ogen van Levi. Tranen komen opnieuw omhoog in mijn ogen.
Ik wil van hem kunnen houden zonder dat dit soort dingen gedaan worden. Ik kan niet van hem houden zonder dat dit soort dingen gedaan worden.

Levi laat zich op zijn knieën vallen, wikkelt zijn armen om mijn bovenlichaam en legt mijn hoofd op zijn schouder. Ik sla mijn armen terug om hem heen, grijp zijn shirt vast en pers mijn ogen dicht. Het laat me nog meer moeite hebben met niet in tranen uit te barsten.

'Faggots', hoor ik Marc lachen, maar zijn stem sterft af. Hij en zijn vrienden verlaten de gang.

Door mijn tranen heen kijk ik over Levi's schouder naar mijn gemolesteerde kluisje. Naast dat de scheldwoorden het gele deurtje versieren, heeft zich er nu ook een enorme deuk bij gevoegd.
Nog steviger probeer ik Levi's shirt vast te pakken, maar het lukt slechts met één hand; de andere doet te veel pijn.

'Gaat het?' fluistert Levi in mijn oor. Bijtend op mijn wang knik ik. Er is niets aan de hand, Felix. Het is oké. Dit is wat je moet helpen met op het rechte pad te blijven.
Levi duwt zich van me af en kijkt me bezorgd aan. Ik probeer mijn tranen weg te knipperen en glimlach lastig naar hem.

'Kan je me omhoog helpen?' vraag ik zacht. Levi glimlacht en staat op, bukt om zijn hand aan te reiken. Blozend kijk ik naar hem op en pak zijn hand voorzichtig vast. Zijn hand voelt ietwat ruw door al zijn trainingen in de sportschool. Mijn vingers tintelen door het contact.

Levi pakt mijn pols vast, zich er duidelijk van bewust dat ik mijn verwonde hand gebruik, en trekt me omhoog. Mijn ring heeft een smalle wond achtergelaten op mijn vinger door de stomp. Blozend kijk ik hem aan terwijl hij traag zijn vingers over mijn handpalm laat glijden wanneer hij mijn hand laat gaan, gevolgd door mijn vingertoppen. Kort blijven ze haken en kan ik elke tinteling van Levi's vingers voelen.

'Bedankt', hoest ik vlug en klop mijn broek af. Ik stap met een knalrood hoofd langs hem en open opnieuw mijn kluisje. Mijn wangen beginnen opnieuw te branden zodra de woorden me tegemoet komen.
Hoe durft hij? Was mijn boodschap niet duidelijk genoeg?
En het mag dan wel mijn kluisje zijn wat hij geterroriseerd heeft, toch heeft hij Levi er weer in weten te betrekken.
Hoe durft hij?

Opnieuw smijt ik mijn kluisje dicht en stamp de gangen door.
'Wat ga je doen?' vraagt Levi. Ik kan aan zijn stem horen dat hij in paniek is. 'Felix?' klinkt zijn stem trillend. Ik merk dat hij me gepanikeerd volgt.

Kwaad storm ik de ruimte van de conciërges in, kijk ze hijgend aan. De mannen kijken verontwaardigd op.
'Hé, wat denk jij wel niet, jongeman? Kan jij ook klop ̶ '
'Jullie zouden verdomme eerst eens moeten vragen of het wel iemands kluisje is voordat jullie hem klakkeloos openen!' laat ik de man niet uitspreken.

Marc is weer veel te dicht in Levi's buurt gekomen. Waar is het strenge toezicht dat ons beloofd was?

Verward kijk ik om wanneer Levi zacht mijn naam fluistert. Gebroken kijkt hij me aan. Heeft hij niet door dat ik het voor hem doe?
'Dit is verdomme al de tweede keer!' roep ik en kijk weer kwaad naar de mannen. 'Een fucking idioot heeft door jullie mijn kluisje laten openen en heeft hem helemaal vernield! Hoe kunnen jullie de gast die geschorst is zo makkelijk vertrouwen?! Zou er geen toezicht op hem zijn?' bulder ik.

'Nee, lijkt er op van niet!' roep ik. 'Nee, sterker nog, jullie werpen ons zo in zijn handen! Doe er iets aan. Hij heeft schooleigendom vernield. Zorg ervoor dat hij geschorst wordt, anders ga ik naar de krant', snauw ik.
De mannen verwisselen overdonderd wat blikken. Mijn handen trillen en ik weet niet meer of het angst of woede is.
'Marc uit een of andere vijfde havo-klas, voor als jullie de memo blijkbaar niet gehad hebben. Ik wacht af', zeg ik, draai me abrupt om en raas het kamertje weer uit. Zonder erover na te denken beuk ik Levi aan de kant en vlucht de aula in.

Eindeloos geïrriteerd, gefrustreerd en gepanikeerd schuif ik aan bij de rest van de klas, maar ik durf met niemand oogcontact te maken.
Mijn complete lichaam trilt. Woede, pure, complete woede. Maar niet alleen dat. Ook angst, enorm veel angst. Marc blijft ons maar naderen zonder er gevolgen van te merken. Hoever moet ik gaan om hem weg te houden bij Levi?

Ik sluit mijn ogen en probeer mezelf rustig te krijgen door op mijn ademhaling te focussen. Word rustig, Felix. Je kan Levi niet beschermen als je doordraait.

Plotseling ligt er een hand op mijn schouder. Ik kruip in elkaar, bang dat het Marc is die me op is komen zoeken. Schichtig kijk ik om, kijk zo recht in Daniëls ogen.
'Alles oké?' vraagt hij. Opgelucht zucht ik en kruip uit mijn ingedoken houding.
'Ja hoor', mompel ik. De bel gaat. Verward kijk ik rond, zoekend naar Levi.

Shit.

Is hij me niet gevolgd? Is Marc bij hem gekomen? Heeft hij hem weer als zijn slachtoffer genomen?
Abrupt schiet ik op van mijn stoel en kijk gepikeerd rond.

Shit, shit, shit.

Het is mijn verdomde schuld.

'Waar is Levi?' vraag ik en begin de aula uit te joggen. Verward volgt Daniël me.
Het mag niet. Alsjeblieft, laat hem in orde zijn. Ik kan hem niet weer op hebben laten draaien voor mijn stomme acties.

Opluchting schiet door mijn borst wanneer ik hem het hok van de conciërges uit zie komen. Verward kijkt hij me aan. Bezorgd ren ik naar hem toe.
'Alles oké?' vraag ik. Levi fronst en schudt zijn hoofd.
'Niets bijzonders. Ze vroegen wat ik wist van Marc, meer niet', zegt hij. Beduusd knik ik. Hij was achtergebleven omdat ik zelf te hoog in mijn emoties zat om fatsoenlijk met de mannen te kunnen praten. 'Ik zal het ook nog wel aan Friekman vertellen.' Leeg kijk ik hem aan. Wat voor nut zal het hebben? Marc doet toch zijn ding.

'Kom, we gaan naar het lokaal', zegt hij en begeleidt me de trappen op. Afwezig volg ik hem.
In het lokaal van mevrouw Friekman aangekomen neem ik zielloos plaats naast Levi.
Duf kijk ik naar mijn zwerende hand. De knokkels zijn dik en beurs. Een kleine bloedstraal heeft zich over mijn hand verspreid. Elke kleine beweging doet zeer.

'Gaat het?' fluistert Levi. Betrapt kijk ik naar hem op en volg dan zijn blik naar mijn hand. Klein knik ik.
'Ja. Ik ga hem denk ik even koelen', stamel ik en sta op, vlucht het lokaal uit.
In de toiletten draai ik de kraan aan en houd mijn hand eronder. Het koude water laat de pijn een beetje wegebben en doet het bloed wegstromen.

Verbaasd kijk ik om wanneer de deur naar de toiletten opent. Levi komt bezorgd tevoorschijn. Beschaamd kijk ik weer naar mijn hand onder de stromende kraan.
Mijn nekharen gaan langzaam omhoog staan wanneer Levi me nadert. Licht begint mijn hand te trillen zodra hij vlak achter me staat en over mijn schouder naar mijn bont en blauwe hand kijkt.
'Doet het zeer?' vraagt hij. Mijn huid tintelt bij het voelen van zijn adem over mijn nek. Klein knik ik. Mijn hartslag overstemt het ruisen van de kraan.

Mijn adem stokt in mijn keel zodra Levi nog dichter op me komt staan, zijn kruis tegen mijn kont. Mijn hart maakt een radslag wanneer hij zijn hand op mijn heup plaatst.
Behoed kijk ik naar hem op. Zijn blik is mysterieus.
'Ik had niet verwacht dat het zo lang zou duren voordat we weer samen op een toilet zouden zijn', fluistert hij. Mijn maag kriebelt. Verwonderd kijk ik hem aan, laat hem me dichter tegen zich aan trekken.

