42


Daniëls p.o.v.

Met de tranen in mijn ogen zit ik naast Simon. Ik heb heus wel door wat hij aan het doen is. Hij probeert me te ontlopen en negeert me keihard. En dat allemaal omdat we een opdracht voor dat experiment moeten doen. Het is sneu dat hij hier al onze vriendschap lijkt te willen beëindigen door een stom kusje. Een kusje. Het hoeft echt niets voor te stellen, probeer ik mezelf wijs te maken.

   Ik leg mijn hand op Simons smalle pols, waardoor hij verbaasd naar me omkijkt. Ik frons diep, in de hoop dat mijn tranen in mijn ogen blijven. 
   'Kun je vanmiddag dan wél afspreken?' Vraag ik en kijk diep in Simons bruine ogen. Zacht bijt ik op mijn lip. Hij richt zijn ogen naar het tafelblad. Dan draait hij zijn hoofd naar zijn werk en geeft geen antwoord op mijn vraag. 'Simon,' sis ik. Simon negeert me echter. Hard drukkend op zijn pen schrijft hij wat op.
   'Simon, kom op zeg!' Zeg ik boos maar zacht. 'Je ontloopt me al bijna vijf dagen. We moeten die opdracht toch ooit doen, dus dan kun je het maar zo snel mogelijk gehad hebben, dan ben je er vanaf. Dus kun je?' Vraag ik geërgerd. Simon zucht hard.
'Ja, Daniël!' Snauwt hij hard. Iedereen hoort het. De rest van de klas valt stil. Ongemakkelijk en boos zak ik onderuit in mijn stoel. Hij deed dit gewoon expres, om me goed voor schut te zetten als karma.

   'Alles oké, heren?' Vraagt de docente.
   'Prima,' spuug ik uit en begin te werken in de hoop dat niemand meer op me zal letten. Wat een kut actie. Zodra de bel gaat sta ik boos op, gooi vlug mijn rugzak op mijn rug en stamp boos het lokaal uit. Alleen loop ik door de gangen. Hoe kon hij? Hoe durfde hij me zo te vernederen? Wat is het probleem met die opdracht? Het is maar een kusje, ook al bind ik er zelf ook veel meer waarde aan dan máár een kusje.

Ik ga het lokaal in en ga links achterin de hoek zitten. Ik hoef nu echt even niet naast Simon te zitten, hij zoekt het maar uit.  Simon komt het lokaal in. Ik kijk hem aan en voel een enorme steek door mijn hart gaan. Hij richt zijn ogen naar de grond en loopt zonder op te kijken naar zijn plek. Hij begint te werken en zodra de docent begint te praten, neem hij ijverig aantekeningen. Ik zucht en probeer niet meer op Simon te letten, maar het mislukt. Elke keer als ik opkijk, kijk ik meteen naar Simon. Tranen wellen op in mijn ogen. 

   Na een lange les gaat dan eindelijk de bel. Ik sta op en doe in mijn spullen in mijn rugzak. Ik gooi hem op mijn rug en wacht achterin het lokaal totdat Simon vertrekt. Hij gooit zijn rugzak over zijn schouder en draait zich naar me om. We kijken elkaar diep aan. Simon zucht zacht, glimlacht kort even naar me, draait zich om en loopt het lokaal uit. Ik wacht nog een paar minuten totdat ik zeker weet dat ik hem niet tegen zal komen op de gang. Ik loop stil het lokaal uit en ga de trappen af, de aula in.  In de aula zie ik dat Simon naast Lex is gaan zitten. Ik loop hem straal voorbij en ga aan de andere kant van de tafel zitten. Gebroken en kwaad kijk ik hem aan terwijl ik mijn broodtrommel erbij pak en kijk daarna weg van hem.

   Ik begin te eten van mijn brood, terwijl ik af en toe richting Simon kijk. Hij is druk in gesprek met Lex. Jaloers kijk ik toe. Waarom kan hij wel gewoon met Lex praten en niet met mij? Ik krijg de neigen om te huilen, maar doe het niet. 

*

Na een aantal lessen is het dan eindelijk de beurt van de laatste les van vandaag. Met de hele klas staan we op de gang te wachten totdat mevrouw Friekman komt. Simon staat schuin tegenover me en zwijgend kijken we elkaar aan. De blik in zijn ogen lijkt wel uit te stralen dat hij er spijt van heeft. Dat hij mijn vriend niet meer wil zijn. Als mevrouw Friekman er dan eindelijk aankomt maakt ze het lokaal open en de klas stroomt achter haar aan het lokaal in. Simon gaat zitten op zijn plek en ik loop naar de achterkant van het lokaal om daar te gaan zitten. Mevrouw Friekman stopt me echter met haar stem.

