hoofdstuk 29
♪ Seventeen Going Under – Sam Fender ♪
In uiterste stilte lig ik in bed, starend naar mijn plafond. Het is de laatste lesochtend van deze week en ik probeer me ertoe te zetten uit bed te komen, maar ik kan mezelf niet werkelijk zo ver krijgen. Hoe hard ik ook uit mijn bed wil komen, mijn lichaam lijkt te verlamd om het te doen. Het voelt alsof ik in mijn uitstel-verlamming zit, die ik normaal meemaak wanneer ik eigenlijk aan mijn huiswerk moet zitten, maar ik me ook dan er niet toe kan zetten het werkelijk te gaan doen – ook al voel ik de drang wel.
Zacht wiebel ik mijn vingers en eindelijk voelt het een beetje alsof ik weer controle krijg over mijn lichaam. Ik wiebel mijn tenen, maar mijn benen voelen niet verbonden met mijn lichaam.
Kreunend rol ik op mijn zij en laat mezelf uit mijn bed vallen, te lam om mezelf goed op te vangen. De zachte klap op de grond laat me een beetje wakker schrikken.
Ik klauter omhoog en kruip over de grond, op zoek naar kleren die ik aan kan trekken.
Mijn kamer is een puinhoop. Overal ligt wel iets en ik heb het gevoel dat mijn hoofd er niet heel anders uitziet aan de binnenkant. Mijn hoofd is een rotzooi.
Ik vind wat schone kleren tussen een hoop schoenen en trek een shirt aan. Ik haal een schone onderbroek en een schoon paar sokken uit mijn kast en verwissel ze met degene die ik nu draag. Zuchtend til ik mijn shirt op, voel licht aan de huid op mijn buik.
Verslagen laat ik mijn shirt weer zakken en zoek mijn kamer af naar mijn zwarte broek. Ik vind hem tussen een hoop kleren die ik één keer aan heb gehad. Aan de broekspijp trek ik hem uit de stapel. Verbaasd kijk ik naar mijn koptelefoon, die door mijn actie tussen de stapel uit rolt. Ik was hem al weken kwijt.
Vlug trek ik mijn broek aan en pak daarna de koptelefoon op, zet hem aan en houd hem bij mijn oren om te checken of hij nog opgeladen is. Het batterijpercentage is redelijk laag, maar het houdt me niet tegen om de koptelefoon op te zetten en hem aan mijn telefoon te koppelen. Ik zet wat muziek op en ga uitgeteld op de grond liggen.
Leeg staar ik naar het plafond. Ik kan niet geloven dat er morgen weer een feest gaat zijn, dat er morgen zich mogelijk weer een situatie voor kan doen om Levi te zoenen.
Maar het mag niet meer. Levi is de vorige zoenen vergeten. Ik zou hem niet mogen willen zoenen. Marcs aanval is een groot genoege waarschuwing geweest.
Zuchtend draai ik mijn lichaam een kwartslag naar de muur, schuif mezelf dichter naar de plint en gooi mijn gestrekte benen omhoog tegen de muur. Ik schuif mezelf nog dichter naar de muur en laat mezelf zo in een hoek van negentig graden tegen de muur vouwen. Ik kijk naar mijn wiebelende benen.
Wat is er in hemelsnaam gaande? Hoe kan het dat ik Levi niet van mijn gedachten af kan krijgen, hoeveel tekenen er ook zijn dat ik hem achter me zou moeten laten?
Ik strek mijn armen in de lucht en kijk naar de wazige randen van mijn rode nagellak. Met tranen bijtend in mijn ogen kijk ik naar de kleur op mijn nagels. Ondanks dat ik de kleur nog niet zo lang geleden heb aangebracht, is er niet zo heel veel meer van over.
Ik haat Levi's opmerking dat ik een betere rode nagellak zou moeten kopen. Hij weet dat blauw zijn kleur is, dus hij zal ondertussen ook wel uitgevogeld hebben dat rood Bentes kleur is. Een dikke traan hoopt zich op in mijn ooghoek. Ik weet dat hij ermee bedoelde dat ik beter mijn best moet doen om bij Bente te blijven. Dat ik beter mijn gevoelens moet manipuleren om bij Bente te blijven. Dat ik beter mijn best moet doen om hetero te zijn.
De traan rolt uit mijn oog. Ik haat zijn woorden. Ik doe zo mijn best, maar het lukt me niet. Waar ben ik in hemelsnaam mee bezig?
Ik voel me niet meer goed in mijn vel. Ik voel me als een slang die aan het vervellen is, maar niet goed zijn oude huid af durft te schudden. Niets voelt nog op zijn plek.
Nieuwe tranen verlaten mijn ogen wanneer de muziek hard mijn oren binnendringt.
Where is my mind?
Where is my mind?
Where is my mind?
Ik schrik op en veeg mijn tranen weg wanneer mijn slaapkamerdeur geopend wordt. Ik duw mezelf van de muur af en klauter omhoog wanneer ik mam zie staan, haal snel mijn handen onder mijn ogen door en gooi de koptelefoon van mijn hoofd.
'Wat ben je aan het doen?' vraagt ze licht geïrriteerd.
'Uh, ik...' stamel ik en gebaar mijn kamer rond, haal snel mijn neus op. 'Ik vond mijn koptelefoon en werd afgeleid. Sorry...'
