07
Simons p.o.v.
Het experiment van mevrouw Friekman loopt ondertussen al voor de vijfde dag vandaag. Maandag bracht ze het experiment op en nu is het ondertussen vrijdag. Elke dag hebben Daniël en ik de opdracht braaf voltooid en het voelt steeds natuurlijker om zijn hand vast te houden. Wat een beetje raar is, is dat mijn hand precies in die van Daniël past...
De andere koppeltjes lijken het ook goed te doen. Gijs en Hilde lijken met Lauren en Frans een beetje een voorsprong te hebben. Misschien helpt het ook wat dat Gijs Hilde al leuk vond en Frans en Lauren al verkering hadden. Het ziet er trouwens best wel debiel uit dat opeens een hele kudde kinderen hand in hand voorbij komt lopen. Het is denk ik ook niet echt iets wat een echt stelletje de hele dag zou doen, hand in hand lopen. Maar ik moet het van de zonnige kant bekijken en beseffen dat het helemaal niet zo erg is om met Daniël zo door de gangen te lopen.
Laatst gebeurde er trouwens iets raars: Levi maakte een opmerking dat Daniël en ik al samen naar bed waren gegaan om dat Sandra wijs te maken. Omdat Sandra zo goedgelovig is, besloot ik maar mee te spelen en Daniël deed dat ook. Eerst was het nog helemaal grappig en kwamen Daniël en ik niet meer bij, maar later deed Daniël heel ongemakkelijk. Hij reageerde een beetje kortaf en negeerde me een soort van. Ik weet niet wat het nou precies was, maar het was raar. Gelukkig doet hij nu weer normaal.
Dadelijk hebben we weer les van Friekman en ik ben echt benieuwd of ze al iets nieuws voor ons heeft. Deze opdracht begint namelijk al een beetje saai te worden. Het is niet erg of zo, maar wel een beetje eentonig.
'Siem?' klinkt Daniël dan. Ik breek uit mijn bubbel van gedachtes en kijk naar hem om.
'Sorry?' Zeg ik vragend omdat ik niet hoorde wat hij zei.
'Of dat je kunt afspreken, dagdromer,' zegt hij lachend. Ik begin te blozen.
'Ik kan wel,' zeg ik en kijk hem kort even aan ik zijn groene ogen. Hij glimlacht en zijn ogen glimlachen mee. Prachtig aanzicht.
'Mooi,' zegt hij en veegt een plukje van zijn bruine haar uit zijn gezicht.
De glimlach blijf op zijn gezicht staan. We kijken elkaar even zo aan. Dan vraag ik me af wat er op dit moment allemaal door Daniëls hoofd gaat. Denkt hij ergens aan of zit hij gedachteloos me aan te kijken? Vindt Daniël mijn bruine ogen net zo mooi als ik zijn groene ogen vind? Want damn, zijn oogkleur is nog mooier dan de nieuwe blaadjes die beginnen te groeien in de lente. Zo helder en fel. Zo mooi en licht. Mijn ogen zijn zo lekker cliché: bruin. Heel veel mensen hebben bruine ogen, bijna niemand heeft groen. Maar niet alleen daarom vind ik Daniëls ogen mooi, ook omdat ze gewoon Daniël weergeven. Als je Daniël enkel aankijkt, zie je al meteen dat hij een geweldig persoon is.
De bel gaat. Daniël verbreekt onze blik en kijkt beduusd om zich heen.
'Is de pauze nu al voorbij?' Vraagt hij verbaasd. Ik lach.
'Jammer genoeg wel,' zeg ik en sta op. Dan hang ik mijn rugzak om mijn schouder en wacht op Daniël. Hij doet zijn flesje nog in zijn rugzak en hangt deze dan op zijn rug. Hij staat op en pakt mijn hand vast. Tussen de stoelen door achter de anderen aan gaan we naar de les van mevrouw Friekman. We komen aan bij het lokaal en gaan zitten. Mevrouw Friekman kijkt ons met een enorme glimlach aan en wacht tot iedereen zit.
