hoofdstuk 16
♪ Shiver – Coldplay ♪
Hoewel ik het weekend niet veel van Felix heb gehoord, ben ik blij dat we het bij de training van vrijdag hebben bijgelegd. Het maakt me iets gemotiveerder om naar school te vertrekken, wetende dat Felix me niet zal negeren.
Ik kan er echter niet echt vrede mee nemen dat we nog steeds niet gesproken hebben over onze tweede zoen, waarom het gebeurde – over de situatie op het voetbalveld, waar Felix weer maar al te gedreven leek om contact te maken met mijn lippen.
Ik weet dat het niet zou moeten, maar eigenlijk hoopte ik van harte dat hij het zou doen. Misschien niet omringd door al onze teamgenoten, maar in het algemeen. Hij zag er geweldig uit in het warme zonlicht en ik kon me alleen maar het gevoel van zijn lippen op de mijne herinneren.
Met Mirre naast me fiets ik naar de kruising. Enthousiast praat ze over de kitten van haar tante en laat wat filmpjes van het beestje zien, die ze gemaakt had toen ze dit weekend bij haar op bezoek was. Opgewekt ga ik mee in het verhaal, zelf opgelucht dat ik nu hopelijk alles achter me kan laten nu Felix en ik weer op één lijn staan.
Bij de kruising gaat Bente naast Mirre fietsen en Felix naast mij – het gebruikelijke – en het lucht me op. Het bewijs dat Felix me inderdaad niet meer zal negeren.
'Klaar voor de Griekstoets?' vraagt hij. Een kleine schok trekt door mijn borst.
'Is dat vandaag?' vraag ik. Felix lacht honend en knikt. 'Fuck! Helemaal vergeten!' stoot ik gepanikeerd uit.
'Wauw, ik dacht dat ik de enige mocht zijn die toetsen vergeet', lacht Felix. 'Mijn hoofd is van nature een chaos. Wat is jouw excuus? Een gezellig weekend met Mirre?'
'Nee, shitzooi. Ik was gewoon helemaal ergens anders met mijn hoofd de afgelopen dagen', vloek ik en gooi mijn hoofd in mijn nek.
'Wauw. En ik heb je nog wel bijles gegeven', lacht Felix. Geïrriteerd kijk ik hem aan.
'Ja, alsof ik dat niet meer weet', snauw ik en staar naar zijn lippen. Ongemakkelijk schuifelt Felix wat over zijn zadel. Hij wilde duidelijk niet weer onze zoen naar boven brengen met deze woorden, maar het gebeurt automatisch.
'Het komt vast wel goed, Levi', zegt hij zacht en probeert zo de focus ergens anders op te leggen. Wanhopig schud ik mijn hoofd.
'Nee man. Het gaat echt een onvoldoende worden', zeg ik en nestel gefrustreerd mijn handen in mijn haar.
'De toets is het tweede uur pas. Misschien kan je tijdens de les van Friek ernaar kijken', probeert hij me gerust te stellen. Ik knik.
Op school aangekomen zetten we onze fietsen weg en gaan we samen naar mijn kluisje. Ik vraag me af of het is omdat hij wil praten of vanwege Marc. Ik ben blij dat hij ons vorige week met rust heeft gelaten na het akkefietje in de aula.
'Je mag best naar je eigen kluisje gaan', zeg ik wanneer ik mijn kluisdeurtje open. Geschrokken gaan Felix' ogen naar de mijne en koppig schudt hij zijn hoofd.
'En wat als Marc komt?' vraagt hij zacht. Ik draai mijn hoofd van hem weg, waarop Felix als antwoord mijn blik volgt; Daniël en Simon staan samen bij Daniëls kluisje.
'Goedemorgen', groeten we hen en het koppeltje groet ons enthousiast terug. Ik keer me weer tot Felix, maar zijn ogen blijven gevestigd op de andere twee jongens.
'Daniël en Simon zijn er', zeg ik en hiermee schieten Felix' turquoise ogen weer naar mij. 'Het komt wel goed. Ga maar', stel ik hem gerust. Gepanikeerd schieten zijn ogen tussen de mijne. 'Echt.'
Traag knikt Felix, trekt zijn mond in een neerwaartse glimlach en draait zich langzaam om. Kort twijfelt hij nog, maar vertrekt dan toch naar zijn eigen kluisje.
'Klaar voor de toets dadelijk?' klinkt Simon, waardoor ik Felix niet na kan kijken. Opgewekt kijk ik om naar de blondharige jongen en ik kan er niets aan doen dat ik begin te glimlachen. Simon is letterlijk het zonnetje in huis.
'Nee, niet echt eigenlijk. Heb het weekend er niet veel meer naar gekeken', antwoord ik eerlijk. Simon knikt. 'Jij?'
'Ik heb geen idee. Grieks blijft altijd een verrassing', zegt hij en ik lach.
