hoofdstuk 15
♪ Self Control - Raf ♪
Ik ben ontzettend in de war. Dat is eigenlijk het enige wat ik echt te zeggen heb. Zo ontzettend in de war.
Hoe hard ik ook probeer mijn gedachten en gevoelens ook maar enigszins logisch te krijgen, lijkt het me maar niet te lukken. Ik volg mezelf niet meer.
De ene keer zegt mijn hoofd dit en wil mijn hart dat, maar de andere keer gaat het precies andersom. Alles lijkt één grote warboel te zijn geworden. Ik weet niet meer wat ik dacht toen ik Levi opnieuw kuste. Voor ik het wist had mijn lichaam de leiding genomen en had ik mijn lippen op de zijne gedrukt.
Ik weet dat ik nog steeds van die klif aan het vallen ben en genadeloos naar beneden aan het storten ben, maar ik kan mezelf niet meer naar de bovenkant van die klif teleporteren. Ik kan mezelf niet omhoog laten vallen. Ik kan het niet meer voorkomen of tegengaan, hoe hard ik ook wil.
Ik ben nog steeds aan het vallen van die klif en ik weet niet of mijn landing of mijn gestruikel dichterbij is. Ik weet niet hoe ver ik van de start ben, of misschien juist het einde – ik weet niet hoe ik de situatie precies moet bestempelen. Was de zoen het begin of het einde van een tijdperk?
Steeds dieper en dieper val ik naar beneden en hoe hard ik ook probeer te voorkomen de onderkant van het ravijn te bereiken, mijn lot zal me er toch eindelijk heen brengen. Ook al heb ik meerdere keren mijn armen uitgestrekt en verschillende takken, wortels en richels vast geprobeerd te grijpen om mijn landing te voorkomen, glipte elke poging tussen mijn vingers door en heeft me verder naar beneden gezonden.
Ik wil de bodem van dat ravijn niet bereiken, maar ik ben zelf degene die me steeds in een spiraal verder naar beneden laat vallen.
Naast Levi zijn, bij Levi zijn, voelt alsof ik tegen zwaartekracht aan het vechten ben. Het is een kracht waar ik onmogelijk weerstand tegen kan bieden. Alles trekt me naar hem toe alsof we de twee tegengestelde polen van een magneet zijn, hoe hard ik het ook tegen probeer te gaan.
Mijn tweede zoen met Levi lijkt de zwaartekracht die op me uitgeoefend wordt twee keer zo groot gemaakt te hebben. De bodem van het ravijn lijkt steeds dichterbij te komen, maar ik ben ontzettend bang voor mijn landing, er nog niet klaar voor. Ik kan me schrap zetten zo hard als ik wil, maar ik denk dat niets me kan voorbereiden voor hoe hard de klap werkelijk gaat zijn.
Ik wil een reden hebben om dronken te worden. Als ik dronken ben, is het niet zo raar dat ik Levi zoen. Ik wil een reden hebben om ladderzat te zijn en Levi te zoenen zonder dat ik er gek voor aangekeken word. Ik wil een reden hebben om te veel te drinken en te doen alsof de alcohol me ertoe leidt Levi te zoenen. Ik wil mijn behoeften om Levi te zoenen af kunnen schuiven op de alcohol in mijn systeem. Want die behoeften zijn er en ze worden alsmaar groter, maar ik wil er geen andere verklaring dan alcohol voor hebben.
Ik wil zat zijn.
Ik wil Levi zoenen.
Mijn ogen dwalen over de lichte acne op mijn jukbeenderen in mijn spiegelbeeld. Het wordt er niet beter op en ik weet dat het komt door de stress waar ik mezelf mee opzadel.
Mijn ogen glijden door naar mijn handen, die de wasbak stevig vastklampen alsof hun leven ervan afhangt. Ik slik wanneer ik de donkerrode kleur op mijn nagels zie, wetende dat er eigenlijk nog het blauw van de afgelopen dagen onder verscholen gaat.
Dan pikken mijn ogen mijn horloge op en geschrokken duw ik mezelf van de wasbak af. Shit. Ik ben echt te laat. Bente zal wel woest zijn. Hoe moet ik deze keer verklaren dat ik te laat ben?
Gehaast storm ik de trap af, trek mijn jas aan en wil het huis verlaten, maar mam komt de gang in en laat zo Brutus en Idefix ook de gang in komen. De honden springen tegen me op, maar ik duw ze weg.
'Nu niet, jongens. Felix moet gaan', mopper ik en pak de deurklink vast.
'Ben je vanavond thuis? Quinten komt langs', vraagt mam. Geschrokken kijk ik haar aan.
