Hoofdstuk 2
Zijn armen liggen stevig om haar middel. De koude wind prikt in haar ogen en wangen en onder hen schieten duizenden lichtjes voorbij.
Ze droomt. Ze droomt over die avond twee maanden geleden, toen Cameron haar naar huis bracht met zijn magie over lucht en wind. Was het echt nog maar zo kort geleden? Ze zou er alles voor geven als dit moment echt was.
'Niet te geloven dat ik dit maar één keer met je heb gedaan,' zegt Cameron vlakbij haar oor, ze voelt de warmte van zijn wang die de hare net niet raakt. 'We hadden dit veel vaker moeten doen toen het nog kon.'
'Dan moeten we er gewoon voor zorgen dat het in de toekomst weer kan.'
'O? Bedoel je dat je vaker met me op een date zou willen?' Cameron lacht plagend. Ze had dat geluid gemist.
'Een date? Je bedoelt die zakenborrel waar je verplicht een date mee naar toe moest nemen? Die saaie avond waarvoor je niemand anders had om te vragen?'
'Zo was het niet.'
'Natuurlijk wel. Elize en jij hadden het net uitgemaakt en Myrthe was te verlegen voor zo'n sociale gelegenheid.'
'O, Robyn,' zegt Cameron met een zucht, maar het klinkt niet geïrriteerd.
'Wat is nu het mooiste wat je hebt gezien op al je vluchten?' verandert Robyn van onderwerp. Ze kan de Martinitoren nu zien in de verte, wat betekent dat ze bijna thuis is.
''s Nachts is de Randstad het mooiste, een gigantische lappendeken van lichten, met snelwegen die als lichtslierten door het donker gaan. Maar overdag kies ik de Alpen.'
Robyn draait zich verrast om, waardoor haar neus bijna zijn gezicht raakt en ze leunt vlug achterover om afstand te creëren. 'Je bent naar de Alpen geweest?'
'Natuurlijk. En naar Rome. Als ik binnen een kwartier van Utrecht naar Groningen kan vliegen, waarom zou ik de rest van Europa dan niet ontdekken?'
'Waarom heb je ons dat nooit verteld?! Dat is echt... echt... geweldig! Bedenk je eens wat we allemaal kunnen doen samen!'
Cameron grijnst. 'Ik wilde dat het een verrassing bleef. Als Myrthe en Mitchell geslaagd waren voor hun stage, wilde ik jullie allemaal meenemen naar Parijs.'
Robyns opwinding verdwijnt op slag. Direct is ze terug in de werkelijkheid. 'Myrthe en Mitchell hebben hun afstudeerstage opnieuw afgebroken.'
Camerons grijns sterft weg. De lucht lijkt zwaarder en donkerder en het zou Robyn niets verbazen als er nu opeens een draak aan kwam vliegen om deze droom in een nachtmerrie te veranderen.
Van de ene op de andere seconde zijn ze ineens boven haar huis, zoals dromen wel vaker onlogisch zijn. Toch voelen de details levendiger dan anders, zoals de koude wind die door de dunne panty onder haar jurkje dringt en haar hakken die in de kunststof van haar dak wegzinken als ze van de plank stapt. Ze loopt richting haar slaapkamerraam.
'Robyn? Wil je nog even blijven?'
Ze draait zich naar hem om. Zijn ogen zijn zilverkleurig doordat hij zojuist zijn magie heeft gebruikt en ze leest er een pijn in die ze nooit eerder heeft gezien. Een pijn die niet bij zijn leeftijd past. Hij heeft zijn handen in zijn zakken gestoken en zijn schouders opgetrokken, waardoor hij opeens heel ongelukkig en breekbaar lijkt. Robyn krijgt de neiging om haar armen om hem heen te slaan en hem tegen zich aan te drukken, een gevoel dat ze niet snel ervaart. Ze haat het om mensen aan te raken, om intiem met iemand te zijn, ze voelt zich zelfs ongemakkelijk als iemand even een hand op haar arm legt.
'Natuurlijk.' Ze gaat op het dak zitten, ook al betekent dat dat haar jurk vies wordt; ze geeft niet veel om kleren. Cameron gaat naast haar zitten. Even is het stil tussen hen.
'Het spijt me ontzettend,' zegt hij dan.
'Wat?'
'Je weet wel wat ik bedoel,' fluistert hij. 'Ik kan het niet eens uitspreken.'
Ze pakt zijn hand zonder hem aan te kijken. Dit is immers een droom, en in dromen vallen grenzen weg. Ze voelt Cameron naast zich verstijven, maar als hij over de verrassing heen is, knijpt hij in haar hand.