'Schiet op, Felix. Je hebt je nog niet eens klaar gemaakt voor school en Bente staat al op je te wachten', zegt ze. Mijn hart zakt in mijn borst.
'Oh, shit', sis ik en spring op van de vloer. Mijn voeten voelen zwaar door mijn houding van net, maar ik laat mezelf niet langer tegenhouden. Ik sprint de badkamer in en poets vlug mijn tanden.
'Je hebt niet eens de tijd genomen om te ontbijten, Felix. Waar ben je allemaal mee bezig?' zegt mam, die me de badkamer in is gevolgd.
Ik weet het zelf ook niet meer.
'Maakt niets uit. Ik eet wel wat op school', mompel ik met mijn tandenborstel in mijn mond. Ik gooi nog wat water in mijn gezicht, maar neem niet verder de tijd om me klaar te maken. Als laatste trek ik mijn schoenen aan en hang mijn rugzak over mijn schouders, ook al weet ik dat er niet de goede boeken in zitten.
In de gang aangekomen zie ik Bente pissig op me wachten.
'Sorry', stamel ik en probeer een kus op haar lippen te drukken, maar ze duwt me weg. Gebroken kijk ik haar aan.
'We gaan', zegt ze en loopt meteen het huis uit. Het valt me zwaar dat ze mijn waterige ogen niet opmerkt.
'Sorry dat je hierheen moest komen', zeg ik nog een keer en haal mijn fiets van zijn slot. Ze reageert niet.
In stilte fietsen we naar de kruising en ik merk dat Bente er alles aan doet om mijn contact te vermijden. Ik haat het.
Bij de kruising aangekomen, staan Levi en Mirre al op ons te wachten. Ook de stemming tussen dat koppeltje lijkt niet al te best deze ochtend.
Levi begint te fietsen en neemt plaats naast Bente, waardoor ik verbijsterd naar hem kijk. Mijn ogen gaan echter snel naar Mirre, wie beduusd naast me fietst. Ik voel mezelf zenuwachtig worden wanneer ik merk dat ze droevig lijkt.
'Goedemorgen', groet ik haar opgewekt en probeer even mijn eigen worstelingen uit mijn hoofd te zetten. Verrast kijkt ze me aan.
'Hallo', zegt ze ingetoomd. Goed, Felix, vrolijk haar wat op.
'Wist je dat er een gast is die zijn mond bijna tien centimeter kan openen?' zeg ik. Verward kijkt ze naar me om.
'Wat?' vraagt ze, duidelijk in de war door wat ik net gezegd heb.
'Er is een of andere dude die een mondgat van tien centimeter heeft', zeg ik, open mijn mond wijd en zie een verwarde glimlach op Mirres gezicht komen.
'Damn. Dat is langer dan mijn middelvinger', zegt ze.
'I know, right?! Moet je voorstellen hoeveel piemels er tegelijkertijd in zijn mond passen!' zeg ik. Hard lacht Mirre; missie geslaagd.
'Mijn God, dat moet natuurlijk ook weer het eerste zijn waar jij aan denkt', zegt ze en ik haal triomfantelijk mijn schouders op.
'Misschien past er zelfs wel een hele tiet in', zeg ik en lachend schudt Mirre haar hoofd. Ze kijkt naar Levi voor haar, en haar stemming lijkt weer wat in te kakken. 'Maar niet van die honkbalhandschoen-tieten, als je begrijpt wat ik bedoel', zeg ik vlug en Mirre lacht honend.
'Oh jongens. Af en toe vraag ik echt af wat er allemaal rondgaat in jouw brein', zegt ze lachend.
Je wil het niet echt weten.
'Alleen maar goede dingen', zeg ik echter en knipoog speels naar haar. Mirre lijkt wat opgevrolijkt, maar ik merk dat ze nog altijd niet in haar normale opgewekte stemming is.
'Hé', zeg ik zacht. Mirres bruine ogen gaan over mijn gezicht. 'Is alles oké?' vraag ik bezorgd. Ik zie dat er tranen in Mirres ogen komen te staan.
'Ja, hoor. Levi en ik hebben net een kleine ruzie gehad, meer niet', antwoordt ze.
'Oh, vervelend', stamel ik en glimlach moeilijk naar haar. Ik zeg er maar niets van dat ik merk dat ze liegt. De rest van de fietsrit probeer ik verschillende gesprekken te beginnen om haar gedachten af te leiden, maar ze is te afwezig om de onderwerpen langer dan drie zinnen te laten duren.
Ook bij Bente en Levi lijkt het gesprek stroef te verlopen, ook al doet Bente hard haar best om een verhaal te houden bij Levi. Ik weet dat ze het doet om mij te irriteren; te laten zien dat ze wel tegen hem praat, maar net geen woord tegen mij heeft gezegd.
Op school aangekomen gaat Mirre vrijwel meteen naar binnen en Bente volgt haar op de voet. Verbitterd kijk ik haar na. Mijn ogen glijden naar Levi. Hij lijkt uitgeput.
'Alles oké?' vraag ik behoed. Verbaasd gaan zijn ogen naar mij.
'Ja hoor', zegt hij, en ook bij hem zeg ik er niets van dat ik zie dat hij liegt.