Zijn ogen gaan naar mijn lippen en ik weet even niet meer hoe ik moet ademen. Zijn andere hand ligt nu ook licht op mijn andere heup.
'Het verbaasde me dat je toen geen leugen verzon om de deur van het toilet niet te hoeven openen', fluistert hij. Mijn hoofd duizelt. Ik wil een antwoord terug geven, maar ik kan niets bedenken.

'Wat zou je gedaan hebben als Bente ons toen niet onderbroken had?' vraagt Levi en draait me weg bij de wasbak. Overdonderd kijk ik hem aan terwijl hij me met zijn eigen lichaam tegen het mijne geplakt naar een van de toiletdeurtjes begint te duwen.
'Ik... ik...' stotter ik, overprikkeld door al Levi's aanrakingen. Levi opent de deur van een van de toilethokjes en laat me met hem tegen me aan naar binnen stappen.

'Ik dacht dat dat een fout was?' stotter ik. Mijn lichaam slaat door wanneer ik zijn hand over mijn kruis voel glijden en zijn adem over mijn nek voel strijken terwijl hij dichter naar mijn oor toe leunt.
'Ik ben niet goed in het leren van mijn fouten', fluistert hij met zijn lippen tegen mijn oor. Elk woord laat zijn lippen steviger langs mijn oor gaan, laat zo mijn wangen bij elke lettergreep warmer worden.
'Felix?' klinkt hij. Verward knipper ik een paar keer.

Ik sluit mijn ogen en probeer te focussen op Levi's handen op mijn lichaam, maar ik voel ze niet meer. Ik leun tegen zijn schouders aan en kantel mijn hoofd, laat het zo rusten op zijn schouder. Zijn hand gaat over mijn kruis, maar het voelt niet meer hetzelfde.
'Felix?' klinkt nu wat harder. Verward open ik hoofdschuddend mijn ogen.

Mijn hemel. Ik zit nog in het lokaal.

'Gaat het?' vraagt Levi, die fronsend toekijkt. Nu voel ik zijn hand weer, maar deze keer is het op mijn bovenarm.
Verward sta ik op en sprint het lokaal uit. Ik storm de wc's in en trek een van de hokjes open, geef over in de wc. Mijn lichaam doet zijn uiterste best om wat naar buiten te krijgen, maar mijn gebrek aan ontbijt verhindert het. Mijn rug doet zeer van de krachtige samentrekkingen, allemaal om slechts wat gal naar buiten te krijgen.

Stop het, Felix. Stop met zo over Levi te denken. Marc geeft je duizenden waarschuwingen. Leer er nou eens van.

Ik ben niet goed in het leren van mijn fouten.

'Felix?' galmt Levi's stem in de ruimte. Tranen staan in mijn ogen.
'Ik moet even alleen zijn', mompel ik en spuug wat slijm uit. Levi mag me zo niet zien. Kort schuifelt hij.
'Oké', stamelt hij en verlaat de ruimte weer. Tranen bijten in mijn ogen. Ik weet dat ik het letterlijk van hem vroeg, maar ik had gehoopt dat hij wat meer protest zou tonen om me mogelijk toch te helpen.


♪ Everything In Its Right Place – Radiohead ♪

     's Avond fiets ik richting de training in de hitte van de vorderende lente. Eigenlijk wilde ik niet naar de training, vooral niet na mijn vernederende dagdroom, maar ik had Levi beloofd zijn sokken terug te geven.

     Levi kruist me en komt met een glimlach naast me fietsen.
     'Hey', groet hij me.
     'Hey', stotter ik terug. Hij is prachtig in het warme zonlicht.
     'Ook wat laat?' vraagt hij.

     Ik heb het fut niet om hem te vertellen dat ik laat ben omdat ik aan het twijfelen was om wel of niet te gaan.
     'Moest je sokken zoeken', lieg ik. Hij lacht.

     'Beter mogen we het rustig aan doen. Het is echt veel te warm om intensief bezig te gaan', zegt hij. Klein grijns ik.
     'Het is nooit te warm om intensief bezig te zijn', grijns ik. De woorden voelen echter niet meer zo onschuldig na alles wat ik bij Levi heb gedaan, na waar ik vanochtend nog over gedroomd heb.
     'Jezus, Felix', zegt hij en we lachen.
     'Sorry. Je weet hoe ik ben', zeg ik en haal mijn schouders op. Levi schudt lachend zijn hoofd.
     'Helaas wel', zegt hij. Beduusd kijk ik voor me.

     'Hé, je draagt weer nagellak', zegt hij verbaasd wanneer hij zijn ogen naar mijn verwonde hand laat gaan. Met rode wangen kijk ik toe hoe mijn nagels glinsteren.
    'Ja, ben vanmiddag nieuwe gaan halen', stamel ik en kijk naar de donkerblauwe glitters, die tevoorschijn komen onder de paarse gloed als ik mijn vingers op een bepaalde manier kantel.

     Levi en ik kregen vanmiddag een mailtje van Friekman met het nieuws dat Marc opnieuw geschorst is. Ik kon het niet langer aan en moest een nagellak vinden om mijn gevoelens uit te drukken, maar alles wat thuis stond voldeed niet. Ik heb uren in de stad doorgebracht, zoekend naar de perfecte kleur.
     Paars. Paarse glitters, die verschuiven naar blauw in bepaald licht. Bente en Levi gemengd; paars. Maar Levi heeft mijn stiekeme voorkeur; blauw.

     'Hij is fancy', zegt Levi. Ik knik en kijk hem blozend aan.
     'Hoe is het met je hand?' buigt hij het onderwerp af. Wezenloos kijk ik naar de gezwollen, blauwe knokkels. Voorzichtig span ik mijn vingers aan, maar de pijn laat me er beperkt in zijn.
     'Over een paar dagen is het wel weer goed', zeg ik en ontspan mijn vingers weer. Levi knikt. 'Tot die tijd moet iemand anders De Slinger Junior maar belonen', zeg ik en grijns flauw. Levi schudt knalrood zijn hoofd.
     'Mijn hemel', zegt hij en lacht. Mijn wangen branden. Waren het maar echt Levi's handen geweest die ik op mijn kruis had gevoeld vanochtend.

     'Waarom ben jij laat?' vraag ik en probeer zo alle seksuele onderwerpen achter me te laten. Het laat me te veel doordraaien.
     'Oh, mijn vader belde. Ik was zo in gesprek met hem dat ik de tijd een beetje vergeten was', antwoordt hij. Ik knik.
     'Hoe is het met hem?'
     'Prima', zegt Levi en haalt zijn schouders op. 'We hebben het eigenlijk vooral over mij gehad.' Ik knik.

     'Wat heb je verteld?'
     'Alles', zegt hij. Mijn hart staat stil.
     'Alles?!' slaat mijn stem bang over. Hij heeft hem verteld over onze zoenen? Over Bentes toilet? Alle keren bij een van ons thuis?
     'Marc en zijn vrienden, alles daarvan. In tegenstelling tot jou', zegt hij. Opgelucht zucht ik. Ik weet dat zijn woorden zeer moeten doen, maar op dit moment kan ik alleen maar opgelucht zijn dat hij niets over ons heeft verteld.

     'Wat zei hij?'
     'Ik heb het er niet graag met hem over, omdat ik weet hoe schuldig het hem laat voelen. Hij vroeg of hij naar Nederland moest komen, maar ik heb het uit zijn hoofd weten te praten', zegt Levi. Beduusd knik ik.

     Ik weet niet of mijn vader zo betrokken zou zijn als mijn situatie hetzelfde was geweest. Hij merkt het vaak niet eens op als Quinten vervelend doet, dus vrees ik dat hij niet echt zou ingrijpen.

     'Wel lief dat hij zo betrokken wil zijn ook al zit hij in Italië', stamel ik. Levi glimlacht breed.
     'Ja, hij is echt geweldig. Ik heb er ook echt zin in hem weer te zien in de zomervakantie', zegt hij trots. Het laat me rot voelen dat ik niet hetzelfde denk over mijn eigen vader.
     'Neem je Fay mee?' vraag ik met een brok in mijn keel. In de afgelopen vakanties is Mirre mee geweest, dus ik kan me voorstellen dat hij met Fay hetzelfde wil doen. Overdonderd kijkt Levi me aan.

     'We hebben nog niet', stamelt hij. 'Het is misschien beter daar nog even mee te wachten tot we wat verder zijn.'
     Ingetoomd knik ik. Ik zou er niet zo blij over mogen zijn, maar het gebeurt automatisch.

