05
Daniëls p.o.v.
Met Simon en de rest van de klas zit ik in de aula. Het is tamelijk rustig en leeg in de aula. Ik ben een beetje bezig met een spelletje op mijn schermpje terwijl ik af en toe een paar keer naar Simon kijk die tegenover me zit. Hij is ook druk bezig met zijn mobiel. Opeens klinkt er een onbekende stem aan het hoofd van de tafel.
'Jullie zijn toch die klas van dat sociale experiment?' Vraagt de jongen.
'Ja,' antwoordt Mirre. De jongen knikt een keer en kijkt dan de tafel rond. Iedereen zit tegenover zijn of haar verkering. Dan kijkt hij mij een keer diep aan. Een onaangenaam gevoel bekruipt me. Een paar tellen kijkt hij me zo aan en wendt dan zijn blik naar Simon. Ook hem kijkt hij zo een tijdje aan. Simons blik is verward. Even kijkt hij de jongen aan maar dan wendt de jongen weer zijn blik naar mij. Ook ik snap niet helemaal wat er aan de hand is.
'Interessant,' zegt hij, wisselt snel nog een keer een blik met Simon en mij en loopt dan weg. Ik kijk naar Simon en hij kijkt op hetzelfde moment naar mij. Hij fronst.
'Volgens mij beviel het hem niet helemaal...' zeg ik.
'Jup,' lacht hij. Dan is het weer stil. Ik focus me op mijn spelletje. Ik ben er niet echt heel erg goed in. Dan hoor ik dat Sandra iets zegt.
'Weet je eigenlijk wel niet hoe stom dit experiment is?' Zegt ze.
'Kom je daar nu pas achter?' Vraagt Simon en ik kijk snel een keer op naar haar maar kijk dan terug naar mijn schermpje. Ze zwijgt.
'Ik vind het nogal ver gaan,' zegt ze maar niemand reageert. 'Ik bedoel, stel nou dat je al iemand anders leuk vindt,' zegt ze dan en opeens heb ik al een voorgevoel dat het experiment niet uit zal werken tussen haar en Lex. Ook hij hoort deze opmerking en kijkt haar kort even argwanend aan.
'Het valt toch nog wel mee?' Vraagt Levi die links van haar zit.
'Nou, ik vind het nogal hoor, hand in hand door de school lopen,' houdt ze vol.
'Ach joh, dat stelt niets voor. Simon en Daniël hebben al een keer met elkaar het bed gedeeld, toch Simon?' Zegt Levi dan. Verbaasd kijkt Sandra naar Simon die rechts van haar zit om. Levi weet precies wat hij net heeft gedaan; de goedgelovigheid van Sandra opwekken.
'Serieus?' Vraagt ze. Simon kijkt naar haar op.
'Ja man, al drie keer,' zegt hij. Het valt me mee dat hij niet stom reageerde of zo aangezien hij al de hele tijd negatief over het experiment spreekt. Nee, hij speelt zelfs mee.
Sandra's ogen worden groot. Ze knippert een paar keer verrast.
'Daniël?' Vraagt ze dan. Geschrokken kijk ik haar aan. 'Is het waar?'
'Uh, ja...' besluit ik maar mee te spelen. De verbazing is enorm goed af te lezen op haar gezicht. Ik moet moeite doen om niet in de lach te schieten maar kan hem niet meer inhouden zodra Levi in de lach schiet. Ook Simon en ik liggen dubbel. Sandra kijkt dom om zich heen. Ze snapt het niet helemaal. Ik schiet nog harder in de lach.
'Wat?' Vraagt ze dan.
'Daniël en Simon zijn helemaal niet met elkaar naar bed gegaan,' lacht Levi. Sandra fronst en kijkt Levi dom aan.
'Maar ze zeggen het net zelf..!' Brengt ze uit.
'Sandra, we speelden maar met Levi mee,' zeg ik dan en ben ondertussen bijgekomen van het lachen. Ik kan zien aan haar gezicht dat ze het nog steeds niet snapt.
'We deden maar alsof omdat we weten dat je zo goedgelovig bent,' zegt Simon dan.
'Dus jullie zijn niet met elkaar naar bed gegaan?' Vraagt ze. Heeft ze het nou door of niet?
'Precies,' zegt Simon. Sandra schudt een keer haar hoofd en kijkt dan geïrriteerd voor zich.
Opeens stel ik me voor hoe het zal zijn om met Simon naar bed te gaan. Een enorme kick gaat door mijn lichaam. Snel schud ik de gedachte van me af. Wat was dat nou weer, Daniël? Je hoort niet aan zulke dingen te denken als het om je beste vriend gaat. Ik schud snel mijn hoofd en kijk Simon voorzichtig aan. Hij schudt ook zijn hoofd en glimlacht. Hij dacht nog aan Sandra's goedgelovigheid en had dus niet door dat ik met iets heel anders bezig was. Ik schenk er vlug geen aandacht meer aan en ga maar door met het spelletje op mijn telefoon.