We lopen samen de school in terwijl mijn maag hard knort. Beschaamd leg ik mijn hand op mijn buik in de hoop hem te stillen, maar het werkt natuurlijk niet. Levi zegt niets.
Ik volg Levi naar zijn kluisje. Friemelend aan mijn armbandje laat ik mijn ogen over hem glijden. Beduusd kijk ik naar de kleine knik in zijn neus terwijl hij zijn boeken wisselt.
Levi merkt mijn ogen op hem en kijkt naar me om. Ik kan echter geen oogcontact met hem maken, dus blijf ik naar zijn neus kijken.
'Marc heeft het kronkeltje niet weggeslagen', grapt hij zacht en voorzichtig, maar het laat me alleen maar hard slikken. Met betraande ogen kijk ik hem aan.
'Sorry...' fluister ik zacht en vlucht naar mijn eigen kluisje. Ik kan het niet verdragen dat het een tweede keer mijn schuld is geweest dat zijn neus zo bezeerd is. Warrig gooi ik wat boeken in mijn kluisje en ga daarna de aula in.
In de aula zoek ik meteen de klas op en schuif aan naast Levi. Hij pakt meteen zijn mobiel erbij en probeert zo iedereens interactie te vermijden. Er moet iets aan de hand zijn.
Ik wil hem troosten. Ik wil hem opvrolijken. Ik wil hem beter laten voelen. Ik wil het meer dan wat dan ook.
En ik weet dat ik het niet zo graag wil omdat hij slechts mijn beste vriend is, want de manier waarop ik het wil doen is door hem te zoenen – ook al heeft hij zelf gezegd dat hij wil dat het stopt op de skatebaan. Het hoort niet.
Wanhopig pak ik Simons onderarm vast, wie tegenover me zit. Verrast kijkt hij naar me op.
'Waar is Daniël?' vraag ik. Simon glimlacht lief.
'Hij kwam Samantha tegen op de gang, dus was even met haar aan het kletsen', zegt hij.
'Kan je vanmiddag afspreken?' vraag ik hoopvol. Simon fronst klein.
'Ja, is goed. Ik moet wel op tijd thuis zijn, dus het is het handigst als we het bij mij doen', antwoordt hij. Opluchting nestelt zich in mijn borst.
'Fijn', zeg ik en wil glimlachen naar hem, maar word afgeleid door een onbekende jongen die aan onze tafel is komen staan.
'Hé, Levi', zegt hij. Nu kijkt ook Levi naar hem om. Vragend laat ik mijn ogen over Levi gaan, onzeker of hij de jongen misschien wel kent.
'Je krijgt de groetjes van Marc, faggot', zegt hij en het voelt alsof er iets ontvlamt in me. Woest sta ik op terwijl de jongen triomfantelijk de aula in paradeert. Levi stormt de aula uit. Ik wil de jongen nastormen, maar ik word abrupt gestopt door iemand die mijn pols vastpakt.
'Felix', het is Daniël, die net de aula in is gekomen. Ik wil de jongen achterna gaan en hem in elkaar slaan, maar wanneer ik Levi's lege plek naast me zie, besef ik dat het waarschijnlijk beter is nu om achter hem aan te gaan.
Ik ruk mijn pols uit Daniëls grip en storm de aula uit, struikelend over alle stoelpoten die in mijn weg staan, de gangen afzoekend naar Levi.
Ik vind hem bij zijn kluisje, alleen. Mijn hart zakt in mijn borst. Het verbaast me dat Mirre hem niet gevolgd is.
Snel jog ik naar hem toe en zie hem zijn jas woest uit zijn kluisje trekken. Mijn hoofd duizelt. Hoe moet ik hem weer in een goede stemming krijgen?
'Levi', stamel ik en pak licht zijn onderarm vast, maar hij trekt zijn arm weg en trekt zijn jas aan.
'Ik ben er klaar mee, Felix. Laat me gewoon gaan! Ik wil naar huis, ja? Ik voel me niet meer fijn hier op school', zegt hij en smijt zijn kluisje hard dicht. Mijn hart breekt. Ongelofelijk dat Marcs impact zo groot is geweest dat hij zich nog steeds niet fijn voelt op school ondanks dat Marc er niet meer is.
'Ik snap het, Levi, maar je kan toch niet school laten vallen omdat er een paar van die trieste ventjes rondlopen? Je bent toch wel sterker dan dat?' probeer ik hem op te peppen. Ik weet echter zelf dondersgoed dat het niet zo simpel is.
'Nee, blijkbaar niet! Ik wou dat ik naar Italië kon verhuizen om bij mijn vader te gaan wonen', zegt hij en ik haat het dat hij woest is. Ik haat het dat het geen leugen is.
'School is een hel voor me geworden! Alles en iedereen hier scheldt me uit zodra ze de kans krijgen. Marc heeft me volledig vernederd, begrijp je dat?' zegt hij en ik voel mijn handen licht trillen.
En het is allemaal mijn schuld geweest...
'Gisteren, hè? Gisteren is hij naar mijn huis gekomen om me uit te schelden omdat hij een taakstraf heeft! Hij stond met een enorme tak te zwaaien en heeft een fucking kei naar mijn hoofd gegooid. Hij heeft me staan bedreigen. Bedreigen, ja? Hij zou me helemaal kapot maken. Zo erg dat ik er niet eens meer levend vanaf ga komen', schreeuwt hij en opeens begrijp ik veel beter waarom de woorden van de jongen van net zo'n impact hebben gehad.