     In stilte komen we aan op de voetbalclub. We zetten onze fietsen weg en gaan daarna onze kleedkamer in. Blijkbaar zijn we niet al te laat, gezien het overgrote deel van het team nog aan het omkleden is. We worden enthousiast begroet.
     Ik gooi snel mijn tas op een van de bankjes en begin me om te kleden na mijn armbandje in mijn tas gepropt te hebben. Levi zoekt een plekje verder de kleedkamer in op. Het laat mijn bloed koud worden. Wat als hij doorheeft dat ik iets voor hem voel en hij zich daarom niet meer met mij in de buurt wil omkleden?

     Ik trap mijn schoenen uit, trek mijn broek uit en spring in mijn trainingsbroekje. Ik weet niet hoe snel ik mijn T-shirt uit moet trekken en mijn trainingsshirt weer aan moet trekken. Mijn lichaam mag niet gezien worden.

     Ik plof neer op het bankje en begin mijn sokken aan te trekken. Ondertussen glijden mijn ogen naar Levi, die de goede kant van zijn shirt probeert te vinden. Zonder dat ik er iets aan kan doen, glijden mijn ogen over zijn gespierde buik. Zijn stralende, gespierde bovenlichaam kijkt me terug aan.
     Ik blijf kijken terwijl ik mijn voeten in mijn schoenen druk en mijn veters strik. Beschaamd kijk ik weg zodra hij zijn lichaam bedekt heeft met zijn shirt. Dit is de reden dat hij zich niet naast me om wil kleden.

     Ik grabbel het geleende paar sokken uit mijn tas en gooi het tegen Levi's hoofd. Verbaasd kijkt hij om. Degene die het zagen gebeuren, lachen hard.
     'Je sokken', zeg ik met een zwakke grijns. Levi schudt lachend zijn hoofd en grijpt de sokken op van de grond.

     Ook hij gaat zitten op het bankje en trekt zijn voetbalschoenen aan. Verlegen kijk ik om me heen en probeer zo mijn ogen van Levi af te houden. Ik zie dat de rest langzaamaan klaar is met omkleden.
     Het duurt niet lang voordat we met een grote groep naar buiten gaan en ons veld opzoeken.

     'Echt, fucking hell. Sinds wanneer kan het zo warm zijn in Nederland? Zijn we in de hel beland of zo?' moppert Kevin.
     'Ik denk het', antwoord ik en de rest lacht om mijn opmerking. Ik kan zelf echter niet helemaal mee lachen, omdat ik ergens mijn antwoord meende. Voor mij voelt het alsof mijn leven hier op aarde niet zo ver verwijderd is van dat in de hel. Ook Levi lacht niet mee, en ik haat het want ik weet dat het mijn schuld is.

     We komen aan op het veld en beginnen in een cirkel de bal over te schoppen. Ik voel mijn hoofd al licht worden. De hitte en mijn halve avondmaaltijd doen niet veel goeds voor me.
     Niet veel later komt de trainer aan en beginnen we met een kleine warming up, om vervolgens een partijtje te spelen. Ik doe mijn best zo goed mogelijk mee te doen, maar ik voel me duizelig en uitgeput. Mijn maag gromt, zo leeg voelt hij.

     Levi en ik worden samen ingedeeld in een team en ik weet niet of ik er blij mee moet zijn of niet. Ondanks dat ik me beroerd voel, weet ik een goed spel neer te zetten en duurt het niet lang tot Levi en ik samen meerdere goals hebben weten te maken. Keer op keer geeft Levi me een high-five, waardoor ik keer op keer op mijn pijnlijke hand en nagellak word gewezen. Ik laat er echter niets van blijken.

     Aan het einde van de training moeten we helpen met het opruimen van de spullen, maar gelukkig is het deze keer niet veel en kunnen we ons dus snel opfrissen in de kleedkamer.
     Snel kleed ik me uit en stap onder de douches. Ik draai de temperatuur naar beneden, bang dat ik anders flauw zal vallen in het hete water.

     Ik kijk de douches langs terwijl ik mezelf insmeer met zeep. Ook Levi staat onder het stromende water. Ongemerkt glijden mijn ogen over zijn glanzende lichaam. Over zijn gespierde buik en borst, die hij net van me wegdraait. Over zijn brede en gespierde schouders, duidelijk breder door zijn vele dagen in de sportschool. Over zijn holle onderrug, gevolgd door zijn volle billen. Zijn brede schouders vormen duidelijk een groot contrast met zijn smalle middel en heupen. Hij is echt meer gaan trainen. Zijn gespierde bovenbenen en zijn kuiten, terug naar zijn kont. Hij is zo vol en gespierd. Hoe mooi zijn lichaam was in mijn droom, zo adembenemend is het nu.

     Beduusd draai ik mijn rug naar hem toe en voel licht aan de huid over mijn ribben. Hoe normaal mijn lichaam was in mijn droom, zo afgrijselijk is het nu. Hopelijk merkt Levi het niet dat mijn lichaam het tegenovergestelde van het zijne is geworden.

     Ik draai mijn douche uit en loop de doucheruimte uit terwijl ik een laatste blik naar Levi steel.
     Bij mijn spullen aangekomen pak ik snel mijn handdoek en begin mezelf vlug af te drogen. Daarna trek ik vlug een schone onderbroek aan en trek mijn kleren van vóór de training aan.

     Mijn ogen worden weer als een magneet naar Levi getrokken wanneer hij de douches uitloopt en zijn handdoek uit zijn tas trekt. Zijn lichaam is werkelijk prachtig.

     Bang kijk ik om wanneer Kevin me aanstoot. Shit, ben ik betrapt op het staren?
       'Jij en Levi zijn echt een goed team', zegt hij. Een vlaag van opluchting valt over me heen. 'Jullie spel was echt fantastisch net. Jullie hebben de rest van het team bijna niet nodig', zegt hij. Ik lach ongemakkelijk.
     'Bedankt', stamel ik en wrijf nog een keer mijn handdoek door mijn haren om mezelf bezig te laten lijken.

     'Je kan gewoon echt merken dat jullie zo goed op elkaar ingespeeld zijn omdat jullie echt al lang intens goed bevriend zijn', zegt hij nu. Ik sla mijn ogen neer.
     'Het probleem is alleen dat ik hem niet meer als gewoon een vriend zie', stamel ik. Het heeft mijn mond verlaten voordat ik er over na kon denken.
     Ongemakkelijk begin ik mijn spullen in mijn tas te doen. Mijn handen trillen licht en ik wil huilen, omdat mijn nagellak het feit alleen maar meer bevestigt.

     'Hoe bedoel je?' vraagt Kevin. Ik ben ontzettend dankbaar dat hij mijn stemming blijkbaar af heeft weten te lezen en de vraag zacht stelt, terwijl hij normaal altijd een van de luidsten in de kleedkamer is.
     Ik kijk vliegensvlug naar hem op, maar richt dan mijn ogen weer naar de grond. Ik pak mijn trainingsbroekje op en prop hem in mijn tas.
     'Precies wat ik zeg', antwoord ik en prop mijn kleffe handdoek en schoenen in mijn tas. Ik ga op het bankje zitten om mijn schoenen aan te trekken.

     'Je vindt hem leuk?' vraagt Kevin verbaasd maar gedempt. Zwijgend strik ik mijn veters. 'Is dat een ja?' vraagt hij, maar ik blijf zwijgen. Ik voel mijn complete hoofd rood kleuren. Er prikken tranen in mijn ogen. Mijn handen trillen steeds meer met elke lange, uitgerekte, stille seconde.
     'Ik neem aan dat dat een ja is..?' vraagt hij opnieuw. Ik kijk voorzichtig op naar Levi, die ook bijna klaar is met omkleden. Steeds meer mensen verlaten de kleedkamer, dus blijft er niet veel tijd over om het over hem te hebben voordat hij ons moeiteloos kan horen.
     'Zwijgen is toestemmen, toch?' hap ik toe, te bang om de woorden werkelijk over mijn lippen te werken nu. Verstomd kijkt Kevin me aan.

     Mijn hart bonst in mijn keel. Ook al heb ik eerder tegen Daniël en Simon en mevrouw Friekman gezegd dat ik biseksueel ben, toch wordt het er niet makkelijker op voor mezelf om het toe te geven.

     Ik kijk toe hoe nog een groepje jongens de kleedkamer verlaat. Enkel Kevin, Lars, Onno, Justin, Levi en ik zijn nog over. Ik probeer te luisteren naar Levi's gesprek met Onno, maar mijn oren suizen te veel.
     'Yo, Felix en Levi,' schrikt Kevin me op uit mijn dagdroom, 'gaan jullie zo met ons mee naar het park?' Angstig kijk ik hem aan. Wat als hij iets van plan is?
     'Ja, prima!' stemt Levi in. Mijn hoofd duizelt. Is het raar als ik nu niet instem?

