44
Simons p.o.v.
Met mijn hart in mijn keel loop ik het schoolgebouw in. Maandagochtend had nog nooit zo erg kunnen zijn. Ik vraag me af hoeveel kinderen uit de klas het al zullen weten. Wat nou als ik dadelijk keihard word uitgelachen omdat ik op Daniël verliefd ben? Het is natuurlijk super onverwachts, omdat ik aan het begin van het experiment nog zo negatief was. Niemand zal het aan hebben zien komen. Het ligt aan mij dat de vriendschap tussen mij en Daniël over is. Als ik nou gewoon nooit verliefd op hem was geworden, dan hadden we dit probleem niet gehad.
Terwijl de temperatuur in mijn lichaam stijgt en mijn hart haast uit mijn borstkas springt loop ik de aula in. De klas zit al aan een tafel, inclusief Daniël. Ik heb geprobeerd zo laat mogelijk te komen zonder te laat te komen, zodat ik Daniël hopelijk minder hoef te zien vandaag. Ik loop door naar de tafel en zorg dat ik niet bij Daniël in de buurt kom te zitten. Zodra hij me aankijkt, breekt mijn hart in stukken en dwarrelt het door heel mijn borstholte heen. Ik kan er alleen maar aan denken dat onze vriendschap voorbij is als ik hem aankijk.
Al snel gaat de bel. Ik sta op en loop naar het lokaal. Hoe kan ik nou voor Daniël gevallen zijn, waarom kon ik mezelf niet tegenhouden? Waarom is er niet zoiets waardoor je je gevoelens in bedwang kan houden en zelf ervoor zorgen wat je voelt?
Ik had vrijdag een paar keer Daniël bijna gebeld, geappt, ge-sms't, maar ik durfde het niet. Op een gegeven moment was ik mezelf zo gek aan het maken dat ik zelfs bijna terug ben gefietst maar halverwege weer ben omgedraaid omdat Daniël me toch niet leuk vindt. Omdat hij toch niet op me zat te wachten. Toen heb ik thuis weer naar mijn mobiel zitten staren met een hele lap tekst klaar om te sturen naar Daniël, maar ik heb het verwijderd en niets meer naar hem gestuurd.
Wanneer mevrouw Friekman aankomt, gaan we het lokaal in. Zwijgend zit ik naast Daniël en pak mijn boeken erbij. Ik zou niet weten wat ik tegen Daniël moet zeggen. Ik weet niet eens of ik wel iets moet zeggen. Wellicht is het beter als ik niets meer tegen hem zeg. Nu ik me besef in welke les we zitten, begin ik me pas echt beangstigd te voelen. Wat nou als ze ons vraagt hoe de opdracht is gegaan? Wat moet ik dan zeggen?
"Ja, nou, we hebben gekust, maar Daniël voelt niets voor mij dus het was één grote flop."
Door deze gedachten kruipen de tranen langzaam omhoog in mijn ogen. Ik dwing mezelf niet te huilen, wat wonder boven wonder lukt.
'Goedemorgen, jongens en meisjes. Goed dat jullie er allemaal weer zijn. Ik hoop dat de opdracht van vorige week jullie allemaal een beetje gelukt is. Het lijkt mij een beetje een aparte opdracht om te bespreken, dus vertel ik jullie maar gewoon de opdracht van deze week. Jullie moeten deze week jullie gevoelens voor elkaar vertellen. Dus of je de ander leuk vindt of niet, of wat dan ook je wil zeggen,' zegt mevrouw Friekman en kijkt een keer voldaan de klas rond. 'Dan gaan we nu beginnen met de les,' zegt ze en begint uit te leggen.
Mijn ademhaling voel ik versnellen. Mijn gevoelens aan Daniël vertellen? En wat dan? Dan lacht Daniël me keihard uit en is het al helemaal over tussen ons. Ik kan dit echt niet meer. Ik voel een hand mijn bovenarm vastpakken, waardoor ik geschrokken omkijk. Daniël kijkt me hoopvol, haast wanhopig aan.
'Kan je afspreken?' Vraagt hij.
'Uh,' stamel ik.
Mijn borstkas raast op en neer en ik kan de tintelingen op mijn arm niet ontkennen. Kan ik vandaag afspreken? Ik weet heus wel dat Daniël het vraagt om de opdracht te doen. Kan ik dat? Kan ik aan Daniël vertellen dat ik hem leuk vind? Misschien kan ik het beter zo snel mogelijk doen zodat het uit de lucht is en ik er hopelijk zo snel mogelijk overheen kan komen.
