16
Daniëls p.o.v.
Vermoeid fiets ik naar school. Het is maandagochtend en ik heb in het weekend niet veel geslapen. Zaterdag heb ik heel de nacht door gegamed en gisteren kon ik geen slaap vatten. Dan ook nog erbij dat ik niet uitgeslapen heb, dus ik misschien in het weekend net iets van acht uur aan slaap heb gehad. Het is enorm irritant dat wanneer je moe bent en je niet kunt slapen.
Ik leg mijn kin op mijn stuur en trap door. Zacht klinkt mijn muziek vanuit mijn oordopjes in mijn oren. Ik slinger een beetje over het fietspad, omdat ik met mijn ellebogen op de handvatten van mijn fiets leun en ik mijn handen om het midden van het stuur geklemd heb, maar het maakt niet uit, want het is rustig op het fietspad. Ik ben gewoon vroeg vertrokken en ik weet niet eens waarom. Plotseling zie ik iemand in mijn ooghoek. Eerst denk ik dat diegene me wil inhalen, maar dan besef ik me dat het persoon naast me blijft fietsen. Ik kom omhoog van mijn stuur en kijk wie het is.
'Oh, hallo,' zeg ik.
'Hallo. Ik dacht al dat je oordopjes in had, want ik had je al een paar keer geroepen zonder dat ik antwoord kreeg,' zegt Samantha, die fris en fruitig op haar fiets zit. Ik zie er denk ik in tegenstelling tot haar er pittig dood uit. Ik lach een keer en doe één van de oordopjes uit, waardoor mijn muziek meteen een stuk zachter klinkt.
'Sorry,' zeg ik. Samantha glimlacht.
'Geeft niet, joh,' zegt ze. Ik knik. Met mijn hand ga ik een keer door mijn haar en kijk dan Samantha weer aan.
'Nog iets gedaan in het weekend?' Vraag ik. Ze denkt na.
'Ja. Ik ben naar een tekenworkshop geweest en naar een of andere tentoonstelling in het kunstcentrum,' zegt ze. Ik knik.
'Was het leuk?'
'Mwah, de mensen waren niet zo heel gezellig. Allemaal een beetje introverte types,' zegt ze.
'Oh, da's niet zo leuk,' reageer ik daarop. Ze haalt haar schouders op.
'Klopt, maar voor de rest was het wel leuk, dus mij hoor je verder niet klagen,' zegt ze dan, waarop ik instemmend knik.
'Heb jij nog iets gedaan?' Vraagt ze dan. Ik denk even na over mijn antwoord.
'Vooral gegamed, eigenlijk,' zeg ik dan. Samantha lacht en knikt.
'Dat kan ook,' zegt ze. Ik knik.
'Ik wilde eigenlijk nog met Siem gaan hangen, maar die kon helaas niet,' zeg ik dan. Samantha fronst even. Dan kijkt ze me aan met een kleine glimlach.
'Jammer,' zegt ze.
'Ja, jammer,' zeg ik terug. 'Waarom ben je eigenlijk zo vroeg?' Vraag ik haar opeens, zodra het schoolgebouw in beeld komt.
'Oh, ik moet nog iets uitprinten op school want wij hebben thuis nog geen printer,' legt ze uit. Ik knik als teken dat ik het begrijp. Dan kijkt ze mij vragend aan. 'Waarom ben jij eigenlijk zo vroeg?' Vraagt ze. Ik zou wel eerlijk antwoord willen geven, maar dan kijkt ze me misschien aan alsof ik gestoord ben. Daarom besluit ik maar te liegen.
'Weet ik eigenlijk niet, dan hoef ik me niet zo te haasten, denk ik,' is mijn antwoord. Tijdens mijn gesprek met Samantha ben ik erachter gekomen waarom ik zo vroeg naar school ben vertrokken: om zo snel mogelijk bij Simon te kunnen zijn.
'Klinkt redelijk,' zegt Samantha.