   'Daniël?!' Klinkt ze verbaasd. Ik draai me naar haar om en kijk haar verward aan. 'Wat gaan we doen?' Vraagt ze. Ik wijs naar de plek waar ik alle andere lessen ook al ben gaan zitten.
   'Zit-..' zeg ik maar word onderbroken.
   'Dat doe je maar naast Simon. Hup, chopchop, zitten,' zegt ze en wijst naar de lege plek naast hem. Ik zucht en rol met mijn ogen. Overwegend ga ik naast hem zitten. Simon kijkt me aan terwijl ik weer probeer niet in tranen uit te barsten. Snel kijk ik weg en pak mijn boeken erbij. Niets wordt gezegd. 
   'Oké, laat de boeken maar in de tassen want we gaan een documentaire kijken,' zegt Friekman dan en start de beamer op. Ik zucht geïrriteerd en doe mijn boeken weer in mijn tas. Dat is altijd. En dan moeten we nu ook nog zo'n doodsaaie documentaire gaan kijken.

'Sorry, Daan...' klinkt Simon zacht. Verbaasd kijk ik naar hem om. Ik laat mijn ogen over zijn gezicht gaan en kan zien dat hij het oprecht meent. Ik glimlach, ik kan gewoon niet lang boos zijn op Simon. Natuurlijk vind ik het nog steeds niet leuk wat hij heeft gedaan, maar dat doet er even niet toe. 
   'Het geeft niet,' zeg ik. Vervolgens vult het geluid van de computer de klas en Simon focust zich meteen volledig op het scherm. Ik blijf echter naar Simon kijken. Was ik voor niets boos geworden op Simon? Kijk nou naar hem, Daniël, hij kan het toch niet zo bedoeld hebben?

*

Na een ontzettend lange schooldag is het dan eindelijk weekend. Ik ga naar mijn kluisje en haal mijn jas eruit. Ik heb met Simon afgesproken op de afrit van de school, dus kan ik even rustig aan doen. Ik rits mijn jas tot aan mijn kin dicht en loop met mijn handen in mijn zakken gestoken naar buiten. Daar loop ik de fietsenstalling in. Met trillende handen haal ik mijn fiets van zijn slot en fiets de fietsenstalling uit. Waarom ben ik zo bang? Zo nerveus?

   Met een geforceerde glimlach kom ik aan op de afrit en zie Simon al staan. 
   'Klaar?' Vraag ik. Simon zegt even niets. 
'Ja,' mompelt hij uiteindelijk. We fietsen weg van school en gaan richting mijn huis. Het is stil onderweg. Ik twijfel of ik wel iets moet zeggen, maar doe het niet en geniet van de stilte, zodat ik even goed na kan denken.
'Echt sorry, Daniël, van net. Ik bedoelde het niet zo,' zegt Simon plotseling. Eerst kijk ik strak voor me uit maar kijk dan toch naar de knappe jongen. Voorzichtig glimlach ik. 
   'Het is al goed,' zeg ik, waardoor Simon ook moet glimlachen.
'Mooi,' zegt hij dan. Zonder verder nog iets te zeggen fietsen we door. Dan komt er een blonde bos haren in beeld die we beiden maar al te goed herkennen. Samantha fiets net iets voor ons. Ik zet een paar tandjes bij en haal haar dan in.

Ik kan geen Samantha gebruiken op dit moment. Wie weet krijgt Simon opeens een spontane ingeving dat Samantha ook wel met ons kan komen hangen en wordt de opdracht nog steeds niet gedaan.

   'Fijn weekend,' zeg ik om het niet te overduidelijk te maken.
'Fijn weekend,' mompelt Simon.
'Fijn weekend!' Klinkt Samantha nog. Simon komt weer naast me fietsen. We zwijgen even. 
   'Ik had niet zo'n zin in haar...' zeg ik dan. Simon lacht zacht. We fietsen door en na een aantal minuten komen we bij mij aan. We zetten onze fietsen weg en gaan naar binnen. Sven komt niet veel later de woonkamer in
   'Oh, hallo,' zegt hij en gaat aan de keukentafel zitten.
'Hallo,' groeten Simon en ik hem tegelijkertijd. Sven glimlacht naar ons allebei en richt zich dan tot zijn laptop. We drinken ons drinken op en gaan dan naar boven. 

