40


Levi's p.o.v.

Ik zit met mijn arm om Mirre heen in de aula. Het is donderdag en we hebben een tussenuur, want Grieks valt uit. Met een paar kinderen uit de klas zijn we een potje aan het Pesten. Beurt na beurt leg ik een kaart op. Ik sta er niet best voor. Wanneer Bob zijn laatste kaart oplegt, ben ik het beu. Verslagen gooi ik de vier kaarten die ik nog in mijn hand had bovenop de stapel.
   'Ik heb geen zin meer,' zeg ik. Bob en Felix knikken, Frans mompelt "oké".
'Dan doe ik wel mee,' zegt Mirre. De kaarten worden opnieuw uitgedeeld terwijl ik de tafel rondkijk. Wanneer Mirre haar kaarten van de tafel heeft opgepakt, kijk ik snel even wat ze heeft. Dan kijk ik de tafel weer rond.

Simon en Daniël zitten ver uit elkaar en schenken elkaar geen aandacht. Het is niet zo dat koppeltjes continu bij elkaar moeten zitten en elkaar elke seconde van de dag aandacht moeten geven, maar dit gaat nu al voor de vierde dag zo. Ik vraag me af of dat het door de opdracht komt. Misschien hebben ze hem al gedaan en was het een flop. Misschien hebben ze het nog niet gedaan en durven ze het niet.
'Zeven blijf kleven en acht wacht,' klinkt Mirre opeens ik mijn oor, waardoor ik opschrik uit mijn gedachtes. Ik kijk naar de twee kaarten die ze net bovenop de pot heeft gegooid. Er worden een aantal kaarten opgelegd en dat klopt er iemand op de tafel.
   'Laatste kaart!' Roept Felix enthousiast. Mirre mikt er meteen een joker bovenop.
'Wat jammer nou,' zegt ze triomfantelijk. Bob, Frans, Mirre en ik lachen Felix uit terwijl hij vijf kaarten pakt. Mopperend gooit hij een nieuwe kaart op. Na een minuut of tien heeft Mirre het potje weten te winnen.

   'De volgende keer mag jij niet meer meedoen,' zegt Felix.
'Kan je niet tegen je verlies?' Vraagt ze met een scheve grijns.
   'Je speelt vals,' lacht hij.
'En hoe moet ik dan doen? Ik kan er toch echt niets aan doen dat ik die kaarten in mijn hand krijg. Dan zou je Bob aan moeten kijken, die heeft de kaarten geschud,' zegt Mirre lachend. Bob haalt zijn schouders op. Ze starten een nieuw potje, waaraan ik maar besluit deel te nemen. Nog voordat het potje is afgelopen, gaat de bel al. Bob pakt alle kaarten bij elkaar en stopt ze terug in het kartonnen doosje. We staan op en lopen naar het lokaal. Met mijn arm nog steeds om Mirre heen loop ik de trappen op.

Simon loopt een paar treden voor ons, Daniël loopt bijna naast ons. Ik vraag me af wat er aan de hand is dat ze zo afstandelijk doen. Het is echt niet zomaar. Het is plotseling sinds de opdracht er is, dus het moet daar wel iets mee te maken hebben. Ze lijken er allebei een beetje onder te lijden. Maar de vraag is dus of dat ze nou al wel of nog niet gekust hebben. Het is ondertussen al de zevende week van verkering, dus ik snap niet helemaal waarom ze nog nooit gekust zouden hebben. Ik snap dat het raar is om met je vriend te kussen, maar als je aan zo'n experiment meedoet, dan word je er toch wel een beetje nieuwsgierig naar lijkt mij. Als ik dit met Felix had moeten doen, dan zou ik het echt al lang een keer geprobeerd hebben.