'Ik weet dat je je belofte niet wilt nakomen,' zegt Cameron dan. 'En ik snap het ook. Het zou je kapot maken.'
Robyn hoeft niet te vragen welke belofte hij bedoelt.
'Ik wil jullie geen pijn doen, Robyn. Absoluut niet. Maar je redt het wel. Je bent sterk. Je komt eroverheen. Uiteindelijk.'
Robyn reageert niet. Ze voelt Camerons vinger plotseling onder haar kin als hij zijn gezicht naar haar toedraait, net zoals op het bal van Virgil, toen hij haar ten dans vroeg.
'Ik gooi je van het dak af,' zegt Robyn dreigend, half als grap en half serieus.
Cameron laat haar gezicht los, maar alleen om ook haar andere hand vast te pakken. Vreemd genoeg voelt zijn aanraking helemaal niet ongemakkelijk, maar juist aangenaam. Ze moet hem wel heel erg missen.
'Je hebt al zoveel vrienden verloren,' zegt Cameron zacht. 'Je voelt je schuldig omdat je ze niet kon redden. En nu wil je alles doen om mij te redden. Maar Robyn, je redt me juist als jij, Myrthe, Mitchell of Charissa me doodt. Elke dag wordt er een stukje van mijn ziel vernietigd. Elke dag blijft er minder van me over. Het is alsof ik... alsof ik verdwijn.' Hij sluit zijn ogen, alsof hij een moment nodig heeft om zijn emoties onder controle te krijgen, en opent ze dan weer. 'We hebben al zoveel afschuwelijke dingen meegemaakt en ik wil jullie niet opnieuw een trauma bezorgen. Maar je bent sterk. Je zult weer gelukkig zijn, dat weet ik zeker.'
'Het is maar een droom,' zegt Robyn. 'Waarom zou ik je iets moeten beloven?'
'Wie zegt dat dit alleen maar een droom is?'
Robyn maakt een handgebaar naar het dak, haar donkerblauwe jurk, zijn pak.
'Natuurlijk is dit een droom,' zegt Cameron. 'Maar wij hebben een magische connectie. Dus hoe weet je dat ik niet echt ben?'
Zijn stem galmt nog na in haar hoofd als ze haar ogen opent. Licht kiert tussen de luiken door. Het is ochtend en ze ligt op een luchtbed in Charissa's huis. Een huis dat Myrthe met haar magie heeft gebouwd.
Myrthe ligt naast haar, haar mooie gezicht vredig en ontspannen en haar lange, zwarte haren vallen over haar schouder. Nog wat verderop ligt Mitchell te slapen, hij kwijlt een beetje. Charissa zit op de driepersoonsbank die ze via Marktplaats hebben opgescharreld, er zitten wat koffievlekken in, maar hij zit heerlijk. Charissa is haar pijlen aan het slijpen. Dat is niet nieuw voor Robyn, ze ziet Charissa bijna nooit slapen. Niet sinds haar broer zes weken geleden is omgekomen.
Robyn gaat naast haar op de bank zitten. Charissa wil geen medelijden en al helemaal niet getroost worden. Dus zegt ze alleen: 'Heb je vannacht kunnen slapen?'
'Jawel.'
'Hoe lang?'
'Ik denk iets van drie uur.'
Charissa kijkt haar niet aan terwijl ze verder gaat met het slijpen van haar pijl, ook al ziet die er al heel scherp uit. 'We hebben bijna geen brood meer en alleen nog avondeten voor vanavond,' gaat ze op een praktisch onderwerp over, zoals Robyn inmiddels van haar gewend is. 'Het lijkt me goed als we vandaag weer naar de supermarkt gaan.'
Sinds Cameron Robyn twee weken geleden heeft aangevallen, is ze niet meer alleen geweest. Nu ze weten dat hij opdracht heeft gekregen om haar te vermoorden, is dat niet veilig meer. Ze verblijven nu in de andere wereld, de wereld van de magiërs, zodat rampen zoals de vliegende trein niet meer kunnen voorkomen. Op dit eiland is helemaal niemand, behalve zij. Als Cameron komt, kunnen ze hem aan zonder dat er omstanders bij betrokken worden.
Maar inmiddels zijn ze hier twee weken en nog steeds is er geen spoor van hem te bekennen.
Robyn kijkt naar het kleine, tengere meisje naast haar, met het lange, warrige bruine haar en de gebruinde huid. Charissa is een jager en een geneesmagiër. Ze was altijd een energiebom van positieve energie. Nu is ze ernstig, triest en er vaak met haar hoofd niet bij. Toch zijn er korte momenten waarop Robyn de oude, vrolijke Charissa terugziet. Bijvoorbeeld in een levendig gesprek of activiteit waarbij ze heel, heel even niet aan haar overleden broer denkt. Langzaam maar zeker komen die momenten vaker voor. Het geeft Robyn de hoop dat Charissa niet het lege, depressieve omhulsel blijft dat ze nu is.