'Nee, sorry. Moet naar de training', zeg ik, zelf opgelucht dat ik niet in het bijzijn van mijn broer hoef te zijn.
'Oh, jammer', zegt mam.
'Jap. Houd de honden tegen want ik moet écht gaan', kap ik het gesprek abrupt af en duw de klink naar beneden. Terwijl mam de honden bij zich houdt, verlaat ik het huis. Ik sprint naar mijn fiets, spring erop en cross weg naar Bente.
In de verte kan ik haar al ongeduldig op haar horloge zien kijken. Verdomme. Wat moet ik verzinnen om uit te leggen dat ik zo laat ben?
Zodra ze me aan hoort komen, kijkt ze pissig naar me op. Nerveus bijt ik op de binnenkant van mijn wang.
'Je bent te laat', sist ze. Het voelt alsof er tranen in mijn ogen komen te staan.
'Sorry, ik moest mijn moeder helpen. Brutus en Idefix waren ontsnapt', stamel ik vlug. Ik weet niet eens waarom ik me verontschuldig.
'Dat maakt niet uit! Je bent te laat', kat ze me woest af.
'Bente, doe alsjeblieft rustig', probeer ik haar kalm te houden, maar het levert juist het tegenovergestelde effect op.
'Nee, Felix! Je bent verdomme altijd te laat! Je doet het gewoon expres, lul. Mirre en Levi zullen wel op ons staan te wachten. Dadelijk zijn ze al doorgefietst omdat ze ons niet zagen! Is het nou echt waar zo moeilijk om je aan de tijd te houden? Je bent echt een lul, Felix. Je doet het allemaal expres. Echt waar, zoek het maar uit', zegt ze en fietst weg. Verbaasd knipper ik mijn tranen weg.
Mijn hart breekt. Ik weet dat ze slecht is in het aflezen van emoties, maar kan ze één keer proberen net iets verder te kijken? Ik mag dan wel te laat zijn, maar misschien als ze er iets langer bij stilstaat, kan ze zien dat er een reden voor is. Ze lijkt niet eens een beetje door te hebben wat er omgaat in me.
'Bente, wacht nou', stamel ik en fiets haar snel achterna. Ze schiet me een ijskoude blik toe.
'Nee, rot op, Felix. Ik hoef je nu echt niet te zien', snibt ze. Tranen blijven bijten in mijn ogen.
'Bente, alsjeblieft. Ik kan er toch niets aan doen dat Brutus en Idefix hun eigen wil hebben? Omdat ik mijn moeder moest helpen ermee, hoef jij toch niet boos te worden? Ik kan het echt niet langer aan, Bente, het iedere keer aan te moeten horen als iets niet volgens jouw plan gaat. Ik weet dat het lastig is, maar je moet echt gaan leren dat het niet altijd kan gaan zoals je wil. Want deze wereld is hard en zal echt geen rekening met je houden', zeg ik en slik zelf door de laatste woorden die mijn keel verlaten. Bentes blik blijft kil. 'Ik heb het zelf ook. We zijn niet zo verschillend.'
'En bovendien word je ook nooit boos als Mirre en Levi te laat zijn. Weet je hoe lullig me dat laat voelen? Het is net alsof je hen beter mag en meer van hen kan hebben. Ik ben je vriendje, toch? Waarom doe je dan zo tegen me?' biecht ik op en het voelt als een hele opluchting. Ik vertel niet makkelijk wat er rondgaat in me, dus het voelt als een enorme stap. Ze reageert echter niet en ik voel me alsmaar zenuwachtiger worden.
'Bente?'
'Het is gewoon dat... dat...' ze valt stil, 'dat ik zoveel van je houd en het gevoel heb dat ik het af en toe moet compenseren door boos op je te worden', zegt ze, maar ontwijkt mijn blik.
'Waarom doe je dat dan niet bij Mirre?' vraag ik verward.
'Omdat ik niet zoveel van haar houd als van jou. Niet op de manier zoals ik van jou houd', antwoordt ze. Beduusd knik ik. Ik weet niet of ik de logica kan vinden in haar antwoord.
We komen aan bij de kruising, waardoor ik niet echt langer de tijd heb om erbij stil te staan. Wanneer we de kruising bereiken, stappen Levi en Mirre nog maar net van hun fietsen af – ook zij zijn dus nog maar net hier aangekomen.
Bente claimt meteen haar plekje naast Mirre, waardoor ik automatisch naast Levi moet fietsen – iets waar ik niet per se op zit te wachten.