Levi begint te huilen en ik wil hem troosten, maar hij begint weer te praten voordat ik iets kan doen.
'En weet je wat hij zei toen hij wegging? "Zie je over een paar weken op school"!' roept hij en ik heb het gevoel dat ik flauw ga vallen. 'Hij is bezig met weer terugkomen op school. Hij is nog lang niet klaar met me, Felix. Ik ben doodsbang. Doodsbang dat hij tot die tijd zijn overgebleven vrienden hier het werk over laat nemen. Doodsbang dat hij me waar dan ook op zal wachten. Ik ben klaar hier, Felix. Helemaal klaar', zegt hij woest.
'Levi, alsjeblieft...' stamel ik zacht en pak opnieuw zijn pols vast. Ik kan het niet gebruiken dat Levi weg is als Marc werkelijk terug gaat komen op school. Ruw trekt Levi zijn pols los en kijkt me pissig aan.
'En het is jouw schuld, Felix', spuugt hij kwaad uit en de woorden raken me precies op de plek waar ik het zwakst ben. Tranen springen in mijn ogen. 'Het is jouw schuld dat hij me thuis op is komen zoeken. Als jij niet naar hem was gegaan, was hij ook niet naar mij gekomen.'
Ik wil overgeven. Zijn woorden steken als een dolk in mijn hart. Ik voel mezelf weggezogen worden in een diep, eindeloos, zwart gat. Hij heeft gelijk.
'Mijn God, sorry, Levi', stotter ik en probeer mijn tranen weg te knipperen. Het is niet aan mij om te huilen nu; het is Levi wie Marc op zich af heeft gehad. Maar ik kan er niets aan doen dat mijn ogen blijven branden. Voorzichtig stap ik naar hem toe. Nu flikkeren Levi's ogen van woest naar beschaamd.
'Het spijt me, Levi', fluister ik en sla mijn ogen neer. Voor een derde keer pak ik licht zijn pols vast en kijk voorzichtig naar hem op. Mijn ogen voelen alsof er citroenzuur in is gegooid. 'Alsjeblieft, vergeef me.'
'Nee, sorry Felix,' stottert hij en pakt met zijn vrije hand mijn pols vast, 'ik reageer nu enkel mijn woede af op jou. Sorry. Dat was fout.' Mijn wangen kleuren felrood. Wat zou ik hem graag willen zoenen nu, om ons huilen beide te stoppen.
Ik trek hem in een stevige knuffel door mijn armen onder zijn jas te werken en klamp hem tegen me aan, grijp mezelf stevig vast aan zijn polo. Ik knijp mijn ogen hard dicht in de hoop mijn tranen weg te houden.
'Nee, je hebt gelijk. Sorry. Het is allemaal mijn stomme schuld', mompel ik op zijn schouder, trek hem nog dichter tegen me aan.
Hoe kan hij nog bevriend met me willen zijn met me na dit alles? Hoe kan hij me nog aankijken na alles wat ik hem heb aangedaan?
'Felix, ik meende het niet', zegt hij, maar ik hoor het niet door de duizenden keren sorry die ik tegen zijn nek mompel. Hoe moet ik dit ooit rechttrekken?
♪ We Never Change – Coldplay ♪
Na een slopende schooldag zit ik naast Simon op de fiets naar zijn huis. Ik heb me in tijden niet meer zo afwezig gevoeld als vandaag. Mijn gedachten bleven maar eindeloos terugkomen op het feit dat ik Marc op Levi af heb weten te roepen. Elke keer dat de realisatie tot me komt, kan ik de tranen niet wegwerken uit mijn ogen en moet ik worstelen om geen waterballet uit te storten over mijn wangen.
Simon merkt dat er iets aan de hand is, maar hij begint nergens over tot we bij hem thuis aankomen en naar binnen gaan. Ik ben hem er dankbaar voor. Ik denk niet dat ik mijn tranen in zou kunnen houden als iemand vraagt of alles oké is en ik sta er niet op te wachten om op straat in tranen uit te barsten.
Hoe kan het dat Levi nog om wil gaan met me?
Bij Simon thuis aangekomen schenkt hij wat te drinken voor ons in en begeleidt me daarna naar boven, ook al weet ik de weg ook in mijn eentje.
Op zijn slaapkamer aangekomen nemen we plaats op het bed na onze schoenen uitgetrokken te hebben. Ik ga in kleermakerszit zitten en pak Simons teddybeer op, speel met de voetjes en oortjes.
'Felix...' klinkt Simon testend en behoed kijk ik naar hem op, niet zeker of ik tranen in mijn ogen heb staan of niet – mijn ogen zijn ondertussen de hele dag al gewend aan tranen. 'Alles oké?'
Nu weet ik zeker dat er tranen in mijn ogen springen. Toen ik hem vanochtend vroeg om af te spreken, had ik er een hele andere reden voor en ik weet niet met welke reden ik moet beginnen.
'Prima hoor...' lieg ik en glimlach door mijn tranen heen. Simon kijkt me ongeloofwaardig aan.