'Ja, klopt', zeg ik en leg wat van mijn boeken weg. Al snel zijn we klaar bij onze kluisjes en vertrekken naar de aula. Wanneer we de kluisjesrij verlaten, kijk ik over mijn schouder om Felix te zoeken, maar hij is nergens te zien.
In de aula schuif ik aan naast Mirre en kijk met haar mee naar het Griekshuiswerk van vorige week. We spreken kort wat dingen door.
Zelfs wanneer de bel is gegaan, is Felix nog niet in de aula. Verward vertrek ik met Mirre aan mijn zijde naar het lokaal waar we zo les hebben.
We hebben als eerste biologie, wat betekent dat we les hebben van mevrouw Friekman. Dat mijn dag zo enigszins rustig kan beginnen, maakt me een stuk opgeluchter.
Ik loop het lokaal in, waar ik plaatsneem op mijn plek. Ook hier is Felix nergens te zien. Fronsend kijk ik het lokaal rond, zoek Bente terwijl ik mijn boeken uit mijn tas haal. Ze zit op haar plek, maar ook bij haar is Felix nergens te vinden. Net voordat de tweede bel gaat, komt Felix buiten adem het lokaal in. Strak vestigen zijn ogen zich op mij.
'Waar was je?' vraag ik wanneer hij naast me komt zitten. Verstrooid haalt hij zijn schouders op en ontwijkt mijn blik door zijn lesboeken uit zijn tas te halen.
'Ben mijn schrift voor bio weer vergeten dus was dat aan het zoeken. Daarna kwam ik Onno uit het team tegen op de gang', ratelt hij en begint door zijn boeken te bladeren.
'Oh, oké', zeg ik en sla mijn boeken open. 'Wat had Onno te vertellen?' vraag ik en pak mijn Grieks boeken uit mijn tas.
'Dat hij niet snapt dat het team waar we gisteren van gewonnen hebben zo hoog in het klassement staat', zegt hij met een diepe zucht en pakt een losse, rondslingerende pen uit zijn rugzak.
'Ja, ze zijn niet erg goed', stem ik in. Fronsend kijkt Felix me aan, maar knikt dan met zijn lippen tot een strakke lijn getrokken.
Ik begin door mijn Grieks boeken te bladeren, filter zo de informatie die Friekman verkondigt uit. In mijn ooghoek begint Felix wild met zijn pen te wiebelen en zijn been op en neer te stuiteren, maar ook dat probeer ik te negeren. Kom op, Levi, herinner je alsjeblieft alle werkwoordsvormen, alle naamvallen. Zorg er gewoon voor dat je het goed doet.
Op een gegeven moment heeft Friekman door dat ik niet bezig ben met haar les, maar tot mijn geluk laat ze me mijn gang gaan.
Al veel te snel gaat de bel en moeten we naar de volgende les. Snel schuif ik alles in mijn rugzak, op mijn lesboek voor Grieks na. Met mijn boek in mijn handen loop ik achter Felix aan naar het volgende lokaal. Hij begeleidt me een beetje en probeert me veilig door de menigte te sturen zonder me ergens tegenaan te laten botsen. De letters dansen op dit moment voor mijn ogen, maar ik blijf wanhopig lezen.
'Goh, onze homo is gisteren zo druk bezig geweest met het pijpen van Gaylix dat hij nu nog moet gaan leren', klinkt Marc en pissig kijk ik naar hem om. Waarom moet hij het altijd op mij gemunt hebben? Felix trekt me aan mijn arm wat vooruit en haalt zo mijn focus van de pestkop af.
We komen aan in het lokaal en moeten vrijwel meteen beginnen met de toets. Diep adem ik in en schrijf mijn naam op het antwoordenblad, scan daarna de eerste zinnen van de tekst. Mijn handen beginnen al een beetje klam te worden.
Terwijl ik het werkwoord zoek in de eerste zin probeer ik me te herinneren wat Felix me allemaal verteld heeft vorige week, maar ik kan alleen maar bedenken dat het ondertussen alweer een week geleden is dat hij me een tweede keer gezoend heeft.
Gefrustreerd nestel ik mijn handen in mijn haar en probeer wijs te maken uit de woorden. Ik heb een complete black-out. Wanhopig blader ik door het woordenlijstje dat we bij de toets hebben gekregen, maar mijn brein voelt als een halfgare prop gehakt.
De letters dansen voor mijn ogen wanneer ik opnieuw naar de tekst kijk. Denk aan wat Felix je geleerd heeft, Levi.
Felix' turquoise ogen die zoekend in mijn ogen kijken.
Ik schud mijn hoofd en probeer het rijtje van een van de naamvallen op te schrijven. Focus, Levi.
Felix die op me in leunt en zijn lippen op de mijne drukt. Zijn hand op mijn kin bij de volgende zoen die hij me geeft.
Licht sluit ik mijn ogen. Welke constructies zijn ook alweer belangrijk? Het stond letterlijk op het blad dat we aan het zoeken waren.
Felix' tong tegen de mijne. De zoen die we moeten vergeten. De lichtblauwe nagellak. Het armbandje kriebelend in mijn nek. Felix' handen in zijn broekzakken.