'Welkom terug, jongens en meisjes,' zegt ze blij zodra iedereen zijn of haar kont geparkeerd heeft op een stoel. 'Vandaag gaan we een documentaire kijken, dus jullie kunnen je boeken in je tas laten zitten. Wel allemaal rustig zijn, anders dat mogen jullie gaan werken en gaan we de documentaire niet kijken,' zegt ze en begint vervolgens een film op de beamer af te spelen en gaat zitten op de zwarte bureaustoel die afwijkt van alle andere bureaustoelen hier op school. Elke bureaustoel hier op school is zo'n cliché rode bureaustoel waarvan ik het gevoel heb dat elke school die heeft, maar mevrouw Friekman heeft haar eigen bureaustoel die zwart is en een heel ander model heeft. Stil kijk ik naar het scherm. Ik zucht.
Dit is ons laatste lesuur voor het weekend en dan gaan we zo'n stomme documentaire kijken. Dat zijn vijftig minuten van mijn leven die ik ook ergens anders had kunnen doorbrengen dan op school. Die documentaire boeit me toch niets. Ik ga liever naar huis. Of in het geval van vandaag, naar Daniëls huis, wat zo'n beetje mijn tweede huis is.
Ik kijk in mijn ooghoek naar Dabiël, die snel zijn ogen naar het scherm richt. Zat hij nou ook naar mij te kijken of verbeeldde ik me dat maar? Ik besluit er verder maar even geen aandacht aan te besteden en kijk naar de documentaire.
Het interesseert me, zoals ik al voorspeld had, niet echt veel en al snel zet ik de geluiden om me heen uit. Ik staar naar het scherm en bedenk zelf een tekst bij de beelden die ik zie. Zo is het al een stuk leuker en na een hele tijd gaat dan eindelijk de bel.
'Oké, jongens en meisjes, fijn weekend allemaal. Maandag krijgen jullie de tweede opdracht te horen. Ik zie jullie dan,' zegt mevrouw Friekman. Ik sta op en hang mijn rugzak over mijn schouder. Daniël doet hetzelfde en we lopen hand in hand het lokaal uit.
'Wil je nog iets speciaals doen?' Vraagt Daniël als we over de gang lopen naar onze kluisjes.
'Neh, gewoon wat we normaal doen,' zeg ik, wat meestal vooral niets doen is. Gewoon, lekker lui zijn, je weet wel. In mijn eentje ben ik er goed in, maar met Daniël erbij is het gezelliger.
Op de begane grond splitsen Daniël en ik op en gaan we naar ons eigen kluisje, om daarna bij de trap op elkaar te wachten. Daniël komt net iets later dan ik aan terwijl hij aan het worstelen is om zijn jas aan te krijgen. Hij kan zijn tweede mouw niet vinden om zijn hand in te steken. Lachend help ik hem. Ik til de jas zo op dat hij zo zijn arm in de stof kan hijsen. Daniël lacht ook.
'Bedankt,' zegt hij lachend en dan lopen we naar buiten. Daar pakken we onze fietsen uit de fietsenstalling en fietsen we naar Daniëls huis.
Onderweg hebben we het erover dat het sociale experiment zich door de hele school verspreidt. Waarschijnlijk weet heel de school het ondertussen wel, en zo niet, dan hebben waarschijnlijk een paar mensen onder een steen gelegen. Na een tijdje fietsen komen we aan bij Daniël. We zetten onze fietsen weg en gaan naar binnen.
We lopen de woonkamer in waar Sven, Daniëls broertje, aan de tafel zit.
'Hallo,' groeten Daniël en ik hem.
'Hai,' zegt hij terug maar kijkt niet op van zijn mobiel die in zijn handen ligt.
'Wil je iets drinken, Siem?' Vraagt Daniël dan maar.
'Sinas, alsjeblieft,' antwoord ik.
'Sven?' Roept Daniël dan vragend. Ik laat mijn ogen over Daniël gaan en dan over Sven, die een klein eindje van ons vandaan zit. Hij kijkt kort even op en schudt dan zijn hoofd.
Daniël en Sven lijken niet echt op elkaar: Daniël heeft net, vol, bruin haar en prachtige groene ogen, Sven heeft een woest, dun, lichtbruin kapsel en blauwe ogen.
'Nee, bedankt,' zegt hij. Dan kijk ik weer naar Daniël. Hij haalt zijn schouders op en schenkt één glas sinas en één glas cola in. Glimlachend neem ik het glas met de gele vloeistof aan.