'Ja, ik kan wel,' stamel ik. Daniël knikt glimlachend.
'Mooi,' zegt hij hees en gaat dan aan het werk. Ik kijk naar zijn armen, die vol schrammen en hechtingen zitten. Ik frons diep.
'Wat heb je met je armen gedaan?' Vraag ik bezorgd. Verward kijkt hij ernaar en stroopt dan blozend zijn mouwen naar beneden.
'Niets,' mompelt hij en gaat weer door met zijn huiswerk. Ik ga ook aan het werk zonder nog iets tegen Daniël te zeggen of aandacht aan hem te schenken.
*
Na school haal ik mijn spullen uit mijn kluisje. Ik heb Daniël eigenlijk de hele dag niet echt gesproken. Ik durfde het niet en kon het niet. Hij keek me iedere keer zo gepijnigd aan, ik weet niet wat het was. Maar één ding weet ik wel zeker: ik vond het niet prettig. Zodra ik niets meer in mijn kluisje heb liggen dat ik eruit kan halen, gooi ik hem dicht en loop richting de uitgang. Daniël loopt net naar buiten. Apart gaan we naar onze fietsen en verzamelen op de afrit van de school. Het is stil onderweg. Zo stil dat de stilte ontzettend luid word. Hij galmt akelig na in mijn oor.
We komen niet veel later aan bij Daniël thuis. We drinken wat in de keuken en gaan dan naar zijn slaapkamer. Ik ga op zijn bed zitten en richt mijn ogen op de muur. Daniël gaat op aan de andere kant van de hoek van het bed zitten en kijkt ook naar de muur. Het is een paar tellen stil. De tranen beginnen zich op te hopen in mijn ogen. Ik besluit als eerste iets te zeggen, zodat de last van mijn schouders is.
'Daniël, het is godverdomme gebeurd, oké?! Ik ben voor je gevallen door dat kut experiment en ik kan het niet terugdraaien! Heel onze vriendschap is nu verneukt omdat ik verliefd op je ben en jij niet op mij! Ik wist dat we hier niet aan moesten beginnen!' Roep ik gefrustreerd uit terwijl ik begin te huilen. Dat was dan onze vriendschap.
'Maar Simon, je hebt mij mijn gevoelens nog niet eens laten vertellen,' zegt Daniël kalm.
'Dat hoef je ook niet te doen want ik weet ze al! Natuurlijk vind je me niet leuk! Wie vindt mij nou leuk?!' Roep ik boos uit. Nooit meer zal mijn vriendschap met Daniël nog hetzelfde zijn, en dat allemaal door dat stomme sociaal experiment van mevrouw Friekman.
'Ik, Simon...' zegt hij dan zacht. Verbaasd draai ik mijn hoofd naar hem om.
'Je maakt een grapje,' zeg ik en knijp mijn ogen tot spleetjes. Woest sta ik op. 'Hoe kun je nou op zo'n moment een grapje maken?! Ik vertel je hier godverdomme dat ik fucking verliefd op je ben geworden en jij gaat hier grapjes zitten maken?! Dat is echt heel respectloos, Daniël!' Roep ik boos uit. Hoe durft hij? Hoe kán hij?
'Maar ik maak geen grapje, Simon. Ik vind je echt leuk,' zegt hij en loopt naar me toe en legt zijn hand op mijn schouder.
'Je bent gek!' Roep ik en sla boos zijn hand van mijn schouder af. Daniël vindt mij niet leuk. Hij solt maar met me.
'Gek op jou,' zegt hij en voor ik het weet zitten zijn lippen op die van mij. Overdonderd wankel ik en grijp me vast aan Daniël. Wat voelt dit ontzettend goed maar ook zo fout op dit moment. Het hoort niet dat vrienden elkaar zoenen. Het hoort niet maar toch voel ik me er verdomd goed en lekker bij. Daniëls warme lippen bewegen tegen de mijne en niet precies wetende wat ik moet doen kus ik terug. Mijn hart begint sneller te kloppen en mijn wangen kleuren rood. Er vliegen kriebels door mijn buik en kippenvel verspreidt zich over mijn lichaam. Na een tijdje maakt Daniël zijn lippen los van die van mij. Met grote ogen kijk ik hem aan in zijn groene ogen. Ondeugende glinsters twinkelen in zijn ogen. Zijn grijns wordt enorm. Maakte hij toch een grapje?