De zoen, de zoen, de zoen.
Ik voel mezelf een beetje duizelen en zie gele sterretjes over mijn visie dwarrelen. Zwarte vlekken vormen zich traag aan de randen van mijn zichtveld.
'Levi, gaat het?' klinkt mevrouw Jansen plots. Verward kijk ik op en ik merk dat heel de klas nu haar aandacht op mij gericht heeft. Beduusd schud ik mijn hoofd en even heb ik het gevoel dat ik van mijn stoel ga vallen.
'Het lukt me niet', fluister ik hees. Ik voel Felix' ogen in me branden. En dan begin ik werkelijk van mijn stoel weg te glijden. Een stevige hand van Felix op mijn schouder en de docente die me vasthoudt aan mijn bovenarm zorgen ervoor dat ik niet op de grond beland. Wazig kijk ik de docente aan.
'Rustig aan, Levi. Probeer recht te blijven zitten', zegt ze, maar alles klinkt raar, alsof ik met mijn handen over mijn oren aan het luisteren ben. 'Levi, je ziet helemaal bleek. Ik denk dat het beter is als je de toets even achterwege laat en wat lucht gaat halen buiten, eventueel wat eet en drinkt.' Ik knik klein en probeer mijn duizeligheid weg te drukken.
'Wie wil zijn toets later inhalen en even met Levi mee naar buiten?' vraagt ze. Ik kijk naar Mirre voor me, wie me bezorgd aankijkt.
'Ik ga wel', klinkt Felix echter direct in mijn oor en verrast kijk ik naar hem om, zie hem al naast me staan.
'Bedankt, Felix', zegt ze en ik kijk toe hoe hij onze tassen inpakt en beide op zijn rug hangt. Daarna helpt hij me omhoog en begeleidt hij me het lokaal uit. Ik voel alle negentien paar ogen me volgen en ik kan wel door de grond zakken. Het zou nog erger zijn geweest als ze geweten hadden waardoor ik zo in paniek raakte.
Ik laat mijn volle gewicht op Felix steunen en hij neemt het op alsof ik niet een halve kop groter ben en breder gebouwd, zwaarder. Ik heb het gevoel dat mijn benen van pudding zijn gemaakt.
'Gaat het een beetje?' vraagt hij bezorgd wanneer we de eerste traptreden af gaan. Hij slaat zijn arm om mijn middel om me wat extra steun te bieden en heel mijn lichaam slaat erdoor op hol. Mijn buik kriebelt zo heftig dat ik er haast van over wil geven.
'Ja', lieg ik en bijt op mijn nagel.
Op de begane grond aangekomen gaan we het schoolgebouw uit en nemen in de ietwat benauwde lucht plaats op een van de bankjes op het schoolplein. De open ruimte laat me al wat beter voelen.
Felix rommelt in zijn rugzak en geeft me een mueslireep aan. Traag neem ik hem van hem aan.
'Eet maar op. Misschien knap je een beetje op als je wat suiker binnenkrijgt', zegt hij met een lieve glimlach. Ik steek de reep terug in zijn richting.
'Maar dan heb jij straks niets meer', zeg ik. Hij haalt zijn schouders op en duwt de reep mijn kant op.
'Ik kan wel zonder', zegt hij. 'Wat gebeurde er?' zegt hij en kapt zo snel het onderwerp af. Ik rek mijn antwoord uit door de verpakking te openen en een hap te nemen. Kauwend adem ik diep in en uit.
'Ik begon alles kwijt te raken en raakte daardoor in paniek. Ik had echt een volledige black-out', zeg ik, geef zo maar het halve antwoord. Felix knikt en wrijft afwezig over zijn rode nagellak.
Hij reikt me zijn flesje water aan, ook al zit er in mijn eigen rugzak ook een. Ik denk er echter niet verder over na en neem er wat slokken van. Het is niet alsof we niet al eerder uit hetzelfde flesje hebben gedronken. Felix' ogen zijn gefixeerd op mijn adamsappel terwijl ik van het water drink.
'Bedankt, Obelix', zeg ik na mijn laatste slok en veeg mijn lippen droog. Abrupt gaan zijn ogen naar de mijne en verlegen glimlacht hij.
'Geen probleem, Leviworst', zegt hij en kijkt dan het uitgestorven schoolplein langs. Ik ben dankbaar dat we het vorige week bijgelegd hebben, anders had hij nu niet naast me gezeten.
Het haalt echter niet weg dat ik me doodschaam voor wat er net gebeurd is. Zelfs door Mirre ben ik nooit afgeleid geweest tijdens een toets, dus het zou absoluut niet mogen door Felix. Ik wil ook helemaal niet op zo'n manier aan hem denken. Ga weg, Felix-uit-mijn-gedachten.
Zacht zucht ik en sla mijn ogen neer. Mijn hoofd is een grote puinzooi. Ik kan er niets meer mee. Als ik nog langer zo doorga, zullen mijn cijfers er gegarandeerd niet beter op worden.