'Zeg het nog een keer zonder te liegen', dringt hij aan, maar we blijven beide stil. Hij knikt. 'Niet om het stom over te laten komen, maar er is een reden dat je met mij alleen hebt afgesproken.'
'Dat is niet waar!' roep ik wanhopig uit. Ik wil niet ook een slechte vriend voor Simon zijn.
'Alsjeblieft, stop met liegen', zegt Simon met een voorzichtige glimlach. 'Ik ben er graag voor je. Dus vertel me alsjeblieft waarom je me wilde spreken.'
'Hoe wist je dat je homo was?' ik gooi de woorden uit mijn keel alsof het brandende kolen zijn.
'Wat?' stoot Simon uit en slaat meteen zijn hand voor zijn mond. Mijn wenkbrauwen schieten omhoog als respons. 'Sorry, ik had niet verwacht dat je die vraag zo direct zou stellen...'
'Ik ook niet...' stamel ik en kijk hem verbijsterd aan. Ik slik de brok in mijn keel weg.
'Waarom vraag je het?' vraagt hij en verlegen kijk ik naar de beer in mijn handen, speel zenuwachtig met zijn oortje. Deze keer weet ik echter geen woorden naar buiten te krijgen.
'Niets bijzonders. Zomaar', lieg ik.
'Meestal vragen mensen dat niet zomaar...' zegt Simon nu. Betrapt kijk ik naar hem op, voel verschillende tranen in mijn ogen prikken. Simons bruine ogen kijken me lief maar bezorgd aan. Het neemt mijn zorgen wat weg.
'Ik ben veel aan het denken geweest de laatste tijd...' zeg ik en verwacht een vraag van Simon te krijgen, maar hij blijft stil. Ik probeer woorden te vinden om verder te gaan. 'Ik denk dat ik ook op jongens val...' stamel ik zonder eromheen te draaien, wat opnieuw zowel Simon als mij verrast. Nieuwsgierig schudt hij zijn hoofd.
'Waarom denk je dat?' vraagt hij lief en ik ben verbaasd dat hij niet meteen over Levi begint. Het is denk ik voor iedereen wel duidelijk dat ik iets voor hem voel.
'Nou, er zijn verschillende redenen, eigenlijk', zeg ik en scan zijn gezicht, maar hij blijft opnieuw stil. Zacht zucht ik. 'Weet je nog dat ik vroeger foundation droeg om mijn sproetjes te bedekken?'
'Make-up maakt je niet gay', zegt Simon en schudt zijn hoofd. Ik lach door mijn tranen en schud ook mijn hoofd.
'Nee, zo bedoel ik het ook niet', zeg ik en kijk naar de lichte sproetjes op zijn wangen. 'Ik schaamde me altijd voor mijn sproeten omdat...' ik wil beginnen over Quinten, maar ik besluit het achterwege te laten. 'Toen we in de eerste zaten, weet ik nog heel goed dat ik je voor het eerst zag en onder de indruk was van je. Iedereen complimenteert mij altijd over mijn oogkleur, maar toen ik jouw bruine ogen zag, wilde ik eigenlijk ook heel graag jouw oogkleur', zeg ik en kijk hem aan. Onderin mijn zichtveld zie ik zijn wangen lichtroze kleuren.
'Felix, iedereen is altijd geobsedeerd met je ogen...' zegt hij, maar dat is niet het punt van het verhaal.
'Ik weet nog dat ik weken op zoek was naar een nagellak die op je oogkleur leek, zodat ik een goede indruk bij je kon maken en de kleur vaker kon zien', zeg ik en kijk naar mijn nagels nu; de rode kleur op mijn nagelbedden, terwijl ik de kleur ondertussen eigenlijk meer verafschuw.
'En je sproetjes...' begin ik, laat mijn ogen naar zijn roze wangen met sproetjes gaan. 'Toen ik zag hoe mooi je sproeten waren, wilde ik die van mij ook niet meer bedekken. Om een goede indruk bij je te maken. Ik wilde dat je die van mij net zo mooi zou vinden...' Verward kijkt Simon me aan.
'Mijn sproetjes zijn niet eens zo goed zichtbaar', zegt hij. Ik schud glimlachend mijn hoofd en kijk hem weer aan na snel weggekeken te hebben, eigenlijk niet verrast dat hij het verhaal niet zou begrijpen. Simon is altijd onzeker geweest.
'Simon...' fluister ik en dan lijkt het bij hem te klikken. Hij heeft door dat ik het wel opmerkte, ook al was het niet per direct duidelijk, omdat ik geobsedeerd met hem was.
'Oh...' stamelt hij en ik ga snel verder met praten, want ik weet niet of ik verder kan gaan als hij me onderbreekt.
'Ik had toen nog niet door dat ik niet jaloers was op je oogkleur en je sproetjes, maar dat ik eigenlijk gewoon een kleine crush op je had. En Jezus, Daniël. De eerste keer dat ik hem zag, was ik echt overdonderd. Ik was verbaasd dat een jongen van twaalf zo mooi kon zijn', zeg ik en Simon lacht. Hij is ondertussen zo rood als een tomaat, duidelijk verrast dat ik een crush op hem had.