     'We hebben Redbull en sigaretten', zegt Kevin en stoot me zacht aan. Twijfelend schud ik mijn hoofd. Ik kan de suikers wel gebruiken nu ik me zo slap voel, maar wat zal ons in het park te wachten staan?
     'Ik ga ook wel mee', stamel ik terwijl ik mijn armband twijfelend omdoe. Ik draag hem niet graag in het bijzijn van het team. Voldaan kijkt Kevin me aan.

     We wachten tot Justin klaar is met omkleden en fietsen dan met z'n zessen naar het parkje niet heel ver van onze club. Er wordt gepraat over van alles en het is gezelliger dan ik had verwacht.

     Zolang Kevin nergens over begint, is alles in orde.

     We komen aan in het parkje en gaan zitten op een van de houten bankjes; Levi en ik samen op de zitting, Justin, Onno en Lars op de rugleuning achter ons en Kevin voor ons op de grond.
     Al snel worden de blikjes uitgedeeld en zitten we allemaal een beetje te drinken, te praten en te lachen.

     Het duurt niet veel langer tot er ook een pakje sigaretten rondgaat. Trillend neem ik er een aan en steek het stokje tussen mijn lippen.
     Ik houd mijn hand op om Onno's aansteker aan te nemen, maar hij geeft hem aan Levi. Verward kijkt Levi hem aan en steekt de aansteker terug.
     'Oh, nee, ik rook niet', zegt hij en kijkt verbijsterd naar het pakje sigaretten onder zijn neus.

     Shit.

     Wat als hij roken niet aantrekkelijk vindt? Mijn adem zal stinken. Hoe moet hij me dan aankijken?

     'Ah, kom op, Levi. Voor deze ene keer', smeekt Kevin. Verontwaardigd kijkt Levi hem aan. 'Niet zo saai zijn.'
     'Niet pushen, Kev', snib ik. Grijnzend kijkt hij me aan. 'Laat hem als enige verstandig zijn. Ga hem niet pushen en belachelijk maken voor de beste keuze.'

     Kevins grijns is breed en ik voel mijn handen tintelen. Hij weet van mijn gevoelens en het laat me niet op mijn gemak voelen – absoluut niet bij dit gezelschap. Lars was een van de eersten die me een hele stapel aan homofobe berichten had gestuurd nadat mijn zoen met Levi online was geplaatst, dus mag hij niet weten dat het meer is dan enkel wat stomme, dronken zoenen – net zo min als Levi zelf.

     'Goed', zegt hij sluw en laat zijn ogen weer naar Levi glijden. 'Steek dan op z'n minst nog Felix' sigaret op, dan kan je tenminste zeggen dat je er een opgestoken hebt.'
     Met knalrode wangen kijk ik Kevin stomverbaasd aan. Hij is overduidelijk erg trots op zijn prestatie.
     Traag draai ik mijn ogen naar Levi, wie zoekend naar de sigaret tussen mijn lippen kijkt.
     Hij houdt de aansteker op. Twijfelend draai ik mijn hoofd naar hem toe en kijk naar zijn elegante vingers om de aansteker.

     Kort twijfel ik om de aansteker uit zijn handen te nemen en zelf mijn sigaret aan te steken, maar Levi's duim gaat al over het wieltje en schiet door op de knop, waardoor de vlam ontwaakt.

     Ademloos kijk ik naar Levi's hemelblauwe ogen terwijl hij de aansteker naar mijn sigaret brengt. Ze zijn geconcentreerd op het vuur en de sigaret.
     Mijn ogen volgen hoe zijn andere hand een kommetje om de vlam en het puntje van mijn sigaret vormt. Voorzichtig leg ik mijn beurse hand tegen de zijne en scherm zo de vlam nog beter af, ook al is er geen wind die de vonk uit kan blazen. Mijn vingers tintelen onder de aanraking.

     Ik wend mijn ogen snel naar zijn ogen zodra ik de blauwe glitters in mijn nagellak opmerk. Nu zie ik dat zijn ogen gericht zijn op het stukje sigaret tussen mijn lippen. Ergens hoop ik dat ze eigenlijk op mijn lippen gericht zijn, maar ik weet beter dan dat.
     Het puntje van mijn sigaret licht op en kleurt oranje, maar Levi haalt de vlam nog niet weg. Ademloos kijk ik toe hoe Levi mijn lippen rondom de sigaret observeert. Zijn het nu werkelijk mijn lippen waar hij naar kijkt?

     'Nou,' onderbreekt Justin ons en schopt tegen Levi's heup, 'schiet op. Ik wil ook mijn sigaret aansteken.'
     'Ja, sorry', stamelt Levi en geeft hem de aansteker. Ongemakkelijk neem ik een trekje van mijn sigaret en blaas de rook over mijn schouder uit – hoop zo niet alleen Levi niet lastig te vallen met de rook, maar ook mijn knalrode wangen van de rest af te schermen.

     Ongemakkelijk trek ik aan mijn broek in de hoop geen drinken over mezelf te morsen terwijl ik toekijk hoe Levi met plaatsvervangende schaamte van zijn Redbull drinkt. Mijn ogen zijn gefixeerd op zijn adamsappel. Stel je voor dat hij...

     Nog ongemakkelijker zet ik mijn blikje drinken weg, steek ik mijn nu vrije hand in mijn broekzak en schuifel wat. Het doet zeer, maar het moet. Ik weet dat ik mijn ogen van Levi af moet houden, maar het lukt me niet goed.

     'Hoef je ook geen trekje?' vraagt Lars nu en schopt tegen Levi's onderrug. Pissig kijk ik naar hem om.
     'Ja, Felix, geef Levi eens een trekje', pusht Kevin nu. Mijn ogen schieten vuur wanneer ze op hem vallen, triomfantelijk gezeten op de grond.
     'Hij zei toch dat hij het niet wil?' zeg ik kortaf. Ergens ben ik niet verbaasd dat ze zo laf zijn om dit te doen.
     'Eén trekje kan vast geen kwaad', klinkt Levi echter in mijn oor, waardoor ik abrupt mijn hoofd naar hem draai.

     Twijfelend kijk ik hem aan en kijk dan bedenkelijk naar de sigaret tussen mijn vingers.
     'Weet je het zeker? Je hoeft het niet te doen omdat zij zo aan het pushen zijn', probeer ik hem te verdedigen. Alsjeblieft, Levi, laat je niet opfokken door hen.
     'Het is maar één trekje, Felix', zegt hij. Ik knik traag en laat mijn ogen op zijn lippen vallen. Ik haal mijn hand uit mijn broekzak en wrijf over mijn nagellak met mijn duim.

     Wat als ik het hem aanbied door zelf de hijs van de sigaret te nemen, langzaam naar hem toe te leunen, voorzichtig zijn kin vast te pakken en de rook traag tussen zijn lippen door te blazen?

     Beduusd schud ik het beeld van mijn netvlies. Onzeker steek ik de sigaret naar hem op.
     'Als je het echt wil', zeg ik teleurgesteld. Ik haat het dat Levi toegeeft aan de groepsdruk. Het voelt niet normaal voor hem. Onhandig neemt hij de sigaret van me over.

     Mijn maag draait bij het zien van zijn gestuntel met hoe hij het staafje het handigst vast kan houden. Hij besluit te gaan voor een stevige grip tussen zijn duim, wijs- en middelvinger. Vragend kijkt hij me aan.
     'Gewoon zo?' vraagt hij en voordat hij de sigaret naar zijn mond brengt terwijl hij zijn wangen licht naar binnen zuigt, als demonstratie van wat hij van plan is.

     Gepikeerd neem ik de sigaret uit zijn handen en klem hem tussen mijn eigen wijs- en middelvinger.
     'Stop alsjeblieft, Levi. Ik kan aan je ogen zien dat je het niet wil', zeg ik. Hij zucht zacht en kijkt beschaamd weg, maar ergens merk ik dat hij ook opgelucht is. Hij neemt een slokje van zijn Redbull en kijkt zwijgend voor zich uit.
     'Niet chill, gast', zeg ik en kijk Kevin strak aan. Hij houdt echter zijn nonchalante blik.

     De jongens om ons heen schuifelen wat ongemakkelijk en beginnen voorzichtig weer een gesprek.
     Vanuit mijn ooghoeken kijk ik naar Levi. Hij kijkt beduusd naar de grond, lijkt teleurgesteld te zijn in zichzelf. Hij zou juist het tegenovergestelde moeten zijn.