   Mirre stoot me aan. Verbaasd kijk ik naar haar om en kijk in haar bruine ogen.
'Niet zo staren,' zegt ze zacht. Ik lach.
   'Sorry,' mompel ik. Ze knikt. Ik laat mijn arm van haar schouder afglijden. Ze glimlacht naar me en hangt een plukje van haar bruine dat niet in haar knotje zit haar achter haar oor. Snel kijk ik nog een keer naar Simon en kijk dan weer naar Mirre.
   'Denk je dat ze de opdracht al gedaan zullen hebben?' Vraag ik. Ze haalt haar schouders op.
'Zou kunnen van wel, misschien voelen ze zich daarom ongemakkelijk bij elkaar. Maar het kan ook zijn dat ze het nog niet hebben gedaan en ze zich ongemakkelijk voelen omdat ze elkaar moeten kussen,' zegt ze. Ik knik.
   'Ik kan ook niet kiezen,' zeg ik. Ze knikt en kijkt een keer naar Daniël, dan naar Simon. Beide lijken ze zich niet helemaal zichzelf te voelen. Ik zou het sneu voor ze vinden als hier hun vriendschap eindigt. Dat gun ik ze niet.

'Iets zegt me dat ze het nog niet gedaan hebben,' zegt Mirre dan. 'Dat gevoel krijg ik.' Ik knik instemmend.
   'Ik vind het wel knap dat ze het zo lang hebben weten vol te houden elkaar niet te kussen. Ze hebben nu al bijna zeven weken. Zeven weken verkering hebben en dan niet kussen is echt knap. In tegenstelling tot Gijs en Hilde,' zeg ik.
'Dat is een heel ander verhaal,' lacht Mirre. Ik knik.
    'Als ik dit met Felix had moeten doen, dan had ik echt allang hem een keer gekust, dat is zeker. Daar word ik dan te nieuwsgierig naar,' zeg ik. Mirre lacht weer. Dan lacht ze nog harder.
'Moet je voorstellen dat Daan en Siem met elkaar naar bed zijn gegaan,' hikt ze. Ik lach ook.
   'Het klinkt geloofwaardiger dan dat Sandra en Lex samen naar bed zouden gaan, though,' lach ik. Mirre knikt lachend. Na een tijdje zijn we uitgelachen en zijn we ondertussen aangekomen bij het lokaal waar we moeten zijn. De docent is er nog niet.

Ik leun nonchalant tegen de muur aan en kijk naar mijn lieve vriendinnetje. Ze kijkt op van haar mobiel en glimlacht naar me. Ik glimlach terug.
'Kan je na school hangen?' Vraagt ze. Ik knik blij.
   'Tuurlijk,' zeg ik. Mirre glimlacht weer breed en kust me op mijn wang.
'Geweldig!' Zegt ze. Ik lach en geef haar een klein kusje. Dan komt de docent aan en moeten we het lokaal in. We beginnen aan de les, maar het boeit me niet veel. Toch doe ik maar iets enigszins nuttigs.

*

Na school fietsen Mirre en ik samen naar haar huis. De wind vervoert ons twee keer zo snel. We zitten in een of andere sneltrein, wat ook geldt voor onze relatie. Sinds de opdracht van vorige week, de date, ging het alleen nog maar beter dan het al ging. Ik lijk Mirre elke dag leuker te vinden. Elke dag wil ik met haar doorbrengen, zoveel mogelijk.

   'Ik vind trouwens de gedachte van Simon en Daniël die echt samen zijn echt heel schattig,' zegt ze opeens. Verbaasd kijk ik haar aan. Dan lach ik zacht en knik.
'Ja, ze zijn leuk samen,' zeg ik. We komen niet veel later bij haar thuis aan. We gaan naar binnen en hangen onze jassen op. Daarna gaan we de woonkamer in, waar we haar moeder treffen. Ze heeft haar jas aan, een lege boodschappentas hangt om haar arm en de zware sleutelbos aan een keycord bungelt heen en weer om haar vinger.

   'Oh, hallo! Ik ging net boodschappen doen en nog even langs opa,' zegt ze en loopt naar Mirre. Ze geeft haar een kus op haar wang. 'Het kan best twee uur duren voordat ik terug ben, want ik moet helpen met het schoonmaken. De ouwe stakker kan het allemaal niet meer zo goed met zijn gewrichten. Tot straks,' zegt ze.
'Doei,' zeggen Mirre en ik in koor. De moeder van Mirre verdwijnt zwaaiend de woonkamer uit en dan is een klap van de voordeur te horen. Via het raam in de woonkamer kunnen we haar weg zien rijden en dan is het stil. Mirre begint me te kussen. Teder kus ik haar terug. Al snel verandert het in een ruwe kus. Mirre sleept me de gang door, mee de trap op zonder de kus al te veel te verbreken. We belanden in haar kamer, waar ik haar tegen de muur aanduw en mijn tong die van haar laat verkennen. We zitten zo in het moment en alles gaat zo vlug, dat we voordat we het weten elkaar beginnen uit te kleden. Voorzichtig begeleid ik Mirre naar haar bed. Onze laatste kledingstukken gaan uit. En al snel zijn Gijs en Hilde niet meer de enigen die ontmaagd zijn.