'En hoe staat het met de vis?' vraagt Robyn.
'Er is nog genoeg.'
'We kunnen altijd voor de lol het water opgaan.' Alles om Charissa af te leiden. Die haalt onverschillig haar schouders op.
Die middag zitten Robyn, Myrthe en Charissa op het strand, terwijl Mitchell plezier maakt op het water. Hij is een weermagiër, en toen hij regen leerde besturen, kon hij ook het water in meren, zeeën en in de lucht naar zijn hand zetten. Nu heeft hij een soort halfpipe gecreëerd van ijs, met zijn schaatsen haalt hij indrukwekkende stunts uit, wetend dat als hij valt, hij zonder pijn in het water terechtkomt. Hij maakt een draai in de lucht en zwaait naar ze als hij voorbij raast.
'Uitslover,' zucht Charissa. 'Myrthe, kun je niet iets aan die verwaande grijns doen?'
'Met plezier.' Myrthe maakt een handgebaar. Een liaan schiet uit het zand omhoog, grijpt Mitchell bij zijn bovenarm en gooi hem minstens een kilometer verder de zee op.
Mitchell heeft slechts een paar seconden nodig om zich te herstellen; een golf rijst op uit het water, met hem erbovenop als een surfer en brengt hem naar het land. Een schaduw valt over de drie meiden heen en voor de golf over hen heenstort, verschijnt er een schild van paars licht.
'Heel leuk,' zegt Mitchell, als het water in het zand verdwijnt en het paarse schild vervaagt. Hij haalt een hand door zijn natte, donkere haar. 'Er is geen lol te beleven met jullie.'
'O nee? Ik heb er flink van genoten om je weggesmeten zien worden,' zegt Charissa nep-opgewekt.
'Ik zie geen enkele reden om lol te maken, Mitchell,' zegt Myrthe. 'Cameron is in handen van de vijand en we moeten in deze wereld blijven tot hij komt.'
'Dat weet ik wel.' Mitchell zucht en laat zich op de grond vallen. 'Maar we zijn hier al twee weken. Misschien komt hij wel nooit, hij weet dat dit een valstrik is. En hij weet dat onze levens stil liggen zo lang hij ons laat wachten, dus waarschijnlijk geniet hij ervan. Daarom denk ik dat we er beter het beste van kunnen maken. Bekijk het van de positieve kant,' Mitchell gebaart om zich heen, 'we zitten op een prachtig eiland. Er zijn ergere plekken om vast te zitten.'
'Er is hier bijna geen wild,' zegt Charissa nors. 'Ik kan niet jagen en ben gedwongen jullie plastic supermarktvoedsel te eten. En waarom eten jullie in vredesnaam twee keer per dag brood?'
'We zouden met je mee kunnen naar het vasteland om te gaan jagen,' stelt Myrthe voor.
'Dat heeft geen zin, alle dieren horen jullie al van kilometers aankomen.'
'Nou, je kunt niet alleen gaan,' zegt Robyn.
'Waarom niet? Ik ben nu ook een magiër, ik kan paarse schilden maken die Cameron kunnen tegenhouden.'
'Cameron is bliksemsnel, hij kan je doden voordat je weet dat hij er is.'
'En dat is nog steeds zo wanneer ik bij jullie ben.'
'Kom op.' Mitchell houdt twee ijsvormen omhoog, een grijnzende Bert en Ernie. 'Ik zei positiviteit.'
'Wat zijn dat nou weer?' zegt Charissa, weinig onder de indruk.
Mitchell steekt een bevroren roos naar haar uit. 'Beter?'
'Maar je hebt gelijk,' zegt Robyn. 'We kunnen hier geen jaar blijven wachten. We kunnen beter Isabella gaan vermoorden, zodat Cameron is gered.'
'Zodra we Isabella tegenkomen, neemt ze nog iemand van ons over,' zegt Myrthe. 'Ze kon één persoon per keer in haar macht nemen, zei ze toch? Dan is het drie tegen drie, dat redden we nooit zonder dat één van ons vijven gewond raakt. Of sterft.'
'En daarom blijven we bij het oude plan,' zegt Mitchell. 'Cameron gevangen nemen en terughalen.'
