✯ Hoofdstuk 3

𝔹irds fly in different directions

Er werd geen woord meer gewisseld terwijl de boodschappen werden afgerekend. Evron had er niet echt een probleem mee maar op de manier waarop Connor naar zijn eigen voeten keek wist hij dat Connor er een hekel aan had. Toch had hij niet de neiging om een gesprek op gang te krijgen. Elk van hen nam een zak aan waarin hun boodschappen zaten en liepen nog steeds zwijgend naar buiten. Eens ze uit het oude stationsgebouw waren, zuchtte Evron diep en bleef stilstaan. Ook Connor besloot naast hem te blijven staan terwijl het toch Evron was die de stilte tussen hen verbrak: "We doen het." Door de drie woorden keek Connor op, zijn gezicht was gefronst doordat hij zijn vriend verbaasd aankeek: "We doen wat? Oh wow wacht? Meen je dit nu?"

Connor zijn mond viel open terwijl hij Evron in zich opnam: "Dit is toch geen grap van je hé? Of wacht, Evron die grappen maakt? Is het zesde Tijdperk aangebroken dan?" De vragen rolden uit zijn mond waardoor er een kleine glimlach om de lippen van Evron speelde: "Nee hoor, geen zesde Tijdperk." Hij wist zelf ook wel dat hij niet echt het zonnetje in huis was maar toch had Connors opmerking hem doen glimlachen. Zo nonchalant mogelijk wees hij naar een zijstraatje waar ze weinig anderen waren: "Was de bibliotheek niet die kant op?"

Evron zelf wist erg goed dat de kortste weg naar de bibliotheek via daar was maar toch had hij besloten om Connor op deze manier een manier aan te reiken waarmee deze zich zou kunnen herpakken. Connor was immers iemand die je iets anders moest aanreiken zodat hij zijn ding kon doen. Hij knikte dan ook: "Ja euh dat is juist ja, waarom ben je nu ineens van gedachten veranderd? Daarnet was er nog geen enkele kans dat we er naar toe zouden gaan!"

Evron echter haalde enkel zijn schouders op. "Gewoon", luidde het antwoord waarna hij vertrok in de richting van de bibliotheek. Hij zette er stevig de pas in om te laten zien dat het gesprek over was. Ook deed hij alsof hij Connor niet kon horen die zachtjes in zichzelf mompelde: "Hoezo gewoon? Wat is dat nu alweer voor een antwoord. Alsof hij iemand is die gewoon van gedachten zou veranderen." Evron hoorde dit maar al te goed en rolde even met zijn ogen. Ergens wist hij ook wel dat Connor gelijk had.

De weg ernaar toe was kort, in een stad waar er amper nog gebouwen recht stonden was niet alles ver van elkaar gelegen. Velen waren naar het centrum getrokken om zo toch nog iets van leven en stad te kunnen herbouwen. Anderen leefden een voornamelijk nomadisch bestaan. Toch zorgde het vele puin op de wegen ervoor dat hun toch vertraagd werd. Je ging immers van nature een stuk trager als je bij iedere stap die je zette nog een keer extra moest controleren of het veilig was om op te steunen. Zoals altijd deed Evron zijn best om andere mensen te ontwijken, iets dat best bleek mee te vallen tijdens hun tocht. Er waren nog maar weinig mensen die een bezoek brachten aan de bibliotheek. Wat had je immers aan boeken als je voedsel tekort had? Toch waren de boeken goed aanmaakhout gebleken voor een vuur. Zeker in de winteravonden was het de perfecte manier om de koude uit je botten weg te jagen.

Weer moest Evron diep zuchten terwijl hij voor de tweede keer tijdens de tocht bijna zijn enkel verzwikte. Als je hier zou verongelukken was de kans groter dat de voorbijgangers je gewoon lieten liggen, als deze zich al op deze verraderlijke wegen vertoonden. Zelf had Evron geen probleem om deze weg te nemen, al was het struikelgevaar nooit ver weg. Dat er maar weinige anderen dat durven zag hij als een voordeel. Mensen en hun gedachten waren een stuk gevaarlijker dan het risico om je enkels om te slaan. Je wist immers maar nooit welke gedachten er schuilgingen achter een lieve glimlach. Even schudde hij met zijn hoofd in een poging om de gedachten weg te krijgen. Het had geen enkele zin om te denken aan de gevaren die er allemaal waren, ze zouden deze wel tegenkomen als het zover was. Weer keek Connor verbaasd naar Evron maar hij besloot er gelukkig niets van te zeggen. De losse steen waar zijn vriend net op dat moment op stapte eiste een heel stuk meer aandacht van hem.