Zwijgend gaan we de fietsenstalling in en zetten onze fietsen weg. Ik kijk nog een keer of ik mijn fiets op slot heb gedaan en loop dan richting de uitgang van de fietsenstalling. Als ik opeens de stem van Samantha weer naast me hoor, herinner ik me pas dat zij er ook was.
'Hoe laat ben je uit?' Vraagt ze. Verrast kijk ik naar haar om.
'Vijf over vier,' zeg ik. Samantha begint te glimlachen.
'Ik ook! Kun je na school hangen?' Vraagt ze. Ik glimlach terug naar haar.
'Natuurlijk,' antwoord ik. Ik loop de school in en ga naar mijn kluisje. 'Tot straks,' zeg ik tegen Samantha. Ze gaat naar haar eigen kluisje en daarna gaat ze naar de mediatheek om iets uit te gaan printen.
Met moeite weet ik mijn jas uit te krijgen en prop hem in mijn kluisje. Verder doe ik nog wat overbodige boeken in mijn kluisje en sla hem dan dicht. Ik zet mijn muziek uit, doe mijn oordopjes uit en stop mijn mobiel in mijn broekzak. Twee armen vliegen met veel vaart om mijn nek en iemand springt op mijn rug, en omdat ik het niet verwacht had, verlies ik mijn evenwicht en knal met mijn voorhoofd tegen de kluisjes.
'Au!' Roep ik uit en wrijf pijnlijk over mijn voorhoofd.
'Oh, god, sorry!' Lacht Simon, die om mijn nek hangt. Half lachend kijk ik naar hem om.
'Je moet wel uitkijken, kluns. Dadelijk breek ik mijn nek nog een keer omdat jij op me springt,' lach ik en pak Simons armen beet, om vervolgens rond te gaan draaien, waardoor Simons benen door de lucht heen bungelen. Dan laat ik hem los en zet hem weer op de grond. Ik draai naar hem toe. 'Dat deed echt pijn,' zeg ik en wrijf nog een keer over mijn voorhoofd, dat een beetje bonst. Simon lacht.
'Kusje erop?' Vraagt hij.
'Ja, doe maar,' lach ik.
'Daar moet je maar iemand anders voor zoeken,' zegt hij en loopt weg bij de kluisjes richting de kantine. Ik volg hem.
'Maar jij bent mijn vriendje, en bovendien heb jij het veroorzaakt,' lach ik. Simon kijkt naar me om terwijl hij blijft doorlopen.
'Ik ben dan wel je vriendje,' begint hij terwijl hij weer voor zich kijkt, 'maar ik ben geen dokter,' zegt hij. Ik zucht en lach nog een keer.
Samen schuiven Simon en ik aan bij onze klas en wachten totdat de bel gaat. Levi en Lex lullen wat over voetbal en Mirre en Simon zijn een gesprek over biologie begonnen. Dromerig luister ik mee naar het gesprek van Simon en Mirre, maar krijg er niet echt iets van binnen. Ik schrik op uit mijn gedachtes en kijk naar Simon. Zijn bruine ogen volgen zijn handen, die met wat gebaren en geschuif over de tafel iets uitbeelden. Ik kijk naar een onstuimig plukje van zijn blonde haar dat uit zijn kuif is gevallen. Ik kijk naar zijn lichtroze wangen. Zijn lippen bewegen maar ik vang geen geluid op. Ik blijf ernaar kijken.
Plotseling stoot Simon me aan, waardoor ik opschrik en hem aankijk.
'Wat?' Vraag ik, omdat ik geen idee heb wat hij net gezegd heeft. Hij zucht een keer en lacht.
'Als je nou niet zo had zitten te dromen over Samantha, dan had je gehoord-,' begint Simon.
'Ik was niet aan het dromen over Samantha,' onderbreek ik hem en voel dat ik begin te blozen. Nu lacht Simon hard.
'Tuurlijk,' zegt hij. Ik sla mijn armen over elkaar.