'En ik zei dat dat niet werkt,' zegt Robyn dof. In het begin had ze zich opgewonden over dit voorstel, zich kwaad gemaakt, maar het werd al snel duidelijk dat Myrthe en Mitchell niet te overtuigen zijn. Zij hebben Cameron niet gezien, zij weten niet hoe erg het is. 'Wanneer snappen jullie eens dat als Darian zijn vrouw niet kon terughalen, dat ons al helemaal niet lukt bij Cameron?'
'Darian heeft nooit tijd gehad om zijn vrouw terug te halen,' zegt Mitchell voorzichtig. Voorzichtig, omdat ze het hebben over Charissa's ouders. Charissa's moeder doorboorde haar vader met tientallen messen. En inderdaad, hij stierf binnen een minuut.
'Ik heb alles tegen Cameron gezegd wat ik kon bedenken en hij lachte me uit. Hoe vaak moet ik dat nog vertellen voordat jullie het accepteren?'
'Misschien moet je hem zoenen,' zegt Mitchell.
Robyn kijkt hem vol ongeloof aan. 'Pardon?'
'Mitchell, alsjeblieft,' zegt Myrthe waarschuwend. Dan wendt ze zich tot Robyn en legt haar hand op haar arm. 'Je hebt gelijk, Robyn, we waren er niet bij. Maar we kunnen Cameron in slaap brengen met mijn planten en daarna Isabella gaan zoeken en haar vermoorden, zodat Cameron weer zichzelf wordt.'
Dat is inderdaad het plan, het plan waar Robyn wel achterstaat. Maar Mitchell heeft gelijk, wat als Cameron hen gewoon laat wachten? Ze kan niet eeuwig door haar vrienden worden beschermd. Ze haat het dat haar magie zo vernietigend is dat ze zich niet tegen Cameron kan verdedigen zonder hem in groot gevaar te brengen. Dat haar vrienden haar nooit meer ergens alleen naartoe kunnen laten gaan. Het geeft haar het gevoel dat ze zwak en afhankelijk is.
Er verstrijken nog drie dagen. Het viertal hangt wat op het strand rond, als Robyn een kille windvlaag voelt, eentje die haar een onbehaaglijk gevoel geeft en haar kippenvel bezorgt. Ze kijkt op, in de hoop dat het niet is wat ze denkt dat het is.
Haar bloed wordt ijs.
Hij zweeft boven het water, staat op een houten plank zoals ze zo vaak heeft gezien, de manier waarop hij kan vliegen. Zijn handen achteloos in zijn zakken, de zon die zijn blonde haren een gouden gloed geeft en zijn rode ogen die zelfs van deze afstand onmisbaar zijn.
Vanuit haar ooghoeken ziet ze haar vrienden opspringen, blijkbaar hebben ze hem allemaal tegelijk gevoeld.
Het water onder Cameron schiet omhoog en bevriest, maar zelf is hij al verdwenen. Er klinkt een misselijkmakende klap als Myrthe tegen de ijsschots vliegt die Mitchell zojuist had gecreëerd. Een tweede klap: een mes steekt uit Mitchells borst, Cameron heeft het handvat vast. Hij was zo snel dat niemand hem zag bewegen.
Hij laat los en is een langgerekte flits als hij op Robyn afschiet. Ze handelt in een reflex; de plank explodeert onder zijn voeten vlak voordat hij bij haar is en door de explosie wordt Robyn achteruit gesmeten. Ze klapt met haar schouder tegen de grond en rolt een paar keer om tot ze stil blijft liggen. Ze negeert de pijn en veegt het zand uit haar ogen, probeert de situatie zo snel mogelijk te overzien.
Het bloedende mes ligt op de grond, een paars licht omhult Charissa en Mitchell; ze probeert de wond te genezen voor Mitchell sterft. Een misselijkmakend moment lang denkt Robyn dat het misschien al te laat is, maar dan ziet ze hem bewegen.
Myrthe is verdwenen, misschien ligt ze bewusteloos in het water. Robyn moet haar er meteen uithalen! Haar ogen vinden nu Cameron, hij ligt een paar meter verderop op zijn buik en richt zich juist op. Hun blikken kruizen elkaar. Een grijns kruipt over zijn bebloede gezicht.
'Je vecht eindelijk terug.'
Robyn krabbelt overeind om richting de zee rennen, ook al weet ze dat hij dat nooit toe zal laten.
'Weet je zeker dat je Myrthe kiest?'
Iets in zijn stem doet Robyn zich omdraaien naar Charissa en Mitchell, ziet nu dat er een zwaard achter Charissa hangt, met de punt naar haar rug gericht.
In haar ooghoek ziet ze Camerons hand bewegen. Hij zal hen allebei doorboren.
'NEE!!!'
Vuur laait op op de plek waar Cameron ligt.
En het zwaard ploft in het zand.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top