Ondanks dat Evron het nooit luidop zou verkondigen, was hij dolblij dat hij iemand als Connor had om mee samen te leven. Zeker in periodes waarin niemand te vertrouwen was kon het deugd doen om te weten dat je er niet alleen voor stond. Na alles wat ze samen al hadden overleefd, was Connor zijn allerbeste vriend geworden. Waarschijnlijk had hij dat vroeger nooit geloofd doordat ze twee totaal andere personen waren. Ook hun afkomst verschilde maar die was weggevaagd doorheen alle Tijdperken. Even verdwenen Evrons gedachten naar vroeger en hoe het toen was. De tijd dat hij zich nog druk maakte over wat hij aan moest doen voor hij naar school vertrok. "Zeg slaapkop, dromen doe je 's nachts! Als je slaapt!" klonk er al lachend naast hem.

Een grote grijns was zichtbaar op Connor zijn gezicht terwijl hij Evron uit zijn gedachten haalde. "Ik sliep niet", reageerde deze snel terwijl hij Connor boos aankeek. Deze bleek echter niet te luisteren naar wat Evron zei: "En over wie was jij aan het dagdromen? Ken ik haar? Is ze mooi?" De hypere stem deed Evron nog meer verbazen, waar kwam dat zelfs vandaan? Maar voor hij ernaar kon vragen ging Connor alweer verder: "Maar goed, eigenlijk stoorde ik je droom om te vertellen wat we er zijn! Daar is de bibliotheek!"

Evron besloot om het weerwoord maar te laten schieten, het belangrijkste was nu dat ze er waren. Hij knikte eventjes naar de deur: "Nou, waar wachten we nog op dan? Naar binnen en dat boek van je zoeken." Om een of andere reden had hij verwacht dat Connor meteen naar binnen zou zijn gespurt eens ze er zouden zijn aangekomen. Toch was zijn vriend met een grijns op zijn gezicht gewoon buiten blijven staan. Zijn ogen fonkelden wat weer gaf dat hij zich op iets verheugde, Connors ogen leken wel van kleur te veranderen bij zijn stemming: "Neuh, is een slecht plan." Met open mond staarde Evron zijn vriend aan, eerst maakte hij een drama om naar de bibliotheek te gaan en nu ze er waren was het een slecht plan om naar binnen te lopen?

Alweer betrapte Evron zich erop dat hij moest zuchten terwijl hij Connor zijn woorden herhaalde: "Een slecht plan? En sinds wanneer ben jij nu weer de plannenmaker van ons beide? Jij was hier degene die het geweldige idee had om naar de bibliotheek te gaan achter een of ander boek en nu wil je niet eens naar binnen gaan? Wo! Connor! Wat ga jij doen?" Evron onderbrak zichzelf toen Connor zich bukte en een steen opnam. Zijn vriend nam niet eens de moeite om te vertellen wat hij van plan was en gooide de steen naar een van de dichtstbijzijnde ramen waar er enkele scheuren in te zien waren. Toch was het een van de enige dat nog deftig was. Al duurde dat niet lang en schrok Evron van het geluid van het glas toen deze in verschillende stukken brak. Het rinkelde luid en hij keek met open mond opzij: "Ben je nu helemaal gek geworden? Wat is hier nu weer het nut van?!"

Connor legde enkel een vinger op zijn lippen, het teken dat Evron moest zwijgen. Deze luisterde gelukkig en er klonk een luid gevloek van binnen in de bibliotheek. Voetstappen leken te naderen terwijl Evron naar Connor keek in de hoop om meer uitleg te krijgen over wat er allemaal aan het gebeuren kwam. "Snertjongeren! Alsof deze tijden niet al moeilijk genoeg zijn zonder dat er iemand voor zijn plezier een raam komt ingooien? Wacht maar, ik leer jullie wel eens een lesje! Ik ransel jullie uit je velletje! Ik zal- Oh hallo Connor", de woordenstroom die uit de mond van een oude vrouw kwam viel stil bij het zien van Connor. Verbaasd nam Evron haar in zich op, ze was zo te zien best wel al op leeftijd en de rimpels waren diep in haar huis gesneden. Sneller dan dat hij door haar uiterlijk had verwacht was ze naar buiten gestormd terwijl ze in het rond zwaaide met een vork in haar handen, ze hanteerde het alsof het een wapen was.

Het was zo een indrukwekkend schouwspel dat Evron een stap naar achter zette om zich van de verbazing te herstellen. Connor daarentegen was naar voren gestapt met een glimlach op zijn gezicht: "Vrouwe! Fijn u weer te zien!" De vrouw zelf had geen aandacht voor Evron waardoor deze ook besloot om zijn mond te houden. De oudere vrouw kruiste haar armen voor zich terwijl ze met haar hoofd schudde, de vork stak ze in de knot die haar lange grijze haren samen hielden: "Jaja, het is al goed. Maar alleen omdat jij het bent! Wat heb je nodig dat je deze arme vrouw nog eens komt opzoeken?"