     Zacht stoot ik hem aan, maar hij kijkt niet om. Ook ik kijk nu beduusd naar de grond.

     Mijn ogen worden echter naar twee meiden getrokken, die aan komen fietsen in de verte. Ik denk hen te herkennen, maar ze zijn te wazig voor me om het zeker te zeggen.
     Wanneer ze verder naderen, zie ik echter dat het wel de meiden zijn die ik dacht te herkennen: Mirre en Petra. Ook Levi merkt hen op.
     Met een brede glimlach kijkt Mirre naar Levi. Ze fietsen over het fietspad voor onze neus en groeten ons enthousiast. Ik kan hen enkel ingetoomd begroeten, te afgeleid door Levi, wie de meiden met een brede glimlach terug groet.

     Er valt een steen op mijn maag. Zijn glimlach naar Mirre was zo oprecht. Wat als hij weer teruggaat naar haar? Zwak slik ik terwijl ik naar zijn voortanden kijk. Ik probeer me het breeklijntje in te beelden, te schatten waar het verborgen gaat. Waarom zou hij mij ooit willen als ik hem zoveel leed heb bezorgd? Het is mijn schuld dat zijn glimlach verpest is. Mirre is veel beter voor hem.

      Afwezig kijk ik naar de grond. Er zijn zoveel opties voor Levi, maar ik ben daar niet eentje van.

      Ik neem weer een trek van mijn sigaret terwijl ik naar Levi kijk. Zijn ogen gaan naar mij zodra ik mijn sigaret naar mijn lippen breng. Ik kijk toe hoe zijn ogen gefixeerd zijn op mijn lippen rondom de filter van de sigaret. Het had iets compleet anders kunnen zijn dagen geleden. Ik vraag me af of Levi hetzelfde inbeeldt.

     Gefascineerd kijkt hij toe hoe ik traag de rook uitblaas. Ik voel dat ik licht begin te blozen wanneer ik ook Levi's wangen roze zie worden.
     Ik schrik op van mijn staren door een zachte trap tegen mijn onderrug. Ik kijk om naar Justin, wie ook Levi aanstoot.
     'Hé', zegt hij. Bang kijk ik hem aan. 'Jullie waren het toch die elkaar twee keer dronken hebben staan zoenen?' vraagt hij.

     Mijn hart zakt in mijn borst. Moet hij het er echt uitgerekend nu over hebben? Net nadat ik Kevin verteld heb over mijn gevoelens?
     'Uh, ja', stamelt Levi. De jongens achter ons grijnzen. Mijn handen worden klam.
     'Kunnen jullie dat ook als jullie geen drank op hebben?' zegt Onno nu uitdagend. Mijn hoofd duizelt.

     Oh, Onno, je weet nog maar de helft.

     'Wat probeer je te zeggen?' snauw ik. Kap dit af, alsjeblieft.
     'Nou,' mengt Kevin zich nu, 'jullie kunnen elkaar wel zo stoer zoenen als jullie dronken zijn, maar kunnen jullie dat ook als jullie dat niet zijn?' zegt hij. Ik wilde dat blikken konden doden, want dan had hij nu niet meer verder kunnen spreken. Hij maakt misbruik van zijn kennis.
     'Of zijn jullie daar dan te laf voor? Ik zou het wel eens willen zien', blijft hij pushen. Echt, val alsjeblieft dood.

     'Natuurlijk kan dat niet', zegt Levi boos en staat op. Verbaasd kijk ik naar hem om. Ik ben niet verbaasd dat hij het zegt, maar toch doet het me zeer.
     'Ah, kom op. Het is maar een zoen. Dat kunnen jullie toch wel even doen?' zegt Kevin sluw. Ik moet alles van mezelf vragen om niet op te springen van het bankje en hem te wurgen.
     'Felix heeft een vriendin! Natuurlijk kunnen we niet zoenen!' roept Levi pissig.
     'Jij hebt toch ook een vriendin? Kan dat dan wel?' vraagt Lars nu. Ongemakkelijk schuifelt Levi. Zijn pissige persona verdwijnt volledig door de vraag.

     'Het... Het is uit...' stottert hij met een knalrood hoofd.
     'Zeker omdat je Felix leuk vindt?' vraagt Kevin provocerend. Mijn maag draait zich om.
     'Wat?! Nee!' zegt Levi en daarmee is zijn pissige persona meteen terug. Tranen springen in mijn ogen. Natuurlijk vindt hij me niet leuk. 'Het was gewoon op tussen Mirre en mij. Dat kan toch?'
     'Hij vindt iemand anders leuk', mompel ik zacht, hoor mijn stem overslaan bij het uitspreken van de woorden. De rest lacht me erom uit en doet mijn voice crack na. Ik moet erdoor vier keer mijn eigen woorden terug horen, wat ze alleen maar meer confronterend maakt.

     'Kom op, jongens. Jullie kunnen toch wel zoenen? Doe niet zo laf. Het is niet alsof het iets voor hoeft te stellen', blijft Kevin pushen. De valse blik in zijn ogen geeft aan dat hij weet hoeveel het voor mij voor zal stellen.
     'Ik weet het goed gemaakt', zegt Kevin nu en wijst naar Lars. Verbijsterd kijkt hij hem aan.
     'Als je nu gaat zeggen dat wij moeten zoenen als jullie gezoend hebben, kan je het wel vergeten. Zo ging het de eerste keer tussen Felix en mij ook en ik ben niet zo dom dat ik niet ga leren van mijn fouten', snibt Levi. Mijn hoofd voelt licht.

     Hij is goed in het leren van zijn fouten.

     Onze zoen was een fout voor hem.

     'Gast, dat ging ik niet zeggen. Tuurlijk ga ik Lars niet op de bek nemen. Ik heb een andere deal', zegt Kevin. Hoofdschuddend kijkt Levi hem aan.
     'Vertel op', spuugt hij uit.
     'Als Lars binnen vijf seconden op zijn handen naar die lantaarnpaal en terug kan lopen, moeten jullie zoenen', zegt Kevin en wijst naar een van de dichtstbijzijnde lantaarnpalen.

     'Maat, vijf seconden is wel erg krap', protesteert Lars. Kevin haalt grijnzend zijn schouders op.
     'Het moet wel een beetje spannend blijven. Als het niet lukt, houden we voorgoed over die zoen op', zegt Kevin.
     Verbijsterd kijk ik naar Levi, wie bedenkelijk naar de lantaarnpaal kijkt. Ik weet precies wat hij denkt: het zal Lars nooit lukken. Maar is het het risico waard? Dan zijn we wel van het gezeik af.

     'Heen en terug?' vraagt Levi, scant de afstand.
     'Heen en terug. Als het hem lukt, moeten jullie zoenen', zegt Kevin. 'Met tong.'
     'Oké, best', zegt Levi triomfantelijk en slaat zijn armen over elkaar. Ik kan aan zijn stem horen dat hij verwacht dat het Lars nooit zal lukken. Het zal hem waarschijnlijk ook niet lukken. De groep juicht en jubelt.

     Houden Levi en ik hierna ook voorgoed over onze zoen op?

     'Top!' zegt Kevin enthousiast en wijst weer naar Lars. 'Nou, Lars, je weet wat je te doen staat!'
     Lars springt grijnzend op van het bankje en jogt naar zijn startpunt. Kevin trekt kort aan zijn short.
     'Je weet wat je te doen staat, toch?' zegt hij nog een keer streng. Lars knikt trots en zet zich schrap voor zijn bijdrage aan de deal.

     Hij heft zijn armen op om aanstalten te maken voor zijn handstand. Ademloos kijk ik toe hoe hij zijn schouders losschudt.
     Hij zwiert zijn armen naar beneden.
     Maar in plaats van dat hij een handstand vormt, wikkelt hij zijn handen om de neuzen van zijn schoenen en begint zo naar de lantaarnpaal te rennen. Een verblufte lach verlaat mijn keel.

     Met open gezakte mond kijkt Levi toe hoe Lars op zijn handen om de lantaarnpaal rent terwijl de rest van de groep dissende geluiden maakt. Mijn hart begint te razen.

      Shit. Het is dus nog niet over.

     Lars maakt zijn terugkeer en geeft hijgend een high-five aan Kevin, die ons voldaan aankijkt. Verontwaardigd kijkt Levi de twee jongens aan.
     'Ja, maar zo bedoelde ik het niet!' brengt hij verbluft uit.
     Mijn hart zweert. Hij wil me absoluut niet zoenen. Hij moet die meid wel heel erg leuk vinden. Erger nog: hij moet mij wel heel erg niet leuk vinden.

