hoofdstuk 5
♪ The Adults Are Talking – The Strokes ♪
Met Simon en de rest van de klas zit ik in de aula. Het is tamelijk rustig en leeg. Terwijl ik op mijn telefoon door Instagram ga, kijk ik af en toe op naar Simon tegenover me. Ik vraag me nog steeds af waarom hij gisteren plotseling zo boos was over de situatie met Samantha. Ik probeer mezelf af te leiden door ondertussen naar de gesprekken om me heen te luisteren.
'Weet je hoe saai theorie leren voor je rijbewijs is?' vraagt Felix.
'Hoezo ben je nu al bezig met je theorie leren?' vraagt Levi verward terug.
'Over een paar weken ben ik 15,5, dan kan ik op voor mijn theorie voor mijn scooterrijbewijs', legt hij uit. Met een smalle glimlach kijk ik op en zie Levi verward zijn hoofd schudden.
'Waarom zou je dat willen?' vraagt hij. Triomfantelijk haalt Felix zijn schouders op en begint met zijn been te wiebelen.
'Weet je hoe handig dat is? Dan hoef ik niet naar school te fietsen en kan ik makkelijk door voor een rijbewijs. En later zelfs misschien een motor', zegt hij.
'Oh, jij bent zo niet cool genoeg om motor te rijden', zegt Levi plagend, waardoor Felix verontwaardigd zijn mond open laat vallen.
'Nou zeg!' stoot hij met overslaande stem uit en friemelt beledigd aan zijn armbandje. We lachen.
'Felix, zit alsjeblieft stil', verbreekt Bente het moment en legt haar hand op zijn bovenbeen om zijn gewiebel te stoppen.
'Sorry', fluistert hij en beweegt beschaamd zijn been onder haar hand uit.
'Stomme wipkip', lacht Levi hem uit. Felix' grijns wordt weer breed.
'Wil je een ritje maken op deze wipkip, Levi? Kijk maar eens wat ik kan wippen dan', zegt hij, waardoor iedereen hard lacht.
Opeens klinkt er een onbekende stem aan het hoofd van de tafel, waardoor iedereen stilvalt en verrast opkijkt.
'Jullie zijn toch die klas van dat sociale experiment?' vraagt een onbekende jongen.
'Ja, dat zijn wij', antwoordt Mirre. De jongen knikt en kijkt een keer de tafel rond. Iedereen zit tegenover zijn of haar partner van het experiment. Dan kijkt hij me met een kille blik diep aan. Een akelig gevoel bekruipt me. Een paar tellen blijven zijn bruine ogen op mij rusten, dan glijden ze door naar Simon. De uitstraling van de onbekende jongen is nog altijd even kil. Ook Simon blijft hij even zo aankijken.
Ik wil mijn stoel naar achteren schuiven en vragen of er een probleem is. Beter waagt hij het niet om ook maar één verkeerd woord tegen Simon te zeggen. Simons blik is verward en enigszins beledigd.
Net wanneer ik op wil staan om de jongen aan te spreken, haalt hij zijn blik weer van Simon af en kijkt naar mij.
'Interessant', zegt hij en loopt vervolgens weg. Beduusd blijf ik achter. Tegelijkertijd kijken Simon en ik elkaar aan.
'Volgens mij beviel het hem niet helemaal...' stamel ik. Het voelt zuur om deze woorden uit te spreken.
'Jup,' lacht Simon, 'dan ben ik niet de enige', lacht hij daarna. En ook al wil ik het niet, toch kan ik een lach niet inhouden.
'Weten jullie eigenlijk wel hoe stom dit experiment is?' klinkt Sandra opeens, waardoor iedereens aandacht nu op haar gevestigd is.
'Kom je daar nu pas achter?' vraagt Simon, waardoor ik snel een keer naar hem kijk. Ik vind het jammer dat hij er niet zo over denkt als ik. Sandra weet hier even niets op terug te zeggen.
'Ik vind het nogal ver gaan', zegt ze, maar niemand reageert. 'Ik bedoel, stel nou dat je al iemand anders leuk vindt', licht ze toe en opeens heb ik een voorgevoel dat het experiment tussen haar en Lex niet zo goed zal gaan. Ook hij hoort deze opmerking en kijkt haar kort en argwanend aan.
'Het valt toch nog wel mee?' vraagt Levi nu.