'Hoi', groet ik hem zacht. Verraden kijkt hij me aan, waardoor ik schrik van de blik in zijn hemelsblauwe ogen. Verlegen kijk ik weer weg.
'Hoi', zegt hij kortaf en kijkt weer voor zich.
Ik weet dat hij boos op me is vanwege gisteren. Vanwege het negeren op school en vanwege het wegdrukken van zijn telefoontjes, maar het was niet zonder reden. Ik kon gewoon niet te veel met hem omgaan of de telefoon opnemen. Hij zou om uitleg gevraagd hebben, en laat ik eerlijk zijn, die uitleg heb ik niet – nog niet compleet, in ieder geval. Met hem omgaan riskeert nog een kans op een zoen met hem, en het zou niet mogen gebeuren.
Ik probeer niet te veel aandacht meer aan Levi te besteden en begin me te mengen in het gesprek van Bente en Mirre. Levi blijft echter stil.
Ik voel me schuldig voor hem. Dat ik hem gekust heb. Dat ik afstandelijk doe. Dat ik hem gekust heb en daarom afstandelijk doe.
Ik voel me gewoon raar en ik kan er geen touw aan vastknopen, wil er nog geen touwtjes aan vastknopen. Ik durf de losse eindjes nog niet op te pakken en aan elkaar te knopen, ook al zal alles dan waarschijnlijk één logisch geheel vormen wat alles kan verklaren. Ik ben bang dat het de zijden draden zijn die een plakkerig spinnenweb gaan vormen, waar ik verstrikt in zal raken en nooit meer uit vrij kan komen, mezelf alleen maar verder in vast kan worstelen.
Het ligt niet aan Levi. Het is niet zijn schuld. Oké, ik voel me raar door Levi en alles wat gerelateerd is aan hem, maar hij heeft het niet door en doet het niet bewust.
En juist daarom moet ik mezelf op afstand houden van hem, om dit zo te houden. Als ik te dicht in zijn persoonlijke bubbel kom, is het risico groter om alles naar buiten te krijgen.
Ik moet me wel op afstand van hem houden, omdat ik bang ben dat ik hem anders weer opnieuw zoen – en zo voor nog meer losse eindjes en juist ook weer gekoppelde eindjes zorg, mezelf zo nog verder af zal laten dalen in die afgrond.
Op school aangekomen zetten we onze fietsen naast elkaar weg. Hoewel ik Levi wat verder van me af wil zetten, kan ik het niet over mijn hart verkrijgen hem alleen naar zijn kluisje te laten gaan. We verwisselen echter geen woord. Levi lijkt zich ontzettend ongemakkelijk te voelen, waarschijnlijk voor een deel omdat hij weet wat hem zo te wachten staat. Ik hoef maar één woord te zeggen en Levi verandert compleet: Marc.
Het is sneu om te zien. Wanneer we de school inlopen, verandert Levi gewoon. Hij ziet er zo angstig uit en het regelmatig schichtig om zich heen kijken helpt daar niet bij. En dat terwijl hij juist zelfverzekerd over probeert te komen. Waarschijnlijk heeft mijn kus het er niet beter op gemaakt.
Samen lopen we naar zijn kluisje. Ik kijk naar zijn gespierde bovenarmen terwijl hij het deurtje opent en voel mijn wangen rood kleuren. Ik kijk naar de aders die over zijn arm lopen, duidelijk aanwezig door zijn toegenomen uren in de sportschool.
'Ga naar je eigen kluisje, Felix', snauwt hij. Verbaasd en gebroken kijk ik naar hem op.
'Wat?' stamel ik.
'Ga naar je eigen kluisje. Ik heb je hier niet nodig', zegt hij opnieuw. Ik slik de brok in mijn keel weg.
'Wat als Marc komt?' vraag ik.
'Ik kan me heus wel alleen redden. Net als gisteren', spuugt Levi uit. Mijn hart breekt, maar ik knik en draai me om. Ik durfde Levi gisteren niet tot hulp te schieten, bang dat Marc zou denken dat we echt samen zijn. Ik wil niet dat anderen dat idee hebben, en al helemaal Marc niet.
'Best', zeg ik lichtelijk verbitterd en vertrek naar mijn kluisje. Afwezig begin ik mijn boeken te wisselen.
Het is je eigen schuld, Felix, je hebt zelf zo naar tegen hem gedaan. Je hebt het aan jezelf te danken dat hij nu zo afstandelijk tegen je doet. Je tweede zoen met hem heeft het er waarschijnlijk ook niet beter op gemaakt.