     'Dan had je duidelijker moeten zijn, Lange. Lars is op zijn handen heen en weer gerend, dus hij heeft zijn taak voldaan. Het enige wat er nog moet gebeuren nu, is dat jullie moeten zoenen', zegt Kevin. Buiten adem neemt Lars weer achter ons plaats, waar ook Onno en Justin hem een high-five geven.
     Ik kijk om naar Levi, wie met een knalrood hoofd naar mij kijkt.

     'We kunnen hier niet zoenen. Er zijn gasten van school die ons zullen vernietigen als ze het zien', zegt hij. Traag knik ik.
     Levi heeft gelijk. Vooral na zijn tweede schorsing zal Marc ons wel kunnen vernietigen. Het is niet verstandig om hier te zoenen.
     'Wij zijn erbij. Er kan niets gebeuren. Er is geen hond meer in het park, dus het zal waarschijnlijk toch door niemand gezien worden', zegt Kevin. We kijken zoekend rond, en hij heeft gelijk: de enige die nog zo laat rondhangen in het park, zijn wij.

     'Gaan we dit doen of niet?' vraagt Levi nu. Hij haalt alle hoop en moed uit me met zijn woorden. Hij kijkt er zo tegenop.
     'Het was de afspraak...' stamel ik. Zuchtend ploft Levi naast me neer en scant mijn gezicht.
     'Goed dan', mompelt hij met tegenzin. Mijn hart scheurt. Hij wil me niet.

     Voorzichtig legt Levi zijn hand in mijn nek en kijkt me angstig aan. Ik leg mijn bezeerde hand behoed aan de andere kant van Levi's nek. Diep adem ik in en uit. Gaan we dit nu echt doen?

     'Wel met tong, hè?' zegt Kevin en ik kan hem wel schieten.

     Levi kijkt me eerst nog een paar tellen aan. Dan besef ik dat hij niet de eerste stap zal maken – zoals hij nog geen enkele keer heeft gedaan. En nooit zal doen. Omdat hij me niet op dezelfde manier ziet.

     Ik zucht zacht. Moet ik het wel doen als hij er zo op tegen is? Traag glijd ik mijn ogen naar de zijne, maar zie dat ze gefixeerd zijn op mijn lippen. Ook ik kijk nu weer naar zijn mond.
     Voorzichtig leun ik naar hem toe terwijl ik naar zijn ogen kijk. Zijn ogen zijn nog altijd gefocust op mijn lippen. Ze glinsteren licht. Is het angst?

     Heel kort kijkt hij naar me op voordat mijn lippen de zijne raken, maar hij is maar al te gedreven om naar mijn mond te blijven kijken.

      Ik besluit het mezelf makkelijker te maken door mijn ogen te sluiten. Het duurt niet veel langer tot mijn lippen die van Levi raken. Zacht druk ik ze tegen de zijne.

     Adrenaline giert door mijn lijf wanneer Levi testend terug duwt. Het voelt zo goed. Levi zoent me opnieuw en ik ga er zonder twijfel op in.
     Onze lippen vlechten zich tussen elkaar. Mijn hand glijdt langs zijn nek naar beneden, over zijn gespierde borst, gevolgd door zijn buik en zijn heup. Stevig pak ik zijn bovenbeen vast en kus hem opnieuw. De pijn wil me weg laten trekken, maar mijn verlangen wil me vast laten houden.

     Levi leunt dichter naar me toe, komt dichter naar mijn lichaam, zoekt zo meer contact. Mijn benen tintelen. Ik wil meer dan dit. Opnieuw zoen ik hem.

     'Gasten, gebruik die tong eens. Dat was de deal', zegt Kevin. Ik wil hem hetzelfde aandoen als mijn kluisje. Dat hij weet wat ik voor Levi voel, betekent niet dat hij daar misbruik van mag maken. Het is echt fout van hem dat hij Levi met deze zoen heeft opgezadeld.
     Ik steek mijn middelvinger naar hem op zonder van Levi los te breken.

     Voordat ik het weet zit Levi's tong echter al in mijn mond. Overdonderd grijp ik me steviger vast aan zijn bovenbeen, waardoor mijn sigaret tussen mijn vingers uit valt.
     Ik probeer me echter over de verbijstering heen te zetten en duw met mijn tong tegen die van hem.
     Ik geniet van het tintelende gevoel dat door mijn lichaam stroomt. Levi's hand ligt nu ook licht op mijn bovenlichaam en heel mijn huid kriebelt. Ik wil dat hij me steviger vastpakt, maar ik trek weg voordat ik te veel gewijd raak aan die gedachte.

     Met ogen zo groot als satellietschotels kijkt Levi me aan. Hij is wonderschoon.

     Holy shit.

     'Nou, was dat nou zo moeilijk?' zegt Kevin. Boos kijk ik naar hem om.
     'Ga jij maar tongen met een jongen. Dat vind jij ook niet makkelijk', zeg ik kortaf.
     'Echt hoor', stemt Levi in. Gebroken kijk ik hem aan terwijl ik in mijn ooghoeken Kevin zijn armen omhoog zie doen alsof hij zich overgeeft. Levi vindt het werkelijk verschrikkelijk om een jongen te zoenen.

     'Sorry hoor', zegt Kevin. Ik rol mijn ogen en kijk hem geïrriteerd aan.
     'Tevreden?' vraag ik. Speels haalt Kevin zijn schouders op.
     'Ik denk dat het nog wel wat intenser had gemogen, maar goed', zegt hij en ik kan mezelf bijna niet meer inhouden om hem te slaan.
     'Kans verkeken', zeg ik.

     'Iemand nog een sigaret?' vraagt Onno en deelt zijn pakje rond. Ik haal er een nieuwe uit en steek hem op. De gevallen peuk pak ik op en smijt ik in de prullenbak naast me. Ik neem nog een slok energydrink en probeer weer tot rust te komen.
      De anderen beginnen weer te praten, maar ik blijf zwijgen. De avond voelt te onwerkelijk. Mijn lijft trilt. Arme Levi wilde me niet zoenen, maar werd toch gedwongen het te doen. Hij wil helemaal niets met me, maar toch eindigt hij keer op keer met mijn lippen op de zijne. De arme jongen.

     En daar zit ik dan, hopeloos verliefd op hem.

     Ik neem een kleine trek van mijn sigaret. Ik houd helemaal niet eens van roken, maar ik had gehoopt dat het wat van mijn stress weg zou nemen. Het lijkt er voor nu op dat het alleen maar erger is geworden.

     'Yo, ik ga, mannen', zegt Justin en springt op van het bankje. Ook Onno staat op en springt tussen Levi en mij door.
     'Ik ook', zegt hij en hijst zijn sporttas op zijn rug.
     'Ja, wij gaan ook maar. Of niet, Lars?' zegt Kevin en komt omhoog van de grond.
     'Zekers', zegt Lars en stapt op Kevin af om zijn sporttas op te pakken. Kevin kijkt Levi en mij testend aan.
     'Wat doen jullie?' vraagt hij en ik haat de smalle grijns rond zijn mondhoeken.

     'Ik blijf nog even hier...' stamel ik. Hopelijk vertrekt Levi met de anderen en kan ik even mijn gedachten rustig op een rijtje zetten. Hopelijk komt Marc dan op me af en zal hij al mijn gevoelens voor Levi uit me slaan. Dan kan ik Levi er nooit meer lastig mee vallen.

     'Ik ook...' zegt Levi echter. Verrast kijk ik naar hem om. 'Ik wacht tot Felix zijn sigaret op heeft, dan gaan wij ook.'
     'Dat hoeft niet...' stotter ik. Glimlachend kijkt Levi naar me om.
     'Het is een paar minuutjes extra. Het is prima', zegt hij. Twijfelend knik ik. Zo hoeft hij niet alleen naar huis en kan Marc hem niet opzoeken zonder ook met mij te maken te krijgen.

     'Oké, dan zien we jullie wel weer', zegt Lars en begint naar zijn fiets te lopen. Kevin schenkt ons nog een grijns.
     'Niet te veel zoenen', zegt hij en loopt weg. Mijn hart bonst in mijn keel.
     'Will do', roept Levi hem nog na. Duizelig kijk ik weg. De vier andere jongens fietsen uit het zicht en laten zo ons alleen achter op het bankje.

     Er valt een ongemakkelijke stilte tussen Levi en mij. Ik weet nog niet helemaal zeker of ik blij moet zijn dat hij nog bij me is of niet.