'W-wa-wat?' Stamel ik met tranen in mijn ogen. Ik ben een sukkel. Ik trapte erin. Hiermee gaat Daniël me treiteren. Met dit verhaal kan hij me helemaal kapot maken op school. Dan sta ik bekend als de jongen die verliefd werd op zijn beste vriend vanwege een sociaal experiment van een gestoorde docente. En dat is ook precies wat er gebeurd is en Daniël lijkt het maar al te goed te beseffen. Hierbij gaat hij het niet laten. Het valt me tegen dat hij me nog niet uit is gaan schelden voor homo of dat soort dingen.
'Het experiment heeft mij ook te grazen genomen,' zegt hij dan. Niet-begrijpend kijk ik hem aan. Hij lacht een keertje zacht. Kriebels vliegen door mijn lichaam. 'Nooit had ik gedacht dat ik zo verliefd op iemand kon worden door een sociaal experiment dat een gestoord wijf heeft bedacht. Sterker nog: ik had nooit verwacht dat ik zo verliefd kon worden op mijn beste vriend,' zegt hij met een grijns en kust me nog een keer. Ik sluit mijn ogen en leg mijn hand in zijn nek.
Hij maakte toch geen grapje. Daniël is gewoon zo'n debiel dat hij echt voor een loser als ik is gevallen. Hij is een halvezool, zeg maar, en ik ben dat ook. Samen maken we dus een helezool. Misschien vullen we elkaar inderdaad heel goed aan en was het al die tijd eigenlijk al de bedoeling geweest dat we samen zijn. Misschien had Friekman dat al door en begon ze daarom het experiment. Misschien is ze niet gestoord maar briljant, en wist ze dat wij twee over zouden blijven omdat we waarschijnlijk beide een beetje traag van begrip zijn en dat we dan voor elkaar zouden vallen. Misschien had ze dit allemaal al uitgedacht, en op dit moment maakt het me helemaal niet uit. Bij Daniël voelt het goed. Voorzichtig kus ik hem terug en maak mezelf dan los van Daniël. Nog steeds fronsend kijk ik hem aan.
'Weet je het wel zeker?' Vraag ik twijfelend. Misschien vindt Daniël me eigenlijk helemaal niet leuk maar denkt hij dat door de bedwelming van het experiment.
'Tuurlijk weet ik het zeker,' zegt hij en kijkt me serieus aan.
'Ma- maar ik ben helemaal niet leuk genoeg of goed genoeg voor jou...' stamel ik. Daniël zucht.
'Simon, doe nou eens niet zo onzeker. Je bent fucking leuk en ik houd van je, snap dat dan,' zegt hij en kust me nog een keer. Miljarden vlinders vliegen door mijn lichaam heen. Nooit had ik gedacht dat kussen zó goed kon voelen. Nooit had ik gedacht dat ik kussen met Daniël zó goed zou vinden voelen. Maar het doet het toch. Daniël laat mijn lippen weer gaan en opeens voelen ze heel eenzaam en koud. Voorzichtig voel ik eraan om te checken of dat ik het me niet allemaal verbeeldde. Mijn koude vingertoppen laten mijn lippen wat tintelingen achter waardoor ik erachter kom dat het echt gebeurd is. Met een glimlach kijkt Daniël me aan. Nu ben ik degene die een enorme grijns op zijn gezicht heeft.
Ik druk enthousiast mijn lippen nog een keer op die van Daniël en duw hem omver op het bed. Ik kan merken dat het Daniël eerst verrast, maar dan kust hij terug. Zijn ene hand ligt in mijn nek en zijn andere op mijn heup. Wat wilde ik dit al die weken graag en nu kan ik het dan eindelijk doen: zoenen met Daniël. Onze lippen vinden hun weg tussen elkaar. Ondertussen glijdt Daniëls hand die op mijn heup lag onder mijn shirt. Zijn huid is koud en laat even een rilling over mijn rug gaan, maar al snel voelt het meer dan goed. De hand beweegt naar boven en bevindt zich nu tussen mijn schouderbladen. Voorzichtig maak ik mijn lippen los van die van Daniël en plaats een zuigzoen in zijn nek. Ik hoor Daniël snakken naar lucht en zijn nagels zetten zich vast in de huid op mijn rug. Nog een keer zuig ik zacht aan het vel van zijn nek, maar deze keer net iets hoger. Daniël zucht uit genot.