'Ja, echt,' geef ik toe. Simon fronst even.
'Whatever. Rode bloedcellen zijn toch vooral voor het vervoeren van zuurstof?' Vraagt hij. Ik knik.
'Ja, en voedingstoffen en afvalstoffen,' antwoord ik. Hij knikt.
'Ja,' zegt Simon en begint weer verder uit te leggen.
Ik luister half mee terwijl ik naar Simon blijf kijken. Dan gaat de bel, waardoor ik weer opschrik. Snel gooi ik mijn rugzak op mijn rug en wacht totdat Simon klaar is. We gaan samen naar het lokaal en wachten totdat Friekman er is. Ze komt niet veel later aan.
'Hallo, heren,' groet ze ons vrolijk.
'Hoi,' zeggen Simon en ik in koor. We volgen haar het lokaal in en gaan op onze plek zitten. Ik pak mijn boeken erbij.
'Heb je nog iets speciaals gedaan in het weekend?' Vraag ik.
'Ja, de verjaardag van mijn oma. Daarom kon ik niet komen, kneus,' antwoordt hij.
'Oh ja...' stamel ik.
'Jij?' Vraagt hij dan. Ik haal mijn schouders op.
'Ik heb zaterdagavond doorgehaald en gegamed,' antwoordt ik. Simon gniffelt.
'Slim," zegt hij. Ik haal weer mijn schouders op en luister naar Friekman, die begint te praten.
'Dames en heren, erg leuk dat jullie er allemaal weer zijn. Ik hoop dat jullie allemaal een fijn weekend hebben gehad. Bij mij is er geen bal gebeurd. Maar goed, het experiment. Hoe is de opdracht verlopen? Sandra en Lex,' begint ze en kijkt afwachtend naar de twee kinderen achteraan in de klas. Sandra zucht overdreven en rolt met haar ogen. 'Hebben jullie elkaar beter leren kennen?' Vraagt mevrouw Friekman.
'Vast wel,' snauwt Sandra.
'Oké, Sandra, wat is Lex' hobby?' Vraagt ze dan.
'Weet ik veel. Boeien,' zegt ze en slaat haar armen over elkaar.
'Oké..? Uh, Lex, wat is het lievelingseten van Sandra?'
'Uh, pannenkoeken,' antwoordt hij.
'Klopt dat, Sandra?'
'Ja,' bromt ze. Friekman knikt. Ik heb medelijden met Lex.
'Oké, ik heb wel genoeg gehoord. Volgende. Mirre en Levi,' en zo gaat ze de hele klas af.
'Jullie nieuwe opdracht is dat, nu jullie elkaar beter kennen, een geschikt cadeau voor elkaar moeten kopen van maximaal vijf euro. Hiermee test ik jullie creativiteit een beetje. Maar nu gaan we door met de les.'
*
Na een aantal lange lessen, een kleine pauze en nog meer lange lessen hebben we eindelijk weer de grote pauze. Ik kauw op mijn brood terwijl Simon wat in zijn tas aan het rommelen is. Even later komt hij omhoog met zijn brood en een flesje water. Hij begint ook te eten. Na een paar happen vraagt hij wat.
'Daan, kunnen we vanmiddag bij jou scheikunde doen?' Vraagt hij. Ik glimlach naar hem.
'Natuurlijk,' zeg ik. Glimlachend knikt hij.
'Thanks,' zegt hij en eet door. Ik eet zelf ook door. Opeens begint Simon te lachen. 'Zaterdag, op de verjaardag van mijn oma, was er ook taart. We hadden er kaarsjes op aangestoken, die ze uit moest gaan blazen. Toen ze blies, vloog haar kunstgebit uit en belandde bijna op te taart. Je had haar gezicht moeten zien. Het was zo mooi!' Lacht hij. Ik lach mee, wetende hoe Simons oma eruit ziet, dus me er best iets bij kan voorstellen. Niet veel later gaat de bel en moeten we weer naar de les.