Met een diepe zucht laat ik een van mijn boeken in mijn kluisje vallen, maar mijn aandacht wordt meteen weggetrokken wanneer ik een donkere schim in mijn ooghoeken zie.
Geïrriteerd kijk ik om, hoop zo in mijn blik niet te laten blijken dat eigenlijk heel mijn lichaam op hol slaat bij de vertoning van Marc. Hij grijnst stom naar me.
'Moet je je vriendje niet beschermen?' vraagt hij en ik wil hem slaan. Eigenlijk wil ik pissig zijn dat hij me op komt zoeken, maar stiekem ben ik opgelucht dat hij naar mij toe is gekomen en niet opnieuw Levi als zijn slachtoffer heeft gekozen vandaag.
'Als jij er niet was geweest, was dat niet nodig geweest', zeg ik. Hij schudt zijn hoofd met een verafschuwde grijns.
'Dus je geeft het toe?'
'Je hebt geluk dat die conciërge er gisteren tussen kwam, anders had ik je aan je balzak weggetrokken', snauw ik, maar het voelt meer als een verdediging voor Levi dan voor mezelf; een dreigement om hem te beschermen, in plaats van mezelf. Marc lacht hard en vals.
'Je mag het wel zeggen als je je hand in mijn broek wil steken, hoor. Daar hoef je geen vals dreigement voor uit te kramen', zegt hij. Vlak kijk ik hem aan, probeer zo de storm in me niet naar boven te laten komen.
'Wat wil je van me?' vraag ik. Marc schudt zijn hoofd met een sluwe grijns.
'Ik dacht dat je dat ondertussen wel doorhad. Je bent toch zo'n slimme nerd? Misschien helpen die pikken in je bek niet echt met verbanden leggen', zegt hij en duwt me. Ik laat de kracht op me af komen, maar houd me in om iets terug te doen. De woorden raken me op een andere manier dan hij bedoelt.
Mijn losse eindjes mogen nog niet samenkomen.
Opnieuw duwt Marc me, maar ik richt slechts mijn hoofd naar de grond en laat de duw op me af komen. Mijn zwarte haren vallen als een waterval voor mijn gezicht bij de volgende duw, maar ik laat het gebeuren. Er is geen Levi die me zal komen helpen en dat heb ik er zelf zo naar gemaakt. Het is een kwestie van wachten tot Marc zijn plezier voor vandaag weer gehad heeft.
Mijn ogen vallen op de rode nagellak op mijn nagels, waaronder slechts nog kleine beetjes blauw te zien zijn. Ik ontvang nog een duw, maar dan grijpt Marc een van mijn polsen ruw vast en inspecteert de kleur. Wild probeer ik mijn pols uit zijn grip te krijgen.
'Vieze faggot', sneert hij. 'Je vindt het blauwe mooier, is het niet?' zegt hij triomfantelijk en geschrokken en verbaasd kijk ik hem aan. Hoe kan het hem eerder opvallen dan de naasten om me heen? Abrupt trek ik mijn pols uit zijn grip.
'Je zou bruin moeten proberen, homo. Past bij de schijt aan je pik', snauwt hij lacherig en kijkt me diep aan met zijn bruine ogen. Diep haal ik adem, probeer mezelf zo te herstellen terwijl Marc me een slinkse knipoog geeft. 'Je bent nog niet van me af.'
En daarmee verlaat hij me. Licht sluit ik mijn ogen, probeer zo de wervelstorm in mijn hoofd weer rustig te krijgen. Nog een keer kijk ik naar mijn nagellak en begin hem wanhopig weg te krabben, maar het levert niet het gewenste effect. Het gevoel blijft me te veel volgen.
Wanneer ik de blauwe markeerstrepen van Levi zie, stop ik met het krabben. Het zal me overal blijven achtervolgen.
Ze doen me denken aan het feest van Petra, waar dit alles mee begonnen is. En toch gebeurde de tweede zoen volledig op mijn eigen beweging.
Ik houd mezelf op afstand om te voorkomen dat er nog een zoen plaats zou vinden. Mijn hoofd bleef al dagen rondom hem spoken en voordat ik het wist had ik mijn lippen op de zijne gedrukt. En ik heb er spijt van.
Omdat ik weet dat ik het zo nog eens zou kunnen doen.
Het zou nooit mogen gebeuren tenzij er drank in het spel zou zijn. Ik mag niet dieper in die afgrond komen.
Ik weet dat ik Levi slecht behandel en gisteren dingen heb gedaan die niet zouden mogen, maar het was een manier om mijn eigen gevoelens ergens anders op te richten. Iemand die een ander leuk vindt, zou dat soort dingen nooit bij diegene doen. Het was verschrikkelijk van me, maar het is beter voor mezelf en ook voor hem. Omdat ik mezelf anders niet in bedwang zou kunnen houden.
