✯ Hoofstuk 5
𝕋errors don't prey on Innocent victims
Eerst waren het de losse stenen die overal lagen die begonnen te trillen, maar ook het al gescheurde asfalt begon al snel nieuwe scheuren te vertonen. Geschrokken keek Evron om zich heen. Was dat nu een aardbeving? Waren ook deze rampen weer terug? Hij had gehoopt dat ze dat Tijdperk hadden kunnen afsluiten. Ze moesten ogenblikkelijk vertrekken, het was te gevaarlijk. Even keek Evron nog naar de pijl die nog altijd onbewogen op Connor was gericht, maar ze zouden het erop moeten wagen, wist hij. Geen van beide opties was ideaal, maar ze moesten ervandoor. Doordat een van de vorige Tijdperken vol was geweest van deze aardbevingen met grote slachtofferaantallen tot gevolg, waren er op verschillende plaatsen schuilplaatsen voorzien. "Con! Kom mee, we moeten gaan!" siste Evron snel terwijl hij de twee anderen in de gaten hield. Ook zij zouden dekking moeten zoeken en dan konden ze dan maar beter van het moment gebruik maken om te ontsnappen.
Die konden hun zelf vast wel redden als ze nu op zoek gingen naar een schuilplaats. Toch had Connor de hele tijd nog geen vinger bewogen of er zelfs de intentie tot vertoond. Na enkele seconden schudde hij dan toch zijn hoofd: "Nee Evron, we blijven staan. De aardbeving is hij? Of ja, hij is de bron ervan?" Het klonk verbaasd waardoor ook Evron uit het veld was geslagen.
Nu pas bekeek Evron de jongen die verschenen was om hen onder schot te houden goed. Hij had zware, donkere ogen die hun twee priemend in de gaten hielden en elke beweging leken op te merken. Stevig had hij zijn handen rond de boog geklemd terwijl het meisje juist erg ontspannen bijstond. Zeker toen ze zachtjes begon te giechelen: "Broer? Kijk eens, wat een grappige jongens!" Even trok ze een gekke bek naar Connor waardoor ook deze moest gniffelen van het gezicht. Dat was wel het laatste dat hij had verwacht?
Nog altijd was Evron stomverbaasd, maar de jongen die haar broer bleek te zijn was nu degene die weer het woord nam: "Dana, kom naar hier. Je weet niet wie ze zijn of wat ze willen van ons." Boos keek hij beide aan terwijl Evron weer dacht aan wat Connor had gezegd. Het schokken van de aarde was opgehouden vanaf het kleine meisje was beginnen te lachen, alsof haar broer daardoor was gekalmeerd? Het was een vreemd duo en Evron zou zich pas een stuk veiliger voelen als de boog ontspannen was.
"Aardschokken" mompelde hij zachtjes voor zich uit maar luid genoeg zodat ook de andere konden horen wat hij zei: "Net zoals het Tijdperk?" Nieuwsgierig keek hij weer op terwijl hij de reactie van beide in de gaten hield om te kijken wat ze van zijn bedenkingen vonden. Meteen had hij de aandacht waardoor de pijlpunt nu in zijn richting werd gewezen en Connor de kans had om bij Evron zelf te komen staan. Liefst had Evron dat zijn vriend veilig was maar hij voelde zich sterker als hij Connors hand op zijn schouder voelde.
Een paar vijandige ogen leken zich in hem te boren: "Ja zoals het Tijdperk, problemen mee dan?" De toon van zijn stem en de glimmende pijlpunt zorgde ervoor dat Evron snel met zijn hoofd schudde. De jongen voor hun neus was niemand om mee te stollen of tegen het harnas te jagen. Dat had hij intussen wel al door en hij zou op zijn tellen moeten passen. Maar er waren nog een hoop vragen die door zijn hoofd spookten? Wie waren ze en wat deden ze hier? En nog specialer, hoe overleefde hij dit alles met zo een krachtige gave?
"Maar, hoe dan? Hoe komt het dat jij hier nog gewoon vrij mag rondlopen? Hoor jij niet op een school of zo te zitten? Ik bedoel maar, aardkrachten! Deze willen ze toch juist on- AUW!" Het was Connor die luidop was beginnen vragen stellen totdat Evron hem een subtiele stomp in zijn zij had verkocht om hem te het zwijgen op te leggen. De pijlpunt was alweer van slachtoffer veranderd, toch kon Evron nog altijd niet rustig ademhalen.