We gaan gamen op mijn kamer. We doen een paar potjes FIFA, maar ik kan me absoluut niet concentreren. Ik blijf maar met mijn gedachtes bij de kus. Wanneer we FIFA beu zijn, gaan we door op onze mobiel. Beiden zitten we op het hoofdeind van mijn tweepersoonsbed, waar we een paar keer samen in geslapen hebben. Raar dat Simon wel knuffelend met me wil slapen, maar me niet snel een kusje wil geven. Wezenloos scrol ik door mijn Instagram.

   Na een tijdje verveelt mijn telefoon me en druk ik hem uit. Ik kijk naar Simon, die naar zijn handen in zijn schoot aan het staren is. Nu moet ik het doen, anders gaat hij hier dadelijk nog weg zonder dat we de opdracht hebben gedaan. Voorzichtig kruip ik op Simons schoot en plaats mijn benen ieder aan een andere kant van zijn lichaam. Mijn hart raast als een dolle door mijn borstkas heen. Zwijgend kijk ik hem aan en bijt nerveus op mijn onderlip. Dan pak ik Simons hoofd vast en leun naar voren om hem te kussen. Ik schrik wanneer Simon me tegenhoudt door tegen mijn schouders te duwen. 

'Wat doe je?' Vraagt hij verbaasd. Mijn hart hapert. Ik kijk hem fronsend aan en zeg even niets.
   'De opdracht...' zeg ik dan zacht. 'We zullen hem toch ooit moeten doen,' leg ik uit en leun weer in. Weer houdt Simon me tegen, wat ervoor zorgt dat mijn hart samentrekt. 
   'Kom op, Simon, een kusje voor de opdracht. Je wilt Friekman toch niet teleurstellen? Het ging net zo goed,' verzin ik.. Met zijn kaken stevig op elkaar geklemd kijkt Simon me aan.
   'Het is maar een kusje, Simon,' zeg ik dan.

Het is niet máár een kusje. Het is een kus waar ik al een tijdje op wacht. Een kus die ik al een tijdje wilde uitvoeren, en waar ik nu een goed een excuus voor heb om het ook echt te doen. Een kus die voorgoed mijn leven zal veranderen.  Stil kijkt Simon me aan.

'Ja?' Vraag ik dan. Twijfelend knikt hij. Kort zet ik een glimlachje op maar bijt dan weer op mijn onderlip. Ik wil het dan wel zo graag doen, maar hoe? Nog een keer bijt ik op mijn lip en twijfel lang. Dan besluit ik dat ik het moet doen, anders is mijn kans verkeken.

   Ik leun naar voren en plaats mijn lippen op die van Simon, die voorzichtig terug kust. Ik leg mijn hand in zijn nek en geniet van het warme gevoel van zijn lippen. Gebeurt dit echt? De vlinders in mijn buik slaan op hol, mijn hart klopt op volle toeren, mijn zorgen trekken even weg. Op dit moment bestaan alleen ik en Simon. Op dit moment heb ik zo lang gewacht, en het is nog beter dan mijn verwachtingen.

   Dan laat ik Simons lippen gaan en kijk hem aan met een tevreden grijns. Simon kruipt omhoog.
'Uh, ik moet gaan!' Roept hij en rolt onder mijn benen vandaan. Met een harde klap belandt hij op de grond naast mijn bed.
   'Simon!' Roep ik geschrokken uit en grijp zijn bovenarm vast. Simon wrikt zich los en staat op. Snel loopt hij de kamer uit zonder verder nog iets te zeggen. Ik kan me niet bewegen, alleen maar toekijken en roepen. 'Siem!' Roep ik nog een keer wanhopig zodra ik zijn voeten op de trap hoor.  'Simon!' Roep ik nog een keer maar hij rent zonder reactie de trap af.

Verstrooid voel ik de tranen in mijn ogen, die zich beginnen op te stapelen. Eindelijk weet ik me te bewegen en sta op van mijn bed. Ik ren naar mijn raam en kijk naar buiten, waar Simon net op zijn fiets stapt. Hij kijkt me kort nog even aan en fietst dan weg. De tranen stromen over mijn wangen. Dit was het dan. Dat was mijn vriendschap met Simon. Ik moest zonodig voor hem vallen en zo stom zijn om in te stemmen op dat kut experiment. Ik had vanaf het begin al moeten beseffen dat dit alleen maar fout kon gaan. Ik had naar Simon moeten luisteren.

   Ik huil en huil. Ik huil hard. Ik huil en kan niet stoppen met huilen. Kwaad op mezelf gooi ik mijn nachtkastje om en schop er een keer tegenaan. Allerlei spullen die op het nachtkastje stonden liggen nu kapot op de grond. Ik val op mijn knieën en laat mijn gezicht in mijn handen vallen. Nog harder huil ik.