Na een lange schooldag geprobeerd te hebben Levi zoveel mogelijk achter me te laten en een halve avond me verscholen te hebben op mijn kamer, sta ik in de gang mijn jas aan te trekken om naar de training te gaan.
Net wanneer ik de voordeur open, komt Quinten tevoorschijn, bezig met het uitreiken naar de deurbel. Diep adem ik in en kijk toe hoe hij naar me begint te grijnzen.
Nog voordat hij iets kan zeggen, opent de tussendeur en stormen Brutus en Idefix op hem af, waardoor ik omkijk naar degene die de gang binnen is gekomen: mam. Opgelucht zucht ik, maar probeer er niets van te laten merken bij mijn twee familieleden.
'Hé vent', groet mam Quinten en snel wurm ik me langs mijn oudere broer naar buiten.
'Hé, ma', zegt hij en omhelst haar, maar mijn ontsnappingspoging leidt hem af. De knuffel is kort en wordt verbroken door Quinten, die zich naar mij toe draait.
'Blijf je niet?' vraagt hij. Snel schud ik mijn hoofd en pak mijn fiets.
'Nee, moet trainen', zeg ik en wenk met mijn hoofd naar de trainingstas over mijn schouder. Vals grijnst hij.
'Ah, je moet weer met ballen gaan spelen', zegt hij en verafschuwd schud ik mijn hoofd. Mam lacht een beetje en ik haat het. Quinten weet precies hoe hij iets moet verwoorden om mij te kwetsen, maar niets te laten blijken bij mam of pap.
'Ha ha, ja', stamel ik sarcastisch en fiets dan vlug weg. De lucht voelt warm en benauwd, een van de tekenen dat de zomer er echt aan begint te komen. Eigenlijk maakt het het naar mijn mening te warm om te trainen, maar misschien is het goed om me even ergens anders op te kunnen focussen.
Bij de voetbalclub aangekomen zet ik mijn fiets weg in de rekken en ga het kleedkamercomplex in. In de kleedkamer van mijn team aangekomen zie ik dat iedereen er al is – en er natuurlijk alleen naast Levi nog plek is om me om te kleden.
Ik sjok erheen en gooi mijn spullen op het bankje. Verrast kijkt Levi naar me op.
'Hallo', groet hij me vrolijk en ik weet dat het is omdat ik hem zo niet lijk te ontlopen. Ik kan mezelf er echter niet toe zetten lang naar hem te glimlachen. Mijn hoofd blijft bezig met Quinten en of hij er nog zal zijn als ik straks terugkom.
'Hai', groet ik hem met een smalle glimlach en ga vlug bezig met me omkleden. Ondertussen probeer ik zo min mogelijk naar Levi te kijken terwijl hij zich omkleedt naast me, maar het is lastig. Het klein beginnende strookje haren onder zijn navel dat zijn onderbroek in verdwijnt trekt steeds mijn aandacht.
Ik doe mijn armbandje in mijn sporttas en graaf hem daarna af naar mijn sokken, maar kan ze nergens vinden. Gefrustreerd zucht ik en zoek opnieuw mijn tas af.
'Godver', mompel ik. Ik haat hoe rommelig en vergeetachtig ik af en toe kan zijn, medemogelijk gemaakt door mijn ADHD.
Zacht stoot Levi me aan, waardoor ik het toesta toch naar hem te kijken. Hij staat met een paar voetbalsokken in zijn hand, maar het enige wat mijn hersenen op kunnen pakken is zijn blote bovenlichaam.
'Ja, bedankt', stotter ik en pak vlug de sokken uit zijn hand. Ik bloos, wetende dat Levi het extra paar enkel voor mij in zijn sporttas heeft zitten. Snel trek ik ze aan, gevolgd door mijn schoenen, en verlaat daarna de kleedkamer.
Ondanks dat ik als laatste binnen was, ben ik een van de eersten om de kleedkamer te verlaten. Met een klein groepje loop ik naar het veld en begin een bal met hen over te spelen. Het zweet staat nu al op mijn rug.
'Nu, nu!' wordt er luid geroepen en voordat ik het weet heeft iemand mijn short naar beneden getrokken.
'Hé!' roep ik terwijl ik verontwaardigd omkijk en mijn broekje omhoog trek, maar Levi stormt al schaterend langs me.
'Slinger Junior!' lacht hij. Ik lach ook en ren achter hem aan. Tussen onze teamgenoten door probeert hij aan me te ontsnappen.