     'Obelix', klinkt Levi na een tijdje. Verbaasd kijk ik naar hem om. 'Zou ik toch een trekje mogen?' Mijn wenkbrauwen schieten omhoog.
     'Je hoeft het niet te doen omdat die anderen het wilden', zeg ik. Levi schudt zijn hoofd.
     'Weet ik. Ik wil het gewoon proberen, oké?' zegt hij. Bezwaard kijk ik hem aan.
     'Weet je het zeker?' vraag ik onzeker en hef licht de sigaret op.
     'Ja. Eén trekje maar', zegt hij. Ik knik en opnieuw vallen mijn ogen naar zijn lippen. Wat als ik echt de rook tussen de zachte, roze kussens zou blazen?

     'Niet te veel inademen', stamel ik en geef hem de sigaret. Het voelt minder bezwaarlijk nu de andere jongens weg zijn en het minder als indruk maken bij hen voelt.
     Hij neemt hem tussen wijs- en middelvinger en zet het stokje aan zijn lippen. Voorzichtig ademt hij in en haalt dan de sigaret weg. Ik zie dat hij zijn hoest probeert te onderdrukken, maar hij barst los zodra ik het stokje tussen zijn vingers uit haal. Zacht lach ik. Levi lacht beschaamd mee.
     Ik neem een trekje terwijl ik toekijk hoe hij nog een laatste paar keren hoest. Hij is zo mooi. Zijn blauwe ogen kijken me door de stijgende rook uit mijn neus aan.

     Ik sla mijn ogen neer wanneer ik aan onze zoen van net denk en laat de sigaret verslagen op de grond vallen. Traag trap ik hem uit en gooi daarna het stompje in de prullenbak.
     'Hoe doe je dat trouwens?' vraagt Levi, waardoor ik verward naar hem omkijk. Zijn grote krullen lijken van gesmolten koper in het warme zonlicht van de ondergaande zon. Hij is beeldschoon.
     'Wat? Roken?' lach ik. Levi schudt lachend zijn hoofd.
     'Nee, niet bang zijn. Hoe doe je dat?' zegt hij. Ik klap overrompeld dicht. 'Net verrekte je geen spier toen er over die zoen begonnen werd. Bij Marc verrek je geen spier. Hoe doe je dat in hemelsnaam?'

     Ik zucht. Wist hij maar hoe graag mijn zenuwen er een circustent van maken in mijn lichaam.

     'Echt. Je bent nooit bang', zegt hij. Ik lach honend.
     'Nooit bang?' zeg ik verontwaardigd. Ik haat het dat hij blijkbaar zo erg in mijn leugens en maskers is getrapt, dat hij niet de moeite heeft gedaan om verder te kijken.
     'Nooit bang?' zeg ik nog een keer. 'Ik ben altijd bang. Bang voor wat er om me heen gebeurt. Bang voor wat ik doe. Bang voor iedereen om me heen. Bang voor wie ik ben. Maar vooral bang dat ik nooit meer in mijn hele leven bij een ander zal voelen wat ik altijd bij jou voel!'

     De woorden hebben mijn keel verlaten voordat ik het zelf besef. En bang dat ik er nooit aan toe zal kunnen geven.

     Het is eruit. Ik heb het eruit gegooid. Het is bekend.

     Overdonderd kijkt Levi me aan. Ik heb mezelf nog nooit zo dom gevoeld voor iets wat ik gezegd heb, maar ik kan mezelf niet meer tegenhouden nu.

     'Ik weet dat je mij gebruikt om je hoofd van Mirre af te houden en omdat Fay nog niet klaar is om met je pik te spelen, maar voor mij is het meer dan dat! En ik ben bang dat het voor jou nooit meer zal voorstellen dan dit. Ik ben doodsbang dat jij nooit hetzelfde zal voelen', stamel ik.

     Tranen prikken in mijn ogen. Waarom moest ik deze gevoelens opnieuw op me af krijgen? Waarom heb ik het zo ver laten komen?
     Ik trek mijn voeten op de zitting van het bankje, wikkel mijn armen om mijn onderbenen en leg verslagen mijn voorhoofd op mijn knieën. Tranen barsten los.

     Ik ben zo'n fucking idioot. Waarom moest ik hem vertellen dat ik hem leuk vind? Het was zo verdomd dom. Nu is onze vriendschap officieel voorbij en zal ik hem op geen enkele manier meer hebben.

     'Je... Je vindt me leuk?' klinkt Levi verbaasd en het maakt me woest.
     'Ja, natuurlijk vind ik je leuk! Ben je nou echt zo achterlijk?! Waarom denk je anders dat ik je zo vaak heb gezoend? Moet je het er echt in wrijven?! Me belachelijk maken?!' snauw ik en huil verder.
     'Moet je het nou echt zo onder mijn neus drukken dat het mijn fout is dat Marc op ons af komt?' snik ik. Het is werkelijk mijn fout. En hoe moet Levi me nu nog vertrouwen? Ik heb letterlijk toegegeven dat ik bang ben voor Marc. Hoe moet hij nu nog denken dat ik hem kan beschermen?

      'Ik...' stottert Levi, maar ik laat hem niet uitpraten.
     'Ik weet dat je mij niet leuk vindt, Levi. Waarom zou je me anders steeds weigeren te zoenen?! Maar dan hoef je niet zo kut te doen. Ik kan er helaas ook niets aan doen, ook al wil ik het zo graag!' snauw ik tussen mijn snikken door. Was het maar anders geweest. 'Best dat jij mij niet op dezelfde manier ziet, maar dan hoef je me niet zo zwart te maken. Je doet precies waar ik bang voor was.'

     Ik ben zo ontzettend gefrustreerd. Ik ben razend op mezelf dat ik aan Levi heb verteld hoe ik me voel, en de enige manier om mezelf er niet mee te slopen is door het af te reageren op hem.

     'Het is niet zo dat ik je niet wil zoenen omdat ik je niet leuk vind...' zegt Levi met een trillende stem. En ik haat mezelf er alleen maar meer door. Goed gedaan, Felix, je hebt hem aan het huilen gemaakt.

     Wacht, wat zei hij?

     Verbijsterd kom ik omhoog uit mijn schoot en kijk Levi verdwaasd aan. Zijn blik is onzeker en verlegen.
     'Ik wil je niet zoenen omdat je nog met Bente hebt', zegt hij behoed. Ik heb het gevoel dat ik achterover geslagen word.
     'Je vindt me leuk?' stamel ik.
     'Was dat echt niet duidelijk voor je?' zegt hij lachend. Zwijgend kijk ik hem aan. 'Het is uit met Mirre omdat ik jou leuk vind, idioot', zegt hij. Mijn hart begint te razen.

     'Wat?' stamel ik. Mijn buik kriebelt zoals hij nog nooit eerder heeft gedaan. 'Serieus?' Levi lacht.
     'Felix', zegt hij en kijkt me diep aan.
     'Wat?' vraag ik verward.
     'Fay', zegt hij en scant mijn gezicht. Mijn maag zakt in mijn borst. Ik had haar naam niet willen horen nu.
     'Fay...' zegt hij doordringend. Niet-begrijpend kijk ik hem aan. Levi lacht honend. Zegt hij nou dat hij me voor de gek heeft gehouden net en het toch Fay is voor wie hij is gevallen? Mijn hart beeft. 'Fay', zegt hij nog een keer.

     En dan klikt het.

     Fee.

     Hij zei geen Fay, maar Fee.

     Hij sprak het anders uit dan Collin deed. Dan iedereen deed. Dan dat hij zelf deed om zijn leugen te voeden. Fee. Hoe kan het dat ik de leugen niet gemerkt heb? Was ik te overdonderd door mijn plotse verlies?

     'Fee', stamel ik lachend Levi lacht mee. Mij.

     Hij heeft het uitgemaakt met Mirre vanwege mij.

     'Serieus?' vraag ik verlegen. De bekentenis voelt te onwerkelijk. Levi's hoofd kleurt net zo rood als het mijne.
     'Het is sinds het begin al heel serieus voor me', zegt hij. Mijn hart klopt in mijn keel.
     'Wat een miscommunicaties hebben we gehad dan...' stamel ik en we lachen.
     'Oh, absoluut', stemt Levi in. Even voelt alles luchtig en plezierig in me.

     Enthousiast leun ik naar voren en zoen hem. Ik kon mezelf niet langer inhouden. Hoe kon ik ook anders, na eindelijk te horen gekregen te hebben dat ik Levi al die tijd niet voor niets heb gezoend? Deze zoen voelt duizend maal beter dan al onze andere zoenen bij elkaar.
     Ik laat mijn tong zijn mond in gaan terwijl ik mijn hoofd leeg probeer te laten stromen. Maar het voelt juist te vol van alles.

     Fee. Ik ben het zelf geweest al die tijd. En ik was te naïef om het in te zien.

     Fay...