'Nou, ik vind het nogal wat, hoor, hand in hand lopen', houdt ze vol. Stiekem wil ik er hard om lachen. Als ze hand in hand lopen al erg vindt, ben ik benieuwd wat er nog meer in het experiment zal komen en hoeveel extremer dit zal zijn dan simpel hand in hand lopen.
'Ach joh, dat stelt niets voor!' brengt Felix nu uit. 'Simon en Daniël hebben al een keer met elkaar het bed gedeeld, toch Siem?' zegt hij. Zodra Simon onze namen hoort, kijkt hij verbaasd op. Sandra kijkt verbaasd om naar Simon. Felix weet precies wat hij net heeft gedaan; de goedgelovigheid van Sandra opwekken.
'Serieus?' vraagt ze. Simon wendt zijn blik van Felix naar Sandra.
'Ja, Daniël en ik zijn al zo lang vrienden en draaien er al zo lang omheen, dat we maar besloten hadden om het toch maar eens samen te proberen', speelt hij met Felix mee. Het verrast me dat hij er niet boos op reageert, maar juist erin mee gaat. Sandra's ogen worden groot.
'Echt waar?' stamelt ze verslagen.
'Ja, en het beviel best goed, al zeg ik het zelf. Daniël is nu zo verslaafd aan me dat we het nog drie keer hebben gedaan.' Ze knippert een paar keer verrast terwijl ze toekijkt hoe hij nonchalant met zijn ketting speelt.
'Daniël?' vraagt ze dan. Geschrokken kijk ik haar aan. 'Is dat waar?'
'Waarom zou Simon liegen?' besluit ik ook mee te spelen en haal mijn schouders op. Het laat me echter hopen. Ik wil later zo'n relatie hebben dat ik verslaafd ben en niet meer genoeg kan krijgen van haar.
De verbazing is goed af te lezen op Sandra's gezicht. Ik moet moeite doen om niet in de lach te schieten, maar ik kan mijn lach niet meer inhouden zodra Felix in de lach schiet. Ook Simon en ik liggen nu dubbel. Wat andere mensen uit de klas lachen ook mee. Sandra kijkt dom om zich heen, waardoor ik nog harder in de lach schiet.
'Wat?' stamelt ze als reactie op het gelach.
'Daniël en Simon zijn helemaal niet met elkaar naar bed gegaan', lacht Felix, zijn hoofd zo rood als een tomaat. Sandra fronst en kijkt hem raar aan.
'Maar ze zeggen het net zelf..!' brengt ze uit.
'Sandra, we speelden maar met Felix mee', zeg ik, ondertussen bijgekomen van het lachen. Aan haar gezicht is te zien dat ze het nog steeds niet snapt.
'We deden maar alsof, omdat je zo goedgelovig bent', legt Simon uit.
'Dus jullie zijn niet met elkaar naar bed gegaan?' vraagt ze.
'Precies', zegt Simon. Sandra schudt geïrriteerd haar hoofd en kijkt voor zich uit.
En door terug te denken aan het gesprek van net, stel ik me opeens voor hoe het zou zijn als Simon inderdaad degene zou zijn aan wie ik zo verslaafd raak dat ik er geen genoeg meer van kan krijgen, hoe het zou zijn om met hem het bed te delen. Snel schud ik mijn hoofd om de gedachte van me af te schudden.
Wat was dat nou weer, Daniël? Je hoort niet over dat soort dingen na te denken als het om je beste vriend gaat.
Voorzichtig kijk ik naar Simon op, die ook zijn hoofd schudt en naar me glimlacht. Hij dacht nog aan Sandra's goedgelovigheid, terwijl ik met mijn gedachten heel ergens anders was. Snel probeer ik er geen aandacht meer aan te schenken, maar een ongemakkelijk gevoel blijft me volgen.
Wanneer eindelijk de bel gaat, sta ik vlug op en wil snel weglopen, maar bedenk me dan dat ik hand in hand moet lopen met Simon.
Traag loop ik naar hem toe en pak zijn hand vast. Jammer genoeg vraagt hij deze keer niet of dit wel echt nodig is. Fronsend kijkt hij me aan. Hij merkt dat er iets is, maar ik zeg niets.
'Alles oké?' vraagt hij, waardoor ik uit mijn dagdroom schiet en hem aankijk in zijn bezorgde, bruine ogen.
'Ja, tuurlijk', stamel ik en loop dan door. Simon neemt mijn ritme aan en blijft naast me lopen.
Zacht zucht ik een keer. Misschien had Simon gelijk en gaat dit experiment onze vriendschap verpesten. Maar ik heb hem beloofd dat dat niet zal gebeuren, dus laat ik het ook niet gebeuren. We hebben geen tijd voor verpeste vriendschappen, alleen voor school en het experiment.
