hoofdstuk 43
♪ It Will Rain – Bruno Mars ♪
Ongelofelijk, ongelofelijk dat het zo is gebeurd. Uitgeteld van mijn paniekaanval en het eindeloze huilen van gisteravond lig ik in mijn bed. Ondertussen is het al zaterdagmiddag, maar ik heb me er nog geen tel toe kunnen zetten om me uit mijn bed te verplaatsen.
Zwijgend kijk ik naar de ketting op mijn nachtkastje. Het leek mij wel duidelijk dat na dit fiasco onze vriendschap dan officieel over is.
Maar toch lig ik nu hier in bed, mijn mobiel voor de zoveelste keer in mijn handen. Beduusd kijk ik naar de berichten die we elkaar hadden gestuurd op de eerste dag van het experiment.
Ik: Ik denk dat het alleen maar onze vriendschap zal verpesten...
Daanosaurus: Ach joh, dat zal vast niet gebeuren
Daanosaurus: Dat laat ik niet gebeuren
En toch is het gebeurd. Huilend lees ik de lap tekst in mijn berichtenbalk, hoopvol dat ik daarmee nog enigszins onze vriendschap zou kunnen redden.
"Daniël, het spijt me ontzettend maar het is gebeurd. Dat verdomde experiment van Friekman waar ik zo hard aan weigerde mee te doen heeft gewerkt. Misschien is het geen verrassing voor jou, Daniël, want iedereen valt als een blok voor jou, maar ook ik ben aan je bezweken. Noem me er achterlijk voor, dat dit geschifte experiment heeft gewerkt, maar het is nou eenmaal zo. En het spijt me dat dit zo is, want ik weet dat onze vriendschap hierdoor nooit meer hetzelfde zal zijn. Sorry dat ik onze band op deze manier heb weten te verknallen. En ook al zal het hierna nooit meer hetzelfde zijn tussen ons, toch hoop ik dat we hier een weg doorheen weten te vinden en beste vrienden kunnen blijven. Het zou mijn hart breken als ik je niet meer in mijn leven zou hebben. Sorry, echt sorry dat het gebeurd is. Hopelijk begrijp jij ook dat dit nooit mijn bedoeling was geweest en ik ook het liefst dingen hetzelfde had gehouden zoals ze waren voordat we aan het experiment waren begonnen. En voel je niet aangevallen als je dit leest, maar ik had je gewaarschuwd. Ik had je gewaarschuwd dat dit experiment alleen maar fout af kon lopen. En we zijn beide blind in die val gelopen. Maar alsjeblieft, geef me een kans om dit recht te trekken en ons samen hier doorheen te slaan. En hoe graag ik die kans ook zou willen, toch begrijp ik het dat je door deze omstandigheden niets meer te maken met me wil hebben. Sorry, Daniël, dat het zo heeft moeten gaan."
Keer op keer scan ik de woorden, die ik huilend in heb getypt. Mijn duim zweeft boven de verzendknop, maar ik weet mezelf er niet toe te brengen het werkelijk te versturen. Simpelweg omdat ik te bang ben voor de reactie van Daniël. Ik knip de tekst uit mijn berichtenbalk en plak hem in mijn notities, niet bereid om hem te versturen, maar ook niet bereid om deze pijnlijke maar ongelogen woorden te verwijderen om in de vergetelheid te laten verdwijnen.
Ik druk mijn telefoon uit en gooi mijn dekens over mijn hoofd, alsof ik op deze manier de situatie kan ontwijken. Maar ik zal er hoe dan ook mee geconfronteerd worden, wetende dat school me na het weekend weer op staat te wachten samen met Daniël – samen met Daniël.
Vermoeid van mijn zorgen dompel ik in een lichte slaap. In mijn slaap droom ik. Ik droom dat ik het bericht wel naar Daniël stuur, wiens reactie een korte "laat me met rust" is en me daarna blokkeert. Door deze droom – eerder nachtmerrie – schrik ik op uit de lichte slaap en kijk naar mijn telefoon. Er is echter nog steeds niets veranderd sinds ik weg ben gedommeld.
In paniek sta ik op. Ik moet Daniël spreken. Ik kan mijn gevoelens voor hem niet onze vriendschap laten bedwelmen. Snel, ik moet hem snel spreken voordat zijn gedachten te erg geïnfecteerd zijn door zijn eigen denken.
Ik ga naar mijn contacten en zoek Daniël op, zweef mijn vinger boven de hoorn onder zijn naam. Nee, ik durf het niet. Ik kan ons hier niet mee confronteren. Verslagen laat ik mezelf op het bed zakken. Hoe kan ik dit ooit terugdraaien?
Dan sta ik weer op, ijsbeer wat door mijn kamer en trek dan mijn schoenen aan. Ik moet Daniël spreken en hem smeken om hieraan te werken, en dat gaat het beste als ik dit face-to-face doe. Ik steek mijn telefoon in mijn kontzak, trek in de gang mijn jas aan en stap buiten op mijn fiets.
Snel fiets ik door de straten, op weg naar Daniël. Daniël, de jongen die mijn beste vriend was en toen opeens mijn geforceerde vriendje. Het geforceerde vriendje wat gewerkt heeft; het geforceerde vriendje dat alles verpest heeft. En nu is alles wat we ooit eerder hadden voorbij.
Halverwege trap ik vol op mijn rem, met als gevolg dat mijn wielen over het fietspad piepen. Ik kan dit niet, ik kan Daniël niet onder ogen komen. Ik kan deze confrontatie niet aangaan. Zodra ik hem aanga, is het daarmee officieel dat onze vriendschap over is en we er of aan gaan werken, of het hierbij laten en onze wegen zullen laten scheiden.