Hoewel Levi langere benen heeft dan ik, ben ik een betere sprinter en weet hem daarom snel in te halen. Al snel tackle ik hem door om zijn nek te springen. Lachend glijden we over het gras.
Ik draai hem om en ga op zijn onderbuik zitten zodat hij niet kan ontsnappen. Ik druk zijn handen boven zijn hoofd tegen de grond en we lachen hard.
'Dat doen we niet meer, hè?' zeg ik plagerig. Levi lacht.
'Kan je niet tegen een grapje?' zegt hij spottend en kijkt me uitdagend aan. Mijn hart slaat een slag over.
'Kan jij niet tegen een grapje', kaats ik overdonderd terug en begin hem te kietelen, voel mezelf ondertussen rood kleuren. Hij schatert het uit van het lachen en spartelt wild heen en weer met zijn armen en benen.
'Stop', lacht hij, duwt wat tegen mijn schouders en doet ook een poging om mij te kietelen, maar ik weet zijn aanrakingen te ontwijken, waarschijnlijk door mijn ervaringen met Quinten.
Plotseling pakt hij mijn polsen vast en stopt zo mijn kietelaanval. Verrast kijk ik hem aan en voel mijn ogen automatisch naar zijn lippen glijden. Hij ziet er geweldig uit in het donkergele licht van de langzaam ondergaande zon.
'Stop', lacht hij nog een keer zacht en ik lach een verblufte lach. Hij laat één van mijn handen gaan en brengt hem traag naar zijn mond. Ik kijk hem diep aan in zijn blauwe ogen, kijk toe hoe hij op een van zijn nagels begint te bijten terwijl zijn wangen rood beginnen te kleuren. Ik probeer mijn ogen weg te houden van zijn lippen door naar de kleine kronkel in zijn elegante neus te kijken, die hij ooit opgelopen heeft door een lompe actie van mij die zijn neus brak tijdens de training.
Levi stopt met het bijten op zijn nagel en laat zijn vrije hand naast zijn hoofd vallen. Het is duidelijk dat de tijd van het jaar weer aangebroken is dat zijn bruine krullen langzaamaan verkleuren naar rood, goed zichtbaar in het zachte strijklicht van het gouden uur. Hij ziet er werkelijk fantastisch uit.
Mijn ogen vallen opnieuw naar zijn lippen. Buiten adem kijken we elkaar kort aan. Klein buig ik mijn lichaam wat meer naar hem toe, mijn ogen opnieuw gericht op zijn lippen. Mijn ogen schieten op naar Levi's ogen wanneer hij op zijn nagel begint te bijten en verbijsterd kijken we elkaar aan. Abrupt sta ik op van zijn schoot en klauter omhoog.
'Niet meer doen, anders krijg je het de volgende keer twee keer zo hard terug', stamel ik en lachend leunt Levi omhoog op zijn ellebogen. Ik reik hem mijn hand aan, die hij aanneemt en met bevende benen en jammerlijk gekreun komt hij omhoog. Fronsend en lachend kijk ik hem aan.
'Te wild geweest in bed met Mirre?' lach ik, maar voel niet de kriebels die mijn lach normaal bij me oplevert. Levi schudt lachend zijn hoofd en leunt met zijn handen op zijn bovenbenen. Hij is echt prachtig met het gouden licht in zijn rode haren en zijn blauwe ogen.
'Nee, ben gisteren naar de sportschool geweest', antwoordt hij. Beduusd knik ik. Misschien moet ik ook weer gaan.
Al snel begint de training en moeten we de bal naar elkaar passen, omdat het te benauwd is om een heel intensieve training te doen. Natuurlijk worden Levi en ik bij elkaar gezet.
Doelloos schieten Levi en ik de bal heen en weer. De andere teamgenoten zijn vrolijk aan het praten en lachen, maar tussen Levi en mij is het stil. Ik durf niet echt iets te zeggen.
Ik schop onbewust de bal wat harder wanneer ik aan Quintens uitspraak denk, waardoor de bal afwijkt van zijn normale lijn. Levi weet de bal tegen te houden door zijn lange benen uit te strekken. Hij ziet er wat waziger uit op deze kleine afstand, maar het is nog steeds duidelijk hoe knap hij is.
'Ik heb trouwens echt wel door wat je aan het doen bent, als je dacht van niet', verbreekt Levi opeens de stilte. Betrapt kijk ik naar hem op, maar sta het niet toe te lang naar de knappe jongen tegenover me te kijken. De bal komt weer mijn kant op. 'Me negeren en ontlopen. Ik ben niet dom.'