   Waarom moest ik voor Simon vallen? Waarom was ik zo dom? Ik heb het ook echt te overduidelijk gemaakt door hem zo lang te kussen. Simon ging zo snel weg omdat hij mij niet leuk vindt, maar doorhad tijdens de kus dat dat wel voor mij geldt. Hij schaamde zich, omdat zijn beste vriend opeens verliefd op hem is. Hij durft me nooit meer aan te kijken, omdat ik meer voel voor hem dan hij voor mij. Ik huil nog harder, en bedenk me wat dit wel niet voor mijn reputatie op school gaat betekenen. Maar ik vind het nog erger dat mijn vriendschap met Simon voorbij is.

   'Daniël?' Klinkt er opeens zacht in mijn deuropening. Ik kijk op, maar door de tranen zie ik niets anders dan een waas. Ik weet echter dat het Sven is, omdat ik hem herkende aan zijn stem. Ik had liever gehad dat het Simon was, die me dan zou komen vertellen dat hij mij ook leuk vindt en dat het hem spijt dat hij zo snel wegging, maar ik weet dat hij dat nooit zal doen, omdat het niet zo is.
   'Gaat het?' Vraagt Sven dan en hurkt voor me neer. Ik kan alleen maar mijn hoofd schudden en nog harder huilen. Ik val in zijn armen en huil op zijn schouder. Troostend wrijft hij met zijn hand over mijn rug.

   'Het is voorbij,' zeg ik hakkelend en jankend.
   'Wat, Daniël?' Vraagt hij. Ik kan alleen huilen als antwoord. Ik plaats van dat er woorden uit mijn mond komen, komen er harde snikken en onverstaanbaar gebrabbel uit mijn mond. 'Blijf hier, ik ga mam bellen,' zegt Sven dan. Ik klamp me aan hem vast, maar hij staat op en loopt weg. Met de telefoon aan zijn oor komt hij terug mijn kamer in en gaat naast me zitten. Hij wrijft met zijn hand over mijn rug terwijl de telefoon overgaat. Ik blijf huilen en denk aan Simon. Ik vraag me af wat hij nu aan het doen is. Misschien zit hij het al overal rond te bazuinen om mij goed voor schut te zetten. Ik zie hem daar niet voor aan, maar wie weet wat hij wel niet allemaal denkt op dit moment.

   'Mam, het gaat niet goed met Daniël,' klinkt Sven opeens naast me. Even is alleen mijn gesnik te horen. 'Ik weet het niet. Hij is aan het huilen alsof er iemand gestorven is en hij zegt de hele tijd dat het voorbij is. Ik weet niet wat hij bedoelt en ik weet niet wat ik moet doen.' Klinkt Sven wanhopig, maar ik ben toch wel degene die hier er het ergst aan toe is. 'Tot zo,' zegt Sven dan en hangt op. Hij slaat zijn arm om me heen en wrijft over mijn bovenarm. 'Mam komt er zo aan.' Ik huil en maak een rare knikbeweging met mijn hoofd. Mijn keel begint pijn te doen, maar het is mijn hart dat het er het zwaarst mee heeft. Het steekt en knijpt samen op manier die het niet zou moeten doen.

   Na een dik kwartier janken komt mam dan eindelijk aan. Ze rent bezorgd de kamer in en gaat op haar knieën voor me zitten. Ze pakt mijn hoofd met beide handen vast.
'Daan, gaat het?' Vraagt ze. Ik schud mijn hoofd terwijl de tranen maar blijven komen. Simon. Ik wil Simon. Simon moet mij troosten. Mams duim streelt mijn wang. 'Hé, schatje, wat is er aan de hand?' Vraagt mam dan. Ik snik en stoot misschien wel de meest debiele geluiden uit, maar het boeit me op dit moment helemaal niets. Ik kan me alleen maar zorgen blijven maken om Simon en onze vriendschap. Ik schud mijn hoofd.

'Daniël, Daantje. Wat is er gebeurd?' Vraagt ze dan. Een kus, dat is er gebeurd. Ik denk aan hoe goed het voelde, en dat ik het waarschijnlijk nooit meer zal voelen. Hierdoor moet ik nóg harder huilen. Ik klauter omhoog en mam staat mee met me op.
   'Laat me alsjeblieft met rust,' hakkel ik huilend.
'Maar Daniël, wat is er allemaal aan de hand?' Vraagt mam nog een keer.
   'Ik heb even tijd voor mezelf nodig,' zeg ik en strompel naar mijn bed. Het is net alsof ik dronken ben. Met pijn in mijn hart en longen kruip ik onder de dekens en sla ze over mijn hoofd heen. Ik huil door alsof ik niets anders meer kan doen. Ik voel dat iemand naast me op bed komt zitten. Ik voel een hand door de dekens heen op mijn zij.

