13:09

Ik ben al een tijdje bezig met het meetellen met de klok. Zo word ik toch iets rustiger.

1... 2... 3... 4... 5... 6... 7... 8... 9... 10... 11... 12... 13... 14... 15... 16... 17... 18... 19... 20... 21... 22... 23... 24... 25... 26... 27... 28... 29... 30...

13:09

1... 2... 3... 4... 5... 6... 7... 8... 9... 10... 11... 12... 13... 14... 15... 16... 17... 18... 19... 20... 21... 22... 23... 24... 25... 26... 27... 28... 29... 30...

13:08

1... 2... 3... 4... 5... 6... 7... 8... 9... 10... 11... 12... 13... 14... 15...

Euh? 13:07?

1... 2... 3... 4... 5... 6... 7... 8... 9... 10... 11... 12... 13... 14... 15...

13:06?

"Katja?" Roep ik hysterisch.

Katja komt aangelopen en vraagt: "Wat is er?" "De tijd is weer gehalveerd." Zeg ik. De man vraagt: "Hoe bedoel je?" "Elke minuut op de klok is 15 seconden in het echt."Zeg ik hen.
Ze zwijgen even en tellen mee met de klok. Daarna zegt Katja hysterisch: "Je hebt gelijk. Wat moeten we nu doen?" "Maar hoe kan dat? Niemand van ons is aan de klok geweest!" Denk ik luidop. De man zegt: "Misschien een afstandsbediening?" Katja vraagt: "Hoe weet jij dat eigenlijk?" "Euhm... Ik keek vroeger altijd detectiveseries" Antwoordt hij snel.

Soms heb ik echt het gevoel dat hij iets verzwijgt.

Katja zegt: "Wat gaan we doen in de ... 3 uur en 17 minuten die we nog hebben?"
Ik antwoord haar: "Ik denk dat we de bom nu toch moeten proberen uit te schakelen."

Terwijl ik naar de bom wandel, zegt de man: "Carolien? Wat ga je doen?" Ik antwoord hem: "Ik kan niet meer wachten."

Maar wacht eens hoe weet hij mijn naam? Ik heb hem dat helemaal niet verteld.

Hij zegt: "Ik weet dat het moeilijk is, maar je kan best toch nog even wachten."
Ik doe wat hij zegt en wandel terug naar Katja. Maar de vraag hoe weet hij mijn naam blijft in mijn hoofd zitten.

Plots herinner ik het me.

Nadat Lore die sms had gestuurd, kwam de man naar me toe. We begonnen te praten. Zijn naam is Rik. Hij vroeg hoe oud ik ben. Ik zei dat ik achttien ben en hij zei dat hij ook achttien is. Toen vroeg hij of we samen iets konden drinken. Ik dacht dat er een klik was tussen ons en ging mee met hem. Toen we in een café iets aan het drinken waren, was mijn zusje daar toevallig ook. Hij stelde voor dat ze ook een drankje met ons meedronk. En misschien heeft hij toen iets in ons drankje gedaan, want daarna voelde we ons beiden slapjes. Hij zei dat hij ons naar huis ging brengen, maar toen we in zijn auto waren, kon ik mijn ogen niet openhouden en viel in een diepe slaap. Toen ik wakker werd, zat ik op een stoel vastgebonden.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top