Na een tijdje gaat eindelijk de bel. Even denk ik dat ik hem er tussenuit kan naaien om Simon te ontlopen, maar bedenk me dan dat ik hand in hand met Simon moet lopen.
Hoe ongemakkelijk.
Traag loop ik naar hem toe en pak zijn hand vast. Hij kijkt me fronsend aan. Hij merkt dat er iets is maar ik zeg niets.
'Alles oké?' Vraagt hij.
'Huh? Oh, ja, natuurlijk,' zeg ik snel en stap dan door. Simon neemt het ritme aan en blijft naast me lopen. Zacht zucht ik een keer.
Misschien had Simon toch gelijk en gaat dit experiment onze vriendschap verpesten. Maar ik heb heb beloofd dat het niet zal gebeuren dus dat laat ik ook niet gebeuren. We hebben geen tijd voor verpeste vriendschappen, alleen voor school en dat experiment. Laten we maar gewoon ons daarop concentreren.
We lopen door naar het lokaal en gaan zitten. Simon pakt zijn boeken op tafel en kijkt me dan aan. Ik zwijg.
'Er is iets,' zegt hij.
'Nee,' zeg ik snel. Misschien zei ik het net iets té snel...
'Waarom doe je nou zo raar?' Vraagt hij zacht.
'Ik doe helemaal niet raar,' probeer ik zo verontwaardigd mogelijk te klinken. 'Er is niets,' sis ik vervolgens en pak ook mijn boeken uit mijn tas. Ik sla ze open en begin te werken.
'Daniël?' Klinkt Simon zacht en streng maar ik negeer hem.
Ik moet gewoon even mijn gedachtes onder controle krijgen. Als Levi nou eens niet met die opmerking was gekomen, dan had ik nu niet zo stom gedaan. Bedankt, Levi.
Ik probeer me te focussen en werk vlug door. Nog nooit heb ik zo snel mijn opdrachten gemaakt. Ik kan gewoon even niet met Simon praten, dat wordt ongemakkelijk. Focus, Daniël, werk door, moedig ik me mezelf aan.
Even is Simon stil. Hij begint ook te werken. Opgelucht zucht ik. Dit had ik nodig: rust. Thuis ben ik eigenlijk steeds maar bezig met Samantha en nu blijf ik maar bezig met Simon. Ik vind het niet erg hoor, Simon, maar de laatste gedachte overdonderde me wel een beetje. Gelukkig is hij nu dus stil en kan ik me even volledig richten op mijn huiswerk. Twintig minuten is het stil, maar dan begint Simon toch te praten.
'Achtduizendvijfhonderdzesenvijftig gedeeld door honderdvierentwintig is negenenzestig,' mompelt hij zacht tegen zichzelf. Negenenzestig, humpf. Daar gaan mijn oversekste gedachtes weer. Ik zucht zacht een keer mopperend op mezelf.
'Sorry,' fluistert Simon zacht. Hij denkt dat ik zuchtte omdat hij zacht wat aan het uitrekenen was, maar mijn verbeeldingen gingen me weer eens te ver.
'Geeft niet,' zeg ik zacht terug.
Ik ga weer door met werken terwijl ik mezelf mentaal uitscheld en sla. Kalm aan, Daniël, denk ik. Een paar minuten is het weer stil.
'Hé, kan je vandaag afspreken?' Vraagt Simon dan.
'Ja,' flap ik eruit zonder na te denken. Ik geef mezelf mentaal een facepalm en een klap op mijn achterhoofd. Geweldig, dat wordt lekker awkward met Simon zitten zo. Ik zucht nog een keer en ga dan maar weer door met werken. Na een tijdje gaat de bel. Ik sta op en prop mijn boeken in mijn tas. Snel loop ik het lokaal uit terwijl ik strak voor me kijk. Dan voel ik dat iemand opeens mijn hand vastpakt. Geschrokken kijk ik om en besef me dan dat het Simon is vanwege het experiment. Ik glimlach moeilijk een keer naar hem en loop dan weer door. Ik draai en woel een beetje met mijn hand omdat ik me ongemakkelijk voel. Mijn mobiel trilt in mijn kontzak. Ik haal hem eruit en laat Simons hand los om te kunnen typen. Het is Samantha.
Samantha: Hey
Samantha: Nog lang op school?
Ik: Hallo
Ik: Ja, ik moet nog drie uur
Samantha: Balen
Simon kijkt mee op mijn scherm.
Ik: Wanneer moet jij beginnen?