'Kan je mee naar mij na school?' De vraag heeft mijn keel al verlaten voordat ik er erg in had. Ik kan mezelf er wel voor slaan. Ik zou met Mirre af moeten spreken, niet Felix. Maar ik kan het niet maken hem te gaan ontlopen voor wat er net gebeurd is. Dat zou me hypocriet maken.
'Als je je dan een beetje oké voelt', antwoordt Felix en glimlachend kijk ik hem aan.
'Ik voel me nu alweer goed', zeg ik en Felix lacht.
'Drama queen', zegt hij en samen lachen we. Zacht bijt ik op de binnenkant van mijn wang.
'Wat was dat van maandag nou?' vraag ik en ook deze vraag kan ik niet binnenhouden zonder er een tweede keer over nagedacht te hebben. Felix' blik wordt gepanikeerd maar hard. Verraden gaan zijn ogen over mijn gezicht.
'Ik dacht dat we het erover eens waren dat er niets gebeurd was', zegt hij kortaf terwijl zijn stem overslaat. De woorden komen binnen als een klap. Alsof hij er op het voetbalveld afgelopen vrijdag zelf niet opnieuw over dacht.
'Juist, sorry', stamel ik. Ik vraag me af of hij denkt dat hij gelijk had toen hij zei dat hij me geen uitleg verschuldigd is.
De rest van het lesuur blijven we buiten zitten, beide zwijgend aan het staren naar de leegte om ons heen. Ik weet dat er echter binnenin bij ons beide waarschijnlijk allesbehalve leegte gaande is.
Wanneer de bel gaat, staan we na een paar kleine minuten extra in leegte en stilte gezeten te hebben op en vertrekken naar de aula.
Op onze weg erheen stuiten we meteen Marc tegen het lijf. Ik wil in elkaar kruipen, maar ik probeer mezelf sterk te houden naast Felix.
'Kijk eens, daar zijn de twee grootste homo's van de school. Net een les gespijbeld om elkaars hersenen eruit te neuken', zegt hij en ik zucht diep; Felix schudt afkeurend zijn hoofd.
'Kan je niet gewoon een keer je smoel houden?' snauw ik naar hem. Hij lacht triomfantelijk en slaat zijn arm om mijn schouder heen.
'Nee, sorry, flikker. Er moet iemand zijn die jullie vertelt dat jullie een zonde zijn', zegt hij, maar ik raak afgeleid door Felix, die ruw Marcs pols vastgrijpt en zijn arm van mijn schouder rukt. Geamuseerd kijkt Marc hem aan en grijpt zijn pols terug vast.
'Hou je erbuiten, wijf, met die nichterige nagellak van je. Is het ondertussen geen tijd voor een andere kleur?' sneert hij, tuft op zijn vingers en verlaat ons dan. Felix vlucht de toiletten in om zijn handen te wassen, maar ik ga de aula in en schuif aan naast Mirre.
Hij wilde net niet over onze zoen praten, dus neem ik aan dat hij ook niet hierover wil praten.
In de aula wordt er verschillende keren aan me gevraagd wat er gebeurde tijdens de toets, maar ik antwoord dat ik het er liever niet over wil hebben. Het was op het moment zelf al vernederend genoeg, dus wil ik er absoluut niet nog een keer aan herinnerd worden. Ik wimpel het onderwerp af door te vragen hoe de toets bij de rest ging.
Felix schuift niet veel later weer aan bij onze tafel en begint afwezig een spelletje te doen op zijn telefoon. Zacht stoot ik hem aan en reik hem mijn koekje aan, wetende dat hij mij net zijn kleine snack op heeft laten eten. Beduusd schudt hij zijn hoofd.
'Nee, dank je. Ik heb het oprecht niet nodig. Ik voel me ook een beetje misselijk door de hitte', zegt hij en gebaart naar zijn keel. Hij ziet er inderdaad bleker uit dan normaal. Ik knik en eet het koekje zelf op.
Na school fietsen we met z'n vieren naar huis, maar de sfeer is ongemakkelijk onder ons. Niemand lijkt iets te vertellen te hebben, waardoor gesprekken kort en oppervlakkig zijn.
Bente heeft de groep als eerste verlaten, maar de dynamiek verandert erdoor niet heel erg veel. Mirre kan de stilte niet langer aan en begint toch maar een verhaal te vertellen; Felix en ik reageren afwezig, beide duidelijk afgeleid.
Niet veel later fietsen Felix en ik de stoep voor mijn huis op en moet Mirre in haar eentje doorfietsen. We zeggen haar gedag, gooien onze fietsen tegen de heg en gaan naar binnen.
In de woonkamer aangekomen treffen we Collin en Sven aan, samen bezig achter één laptop. Aan hun manier van praten is duidelijk dat ze bezig zijn met een project. Beide jongens kijken op wanneer ze ons binnen horen komen.
'Hallo', groet ik hen.
'Hoi', klinken Felix en Sven in koor.