Evron wist niet goed wat hem nog meer verbaasde, dat de met vorken zwaaide oudere vrouw zichzelf als arm omschreef of Connors volgende woorden. Deze had immers een halve buiging gemaakt terwijl hij weer een glinstering in zijn ogen had: "Uw verschijning alleen is al genoeg voor mij vrouwe!" Met open mond keek Evron naar zijn vriend terwijl deze grijnsde. De oudere vrouw rolde echter alleen maar met haar ogen: "Charmeur, kom binnen!" De ontmoeting had alleen maar meer vragen bij Evron opgeroepen dan dat er antwoorden waren gekomen, hij wist ook niet goed wat hij moest doen. Had Connor niet gezegd dat het een slecht plan was om naar binnen te lopen? Had hij de vrouw daarmee bedoeld?

"Zeg, blijft die vriend van je daar staan tot de muren de macarena gaan dansen of komt hij nog af?" klonk de stem van de vrouw droog en Connor schoot in de lach. Gegeneerd door het gelach, maakte Evron snel een keuze en liep achter de twee aan. Het was inderdaad de bedoeling dat ze naar binnen zouden gaan. Hij had geen flauw idee waarom ze hier waren maar iets vertelde hem dat deze ontmoeting wel eens belangrijk zou kunnen zijn. Voor wat dit dan belangrijk zou zijn wist hij dan weer niet. "Pas wel op jongen, er liggen hier verschillende obstakels voor degene die wagen om mijn bibliotheek binnen te dringen", reageerde de vrouw nog snel voor ze verder naar binnen liep. Dat was dus wat Connor bedoeld had maar hoe had hij dat kunnen weten? Zo te zien kende hij de vrouw wel, Vrouwe had hij haar genoemd.

Al wist Evron niet goed of het echt nodig was, de bibliotheek zelf was een plaats dat niet vaak werd bezocht. De meeste hadden geen tijd meer om te lezen zoals hij al eerder had bedacht. Als je probeerde te overleven was een ridderroman niet je eerste prioriteit en waren er ook geen magiërs die alle problemen zouden kunnen oplossen. Zoals wel vaker het geval was behoorde Connor tot de uitzonderen, hij had de gewoonte om weg te vluchten in de verhalen die hij onder zijn neus kreeg. Evron zelf had eerder de mening dat je geen eten op tafel kreeg door te lezen maar toch liet hij Connor begaan. De tijden waren al zwaar genoeg en het was iets waar Connor zijn energie kon uithalen. Dat hij waarschijnlijk niet goed bij zijn hoofd was, knaagde wel ergens bij Evron. De afgelopen dagen hadden hem steeds meer aan het denken gezet, wat verborg zijn beste vriend? Als de oudere vrouw er niet bij was geweest had hij hem waarschijnlijk uit gevraagd maar hij wist niet goed wie ze was. Vreemden kon je maar beter wantrouwen, je wist immers nooit hoe zij overleefden in deze tijden.

Waar Connor normaal anders was geweest, voelde Evron zich nu de buitenstaander. Beide waren over allerlei onderwerpen bezig waar hij helemaal niets van wist. Om zich toch iets wat een houding te geven, hulde Evron zich in zwijgen. Hij had sinds de vrouw naar buiten was gestormd geen woord meer uitgebracht. Intussen nam hij de bibliotheek in zich op, hij zag er net uit als in Evrons herinneringen toen zijn moeder hem nog had meegenomen naar plaatsen zoals hier. Het klonk een eeuwigheid geleden, waarschijnlijk was het dat ook. Het voelde raar en vertrouwd tegelijk, alsof hij hier al eerder weg geweest maar dat het toch een nieuwe ervaring was. Het lukte Evron niet om zijn gevoel te omschrijven.

Overal lagen stapels boeken door elkaar, er was niets van regelmaat te vinden. Boeken lagen overal zonder dat er enig systeem in was te vinden. De sporen van plunderaars waren nog zichtbaar door de chaos die ze hadden achtergelaten. Als je koud had was orde niet datgene waar je jouw mee bezig hield. Evron probeerde zich voor te stellen hoe iemand hier een boek van mee had genomen met het uitzicht naar een warme avond. De missende boeken staken fel af, als ontbrekende tanden in een gebit. Weer moest Evron zuchten terwijl hij op een van de rekken afliep zijn met zijn hand over de ruggen gleed, sommige ervan waren gebarsten terwijl anderen nog in verrassend goede staat waren. Hij gokte dat de oude vrouw daar voor iets tussen zat, had ze immers niet gezegd dat het haar bibliotheek zou zijn? Of zo zag zij dat waarschijnlijk. Even kwamen er vragen in hem op, wie zou ze zijn? Hoe was ze hier terechtgekomen?