"Bemoei je met je eigen zaken", sneerde de jongen waardoor Connor snel zijn mond weer dicht hield. Nog altijd gericht op Connor, richtte de jongen weer zijn aandacht op zijn zus: "Dana, kom naar hier! Nu meteen, we hebben hier niets te zoeken! Hier komen alleen maar problemen van." Hoe bang Evron ook was, hij moest hem wel gelijk geven. Toch bleek het meisje niet te willen luisteren en huppelde juist een stukje dichter naar Connor en Evron toe: "Hallo! Wie zijn jullie eigenlijk? Ik ben Dana!" De grote glimlach die ze hen schonk deed je alleen maar smelten.
Het was dan toch weer Connor die het woord nam terwijl hij knielde om op de hoogte te komen van de kleine meid: "Aangenaam kleintje, ik heet Connor! Erg fijn om kennis met je te maken. En jouw naam is Dana? Wat een prachtige naam voor zo een prachtige meid!" Die woorden deden haar glimlach alleen maar breder worden terwijl ze zichzelf weer naar haar broer toe draaide en half stond te springen: "Evan! Heb je dat gehoord? Ik vind ze nu al leuk!" Dat haar broer dat helemaal niet vond was goed te merken, echter hij besloot zijn zusje haar gang te laten gaan. Evron schatte haar niet veel ouder dan zes jaar. Haar broer was waarschijnlijk ongeveer even oud als Connor. Al kon schijn altijd bedriegen, zeker in deze tijden leken vele al snel een stuk ouder dan dat ze echt waren.
De jongen die blijkbaar Evan heette kwam met de boog nog altijd in zijn handen dichter op hem af terwijl hij nogmaals waarschuwend naar zijn zus siste: "Dana, kom hier heen. Nu." Deze keer luisterde ze wel en huppelde op haar broer af terwijl ze haar handje uitstak om de zijne te krijgen. Evan zelf ontspande daardoor zijn boog en hing deze over zijn schouder terwijl de pijl weer verdween in de pijlenkoker die op zijn rug zat. Voorzichtig nam hij haar hand vast. "We gaan door", klonk er zachtjes, waardoor Evron het amper kon verstaan.
Beide vertrokken terwijl Evron ze nakeek, het was een rare ontmoeting geweest en afscheid nemen was niet nodig. Waarschijnlijk zouden ze geen van beide nog tegenkomen of over elkaar spreken. "Nee wacht even!" klonk er toen naast hem waardoor Connor verbaasd werd aangestaard door Evan en Evron. Dana daarentegen was vooral nieuwsgierig naar wat hij nog meer te vertellen had, waarschijnlijk zou hij in haar ogen niet zoveel fout kunnen doen. "Wel euh", begon Connor hakkelend door de aandacht: "Niet daarheen alsjeblieft? De andere kant op! Ja de andere kant graag?"
Evans blik vertrok in een grimas en ook Evron was te verbaasd om te reageren: "Waarom zou ik naar jullie luisteren? Als ik zeg dat wij die kant op gaan dan doen wij dat ook begrepen? Wees blij dat we jullie gewoon laten gaan, het is omdat Dana jou mag dat jullie er zo gemakkelijk vanaf komen. Tot nooit meer begrepen? Waag het niet om ons achterna te komen want dan is het lot jullie niet gunstig gezind begrepen? Na deze woorden draaide hij zich weer om terwijl hij Dana met zich meetrok nadat deze nog een keer een gekke bek naar Connor had getrokken, zich van geen kwaad bewust.
Tussen alle brokstukken door en weg van de stad waren ze vertrokken waardoor Evron zich nu pas echt naar zijn vriend kon richten; "En waarom mochten ze niet daarheen gaan? Wat is de reden nu eigenlijk?" Connors twijfelachtige houding gaf hem wel een vermoeden, maar hij hoorde het liever uit Connors mond. Even wou hij aandringen, al dat bleek al niet nodig. "Mijn gave liet me het zeggen" fluisterde Connor zachtjes waarna Evron knikte. Hij begreep wat zijn vriend daarmee bedoelde en zou dan ook er niet naar verder vragen.
Toen het vijfde tijdperk van start was gegaan hadden ze onder hun twee een afspraak gemaakt. Ze zouden beide geen enkel teken laten zien van hun gave als er iemand anders bij was. Dit was er voornamelijk gekomen nadat Connor contact had gehad met Maria in het dodenrijk. Op die manier was het hen gelukt om onder te duiken voor het verplichte register waarop alles werd bijgehouden. Hoewel dit een afspraak was dat ze niet wouden verbreken was het bijna onmogelijk. De gave was er en wilde naar buiten. Alsof het een eigen wil had en deze maar al te graag wou doorduwen.