Zodra ik mijn mond uit zijn nek weghaal, gooit hij me op het bed en kruipt bovenop me. Zacht en voorzichtig maakt hij mijn mond open en laat zijn tong naar binnen gaan. Ik heb vaker gekust, maar zoenen heb ik nog niet echt vaak uitgevoerd. Dat Daniël wat meer ervaring heeft, kan ik wel merken. Voorzichtig beweeg ik mijn tong mee met die van Daniël. Ze glijden en botsen tegen elkaar. Het voelt zo ontzettend goed dat ik naar adem moet happen. Daniël kijkt me grijnzend aan.
'Ik neem aan dat we vriendjes blijven..?' Zegt hij.
'Oh reken maar van yes,' zeg ik blij. Ik rol ons om zodat ik weer bovenop Daniël zit en zoen hem. Daniëls handen gaan door mijn haren heen. Op dit moment ben ik misschien wel het gelukkigste persoon op de hele aarde. Ik kan niet gelukkiger zijn dan op dit moment. Het is allemaal goed afgelopen, in tegenstelling tot mijn verwachtingen. Daniël zoent me terug. Zijn handen glijden naar mijn nek. Ik maak mijn lippen los van die van hem en kijk hem aan in zijn groene ogen. Nog een keer kust Daniël me en trekt me dan in een knuffel. Ik ga naast hem liggen en staar naar het plafond. Daniël laat zijn hand door mijn haar gaan en pakt met zijn andere hand mijn hand vast. Zwijgend liggen we nog wat buiten adem naast elkaar. Ik laat alles even tot me bezinken.
Dan kijk ik naar Daniël. Hij veegt net een traan weg. Verbaasd kom ik omhoog.
'Huil je?' Vraag ik stomverbaasd. Zie je wel dat hij er nu al van baalt dat we verkering hebben.
'Ja,' zegt hij lachend. 'Ik ben gewoon zo blij en opgelucht dat alles goed is,' zegt hij en strijkt nog een keer met zijn hand door mijn haar. 'Het zijn tranen van geluk,' zegt hij dan. Ik begin te glimlachen en ga weer tegen Daniël aanliggen. Met mijn hoofd half op zijn borstkas kijk ik naar hem op. 'Ik was zo bang, hè, dat onze vriendschap over was vrijdag,' zegt hij dan. Ik knik. Voorzichtig pak ik zijn arm vast en streel met mijn duim over de wonden en kijk ernaar. Dan kijk ik Daniël weer aan.
'Wat heb je nou met je armen gedaan?' Vraag ik bezorgd. Hij glimlacht klein naar me.
'Zoals ik al zei, was ik zo bang dat het voorbij was,' zegt hij dan. Mijn wenkbrauwen schieten omhoog.
'Heb je jezelf gesneden?' Vraag ik verbaasd. Daniël lacht en laat zijn hand keer op keer door mijn haren gaan.
'Nee joh,' zegt hij. 'Nadat jij vrijdag was weggegaan, heb ik zo hard gehuild. Ik werd boos op mezelf en heb toen mijn nachtkastje omgegooid. Mijn moeder moest uit werk naar huis komen om me kalm te krijgen,' lacht hij en draait een van mijn plukjes haar om zijn vinger. 'Toen ben ik huilend in bed gekropen en ben in slaap gevallen. De volgende ochtend werd ik wakker en herinnerde ik me weer wat er de dag ervoor was gebeurd. Weer werd ik boos op mezelf, zeg maar eerder woest, en begon de drinkglazen van de dag ervoor kapot te gooien. Daarna liet ik mezelf op mijn knieën vallen en heb blijkbaar een paar keer met mijn armen in de scherven geramd. Vandaar die wonden,' legt Daniël uit. Met grote ogen en open mond kijk ik hem aan. 'Ik was gewoon ontzettend woest en verdrietig tegelijkertijd, meer niet,' zegt hij.
'Sorry,' zeg ik dan. Daniël fronst en kijkt me vragend aan.
'Waarvoor?' Vraagt hij.
'Sorry dat ik vrijdag was weggegaan,' leg ik uit. 'Ik schrok gewoon. Onze kus voelde zó goed, dat had ik niet verwacht.'
'Hé, Simon, daar kun jij toch niets aan doen? Je moet je hier nou niet gaan zitten verontschuldigen,' brengt Daniël erop tegenin.
'Sorry, Daniël. Ik had eerst moeten praten. Ik had niet weg moeten vluchten. Als ik gewoon was gebleven en we hadden gepraat, dan had jij nooit de indruk gehad dat ik jou niet leuk vond. Dan was jij nooit boos geworden en was dit nooit gebeurd,' zeg ik en streel Daniëls arm. Hij glimlacht zwakjes en drukt dan een kusje op mijn voorhoofd.
'Het is al goed,' zegt hij.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top