We lopen door naar het lokaal en gaan zitten. Simon legt zijn boeken op tafel en kijkt me aan. Ik zwijg.
'Er is iets', zegt hij en kijkt me fronsend aan. Ik zie hem naar mijn borst kijken. Betrapt kijk ik naar de blonde krullen over zijn voorhoofd.
'Nee', zeg ik bot en snel. Misschien iets té snel...
'Waarom doe je nou zo raar?' vraagt hij zacht.
'Ik doe helemaal niet raar', probeer ik zo verontwaardigd mogelijk te klinken. 'Er is niets', sis ik vervolgens en pak ook mijn boeken uit mijn tas. 'Laat me met rust. Ik mag jou ook niet lastigvallen als het experiment je niet aanspreekt.' Ik sla mijn boeken open en begin te werken.
'Daniël?' klinkt Simon nu zacht en streng, maar ik negeer hem.
Ik moet gewoon even mijn gedachten onder controle krijgen. Als Felix niet met die opmerking was gekomen, was er nu niets aan de hand geweest. Bedankt, Felix.
Ik probeer me te focussen en werk vlug door. Nog nooit heb ik zo snel mijn opdrachten gemaakt. Ik kan gewoon even niet met Simon praten, dat wordt ongemakkelijk. Dus dat gebruik ik als drijfveer om zo gefocust mogelijk te werken.
Gelukkig blijft Simon nu ook stil en gaat ook bezig met zijn huiswerk. Opgelucht zucht ik. Dit had ik nodig: rust. Thuis blijf ik maar bezig met Samantha en op school blijf ik maar bezig met Simon. Ik vind het niet erg hoor, Simon, maar de laatste gedachte overdonderde me een beetje.
'Kan je afspreken vandaag?' vraagt Simon en ik ben zo enthousiast dat hij dit niet wil vermijden vanwege het experiment, dat ik antwoord geef zonder er verder bij na te denken.
'Ja, gezellig', zeg ik, maar bedenk me dan hoe ongemakkelijk het waarschijnlijk zal worden. Ik zeg echter niets meer.
Na een tijdje gaat eindelijk de bel. Ik sta op en prop mijn boeken in mijn tas. Vlug loop ik het lokaal uit en kijk strak voor me uit. Wanneer ik de trappen op wil gaan, hoor ik opeens iemand naast me.
'Toch besloten niet meer mee te doen met het experiment?' Het is Simon, die me met een tevreden grijns aankijkt.
'Natuurlijk niet', zeg ik nu geïrriteerd. Simon gaat dit niet van me winnen. Mijn mobiel trilt in mijn broekzak, waardoor ik hem er snel eruit haal en dit als extra excuus gebruik om Simons hand niet vast te hoeven houden. Het is een berichtje van Samantha.
Samantha: Hey :)
Samantha: Nog lang op school?
Ik: Hey ;)
Ik: Ja helaas wel
Ik: Ik moet nog drie uur
Samantha: Ah, balen
Simon kijkt mee over het randje van mijn telefoon.
Ik: Wanneer begin jij met school?
Samantha: Maandag pas
Ik: Ah oké
Ik: We kunnen dan eventueel wel samen naar school fietsen als je dezelfde tijd moet beginnen ;)
Samantha: Ja, dat zou gezellig zijn!
Ik: Is goed, dan doen we dat ;)
Ik: Maar ik moet gaan
Ik: Mijn les begint
Ik: Doei ;)
Samantha: Is goed
Samantha: Tot later x
Verbaasd kijk ik naar het kleine kruisje achter haar afscheid; een kusje. Ik voel Simons ogen in me branden. Voorzichtig kijk ik naar hem op. Ik trek mijn wenkbrauwen op terwijl ik flauw naar hem grijns, maar zijn gezicht blijft vlak.
Wanneer de laatste les over is, kan ik eindelijk naar huis. Vermoeid loop ik het schoolgebouw uit, op weg naar mijn fiets.
'Daan!' klinkt er plotseling achter me. Ik draai me om en stop met lopen. Simon jogt de school uit en komt op me af. Voor me staat hij stil en zwijgend kijkt hij me aan. Zijn ogen dwalen over mijn gezicht.
'Ga je mee dan?' vraagt Simon na een korte stilte en kijkt me weer aan. Ik voel me ongemakkelijk door zijn bruine ogen, die diep in mijn ogen kijken en me haast uit elkaar plukken om alles van me uit te vinden.