*
Na de laatste drie lessen kunnen we eindelijk naar huis. Zodra ik klaar ben bij mijn kluisje, waar ik vanochtend nog met mijn voorhoofd tegenaan beukte door Simon, ga ik naar zijn kluisje. Zwijgend leun ik tegen de kluisjes en kijk toe hoe hij alles bij elkaar pakt. Ik wacht totdat hij klaar is met zijn spullen pakken. Zijn bruine ogen gaan nog een keer langs de boeken in zijn tas en slaat dan het kluisje dicht. Ik duw mezelf van de kluisjes af.
'Klaar?' Vraagt hij.
'Ja.. Oh, kut! Ik was helemaal vergeten dat ik met Samantha had afgesproken!' Besef ik me dan weer. Simon fronst even.
'Oh, oké. Dan ga ik wel gewoon naar huis,' zegt hij, haalt zijn schouders op en loopt weg. Ik pak zijn bovenarm vast om hem tegen te houden.
'Nee, wacht! Ik weet zeker dat Samantha het niet erg vindt als jij meegaat,' zeg ik. Simon heeft een lastige blik. 'Kom!' Zeg ik en sleur hem mee naar buiten.
Samen fietsen we de fietsenstalling uit, waar we Samantha op de afrit van de school aantreffen.
'Uh, Siem kan ook wel mee, toch?' Vraag ik. Samantha glimlacht breed.
'Natuurlijk! Hoe meer zielen, hoe meer vreugd,' zegt ze. En daarmee fietsen we met zijn drieën naar mijn huis.
We drinken wat en gaan daarna naar mijn kamer om te gamen. Ondertussen hebben we het over onze hobby's en andere dingen, zoals school. Simon en Samantha lijken goed met elkaar op te kunnen schieten. Na een tijdje zijn Simon en ik het gamen beu. Samantha maakt nog haar laatste potje af.
'Andere keer scheikunde maar doen?' Vraagt Simon, die naast me zit. Ik knik en kijk even naar Samantha, die een klein eindje van ons vandaan zit en nog geconcentreerd is op het spel. Dan kijk ik Simon aan in zijn bruine ogen.
'Ja, beloofd,' zeg ik. Simon glimlacht klein naar me. Ik glimlach terug.
Zwijgend kijk ik naar Simons stralende ogen. Naar zijn kleine neus. Naar zijn wangen, waar je heel licht sproetjes op kan zien als je dichtbij genoeg bent. Naar zijn jukbeenderen. Samantha mompelt gefrustreerd wat over het spel, maar ik merk het niet eens op. Ik kijk naar Simons lippen, die er zacht uitzien. Weer kijk ik naar Simons wangen, die ondertussen lichtroze zijn geworden. Ik begin breder te glimlachen en kijk weer naar Simons lippen.
'Uuh..' Samantha schrikt beide mij en Simon uit onze gedachtes. We kijken naar het blondharige meisje om. 'Oh, kut, ik moet nog een verslag voor Duits maken,' zegt ze dan met niet echt een geloofwaardige toon in haar stem. 'Dus ik moet gaan. Doei, veel plezier nog samen,' zegt ze, staat op, geeft me een knipoog, grijnst en loop de kamer uit.
'Doei,' zeggen Simon en ik.
Ik wacht totdat ik Samantha de trap af heb horen gaan, haar jas heb horen aantrekken en totdat de voordeur dichtgaat. Dan kijk ik weer naar Simon.
'Dan nu maar scheikunde gaan doen?' Vraag ik.
'Uh, ja, tuurlijk,' zegt Simon verward en staat op van mijn bed. Hij schuift aan aan mijn bureau en ik ga bij hem zitten. Dan begin ik weer uit te leggen en Simon neemt aantekeningen. Hij lijkt er niet helemaal bij te zijn, maar ondanks dat gaat het redelijk goed.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top