"Het is sterker dan ooit" ging Connor al fluisterend verder, hij zag er doodop uit: "Alle tekens en voorspellingen? Ze gonzen steeds maar weer door mijn hoofd, iedere keer weer opnieuw. Ze schreeuwen om aandacht en ik kan er niets aan doen. Dat is ook de reden waarom ik per se naar de bibliotheek wou gaan. In de hoop dat het dan zou stoppen en ik de rust zou kunnen terugwinnen."
Voor het gesprek zoals vaak als ze het over dat onderwerp hadden zou stilvallen was er toch nog een belangrijke vraag die over Evrons lippen kwam: "Con? Moeten we er achteraan?" De stilte die volgde en de korte knik van Connor bevestigde Evron zijn gevoel. Ze hadden een doel om te volgen en ondanks de waarschuwing die ze hadden gekregen moesten ze achter het duo aangaan en wel meteen. Er was een reden waarom Connor deze zaken zag en hoewel Evron het meestal wel tegensprak was het er voor een reden. Het was Connor zijn gave en daar kon hij niet omheen. Zijn vriend had al vaker verklaard dat zijn gave te sterk was om nog te kunnen tegenwerken.
Zelf was Evron er altijd in geslaagd om de zijne te verdringen, het zat diep van binnen en zou er waarschijnlijk wel nog even blijven. Toch wist hij zelf ook dat de vlam in hem groeide tijdens de onderdrukking en steeds sterker en sterker werd naarmate ze steeds met minder over waren. Hoe lang had hij nog de controle? Wanneer zou het aan hem zijn om de beheersing te verliezen? Welke gevolgen zou dat hebben? Toch was dat nu niet hun probleem, nu wees alles in de richting van Evan en Dana. Veel tijd om te twijfelen was er niet en beide gingen op pad terwijl ze de weg volgenden die de twee ook hadden afgelegd.
Het eerste stuk dat ze hen hadden zien afstappen was eenvoudig, maar al snel volgde de eerste splitsingen elkaar op. Toch bleek Connor niet te twijfelen en koos al snel het linkerpad. Na al de jaren was Evron slim genoeg om niet tegen te werken en Connor zijn weg op te laten gaan. Hij twijfelde bij elke splitsing geen enkele keer waardoor ze al snel een heel stuk inliepen op het duo voor hen. Toch waren deze twee nergens te zien en Evron vroeg zich af hoe ver ze voor hun waren. Zo lang hadden ze toch niet staan twijfelen?
Na de zevende splitsing bleek Connor wel staan en even dacht Evron dat hij het gevoel was verloren en dat ze hen kwijt waren. Maar Connor schudde zijn hoofd voor Evron het had kunnen vragen: "Hier waren ze, ze hebben hier gestaan." Normaal had Evron gevraagd waar ze nu dan waren, maar opnieuw schokte de aarde onder hun voeten waardoor Evron wist dat ze niet ver konden zijn. Een kraai klonk in de verte waardoor Connor knikte: "Dat zijn ze, daar zijn ze." Hij liep op het geluid af waarna Evron snel volgde terwijl er een nieuw dilemma in hem was opgekomen. Er was een kraai geweest? Waren die dieren niet al lang uitgestorven?
Het spektakel openbaarde zich om de hoek, Evan en Dana bleken niet meer onder hun twee te zijn. Ze stonden oog in oog met vijf ouderen, waarschijnlijk hadden ze gedacht dat de twee een eenvoudige prooi waren om te bestelen. Maar daarin bleken ze zich grondig te hebben vergist. Evan stond meer dan zijn mannetje terwijl hij er drie tegelijk op afstand hield. De vierde lag gewond op de grond terwijl nummer vijf zijn best deed om Dana te bereiken die achter Evan stond opgesteld. De grond trilde hevig waardoor de aanvallers hun best moesten doen om rechtop te blijven staan. "Zijn- zijn dat gavelozen of wat gebeurd er?" reageerde Connor verbaasd: "Bestaat dat dan? Ik dacht dat het een mythe was van de regering om te bewijzen dat het hun was gelukt om de gaven te verwijderen!" Tot zijn verbazing merkte Evron op dat Connor gelijk had, geen van de aanvallers maakte gebruik van een gave ondanks dat Evan een geduchte tegenstander was. Of zo leek het toch te zijn.
Net op tijd kreeg Evron de vijfde aanvaller in de gaten die een manier had gevonden om Dana te bereiken. "Pas op!" galmde er over het plein waardoor verschillende van de aanwezige omkeken van waar het vandaan kwam. Zo ook Evan die te verbaasd was om zowel Evron als Connor weer te zien. Daardoor zag een van de belagers zijn kans om hem te overmeesteren. Met een welgemikte slag raakte hij Evan hard waardoor deze enkele tellen later op de grond lag. Bloed kwam uit zijn slapen terwijl hij kreunde van de pijn, hij leefde dus nog maar was niet meer in staat om zich te verdedigen. Ook het trillen van de aarde viel volledig weg. Geschrokken keek Evron, dit was niet zijn bedoeling geweest.