'Dat heb ik nooit gezegd', kaats ik terug, niet wetende wat ik anders zou moeten zeggen, en schop vervolgens de bal weer zijn kant op.
'Nee, want je hebt de afgelopen dagen bijna niets tegen me gezegd', zegt Levi en legt me zo het zwijgen op. Schuldig kijk ik naar hem op. 'Ik snap dat het niet je bedoeling was van... je weet wel... Maar daar hoef je mij toch niet zo voor te behandelen? Het deed me echt zeer wat je gisteren hebt gedaan', zegt hij en ik knik. 'Je kan toch gewoon tegen me doen, dan is er toch niets aan de hand?' Ik weet niet of er nog een "gewoon" is na alles wat er gebeurd is de afgelopen dagen. 'Onze vriendschap verwaarlozen voor dat? Dat vind ik het echt niet waard, Felix.'
'Sorry', stoot ik snel uit voordat hij kan vragen waarom ik het heb gedaan. 'Sorry voor het negeren, sorry voor je naam zeggen tegen Marc en echt duizend maal sorry voor het blijven zitten toen Marc op je afkwam. En sorry voor maandag...' ratel ik en durf eindelijk weer naar Levi op te kijken. Hij schopt de bal hard en hoog, waardoor ik mijn handen voor mijn gezicht moet slaan en weg deins door de harde klap van de bal tegen mijn handen. Verbijsterd kijk ik Levi aan, wie schuldig op zijn achterhoofd krabt. Terecht...
'Sorry', mompelt hij. Kort kijken we elkaar stil aan en gaan dan door met het overspelen.
'Is de negeersessie nu dan over?' vraagt Levi na een tijdje. Verlegen kijk ik naar hem op en glimlach klein.
'Natuurlijk', zeg ik, ook al ben ik er zelf bang voor. Wat als ik hiermee alles nog ingewikkelder en onduidelijker ga maken dan het al is? Levi glimlacht breed.
Diep zucht ik terwijl ik de bal opnieuw zijn kant op stuur. Tranen bijten in mijn ogen. Je gaat jezelf zo niet die klif uit helpen, Felix. Je gaat het alleen maar erger maken. Je gaat aan Marcs en Quintens woorden voldoen hierdoor.
Ik neem de bal aan van Levi terwijl de gedachte door mijn hoofd dwaalt om weer te beginnen met het gebruiken van mijn ADHD-medicatie. Misschien kan ik mezelf zo binnen de lijntjes houden. Misschien kan ik zo mijn focus op Bente houden. Misschien kan ik daarmee een verdere afdaling voorkomen.
Na een lange en toch enigszins vermoeiende training kunnen we ons eindelijk gaan omkleden. Wat jongens blijven achter voor het corvee van deze week en ruimen zo het veld leeg, maar ik kan gelukkig direct naar de kleedkamer. Mijn shirt plakt tegen mijn lichaam door het zweet.
Traag kleed ik me uit en verplaats mezelf naar de douches, maak er geen haast van in de hoop zo tijd te rekken en daarmee later thuis aan te komen, om zo een grotere kans te hebben dat Quinten al vertrokken is.
Met mijn gezicht naar de muur gericht begin ik mezelf te wassen. Mijn hoofd draait overuren. Ik draai me om en kijk langs de gezichten van de anderen die ook aan het douchen zijn. Ook Levi staat zichzelf af te spoelen.
Zonder enige controle dwalen mijn ogen over zijn lichaam, dat glanst van het water. Ik kijk toe hoe zijn handen de zeep over zijn lichaam verspreiden en vervolgens hoe het water het sop in golven over zijn gespierde lichaam naar beneden laat glijden. Mijn ogen vallen op zijn kont, maar snel glijd ik ze door naar zijn gespierde bovenbenen. Mijn ogen blijven op zijn buik hangen wanneer hij zich naar me toe draait. Ook al kan ik niet alles kristalhelder zien, toch merk ik hoe goed zijn lichaam eruit ziet. Snel kijk ik weg wanneer ik besef dat ik aan het staren ben.
Ik spoel me vlug af, ga de douches uit en droog me af. Ik weet niet hoe snel ik me aan moet kleden, niet bereid Levi dadelijk naakt naast me te hebben staan.
Net wanneer Levi de douches verlaat, open ik de deur van de kleedkamer. Verbaasd kijkt hij me aan.
'Je krijgt je sokken volgende week gewassen terug. Doei', ratel ik en verlaat de kleedkamer bijna rennend. Ik moet mezelf uit deze situatie zien te krijgen en het liefst zo snel mogelijk. Ik moet wegrennen van mijn gedachten, wegvluchten voor mijn gevoelens.