     Mijn lippen gaan opnieuw tussen Levi's lippen door. Ze scheiden zich voor hem, zodat hij zijn tong mijn mond in kan brengen.

     Faylix.

     Levi's tong voelt zelfverzekerd en opgelucht tegen de mijne. Mijn hoofd duizelt echter.

     Gaylix.

     Er is geen ontkennen meer aan.

     En het is werkelijk zo dat ik de reden ben dat Levi zo gepest is. Hoe moet ik met mezelf leven? Ik maak het alleen maar erger met deze bekentenis.

     Abrupt breek ik van hem los. Glimlachend kijkt Levi me aan, maar ik kan me opeens niet meer zo luchtig voelen.
     Wat nu? Ik had nooit de situatie in proberen te beelden dat mijn gevoelens voor Levi wederzijds zouden zijn. Ik had nooit durven dromen dat ik zo ver zou komen. Hoe zal het gaan nu we van elkaar weten dat we gevallen zijn voor de ander? Hoe gaat deze informatie zich uiteindelijk naar Marc verspreiden? Wat nu?

     'Ik moet gaan', gooi ik eruit en sta abrupt op. Levi's vrolijke blik verandert in één klap van opgewekt naar verontwaardigd en verward. 'Mijn moeder zit vast op me te wachten. Ik zie je morgen', zegt ik en ren naar mijn fiets.
     'Fee!' roept Levi nog.

     Fee. Fay. Faylix. Gaylix.

     Het mag niet, Felix. Je mag niet toegeven aan je gevoelens voor Levi. De hele wereld zal je ervoor gaan vernietigen.

     Ik grijp mijn tas van de grond, spring op mijn fiets en cross weg zonder nog een keer om te kijken. Ik weet dat ik anders veel te graag bij Levi was gebleven en nooit aan mijn wensen had kunnen voldoen. Ik mag niet meer handelen naar mijn verlangens.

     Mijn hoofd is een puinhoop. Er is een nieuwe angst bij gekomen en hij voelt te groot voor mijn lichaam. Hoe zal mijn omgeving gaan reageren als dit bekend wordt?

     Met tranen bijtend in mijn ogen fiets ik naar huis. Het mag niet meer, Felix. Dit is de allerlaatste stap geweest die je hebt mogen maken naar hem. Hierna is het over.

     Thuis aangekomen storm ik meteen naar mijn kamer. Verbaasd kijkt mam me aan terwijl ik langs haar de trap op ren.
     'Alles oké?' vraagt ze.
     'Ja!' roep ik en ren mijn kamer in. 'Ik ga naar bed. Welterusten', roep ik en smijt de deur dicht. Hijgend kijk ik naar mijn gesloten slaapkamerdeur en probeer mijn tranen weg te vechten.

     Wat nu? Wat moet ik verdomme nu?

     Ik begin de hopen rommel op mijn slaapkamervloer door te zoeken, zoekend naar mijn koptelefoon. Ik moet mezelf afsluiten van de buitenwereld – van de stemmen in mijn hoofd.

     Verbaasd kijk ik om wanneer mijn kamerdeur opent. Mijn moed zakt in mijn schoenen zodra ik Bente binnen zie komen. Ik haat het. Ze heeft waarschijnlijk op haar telefoon in de gaten gehouden wanneer ik naar huis zou komen.

     Mijn hart zakt in mijn borst. Ze heeft ook moeten zien dat ik na de training met Levi in het park ben geweest.

     'Hé, wat doe jij hier zo laat?' vraag ik verbijsterd. Ze grijnst sluw en ik haat het. Ik weet wat ze wil.
     'Ik dacht dat ik vanavond wel hier kon blijven slapen', antwoordt ze. Ik heb het gevoel dat ik flauw ga vallen. Ik kan dit niet aan na mijn bekentenis van net, wetende dat het te geforceerd zou zijn.

     'Oh, maar ik wilde net naar de sportschool gaan', stamel ik, probeer haar zo naar huis te krijgen.
     'Je hebt net gevoetbald. Is dat echt nodig? Je ma zei dat je ging slapen', zegt ze. Het is een van de weinige keren dat ze mijn leugens op lijkt te pikken en ik haat het. 'Ik dacht dat we wel samen konden slapen.'
     'Tuurlijk', stamel ik en kruip omhoog van de grond. Ik loop naar mijn bed en plof neer. Ik zet mijn tv aan en begin door mijn series op Netflix te zoeken.

     Bente trekt al haar kleren uit, op haar onderbroek na.  Ze trekt een van mijn T-shirts aan en, ook al is het te groot voor haar, probeert haar billen onbedekt te laten. Ze gaat op het hoofdeind van mijn bed zitten en kijkt toe hoe ik een serie opstart.
     Hopelijk kan ik met de serie haar werkelijke slapen buiten spel laten vanavond. Ik weet dat er een homoseksueel personage in de serie voorkomt, dus hopelijk kan ik er een aanknopingspunt naar Levi door vinden en haar eindelijk vertellen wat er gaande is – hoe erg ik er zelf ook niet aan toe wil geven. Ik kan haar niet langer voorliegen.

     Ik schuifel naar achter en kom zo naast haar te zitten. Ze legt haar hand op mijn bovenbeen, waardoor ik zenuwachtig slik. Ik moet een goed punt zien te vinden om over Levi te beginnen voordat dit te ver gaat. Misschien begint ze over het park.

     Ik zie Bente haar telefoon pakken en een foto maken, maar mijn ogen blijven nerveus gericht op het tv-scherm. Er moet ergens een punt komen dat ik erover kan beginnen.

     Een kleine zweetdruppel glijdt langs mijn nek naar beneden zodra ik Bente mijn gezicht zie scannen, in plaats van dat ze haar ogen gericht heeft op de tv.
     'Je hebt echt veel puistjes, Fee,' zegt Bente terwijl ze licht mijn wang streelt.

     Fee.

     Zacht slik ik en houd mijn ogen op het scherm gericht. Ik trek mijn hoofd een beetje van haar weg, maar haar hand blijft mijn wang volgen. Ze is nu al te handtastelijk en we hebben nog niet eens drie minuten gekeken. Ik wil het niet.
     'Sorry. Ik heb nogal wat stress de laatste tijd en dan krijg ik acne,' antwoord ik en scan Bentes gezicht.
     'Stress?' vraagt ze. Ik knik klein.
     'Ja, ik heb best wel veel aan mijn hoofd. School, toetsen, Marc blijft maar terugkomen. En Levi. Ik... ik...'

     Ik twijfel over alles door hem.

     Als de serie niet ver komt, moet ik het toch op een andere manier aan haar zien te vertellen.
     Ik wil het bijna zeggen, maar Bentes stem houdt me tegen.

     'Ik kan je wel helpen te ontspannen,' zegt ze sluw en stomverbaasd kijk ik haar aan. Ik weet dat haar autisme haar belemmert in het aflezen van emoties, maar dit was eigenlijk absoluut niet wat ik wilde horen op dit moment.
     'Wat had je in gedachten?' speel ik echter op haar in. Het is beter voor Levi en mij als ik bij haar blijf. Vooral nu Marc weer geschorst is. Ze grijnst, duwt zichzelf een beetje omhoog en plaatst haar hand op mijn kruis.

     'Wat één-op-één tijd, misschien?' zegt ze en kust me. Twijfelend plaats ik mijn hand op haar onderrug. Nog geen halfuur geleden heb ik Levi verteld wat ik voor hem voel. Hij voelt hetzelfde. Maar we mogen er niet naar handelen.

     Ik zoen haar terug en nestel mijn handen in haar haren. Het doet zeer. Eigenlijk had ik veel liever willen praten, om hopelijk alles eens op een rijtje te kunnen zetten, maar misschien is dit ook goed. Wat is nou meer je liefde bewijzen dan seks hebben?

     Bente trekt mijn shirt uit terwijl de serie op de achtergrond blijft spelen. Bedenkelijk kijkt ze naar mijn bovenlichaam. Zou het werken om haar af te laten knappen op me?
     Maar ze mag niet afknappen op me. Ik moet met haar zijn. Dit zouden mijn gevoelens voor Levi nooit kunnen overtreffen. Dit moet ons redden.

     En anders is het mijn laatste keer met haar. Deze ene keer geef ik me nog over, daarna is het afgelopen.

     Dit is de laatste keer.

--------------------

Wil je sneller verder kunnen lezen? "40 seconden met één jongen" is te koop via Brave New Books, verschillende webshops en boekenwinkels! Door het boek te kopen kun je helemaal zelf bepalen wanneer je verder leest. :)

Heb je iets meer geduld? Dan kan je elke woensdag en elke vrijdag een nieuw hoofdstuk verwachten!

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top