'Ik probeerde dat altijd een beetje links te laten liggen, maar niemand kan ontkennen dat Daniël echt ontzettend knap is.' Simon knikt. 'Ik probeerde het te compenseren door heel competitief met hem te zijn op het gebied van vriendinnetjes. Ik was jaloers dat hij wel altijd iemand wist te krijgen, maar ik had later pas door dat dit was omdat degene die hij kreeg niet ik was', zeg ik en Simon knikt, speelt verlegen met het balkje van zijn ketting.
'Herkenbaar...' zegt hij en we lachen.
'Ik weet nog dat ik een groene nagellak had gehaald en op had gedaan naar school. Ik hoopte dat Daniël er een opmerking over zou maken, zodat ik hem kon complimenteren met het feit dat de kleur mooi bij zijn ogen zou passen. Als hij er iets van zou zeggen, wilde ik voorstellen om zijn nagels te lakken...' Simon giechelt en ik kan alleen maar meer begrijpen waarom Daniël zo dol op hem is. 'Hij heeft er nooit iets over gezegd...' glimlach ik door mijn tranen heen.
'Maar Levi...' de volgende woorden blijven nu werkelijk in mijn keel steken. Dit gaat de grootste bekentenis van de hele middag zijn en nadat ik hem uitgesproken heb, is er geen weg terug meer. Dan is de kans dat Levi het te weten komt alleen maar groter. Daarna is de kans dat onze vriendschap vernield wordt alleen maar groter.
'Je weet wel dat Levi en Daniël al samen in het voetbalteam zaten en ik er pas later bij kwam, toch?' vraag ik. Simon knikt. 'Ik ben dus van club gewisseld om bij Levi in het team te komen... Ook al vond ik jou en Daniël meteen fysiek aantrekkelijk, bij Levi voelde ik daarnaast ook een intense connectie...'
'Ik wilde meer tijd met hem door kunnen brengen, dus ben ik naar hun club gegaan om hem na school vaker te kunnen zien zonder het te raar te maken. Daar waar ik een kleine obsessie had met jou en Daniël, was ik eigenlijk echt compleet geconsumeerd door Levi', zeg ik. Simon grijnst. Tranen bijten omhoog in mijn ogen.
'Weet je nog dat ik vertelde dat ik mijn medicijnen niet gebruik omdat ik wilde dat mijn nieuwe vrienden de echte ik leerden kennen?' vraag ik en bijt op de binnenkant van mijn wang. Simon knikt klein.
'Eigenlijk was dat vooral vanwege Levi. Ik wilde dat hij mij leerde kennen. Ik voelde me niet leuk en interessant genoeg voor hem door mijn medicijnen. Ik wilde dat hij me leuk zou vinden als ik niet zo verdoofd was. Ik wilde een goede indruk achterlaten bij hem, en dat ging voor mijn gevoel niet met mijn medicijnen.' Simon grijnst bescheiden.
'En die blauwe nagellak..?' vraagt Simon nu voorzichtig. Ik lach door mijn tranen.
'Well done, Sherlock', zeg ik, waardoor Simon opnieuw giechelt. 'Hij lijkt op Levi's oogkleur.'
'Je droeg hem... vaak... En ver voor het experiment... Ik weet nog dat je hem non-stop droeg voordat de vakantie begon vorig jaar', zegt Simon voorzichtig. Ik kleur knalrood en krab verlegen aan mijn rode nagellak.
'Ga je me nou vertellen dat jij ook geobsedeerd was met mij?' plaag ik om de aandacht van mij af te halen.
'Wat? Nee!' stottert Simon snel. 'Sorry, maar het is voor mij altijd alleen Daniël geweest. Maar als een jongen die in de kast verstopt zat, valt een andere jongen met nagellak op in de hoop een vriend te vinden die hem kan steunen...' stottert hij verlegen. Ik lach.
'Het is oké, Siem', stel ik hem gerust. 'Om je gerust te stellen, mijn crush op Levi was veel groter. Mijn crushes op jullie voelden meer als een soort van afleiding voor mijn gevoelens voor Levi. En ik denk dat het ding met Levi nooit helemaal weg is gegaan. Ik dacht aan het eind van de vierde zelfs dat er iets speelde tussen Levi en mij, maar in de zomervakantie zagen we elkaar niet veel omdat hij bij zijn vader in Italië was. Hij negeerde me bijna de hele zomervakantie en snauwde via een berichtje dat we alleen maar vrienden waren toen ik hem ernaar vroeg. En na de vakantie begon eigenlijk vrijwel meteen het experiment, dus toen was alles helemaal al in één klap over. Ik moest mezelf echt forceren om mezelf af te leiden van Levi door middel van Bente, maar bij Levi leek het zo natuurlijk als ademen te komen. Alles van daarvoor was maar een stom waanidee van me.'
'Wauw, Felix...' Ik zie tranen in zijn ogen blinken.
'Toen die roddels kwamen dat jij en Daniël het experiment bedacht zouden hebben, was ik eigenlijk echt heel boos op jullie. Het voelde voor mij echt alsof jullie Levi daarmee compleet van me ontnomen hadden. Ik wist echter dat ik de schuld niet op jullie af moest schuiven en ik voelde me al helemaal lullig dat ik zo pissig was op jullie toen ik hoorde wat er werkelijk gebeurd was met Sandra en waarom ze de roddels had verspreid...'