'Hai', volgt Collin. Sven observeert Felix en mij van top tot teen. Ik word er wat ongemakkelijk van en besluit snel de keuken in te lopen.
'Iets te drinken?' vraag ik.
'Ja, alsjeblieft. Ik ga echt dood in deze hitte', zegt Felix en volgt me de keuken in. Ik schenk wat ice tea voor ons in en kijk toe hoe Felix het glas van me aanneemt en er dan gulzig uit drinkt leunend tegen het aanrecht. Nu zijn het mijn ogen die naar zijn adamsappel gaan.
Voorzichtig kijk ik naar de woonkamer, maak zo oogcontact met Sven. Hij grijnst klein naar me en geeft me een speelse knipoog. Verlegen begin ik op mijn nagel te bijten en richt me weer op Felix. Het is zo raar om te bedenken dat hij met zijn leeftijd eigenlijk bij mijn broertje in de klas had horen te zitten.
'Wat wil je doen?' vraag ik en drink zelf ook wat. Felix haalt zijn schouders op en zet met een harde klap zijn lege glas neer op het aanrecht.
'Maakt me niet uit', zegt hij.
'We kunnen anders wel gaan skaten', stel ik voor. Waarschijnlijk is het beter als we niet in de kamer gaan zitten waar we vorige week hebben gezoend.
'Ja, is goed', zegt hij enthousiast. Ik drink traag mijn glas leeg terwijl Felix toekijkt. Vanuit mijn ooghoeken zie ik Sven naar ons kijken, maar ik durf geen oogcontact meer te maken. Mijn ogen blijven gefixeerd op Felix, wie gefascineerd lijkt te zijn door mij. Snel drink ik mijn laatste slokken op en loop weer de woonkamer in na mijn glas op het aanrecht gezet te hebben.
'Coltrui,' zeg ik en trek zo Collins aandacht, 'Felix mag toch wel je skateboard lenen?'
'Ja, tuurlijk', zegt hij.
'Thanks. Dan gaan wij skaten', zeg ik, loop de achterdeur uit en duik de schuur in. Daar pak ik mijn en Collins skateboard tussen de puinhoop uit.
'Hier', zeg ik en reik Felix het oude skateboard van Collin aan.
'Ja, super', zegt hij opgewekt, neemt het van me aan, doet er een kleine truc op en skate daarna de poort uit. Ik volg hem op mijn eigen board.
Op onze weg naar het skatebaantje kijk ik dromerig naar Felix' zwarte haren, waaiend in de wind.
'Gaat de toets je wel lukken in het inhaaluur?' vraagt hij en beschaamd kijk ik hem aan.
'Ja, ik hoop het wel. Echt sorry dat jij hem nou ook in moet halen', zeg ik. Felix haalt zijn schouders op.
'Karma voor vorige week', zegt hij simpelweg. Beduusd knik ik.
Niet veel later komen we aan bij het skatepark. We steken de straat over op onze boards. Ik doe een poging een jump de stoep op te maken, maar ik faal en mijn skateboard blijft steken achter de stoeprand terwijl ik door moet rennen om niet onderuit te gaan. Felix lacht me uit en ik lach met hem mee.
Ik pak mijn skateboard weer op en ga achter Felix aan de baan over. Ik skate de half pipe op en klim naar boven. Ik laat mijn board op de rand balanceren en doe dan een drop naar beneden. Eerlijk gezegd had ik het wel gemist.
'We deden dit in de eerste ook altijd', zeg ik terwijl ik langs Felix skate. Met een grijns kijkt hij me na.
'Ja', lacht hij. 'Ik weet nog wel iets anders wat we vroeger echt vaak deden, maar dan moeten we even langs mij', zegt hij en ik frons.
'Oké', stamel ik en volg hem op mijn skateboard de straten over. Het skatebaantje ligt dichterbij Felix' huis dan het mijne, dus zal het niet lang duren voordat we er zijn.
We racen over de stoep en komen al snel bij zijn huis aan. Hij springt van zijn board en loopt naar de voordeur.
'Wacht hier, ik ben zo terug', zegt hij en verdwijnt het huis in. Ongemakkelijk skate ik een beetje heen en weer, wachtend tot Felix weer naar buiten komt. Het duurt langer dan ik verwacht had en het laat me afvragen waar hij dadelijk in godsnaam mee naar buiten zal komen.
Wanneer ik de deur open hoor gaan, kijk ik nieuwsgierig om; Felix is de deur uitgestapt met zijn lichtblauwe pet op en een sixpack bier in zijn handen. Verbaasd schieten mijn wenkbrauwen omhoog.
'Nou, volgens mij dronken we vroeger geen bier', stamel ik en Felix lacht.
'Wacht nou maar', zegt hij en stapt weer op het board en maakt zijn weg terug naar de skatebaan. Verward volg ik hem.
Mijn ogen dwalen naar zijn lichtblauwe pet, waar kleine, speelse plukjes van zijn zwarte haren onderuit steken. De kleur staat hem goed.