Samantha: Maandag pas
Ik: Oké
Ik: Ik moet gaan, de les begint
Ik: Doei
Samantha: Doei x
Ik ga het lokaal in en ga zitten. Dat was even een mooi smoesje om Simons hand niet vast te hoeven houden. Maar ik kan natuurlijk ook weer niets met Samantha beginnen, dus heeft het alsnog niet veel nut. Ook deze les begin ik snel aan mijn huiswerk. Niet veel later begint de docent uit te leggen en noteer ik zo goed mogelijk wat hij zegt. Normaal maak ik helemaal geen aantekeningen, maar ik heb iets nodig waar ik me op kan concentreren en dit is daar perfect voor.
*
Na een aantal lessen is dan eindelijk de schooldag voorbij. Vermoeid loop ik het gebouw uit en ga naar mijn fiets.
'Daan!' Klinkt er dan. Verbaasd stop ik met lopen en kijk om. Simon komt eraan. Hij loopt naar me toe en gaat voor me stilstaan. We zwijgen en kijken elkaar even zo aan.
'Ga je dan mee?' Vraagt Simon na een korte stilte.
'Ik voel me niet helemaal lekker,' verzin ik. Hij knikt.
'Je ziet inderdaad wel een beetje bleek...' zegt hij dan. 'Beterschap,' zegt hij en loopt weg.
'Bedankt,' zeg ik nog en loop dan zelf naar mijn fiets. Ik stap op en fiets weg.
Onderweg doe ik zo hard mogelijk mijn best om op het verkeer te letten. Heelhuids kom ik thuis aan en ga meteen naar mijn kamer. Ik pak mijn boeken op mijn bureau waar ik morgen huiswerk van heb. Ik sla mijn boeken open en zie dat ik bij biologie beland ben. Ik werk snel en hard zodat ik wel op mijn werk moet blijven letten. Toch komt het gesprek dat zich in de aula plaatsvond weer naar boven drijven. Meteen stel ik me voor hoe het zou zijn als Simon en ik echt samen het bed zouden delen en se...-
Pats.
Ik sla mezelf op mijn wang. Het was harder dan verwacht en het laat een brandende pijn achter. Pijnlijk wrijf ik over mijn wang. Ik moet echt stoppen met die stomme gedachtes. Eigenlijk zijn die nog niet eens het ergste, maar het gevoel dat ik erbij krijg. Een of ander blij, opgewonden en vreemd gevoel. Zo'n gevoel dat je krijgt als je ontzettend goed nieuws krijgt, maar dan nóg beter. Gewoon dat al je hormonen en adrenaline door je lichaam heen gieren en het lijkt alsof je op het punt van knappen staat om vrolijk door de kamer te gaan dansen en opeens elk willekeurig persoon een kus te geven.
Ik zucht en leg verslagen mijn pen neer. Ik sta op en loop naar mijn raamkozijn. Ik zie dat Samantha in haar kamer zit. Ik ga op de vensterbank zitten en wacht tot Samantha het door zal hebben. Dan probeer ik me voor te stellen hoe het zou zijn om met Samantha het bed te delen, maar ik krijg helemaal niet dat knappende gevoel om mensen blij te gaan kussen. Nee, niet zo erg. Een heel klein beetje maar. Alsof Samantha me kan horen denken kijkt ze om. Een glimlach krult om haar mondhoeken. Ze staat op en loopt naar het raam.
'Hallo,' zegt ze blij.
'Hoi,' zeg ik met een grijns. Ik laat mijn ogen een keer over Samantha gaan. Haar blonde haren zitten in een slordige knot, haar blauwe ogen twinkelen en haar lichaam is strak. Op haar bovenlichaam draagt ze een legergroen shirt waarbij de hals die haar decolleté inloopt met een veter bij elkaar wordt gehouden. Haar zwarte jeans heeft gaten op meerdere plekken en laten huid zien. Ze ziet er verdomd goed uit.
'Al een beetje zin in school?' Vraag ik dan. Belangstelling tonen is belangrijk. Dat vinden meisjes leuk, toch? Ze glimlacht weer breed.
'Ja, hier maar een beetje troep ruimen is ook niet echt leuk,' zegt ze. Ik knik. Dan hoor ik gedempt vanuit Samantha's raam iemand haar naam roepen en dat het eten klaar is.
'Ik kom!' Roept ze terug. 'Ik moet gaan,' zegt ze met een scheef glimlachje.
'Is goed, ik zie je snel,' zeg ik en kruip van de vensterbank af.
'Tot snel,' zegt ze, sluit haar raam en rent de kamer uit. Ik laat mijn raam open staan zodat verse lucht naar binnen kan en ga door met mijn huiswerk.
---
De link van het WhatsApp-gesprek op Tap!:
https://taptap.app.link/mr2SITLDtC
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top