Het is niet zo dat ik ontmaagd moest worden op dit moment, maar van het een kwam het ander. Het ging vanzelf. Het gebeurde gewoon. Ik vind toch wel dat ik het wat beter gedaan heb, omdat ik niet meteen na één week al met Mirre naar bed ging, in tegenstelling tot Gijs. Gijs is er echt wat te snel op ingegaan. Letterlijk en figuurlijk. Ik snap heus wel dat de verleiding groot was omdat hij Hilde al zo lang leuk vindt, maar dan nog vind ik het wel heel erg snel.

Vermoeid liggen Mirre en ik naast elkaar. Hijgend staar in naar het plafond. Mirre legt haar hoofd op mijn borstkas en kijkt nu ook naar het plafond. Ik speel met haar middellange haren en kom tot rust. Ik kijk naar Mirre, die tevreden naar het plafond kijkt. Dan kijkt ze op naar mij. Ik grijns en geef haar een kusje. Ze kust me terug en legt dan haar hoofd weer neer op mijn borstkas. We blijven zo een tijdje liggen. Totdat we besluiten dat wel snel alles moeten opruimen voordat Mirres moeder thuiskomt.

We trekken vlug onze kleren weer aan en maken alles zo snel mogelijk weer netjes en schoon. We maken zeker dat er geen sporen zijn achtergebleven en gaan dan naar beneden. We beginnen maar een spelletje op de Nintendo DS tegen elkaar, zodat het wat minder verdacht lijkt. Potje na potje racen Mirre en ik tegen elkaar, totdat haar moeder thuiskomt. Rond die tijd is het al bijna halfzes, dus besluiten Mirre en ik eten te gaan koken.

Ik sta wat paprika te snijden terwijl Mirre in de pan spaghetti roert. Haar moeder zit in de woonkamer tv te kijken. Voorzichtig maar snel snij ik het volgende stuk paprika, in de hoop dat ik niet per ongeluk mezelf snijd.
'Ik vraag me echt af of dat Daniël en Simon al gekust zouden hebben,' zegt Mirre plotseling. Ik stop even met snijden en kijk kort naar haar om. Dan ga ik weer door met het snijden van de paprika.
'Ja,' zeg ik. 'Ik zou het sneu vinden als hierdoor hun vriendschap eindigt,' zeg ik dan. Mirre humt.
'Dat gaat niet gebeuren. Ze zijn zulke goede vrienden en al voor zo lang, dat kan niet kapot,' zegt ze. Ik knik en schuif de gesneden paprika in de pan van de spaghettisaus.
'Ik hoop het echt voor ze,' zeg ik. Mirre knikt.

Na een tijdje staan een pan gekookte spaghetti en een pan spaghettisaus klaar op tafel. Mirre, haar moeder en ik beginnen gulzig te eten. Er wordt niet veel gezegd. Ik zou niet weten waar ik over zou moeten beginnen. Ik heb net nog met Mirre in bed gelegen, alles lijkt me op dit moment ongepast. Ook al weet de moeder van Mirre het nog niet eens. Mirre begint uiteindelijk maar te praten over haar dansgroep, dus haal ik opgelucht adem.

*

Al snel is het elf uur en moet ik naar huis. Ik geef Mirre een afscheidskusje en fiets dan weg. Het is rustig en nergens lijkt er maar iemand te bekennen. Op mijn weg naar huis kom ik langs het huis van Simon. Ik vraag me af of dat ze al gekust hebben. Ik vraag me af hoe hij over Daniël denkt. Maar zodra zijn huis uit zicht is, denk ik er al niet meer aan. Dan kan ik alleen nog maar aan Mirre denken.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top