'Alsjeblieft,' zegt Daniël.
'Dank je,' zeg ik. Daniël loopt naar de tafel waar Sven aan zit en schuift een stoel naar achteren om er vervolgens op te zitten.
Ik ga naast hem zitten terwijl Sven mijn bewegingen volgt met zijn ogen. Ik ga zitten en dan schiet Sven in de lach.
'Wat?' Vragen Daniël en ik tegelijkertijd. Sven lacht nog even uit voordat hij antwoord geeft.
'Gewoon, dat jullie verkering hebben,' zegt hij terwijl hij nog een keer zacht lacht. Daniël en ik kijken elkaar fronsend aan en dan moet ik toch ook een beetje lachen. Daniëls gezichtsuitdrukking blijf echter verward.
'Wat is daar zo grappig aan?' Vraagt hij lachend. Sven schudt lachend zijn hoofd.
'Gewoon, jullie zijn beste vrienden; het is niet logisch dat jullie verkering hebben. Sterker nog, jullie zijn hetero, dát maakt het onlogisch,' legt hij uit.
Daniël laat even zijn ogen over Sven gaan en ik kan hem zien denken. Hij opent zijn mond om iets te zeggen maar sluit hem dan weer.
'Rare dingen gebeuren nou eenmaal,' zegt hij dan maar toch.
'Ja...' reageert Sven daarop.
'Zou je het erg vinden als Siem en ik echt verkering hebben?' Vraagt Daniël dan. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes. Wat is hij van plan? Sven testen?
'Uh, nee..?' Sven snapt het zo te horen ook niet. Daniël knikt.
'Dus je zou het ook niet erg vinden als blijkt dat Siem en ik eigenlijk geen hetero zijn?' Vraagt hij dan.
Verbaasd kijk ik naar Daniël. Verwacht hij echt dat hij of ik voor de ander zal vallen? Denkt hij dat we verliefd zullen worden? Denkt hij serieus waar dat hij mogelijk bi- of homoseksueel is?
'Ik denk het,' antwoordt Sven dan terwijl hij zijn schouders ophaalt. Daniël glimlacht. Ik schud mijn hoofd en haal mijn wenkbrauwen op. Dan drink ik mijn glas sinas in één keer leeg.
'Zullen we naar boven gaan?' Vraagt Daniël dan. Ik knik en sta op. Daniël staat ook op en we lopen richting de gang. Daniël doet de tussenduur open maar wordt dan tegengehouden door de stem van Sven.
'Oh, Daan, Samantha is nog langs geweest, ze had een briefje voor je. Ik heb hem op je bureau gelegd,' zegt hij.
'Oh, oké,' zegt hij en loopt de trap op. Ik volg hem naar zijn kamer. Daar doet hij de deur achter me dicht. Ik ga op het bed zitten. Daniël vouwt nieuwsgierig het briefje dat op zijn bureau ligt open en kijkt ernaar. Ik kijk naar zijn groene ogen die het papier scannen.
'Ze heeft de buurt getekend,' zegt hij en draait het blad naar me toe. De straat die je hier vanuit het raam kunt zien is prachtig nagetekend. Ik knik.
Dan legt Daniël de tekening neer op zijn bureau en ploft tegenover me neer op het bed. Met een grote glimlach kijkt hij me aan. Ook ik krijg een grote glimlach om mijn mondhoeken. Daniël scant mijn gezicht een keer goed en zorgvuldig. Ik voel dat ik begin te blozen. Daniël merkt het op en krijgt een grijns op zijn gezicht. Verlegen en beschaamd richt ik mijn ogen naar de grond. Ik ben niet echt gewend te blozen, en al helemaal niet door Daniël.
Voorzichtig kijk ik weer naar hem op en zie meteen zijn vrolijke groene ogen die me aankijken.
'Wat wil je doen?' Vraagt hij en glimlacht zijn perfect witte tanden bloot.
'Uh, gamen of zo?' Vraag ik. Hij knikt en start zijn PlayStation op. We spelen een aantal spellen tot ik naar huis moet, maar eigenlijk wilde ik nog helemaal niet gaan. Het was veel te gezellig.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top