Bij de skatebaan teruggekeerd stapt Felix van zijn board af en loopt naar de stoeprand toe. Hij wenkt me, dus ik volg zijn voorbeeld maar.
Wanneer ik naast hem zit, reikt hij me een van de blikjes bier aan. Ik neem hem aan en open onhandig het lipje terwijl ik toekijk hoe Felix het blikje naar voren kantelt en in één vloeiende beweging het blikje aan de zijkant open weet te prikken met zijn duim. Stomverbaasd kijk ik toe hoe hij het gevormde gat naar zijn mond brengt en gulzig het bier begint te drinken terwijl hij het lipje opent en binnen een paar tellen heeft hij het leeggedronken.
'Gast', lach ik. Felix schudt lachend zijn hoofd en veegt zijn lippen af met de rug van zijn hand.
'Sorry, ik had echt dorst', zegt hij en nu neem ik ook een slokje van mijn bier. Het verbaast me dat het bier daadwerkelijk koud is, en hij het dus niet zomaar uit zijn kelder heeft gegrist.
Hij duwt het blikje in elkaar tegen de stoeprand en pakt een nieuwe op. Verbijsterd kijk ik toe hoe hij aan het tweede blikje begint, maar deze keer zijn huissleutel gebruikt om het blikje open te prikken. Nippend van het koude bier kijk ik toe hoe hij het opnieuw in bijna één grote slok naar binnen lijkt te werken.
'Wat wilde je me laten zien? Dat je bier kan shotgunnen?' lach ik en betrapt kijkt Felix naar me om, haast vergeten dat er een andere reden was dat we naar zijn huis zijn gegaan.
'Oh, ja', stamelt hij, het hele idee wat hij hiervoor had compleet vergeten. Het verwondert me iedere keer hoe zijn brein werkt. Luid laat hij een boer, waardoor we giechelen. Dan trekt hij een vergrootglas uit zijn broekzak en steekt het naar mij.
'Oh, blaadjes verbranden', lach ik meteen wanneer ik het zie. Ik steek mijn vrije hand naar hem op en er trekt een rilling door mijn lijf door het zachte handcontact dat we maken. Het moment dat ik het vergrootglas op een verdord blaadje in de goot van de weg richt, begint Felix aan zijn derde blikje bier – deze keer wat rustiger. De zon schijnt er zeker fel genoeg voor.
'Dit deden we inderdaad altijd', zeg ik en Felix lacht en kijkt me met een zachte glimlach aan. Zijn lichtblauwe pet laat een schaduw over zijn ogen vallen, maar ze blijven nog altijd even fel. Ik voel mezelf lichtjes blozen en wil op mijn nagel bijten, maar beide handen zijn bezet.
Ik kijk weer naar het blaadje waar ik een gat in probeer te branden. Felix laat zijn benen open vallen en komt zo met zijn knie leunend tegen mijn bovenbeen te zitten.
'Weet je nog die ene keer dat ik bijna een gat in de loungeset bij mij thuis had gebrand?' zegt Felix schaterlachend en samen proesten we het uit van het lachen.
'Echt, je bent zo'n sukkel, hè', lach ik en Felix gniffelt. Ik geef hem lachend het vergrootglas.
'Hier, ik kan hem niet stilhouden', zeg ik en voel opnieuw mijn buik kriebelen wanneer zijn zachte hand de mijne streelt bij het overnemen van het vergrootglas. Verlegen kijk ik naar de kleine kuiltjes die zijn glimlach veroorzaakt.
Stil kijken we toe hoe hij het blaadje verbrandt. Ik neem nog een paar slokjes van mijn bier en zet het dan achter me op de stoep, leun met mijn handen op de stoeprand en laat mijn ogen over Felix gaan. Zijn knie drukt zacht tegen mijn been.
Ik zie zijn ogen naar mijn buik gaan, waardoor ik zijn blik volg. Mijn shirt is een beetje omhoog gekropen door mijn houding en stelt zo mijn onderbuik voor een klein deel tentoon.
Plotseling voel ik Felix' hand op mijn hand en verbaasd kijk ik hem aan. Hij glimlacht weer zacht en ik voel dat ik nog harder bloos dan daarnet. Stil kijken we elkaar aan, maar mijn lichaam is allesbehalve stil. Nee, het voelt juist alsof er een hele circustent rondgaat in me.
Mijn hart bonst en bonst wanneer Felix' blauwe ogen met groene kronkels naar mijn lippen glijden. Hij leunt op me in en ik voel mijn ademhaling stoppen.
Snel keer ik mijn hoofd van hem weg en grijp het vergrootglas uit zijn hand, begin zelf een van de omringende blaadjes te verbranden.
Vanuit mijn ooghoeken zie ik Felix ongemakkelijk schuifelen, zo het contact tussen onze benen verbreken en beschaamd haalt hij zijn hand van de mijne af. Met zijn rug wat meer naar mij gekeerd neemt hij een nieuwe slok van zijn bier, begint daarna zijn rode nagellak te inspecteren.