'En het was misschien stom van me, maar eigenlijk wilde ik maar al te graag Levi zoenen op dat feest. Dus het deed me zo verdomd zeer toen Mirre zei dat het niets voor zou stellen en Levi steeds harder riep dat hij het niet wilde. En die zoen... Het voelde zo goed. Maar Levi stormde weg om drank te halen en stond daarna weer met Mirre te zoenen. Ik ben zelf ook verder gegaan met zuipen in de hoop die stomme zoen te vergeten, maar die black-out is nooit gekomen.'
'En door die verdomde zoen met hem op Petra's feest zijn alle maanden – jaren – doen alsof er niets gaande was bij me teniet gedaan. Opeens kan ik niet meer ontkennen dat ik iets voor hem voel', zeg ik en dikke tranen rollen uit mijn ogen. Voorzichtig legt Simon zijn hand op mijn bovenbeen.
'Maar wat moet ik daar nou in godsnaam mee? Levi heeft met Mirre! Tuurlijk vindt hij me niet leuk. Hij wil me niet eens zoenen. Ik ben een fucking idioot', gooi ik er gefrustreerd uit en begin nog harder te huilen.
'Hé, dat is niet waar', zegt Simon.
'Wie vindt nou in hemelsnaam degene die een pestkop op hem af heeft gestuurd leuk?' zeg ik wanhopig en huil en huil.
'Dat is niet wat er gebeurd is, Felix', zegt Simon en veegt een traan van me weg.
'Jawel! Ik heb die stomme kut fles laten draaien en heb Marc opgezocht! Het is mijn schuld dat Marc hem in elkaar heeft geslagen en hem gisteren thuis heeft opgezocht', snik ik. 'En ik haat het. Begrijp me niet verkeerd, Simon, maar ik wil niet op jongens vallen. Het is het laatste wat ik wil.'
Ik had het niet erg gevonden dat ik voor Levi gevallen was als hij maar geen jongen was geweest. Het laat me alles eraan haten.
'Ik snap het', zegt hij en ik haat het dat hij het snapt. Ik haat het dat de tranen nog hoger in zijn ogen zijn gaan staan. Iemand zo fantastisch als Simon zou dit gevoel niet mogen begrijpen.
'Maar hoe zit het dan met het experiment? Je had het met Levi kunnen doen, en je koos voor Bente', vraagt hij voorzichtig. Boos schud ik mijn hoofd. 'Je hebt letterlijk nog gezegd dat je echt niet met een jongen wilde gaan.'
'Dat was ontkenning!' roep ik geërgerd uit. 'Jij deed precies hetzelfde, dus geef mij nou niet de schuld voor mijn keuze toen. Levi negeerde me de hele fucking zomer daarvoor! Hoe had ik hem moeten vragen?! Alsof hij me niet heel de zomer ontlopen had door naar Italië te vluchten en mijn berichtjes te negeren omdat hij doorhad dat ik iets voor hem voelde! Hij was letterlijk met een meisje daar! Wat had ik moeten zeggen?'
'Voelde je wel iets voor Bente..? Ik bedoel, je praat nu alleen over jongens...' negeert Simon de vraag.
'Ik koos Bente omdat ze qua uiterlijk op me leek en dat de makkelijkste keuze was, maar ik voelde toen nog niets voor haar. Ik was nog veel te gefocust op Levi! Maar de gevoelens zijn uiteindelijk wel gekomen. Het is vooral jongens, maar niet alleen jongens...' stamel ik en snik hard. Beduusd speel ik met ring om mijn middelvinger. Simon biedt me een tissue uit de tissuebox op zijn nachtkastje aan. Grijnzend kijk ik hem aan.
'So hé,' zeg ik terwijl ik een tissue uit het doosje trek, 'waarom heb je zoveel tissues naast je bed nodig?' vraag ik grijnzend en kreunend gooit Simon zijn hoofd in zijn nek. Speels slaat hij tegen mijn bovenarm.
'Serieus? Zelfs nu?' vraagt hij lachend en ik lach tussen mijn snikken door.
'Hebben jullie het nou al eens gedaan ondertussen?' vraag ik. Simon stoot me aan.
'Hé! We zijn hier om jouw seksualiteit te bespreken, niet die van mij', zegt hij lachend en zet de tissues weg. Ik lach een betraande lach. Moeilijk gaan mijn ogen over zijn gezicht.
'Jongens en meisjes dus?' vraagt hij. Met dikke tranen rollend uit mijn ogen knik ik.
'Was het maar alleen meisjes. Je wil niet weten, Simon, hoe vaak ik 's avonds op bed lig en wens dat ik dit stukje nooit in me had gehad', zeg ik en snik hard. Waren ze maar geen jongens geweest.
'Ik ken het', zegt hij en ik wil degene slaan die Simon zo heeft laten voelen, al weet ik niet zeker of er één iemand als voornaamste bron is geweest. Voor mij voelt het haast als instinct, dus ik kan me voorstellen dat het bij hem ook zo is geweest. Waarschijnlijk zijn we zelf beide de grootste reden waarom we het weg willen wensen.
'Ik heb een knuffel nodig...' stamel ik en Simon lacht verlegen. Voorzichtig knuffelt hij me, maar het voelt niet voldoende. Ik laat ons omvallen op het bed en trek hem steviger tegen me aan, met als gevolg dat Simon weer giechelt. Als ik Daniël was geweest, had ik er alles aan gedaan om het geluid keer op keer te horen. Simon begrijpt de hint en knuffelt me stevig terug.