Verstrooid spring ik op mijn fiets en begin naar huis te racen. Tranen bijten in mijn ogen. Het mag niet, Felix, het mag niet.
Thuis aangekomen smijt ik mijn trainingstas in de hoek van de gang en trek de deur naar de woonkamer open om uit te puffen op de bank, maar ik stop abrupt in de deuropening wanneer Quinten nog op de bank blijkt te zitten. Even staat mijn hart stil.
Brutus en Idefix springen op van de bank en rennen me enthousiast tegemoet, maar de aanwezigheid van Quinten eist al mijn aandacht op. De nagels van Brutus en Idefix krassen over mijn blote onderbenen, maar ik sta verstijfd in de deuropening.
Pap en Quinten kijken tegelijkertijd naar me op en Quinten begint per direct te grijnzen. Zacht wrijf ik mijn vingers over de muis van mijn hand, zet me zo schrap voor wat hij zal zeggen.
'Ah, onze homo is terug van het met ballen spelen', zegt hij en ik voel iets knappen in mijn borst. Pap en Quinten lachen samen terwijl Brutus en Idefix om mijn aandacht blijven vragen.
'Ja', stamel ik, niet wetende wat ik anders moet zeggen en geef beide honden een korte aai over hun kop. Ik wil zo snel mogelijk weg hier.
'Moest je niet wat langer blijven om samen met Levi met ballen te spelen? Dat doen jullie toch zo graag samen?' zegt hij en een trillende zucht verlaat mijn keel. Licht duizel ik. Quinten grijnst vals; pap lacht onwetend.
Je mag niet verder die klif in storten, Felix, daarmee geef je Quinten alleen maar gelijk.
'Nee', zeg ik zacht en begin me weg te draaien van de deur. 'Ik moet nog douchen.' Wanneer ik de deuropening wil verlaten, bots ik tegen mam op, die net van het toilet komt. Geschrokken deins ik weg van haar.
'Lust je iets lekkers, jongen?' vraagt ze en beduusd schud ik mijn hoofd. Mijn gedachten gaan naar Bente.
'Nee, dank je', antwoord ik en probeer mezelf de gang in te werken.
'Kom je er nog even bij zitten?' vraagt ze en mijn maag draait zich om. Alles liever dan dat.
'Nee, ik moet nog douchen', stamel ik opnieuw en wil langs haar lopen. Mam trekt aan een van mijn nog vochtige plukjes haar en kijkt me fronsend aan.
'Je hebt bij de training al gedoucht?' zegt ze. Ik haal mijn schouders op en duik weg om mijn sporttas op te pakken.
'Heb op de fiets weer gezweet', zeg ik, trek mijn mond tot een lijn en storm de trap op. 'Ik zal snel zijn.'
Boven aangekomen voel ik mijn telefoon in mijn broekzak trillen en huiverend haal ik hem eruit, bang dat Quinten me via een berichtje verder zal treiteren. Het is echter Bente. Mijn hart zakt in mijn borst bij het lezen van haar berichtje.
Babe ♥: Hou je nog van me?
Hoofdschuddend lees ik de woorden en voel mijn hart door mijn borst razen.
Ik: Tuurlijk houd ik nog van je
Ik: Waarom zou ik niet meer van je houden?
Babe ♥: Het is zo lang geleden
Hard slik ik wanneer de woorden op mijn scherm verschijnen, wetende waar ze op duidt. Zuchtend door mijn neus begin ik te typen.
Ik: Binnenkort babe ♥
Babe ♥: Je zal het nooit met me uitmaken toch?
Mijn hoofd tolt en tolt. Het draait van Levi naar Bente, van Levi naar Bente, van Marc naar Quinten, van Levi naar Bente, van Levi naar Marc naar Quinten naar Bente naar Levi.
Ik: Tuurlijk niet ♥
Ik duizel verder. Je mag het niet uitmaken met haar, Felix. Laat jezelf niet verder die afgrond in storten.
Gepanikeerd grijp ik met mijn handen in mijn haar en ijsbeer door mijn kamer. Voorkom het bereiken van de ondergrond, Felix, voorkom die klap die je te wachten staat.
--------------------
Wil je sneller verder kunnen lezen? "40 seconden met één jongen" is te koop via Brave New Books, verschillende webshops en boekenwinkels! Door het boek te kopen kun je helemaal zelf bepalen wanneer je verder leest. :)
Heb je iets meer geduld? Dan kan je elke woensdag en elke vrijdag een nieuw hoofdstuk verwachten!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top