Ik kan hem me niet laten kussen, ook al is het iets waarvan ik weet dat ik het stiekem diep van binnen wel wil. Het zal de chaos in mijn hoofd alleen maar erger maken. De vlammen zullen me doen verschroeien.
Ik richt het vergrootglas op een iets verser blaadje en wacht tot het lichtste puntje een gat brandt in het blad. Zodra het blaadje vlam vat, geef ik het vergrootglas terug aan Felix.
Hij richt het vergrootglas op een blaadje tussen ons in en begint er een patroon op te branden. Mijn ogen volgen de lijn die hij creëert, maar ze vangen ook zijn vrije hand op onderin mijn blikveld, zijn vingers met rode nagellak ruw wrijvend over de muis van zijn hand.
'Ha!' lacht Felix en ook ik lach wanneer ik zie dat hij een penis op het blad heeft gebrand, maar mijn ogen schieten vanwege het overslaan van zijn stem naar zijn gezicht, waar zich een diepe frons heeft gevormd en zijn ogen troebel staan.
Opnieuw kijk ik naar het blad, waar Felix de piemel uit begint te wissen door het hele blad zwart te branden. Zijn hand met het vergrootglas begint te trillen door hoe stevig hij het handvat vasthoudt. Beduusd kijk ik ervan weg.
Zwijgend kijk ik naar zijn gezicht, maar Felix ontwijkt mijn oogcontact. Dezelfde diepe frons van net is op zijn gezicht blijven staan. Heel subtiel schudt hij zijn hoofd terwijl hij zijn ogen gefixeerd laat op het blad onder zijn neus. Ik kijk naar de donkere sproetjes over zijn neus en wangen. De lichte acne op zijn jukbeenderen valt me op, maar het verwart me. Normaal heeft hij er enkel last van als hij vol stress zit, wat eigenlijk altijd alleen maar tijdens onze toetsweken is – en die zijn nog lang niet.
Ik kijk naar de springerige plukjes zwarte haren die onder zijn pet uit steken. De lichtblauwe kleur staat hem mooi, maar ook de pet zelf staat hem goed.
Stil kijk ik weer naar het blad wanneer ik besef dat ik aan het staren ben. Felix heeft het ondertussen gitzwart gemaakt, zorgt ervoor dat elke millimeter ervan net zo donker kleurt als zijn haar.
'Heb je nog hulp nodig voor Grieks morgen?' vraagt hij en ik schrik van zijn stem. Ik kan horen dat het bier zijn werking begint te doen bij hem.
'Nee, ik kijk er zelf wel naar', mompel ik. Een bijles Grieks van Felix kan me nog maar aan één ding laten denken, en dat wil ik niet.
Ik kijk weer op naar Felix en deze keer ontmoet hij wel mijn blik. De pet staat hem werkelijk beter dan ik me kan herinneren. Hij wil me net het vergrootglas aangeven wanneer ik de pet van zijn hoofd trek en opsta.
'Je lijkt net een chappie zo', lach ik en sprint weg.
'Hé!' roept Felix verontwaardigd uit en stormt achter me aan. Ik meende mijn woorden niet, maar ik moest iets zeggen om mijn gedachten honderdtachtig graden om te laten draaien. Ik mag Felix niet als aantrekkelijk zien.
Ik ren de half pipe op, waar ik met een beetje hulp van mijn handen op weet komen te staan. Helaas slaagt Felix er zonder moeite in ook de half pipe te beklimmen en stapt grijnzend op me af.
Langzaam word ik in het hoekje van het hekje om het platform van de half pipe heen gedrongen. Snel zet ik de pet terug op zijn hoofd in de hoop een kieteldood te kunnen vermijden.
Felix tilt de pet van zijn hoofd en plaatst hem opnieuw, deze keer met de cap naar achteren gericht. Verlegen gaan mijn ogen naar het kleine stukje voorhoofd dat tentoon wordt gesteld tussen de pet en zijn haren, naar de donkere sproetjes daar. Hij blijft me naderen en heeft me zo al snel compleet in het hoekje gedrongen. Mijn lichaam begint op te warmen.
'Nee, geen kieteldood', smeek ik lachend. Ook al dacht ik dat het niet meer kon, blijft Felix toch dichterbij komen. Hij gaat recht tegenover me staan, bijna geen ruimte meer tussen ons in, en kijkt me speels aan. Hij is zo mooi.
Zijn ogen gaan traag over mijn gezicht en diep adem ik in. Hij leunt naar me toe en verbreekt daarmee de allerlaatste centimeters die nog over waren tussen ons. De hitte begint om ons heen te schroeien.
Nog net voordat hij zijn lippen op de mijne kan plaatsen, heb ik mijn hand voor zijn mond geslagen en verhinder zo het contact. Mijn knokkels strijken mijn eigen lippen, zo dichtbij was hij al gekomen.