Hij las enkele van de titels die in de kaften waren gegraveerd en moest kleintjes glimlachen toen hij er enkele herkende. Vroeger had hij ook gelezen, dat was voor alle chaos was gekomen tijdens de verschillende Tijdperken. Nu had hij er zelden nog tijd voor en was hij het leesplezier verloren. Hij voelde zich schuldig als hij las, alsof hij de tijd beter had kunnen besteden aan overleven en werken om geld te verdienen. Toch overweldigde de geur van de oude, stoffige boeken hem weer. Enkele seconden lang voelde hij zich weer de kleine jongen die samen met zijn moeder op zoek was naar een schat, de boeken zoektochten waren hun momentjes geweest. Iets dat hij met niemand anders had willen of kunnen delen. Zijn moeder, Maria, was altijd al gek geweest op lezen. Even sloot Evron zijn ogen, de plek deed hem aan haar denken. Diep stopte hij de gedachte en zijn gevoel weer weg.

"Moet je kijken!" klonk er luid naast hem waardoor Evron opschrok van het kabaal. Zo snel als hij kon draaide hij zich om en keek recht in het lachende gezicht van Connor. Het zorgde ervoor dat Evron moest fronsen, waarom had hij zijn beste vriend niet horen aankomen? Hij kon zijn voetstappen uit duizenden herkennen en daarnaast had Connor de subtiliteit van een olifant. Ook was hij iemand die zelfs een muis kon horen als hij zich concentreerde. "Evron, kijk dan!" ging Connor hyper verder waardoor Evron zich niet verder over het raadsel kon buigen. Ook had Connor helemaal niet door dat zijn beste vriend verbaasd was. "Ik heb hem, dit is het! Dit is de sleutel die we zichten! Die je nu wel dat we naar hier moesten komen? Ik heb het je toch gezegd!" De woordenstroom ging verder terwijl Evron zijn best deed om te volgen. Welke sleutel?

Echter was het geen sleutel maar een boek dat Connor liep zien: "Dit is het boek dat we nodig hebben! Ik weet het honderd procent zeker!" Triomfantelijk verdween het boek in de boodschappentas die nog altijd aan Connor zijn arm hing. "Oké? Even rustig maat", besloot Evron te begonnen: "We nemen dat boek niet mee, wat is het nut? Mag je van euh die oudere vrouw? Ik dacht dat je het gewoon kwam lezen, niet meenemen!" Schuldbewust keek Connor op waardoor Evron alweer zuchtte: "Dan vragen we het samen." Even keek hij om zich heen om te kijken waar de vrouw was gebleven maar Connor greep hem bij de arm: "Nee wacht! Niet doen!" Met opgetrokken wenkbrauw keek Evron zijn vriend aan: "Nou, vertel op dan! Ik heb lang genoeg op mijn antwoord mogen wachten."

Hakkelend begon Connor met vertellen: "Nou kijk, ik heb ze nu eigenlijk kunnen afleiden. Ik heb het boek euhm eerlijk geleend? Alleen kan het zijn dat ik het wat later dan gepland terugbreng. Ze heeft er genoeg en zal hem heus niet missen!" Wat zijn vriend daarna zei was amper verstaanbaar doordat hij naar mompelen was overgeschakeld. "Wat zei je daar?" vroeg Evron die het niet verstaan had.

"Euh helemaal niets hoor!" reageerde Connor snel, veel te snel naar Evrons mening. Deze besloot dan ook om zijn vraag gewoon te herhalen: "Ik ga haar halen als je niet antwoord! Ik meen het!" De kleur verdween uit Connors gezicht terwijl deze om zich heen keek, alsof de vrouw ieder moment kon terug komen: "Alsjeblieft niet! Ze euh, weet het niet? Dit boek komt van de verboden afdeling waar ik normaal niet mag komen? En ja oké, stiekem heb ik dit uit haar bureau gestolen nee euh geleend!" Alweer viel Evron zijn mond open: "Je hebt het gestolen!"

"Sst! Niet zo luid!" onderbrak Connor hem weer terwijl hij Evron bij de arm greep en mee trok: "We moeten gaan, straks komt ze weer terug! We moeten maken dat we hier weer weg zijn hoor je?" Evron wist dat hij toch niet kon winnen en liet zich meetrekken. Al had dit uitstapje voor nog een hoop nieuwe vragen gezorgd, wanneer kwamen de antwoorden?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top