Ik duw me een klein beetje van hem af en kijk hem aan in zijn donkerbruine ogen. Dit is een van de jongens waar alles mee begonnen is. En nu liggen we beide huilend op bed, beide dol op een andere jongen.
Ongelofelijk dat het zo ver is gekomen. Ik haat mezelf ervoor dat ik niet heb kunnen voorkomen verder de afgrond in te storten. De bodem is ondertussen dubbel en dwars bereikt en er is geen weg terug meer. De landing heeft me gebroken in een diepe krater achtergelaten.
Ik draai me op mijn andere zij en wikkel Simons armen om me heen. Ik voel me wat ongemakkelijk door de houding en ik merk dat ook Simon niet helemaal weet wat hij moet doen, maar hij stopt me niet en nestelt zich voorzichtig tegen me aan.
'Ik ben niet gewend de grote lepel te zijn...' stamelt hij in mijn oor en ik lach om hoe aandoenlijk Simon is.
'En ik niet de kleine lepel', antwoord ik eerlijk en samen lachen we. Ondanks dat we beide niet helemaal zeker zijn, verroeren we ons niet. Simon merkt dat ik het nodig heb.
Ook al is Levi langer dan ik en Simon kleiner dan ik, toch probeer ik me voor te stellen dat ik in de armen van de lange jongen die mijn hart gestolen heeft lig. Ik probeer me voor te stellen hoe het zou zijn als ik werkelijk de kleine lepel in Levi's armen kon zijn. Waren het maar Levi's armen waar ik door omhelsd werd.
Ik sluit mijn ogen en laat geruisloos mijn tranen over mijn gezicht stromen. Daar lig ik dan, op de bodem van het ravijn, eenzaam en radeloos, gebroken en verbrijzeld. De impact was inderdaad onschatbaar geweest en heeft me doen verpulveren. Maar wie gaat me ooit vinden zo eenzaam en ver weg in deze put? Wie gaat me ooit weer naar boven helpen? Het antwoord lijkt Bente, maar misschien is dat wel te voor de hand liggend. Het kan niet Levi zijn, gezien hij degene is geweest die me naar beneden heeft gewerkt. Kan ik hier überhaupt uit komen? Levi lijkt degene die me zo hard naar beneden trekt elke keer als ik omhoog probeer te krabbelen. De wanden van de rotsen om me heen brokkelen bij elke poging af.
Ik wil die afgrond uit. Levi voelt zich niet hetzelfde over mij. Marc is er, staat te popelen op het moment dat hij terug is op school om ons verder te vernederen. Quinten is er. Elke kans die hij kan grijpen om mij belachelijk te maken, zal hij nemen, dus wil ik het hem niet te makkelijk maken door gevoelens voor een jongen te hebben. Ik wil niet voor Levi gevallen zijn.
Simons slaapkamerdeur opent en abrupt schiet ik omhoog. Mijn wangen kleuren vuurrood zodra ik oogcontact met Daniël maak, die verdwaasd en verward in de deuropening staat.
'Oh, shit! Sorry, Daniël', ratel ik en wil van het bed af springen, maar Simon grijpt mijn arm vast.
'Oh, shit. Sorry. Ik ga wel', ratelt Daniël net zo snel, maar ook hij wordt tegengehouden door Simon – aan hun kant is echter enkel een wetende blik al genoeg. Ik wil huilen om hoe hecht het koppeltje is; en Levi en ik dat nooit zullen zijn.
Ik probeer me bij het bed weg te werken, beschaamd over wat Daniël zal denken dat ik zo met zijn vriendje aan het knuffelen was.
Daniël stapt echter naar het bed en duwt me uitermate voorzichtig naar beneden, terug in Simons armen, en slaat zelf ook zijn armen om me heen, werkt me zo in een soort sandwich tussen het koppeltje.
Overdonderd lig ik roerloos in hun armen. Licht beginnen mijn handen te trillen. Twijfelend ga ik op mijn rug liggen, krijg zo Daniël en Simon elk tegen een andere zijde van mijn lichaam. Ze slaan hun armen om mijn middel en ik hoop dat ze mijn buik niet voelen.
Verbluft leg ik mijn handen elk op een van hun armen en staar naar het plafond. Aan de manier waarop Daniël met me omgaat merk ik dat hij doorheeft waarvoor ik hier ben. Trillend streel ik licht over hun onderarmen over mijn buik.
Het is waar. Mijn achterlijke lijf heeft gevoelens voor Levi ontwikkeld – jaren geleden al. Quinten en Marc zullen een echte reden hebben om me te pesten. Levi zal een extra reden hebben om me te laten vallen.
Hard barst ik in snikken uit en sla mijn handen voor mijn gezicht.
Daar lig ik dan, tussen de twee jongens door wie dit alles ooit begonnen is in, huilend om de jongen met wie het nooit zal eindigen.
--------------------
Wil je sneller verder kunnen lezen? "40 seconden met één jongen" is te koop via Brave New Books, verschillende webshops en boekenwinkels! Door het boek te kopen kun je helemaal zelf bepalen wanneer je verder leest. :)
Heb je iets meer geduld? Dan kan je elke woensdag en elke vrijdag een nieuw hoofdstuk verwachten!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top