Fronsend kijkt Felix me aan en trekt voorzichtig mijn hand weg, en ik laat het hem doen. Zijn ogen kijken zoekend in de mijne. Wanneer hij geen respons krijgt, grijnst hij klein en doet de laatste paar centimeters naar voren, maar ik loop weg en voel enkel zijn lippen langs mijn wang strijken. Kippenvel kruipt omhoog over mijn armen en nek.
Ik ga zitten op de half pipe en kijk wezenloos voor me uit. Het ijzer van de skate-ramp brandt tegen mijn blote onderbenen, maar het is nog niet eens in de buurt van de hitte tussen Felix en mij. Kort blijft Felix staan, maar neemt dan toch plaats naast me. Zijn been leunt tegen het mijne. Het is overduidelijk dat hij zich ongemakkelijk voelt. Ik kon mezelf niet opnieuw verbranden aan zijn lippen.
'Ik weet dat het niet goed is, maar je zit continu in mijn hoofd. Ik heb met Mirre, maar ik blijf steeds maar weer aan jou denken', geef ik eerlijk toe en kijk Felix moeilijk aan. Zijn blik lijkt hoopvol. 'Er is iets mis met me, oké? Dit hoort niet. Ik wil het stoppen, maar al te graag, maar ik weet niet hoe', breid ik uit. Felix kijkt me zwijgend aan en ik kan de honderden emoties die over zijn gezicht flikkeren geen van allen plaatsen. Ik kijk weer voor me.
'Het enige wat ik kan doen is aan jou denken, en het irriteert me mateloos. Ik weet ook niet wat het is', zeg ik, laat mezelf van de half pipe glijden en jog naar de skateboards bij de stoeprand. Daar aangekomen zie ik dat Felix het vergrootglas kapot heeft laten vallen in zijn storm achter mij aan, maar ik laat het kapotte glas en de lege blikjes achterwege, pak Collins board op en skate dan op mijn eigen board naar de overkant van de straat, laat zo Felix alleen achter op de skatebaan.
Nog een laatste keer kijk ik naar hem om, maar kijk vlug weg wanneer ik zijn puzzelende blik zie.
Thuis aangekomen smijt ik de skateboards in de schuur zonder er verder nog naar om te kijken en ga verstrooid het huis in. Vragend kijken Collin en Sven me aan.
'Waar is Felix?' vraagt Collin. Ik haal mijn schouders op.
'Hij moest naar huis, want zijn opa en oma waren er', verzin ik, maar ik haat hoe lelijk de leugen uit mijn mond klinkt. Collin knikt, maar Sven grijnst wetend. 'Ik ga sporten.'
Ik ga mijn slaapkamer in, trek vlug wat sportkleding aan en vertrek dan met mijn sporttas naar de sportschool. Daar aangekomen begin ik mijn armen te trainen.
Ik moet stoppen met aan Felix denken. Ik moet die beelden uit mijn hoofd zien te drukken. Zijn blauwe, groene, turquoise ogen. Zijn rode lippen. Zijn willekeurige sproetjes. Het moet weg.
Weg, weg, weg.
Ik begin een andere oefening voor mijn triceps wanneer ik drie sets heb gedaan. Ik kan niet geloven dat ik aan Felix verteld heb dat hij zo klem zit in mijn hoofd. Zou hij zelf ook al het verband gelegd hebben met mijn black-out van vanochtend?
Mijn gedachten gaan naar de puzzelende blik die over Felix' gezicht viel zodra ik de woorden uitsprak. Ik wil zo graag weten wat er door zijn hoofd gaat, maar elke poging daartoe heeft enkel nog maar tot een snauw geleid.
Wanneer ik mezelf volledig afgemat heb en mijn gedachtenstorm over Felix voorbij lijkt, vertrek ik naar de uitgang van de sportschool. Net wanneer ik door de poortjes naar buiten wil stappen, zie ik een gezicht wat ik niet verwacht had hier te zien, en vooral niet nu; Felix stapt het gebouw in. Normaal gaat hij alleen om middernacht sporten.
Betrapt haken zijn ogen zich vast in de mijne. Mijn hart begint meteen te razen en mijn work-out van net voelt onmiddellijk nutteloos.
'Hey', stamelt hij zacht, scant zijn pasje en gaat de poortjes door het moment dat ik de poortjes uit stap. Verbaasd kijk ik hem na, maar hij kijkt niet meer om.
Snel ga ik naar huis,waar ik zijn schooltas oppak en hem naar zijn huis breng, wetende dat hij daarnu niet op me kan wachten. Daarna vlucht ik naar huis, was me grondig onder de douche en laat me uitgeteld op mijn bed vallen. Ik ben werkelijk waar gesloopt.
--------------------
Wil je sneller verder kunnen lezen? "40 seconden met één jongen" is te koop via Brave New Books, verschillende webshops en boekenwinkels! Door het boek te kopen kun je helemaal zelf bepalen wanneer je verder leest. :)
Heb je iets meer geduld? Dan kan je elke woensdag en elke vrijdag een nieuw hoofdstuk verwachten!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top