'Daantje,' klinkt mams stem.
   'Alleen, mama. Alleen,' snik ik. Ze zucht zacht. Dan veert het bed op, waardoor ik weet dat ze is opgestaan. 'Je kunt alles tegen me zeggen, Daan. Ik ben beneden,' zegt ze en loopt mijn kamer uit. Iemand gaat de trap af en dan gaat de deur van de woonkamer open en dicht. Achter me wordt nog wat gerommeld en geschoven, wat aangeeft dat Sven de troep aan het opruimen is, die ik net gemaakt heb. Dan hoor ik voetstappen die richting de deur gaan. Ik kom voorzichtig boven de dekens vandaan.

   'Sven,' piep ik. Verbaasd en geschrokken blijft hij in de deuropening staan. Ik zucht trillend, een beetje opgelucht dat ik eindelijk kan huilen zonder geluid. Hij glimlacht moeilijk naar me en komt op bed zitten. Hij vouwt zijn handen in elkaar en speelt met zijn vingers. Zwijgend kijkt hij ernaar.
   'Het is Simon, of niet?' Vraagt hij en draait zijn hoofd een beetje zodat hij me zijdelings kan aankijken. Huilend knik ik. Ik bijt zacht op mijn lip en probeer tevergeefs mijn huilen te stoppen.
   'Wat is er gebeurd?' Vraagt hij. Moeilijk ga ik overeind zitten in bed. Ik zucht zacht en begin dan te praten.

   'Nou, de opdracht van deze week was dat we moesten kussen. Simon ontliep en negeerde me de hele week al, maar vandaag had ik hem dan toch zover gekregen om vandaag af te spreken,' begin ik en zucht om even pauze te nemen. Het praten gaat moeilijk. Het doet gewoon pijn om eraan terug te denken. Sven wrijft geruststellend over mijn rug. 'En, uh, net gingen we eerst gewoon gamen en zo,' mijn stem begint weer te trillen. 'En daarna ben ik op zijn schoot geklommen en heb hem gekust,' ik begin weer te huilen. 'En Simon wist niet hoe snel hij weg moest komen. Maar het voelde zo goed bij mij, Sven. Ik ben verliefd geworden op Simon door dat experiment, en Simon niet op mij. Onze vriendschap zal nooit meer hetzelfde zijn. Het is over,' huil ik. Sven trekt me in een knuffel en legt mijn hoofd op zijn schouder.

   Hard huil ik op zijn schouder. Hij haalt zijn hand door mijn haar en zegt dat het wel goed komt, maar ik heb er weinig vertrouwen in. Simon was wel duidelijk genoeg. Ik blijf huilen op Svens schouder. Wat had ik graag gewild dat het Simon was die me troostte, maar hij is juist de reden dat ik aan het huilen ben. Ik duw mezelf van Svens schouder af en kijk hem door mijn tranen heen aan. Hij kijkt bezorgd.

   'Ik ga slapen,' zeg ik en hij knikt.
   'Moet ik het aan mam vertellen?' Vraagt hij voorzichtig. Twijfelend knik ik.
   'Ik denk niet dat ik het zelf aan haar kan vertellen,' antwoord ik. Hij knikt. Hij wrijft door mijn haren heen en staat op.
   'Welterusten, broertje. Slaap er even rustig over. Ik weet zeker dat het goed komt,' zegt hij en loopt dan de kamer uit. Ik ga weer liggen en gooi de dekens helemaal over me heen. Jankend val ik in slaap.

---
20-05-2017

Een extra hoofdstuk omdat jullie dat stiekem wel verdiend hebben na al dat gemartel met de kus. Daarnaast ben ik super ver met het schrijven, dus kon ik wel een hoofdstukje missen. Dan ga ik jullie nu vervolgens even bedanken voor een aantal mijlpalen die ik met/door jullie behaald heb:

- 75k views
- 7,5k votes
-10k comments

Jullie zijn insane! Echt super veel bedankt allemaal, jullie zijn helden! ❤️

En dan draag ik nu dit hoofdstuk op aan SjakielaMahone , want daat had ik zin in. (:


- rare Ymke (IEMKE)

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top