'Sorry, ik voel me niet helemaal lekker', verzin ik. Hij knikt en laat zijn ogen weer over mijn gezicht gaan.
'Je ziet inderdaad een beetje bleek', zegt hij en het voelt haast als een belediging omdat ik me helemaal niet ziek voel. Zijn ogen glijden naar beneden, naar mijn borst. Verbaasd volg ik zijn blik, zie heel licht de afdruk van mijn ketting door mijn shirt heen. Snel kijk ik weg naar de grond.
Ik kijk weer op naar Simon en voel dat ik bloos. Ook bij hem zijn zijn wangen een beetje rood. Ik rits mijn jas dicht, waardoor Simons ogen naar me op schieten.
'Beterschap dan maar', stamelt hij.
'Bedankt', mompel ik en loop richting mijn fiets. Het doet pijn om tegen hem te liegen, maar het is beter voor nu. Ook Simon gaat richting zijn fiets. Ik stap op en fiets weg.
Thuis aangekomen ga ik meteen naar mijn kamer en kruip achter mijn bureau. Traag begin ik aan mijn huiswerk en probeer zo goed mogelijk mijn focus erbij te houden. Om op mijn werk gericht te blijven, ga ik sneller en harder aan de slag.
Toch komt het gesprek dat zich in de aula plaatsvond weer naar boven drijven. En omdat ik hier weer aan herinnerd word, beeld ik me in hoe het werkelijk zou zijn als ik inderdaad met Simon het bed gedeeld zou hebben en sek–...
Pats.
Ik sla mezelf op mijn wang en schud mijn hoofd. Mijn mep was harder dan verwacht en laat een stekende pijn achter. Pijnlijk wrijf ik over mijn wang. Deze gedachten moeten echt ophouden.
Ik zucht verslagen en leg mijn pen neer, wrijf een keer door mijn ogen heen.
Ik sta op en loop naar mijn raamkozijn. Nadat ik mijn raam een beetje heb geopend voor frisse lucht, ga ik zitten en zie Samantha een van haar verhuisdozen uitruimen. Ik wacht tot ze doorheeft dat ik er zit. Dan stel ik me voor hoe het zou zijn om met Samantha het bed te delen en seks te hebben, maar schud ook snel deze gedachte van me af.
Eindelijk kijkt ze naar me om. Wanneer ze naar me glimlacht, voel ik mijn wangen branden. Ze loopt weg van de doos en komt naar haar raam toe, opent het en glimlacht opnieuw. Ik glimlach terug naar haar.
'Hey hey', zegt ze blij.
'Hey', zeg ik met een kleine grijns en laat mijn ogen over haar heen gaan. Haar haar zit in een warrige knot, ze draagt een simpele zwarte blouse en een zwarte spijkerbroek. Ze zijn een beetje stoffig van de spullen die ze aan het uitruimen is. Ze ziet er verdomd goed uit.
'Al een beetje zin in school?' vraag ik. Belangstelling tonen is belangrijk. Dat vinden meisjes leuk, toch? Ik lijk even niet meer te weten hoe ik moet flirten, waar ik normaal geen moeite mee heb.
'Ja, best wel! Hier maar een beetje troep opruimen is ook niet echt leuk', antwoordt ze en ik lach.
'Snap ik', zeg ik hierop. Dan hoor ik gedempt iemand haar naam roepen.
'Ik kom!' roept ze terug. 'Ik moet gaan', zegt ze, lijkt niet helemaal overtuigd om werkelijk te gaan.
'Is goed. Ik spreek je snel weer', zeg ik met een knipoog. Ze lacht zacht.
'Gezellig. Tot snel', zegt ze, sluit haar raam en verdwijnt dan haar kamer uit. Ik zucht zacht en loop terug naar mijn bureau.
Waarom heb ik het mezelf zo lastig gemaakt?
--------------------
Wil je sneller verder kunnen lezen? "20 leerlingen in één klas" is te koop via Brave New Books, verschillende webshops en boekenwinkels! In het hoofdstuk "Het boek kopen" vind je eventueel meer informatie. De boeken zijn makkelijk te vinden met ISBN 9789464925821 en/of ISBN 9789464925838. Door het boek te kopen kun je helemaal zelf bepalen wanneer je verder leest. :)
Heb je iets meer geduld? Dan kan je elke dinsdag en elke donderdag een nieuw hoofdstuk verwachten!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top