Verslagen loop ik met mijn fiets aan mijn hand naar een bankje en neem plaats. Zonder me er één tel zorgen over te maken, laat ik mijn fiets los en laat hem op de grond kletteren. Tranen beginnen uit mijn ogen te komen en ik veeg ze keer op keer met neergeslagen hoofd weg.
Ik kan dit gesprek niet aan. Hiermee zal alles tussen Daniël en mij tot zijn einde komen. Zenuwachtig wil ik de hanger van mijn ketting over zijn ketting schuiven, maar besef waar deze is zodra ik naar iets grijp wat er niet is.
Het is over. Alles wat Daniël en ik hadden, het is weg. En het is mijn verdomde schuld. Ik ben degene die onze vriendschap verpest heeft.
In alle haast sta ik op. Nee, ik moet wel met Daniël gaan praten. Ik moet dit goed gaan maken en alles wat er nog van onze vriendschap over is zien te redden en herstellen.
Gestrest pak ik mijn fiets op en stap weer op, in alle haast om zo snel mogelijk bij Daniël te zijn en recht te praten wat er gebeurd is.
Met alle kracht in mijn lijf breng ik mijn benen zo snel mogelijk rond en cross over de straten naar Daniëls huis – het huis dat de laatste weken zo erg als mijn tweede thuis heeft gevoeld. Daar, in Daniëls handen.
Na een uitputtende fietstocht kom ik eindelijk aan bij de plek die me op dit moment zo ontzettend bang maakt. Ik weet niet hoe, maar ik moet dit goedmaken. Ik zet mijn fiets weg en loop met een bonzende hartslag naar de voordeur.
Ik bel aan met hun cameradeurbel, me er volledig van bewust dat Daniël kan zien wie er voor zijn deur staat. Ik word alsmaar zenuwachtiger. Dadelijk krijg ik de jongen te zien met wie ik maar al te graag wil zoenen, maar mijn enige kans daartoe heb verpest.
Na een aantal minuten van wachten is de deur nog niet geopend en stap ik verslagen weg van de voordeur. Ik had kunnen verwachten dat Daniël me niet wilde spreken.
Wanneer ik weer op mijn fiets zit en richting huis ga, komen de tranen als rivieren uit mijn ogen. Het is over, het is officieel over. Ik had gisteren na die kus niet weg moeten rennen, toen meteen uit moeten leggen wat de situatie was, zodat de lucht hopelijk nu meer geklaard was geweest. Daniël heeft nu genoeg tijd gehad om na te denken en te doen beseffen wat er aan de hand is – en dat hij daar niets mee te maken wil hebben.
Thuis plof ik weer neer op mijn bed, gelukkig geslaagd mama te ontlopen. Ik schop mijn schoenen uit en kruip onder de dekens, die nog slordig op mijn bed lagen.
Van top tot teen begraaf ik me eronder, hoop me zo te kunnen verstoppen voor de gevoelens die ik ontwikkeld heb, maar ik weet dat ik hierin nooit zal slagen. En dit zorgt voor een nieuw waterballet uit mijn ogen.
Het verdriet put me zo uit dat ik na een kwartier in slaap ben gevallen; een slaap waarin de ene na de andere nachtmerrie me lastigvalt. En het is verdomme mijn eigen schuld.
Na een aantal uren slapen schrik ik wakker door een melding van mijn telefoon. Gehaast pak ik hem op, in de hoop dat het Daniël is, maar er lijkt geen teken van leven bij hem. Nee, het is een bericht van Sven.
Sven: Hé Simon
Sven: Ik zag dat je langs was geweest
Sven: Sorry, er was thuis even iets tussen gekomen
Sven: Daniël is nu wel thuis als je hem graag wil zien
Sven: Hij kan het denk ik wel gebruiken
Licht knijp ik mijn ogen dicht en laat de woorden tot me binnendringen. Ik doe er echter niets mee en leg mijn telefoon weg zonder hem te ontgrendelen en Sven te antwoorden. Het is voorbij, wat ik ook zal doen. Daniël spreken zal geen nut hebben.
Dus ik besluit de rest van de dag in mijn bed te blijven liggen – het hele weekend zelfs. Als het kan zelfs graag tot in de vergetelheid.
--------------------
Wil je sneller verder kunnen lezen? "20 leerlingen in één klas" is te koop via Brave New Books, verschillende webshops en boekenwinkels! In het hoofdstuk "Het boek kopen" vind je eventueel meer informatie. De boeken zijn makkelijk te vinden met ISBN 9789464925821 en/of ISBN 9789464925838. Door het boek te kopen kun je helemaal zelf bepalen wanneer je verder leest. :)
Heb je iets meer geduld? Dan kan je elke dinsdag en elke donderdag een nieuw hoofdstuk verwachten!
Op "20 leerlingen in één klas" volgt ook de spin-off "40 seconden met één jongen". Ook "40 seconden met één jongen" is te koop via Brave New Books, verschillende webshops en boekenwinkels! De boeken zijn makkelijk te vinden met ISBN 9789464926026 en/of ISBN 9789464926033. Door het boek te kopen kun je helemaal zelf bepalen wanneer je aan het vervolg begint! :)
Voor "40 seconden met één jongen" kan je elke woensdag en elke vrijdag een nieuw hoofdstuk verwachten!
(Als je de verhalen nog niet kent, zou ik niet aan "40 seconden met één jongen" beginnen voordat je "20 leerlingen in één klas" hebt gelezen!)
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top