"Niet. Mijn. Broer!" klonk er woedend uit de mond van het zesjarige meisje dat zich tot hiervoor had verstopt, maar nu op de aanvallers af liep. Dat zorgde voor een hele hoop gelach van hun kant uit. Ook Evron wist dat ze haar waarschijnlijk sneller zouden bereiken dan dat zowel hij als Connor te hulp konden schieten. Maar toch deden de aanvallers niets tot Dana vlak bij hun was. Ook dit bleek een grote fout te zijn want ze was woedend. Met een kracht die onmogelijk van de kleine meid afkomstig kan komen, trapte ze tegen de schenen van een van de vier die nog recht stonden. Deze kermde van de pijn en even meende Evron een bot te horen breken. Hij kromp in elkaar terwijl hij dacht aan de pijn die de aanvaller moest voelen. Toch verdween zijn medeleven al snel terwijl Dana al een tweede aanvaller een slag verkocht waardoor deze achteruit wankelde.
Connor zelf was al naar haar toe gelopen waarna Evron op enkele passen volgde. Maar weer bleken ze veel te laat. Dana had in haar eentje met een onvoorstelbare kracht de drie resterende aanvallers kunnen uitschakelen. De laatste rende zo snel weg als hij kon en Dana wou achter hem aanlopen totdat Evan, die intussen half overeind was gekrabbeld, haar tegenhield: "Rustig, je kunt ze niet inhalen. Daarmee breng je jezelf alleen maar meer in gevaar." Het meisje knikte en knielde naast haar broer neer. Deze keek de twee andere jongens boos aan: "En? Waar was dat nu weer voor nodig? Je hebt ons alleen maar in gevaar gebracht! Had ik niet gevraagd om ons met rust te laten? We hadden het prima zonder jullie kunnen redden!"
Evron zijn mond viel open door de beschuldigingen van Evan: "Hé? Heeft Connor jullie niet gewaarschuwd dan? En je kon je redden? Wie lag er hier gewond op de grond? Wees blij dat wij hier zijn om je te helpen als het nodig mocht zijn!" Toch werd hij met een zucht van Evan aangekeken en ook Dana haar glimlach was verdwenen. Waarom wist hij niet maar het was vooral Dana haar blik dat hem deed twijfelen.
"Jullie stonden klaar om te helpen?" snauwde Evan: "Jullie stonden gewoon toe te kijken! En door wie lag ik daar denk je? Wie had er mij afgeleid waardoor ze me konden overmeesteren? Ja we hadden ons prima kunnen redden als jullie er niet waren tussengekomen." Even wist Evron niet wat te zeggen, uiteraard had hij gelijk maar toch weigerde Evron om deze toe te geven.
Het was Connor die het woord had genomen, alleen had hij deze tot Dana gericht en negeerde hij Evan en Evron: "Dana? Heb je jouw gave al ontdekt? Mag ik aannemen dat je uitzonderlijk sterk bent? En net als je broer niet op de lijst staat? Anders hadden de gavenlozen het nooit tegen je durven opnemen zeker?" Beide jongens keken verbaasd toe, maar Dana knikte gewoon alsof ze wel doorhad waar Connor naar toe wou gaan. "Evan? Vertel maar, het is veilig. We kunnen ze vertrouwen." Ineens zag ze er een heel stuk ouder uit waardoor Evron niet meer wist wat hij eerst moest gaan denken.
Met tegenzin gaf Evan toe en begon te vertellen: "Dana is inderdaad geen normale zesjarige, al dat hadden jullie ondertussen waarschijnlijk al door. Al moeten jullie niets meer weten oké? We zien jullie nooit meer en we vertrekken nu onmiddellijk!" Maar weer was het Connor die hem tegenhield door hem tegen te spreken, ook Dana bleef gewoon zitten.
"Nee blijf alsjeblieft hier, we moeten samen verder. De mannen zullen zeker en vast terugkomen, vooral als ze doorhebben wie Dana is. Van deze vier zullen we niets meer te vrezen hebben, maar nummer vijf is ontsnapt! En het waren geen gavenlozen, al weten jullie meer zeker? Ik ben er bij zeker van en alles wijst erop dat we moeten samenblijven." Evron verwachte nieuw gesnauw, maar de volgende actie verbaasde hem nog veel meer: Beide knikten.
Nog even nam Evan het woord, maar wat hij te zeggen had ging in tegen Evrons verwachtingen: "Je hebt gelijk, we zijn weg."
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top