hoofdstuk 25

♪ True – Spandau Ballet ♪

Het is maandagochtend en ik zit op de fiets richting school. Ik zou kunnen zeggen dat ik er geen zin in heb, maar dat is niet helemaal waar. In de lessen en het huiswerk heb ik geen zin, maar op school zijn wel mijn vrienden.

En Simon, op school is ook Simon. Hem simpelweg een vriend noemen voelt niet voldoende. Ook de benaming beste vriend lijkt niet aan de eisen te voldoen. De connectie die ik heb met Simon is als met geen ander, vooral sinds het experiment.

Hoewel ik eerst zo goed bij hem kon peilen wat er door zijn hoofd gaat, lijkt daar nu af en toe nog maar weinig van over. Aan de ene kant probeert hij me aan Samantha te koppelen, maar aan de andere kant weet ik dondersgoed dat mijn contact met Samantha hem kwetst.

De ene keer protesteert hij over het experiment, de andere keer voert hij – zonder ook maar één keer te twijfelen – de meest intieme opdracht van het experiment klakkeloos uit.
Ik heb dan wel tegen Sven gezegd dat Simon het experiment niet wil doen, maar ik begin er elke dag meer over te twijfelen. Het lijkt erop dat hij aan het idee van het experiment gewend is.

Ik voel me schuldig voor hem dat hij zo geraakt lijkt te zijn door de situatie met Samantha. De gebroken blik in zijn ogen toen hij de roddels over Samantha en mij in de aula hoorde vertelde mij genoeg. Simon lijkt niet door te hebben dat Samantha ontzettend veel zou moeten bieden om te verbreken wat ik met Simon heb. De band die ik met Simon heb, kan niemand overtreffen.

Ik fiets de fietsenstalling in en spring van mijn fiets af voordat ik hem praktisch het rek in gooi. Bijna vergeet ik hem op slot te zetten, zo gedreven om de school in te komen. In de school aangekomen zie ik Simon al bij zijn kluisje staan.
Met een kleine glimlach op mijn gezicht loop ik naar hem toe en leun tegen de kluisjes aan.

'Hey', groet ik hem. Verbaasd kijkt Simon naar me om.
'Jezus, ik schrok me dood', zegt jij.
'Zo eng ben ik nou ook weer niet', zeg ik en lach. Simon lacht ook en pakt lichtjes zijn ketting vast.
'Uh, jawel', zegt hij en haalt zijn rugzak van de grond af. Zijn bruine ogen staan vrolijk, wat mij ook opvrolijkt. Nadat hij zijn kluisje heeft gesloten, gaan we samen naar mijn kluisje. Gefrustreerd zoek ik in mijn rugzak naar de sleutel.

'Wat hebben we het tweede en derde uur?' vraag ik wanneer ik de sleutel eindelijk gevonden heb.
'Grieks en wiskunde', antwoordt Simon. Snel prop ik mijn jas in mijn kluisje en begin dan wat boeken te wisselen.
'Heb je nog iets gedaan het weekend?' vraagt Simon. Ik kijk naar hem om en laat mijn ogen over zijn gezicht gaan.

Hij kijkt weer lastig, waarschijnlijk met zijn gedachten bij Samantha. Zijn berichtje over haar afgelopen zaterdag brak mijn hart. De "of zo" om het onverschillig over te laten komen, maar de vraag zelf bewijst dat het hem weldegelijk iets boeit.

'Nee, niet echt. Ik heb heel de zondag eigenlijk alleen maar aan al die verslagen gezeten', antwoord ik en sluit tegelijkertijd mijn kluisje. Hij knikt. 'Heb jij nog iets gedaan?' vraag ik terwijl we naar de aula lopen.
'Nee, ook niet echt. Ik heb nog wat huiswerk gemaakt en daarna even piano geoefend, meer niet', zegt hij. Met een glimlach kijk ik hem aan.
'Wat ben je aan het spelen?' vraag ik. Hij bloost.
'Ja, gewoon, iets. Ik weet de naam niet', stamelt hij en haalt zijn schouders op. Ik lach.

In de aula schuiven we aan bij de rest van de klas. Iedereen lijkt nog wat slaperig, behalve Gijs en Hilde – die ongestoord hun tongen in elkaars strotten steken. Kort kijk ik ernaar en kijk dan fronsend naar Simon, die mij ook verdwaasd aankijkt.
Dan kijkt hij weer naar het zoenende stelletje voor zich en geeft Gijs een schop onder de tafel. Verbaasd en verontwaardigd breekt hij los van Hilde en kijkt om naar Simon.
'Stik er niet in, hè?' zegt Simon met een scheve grijns. Ik proest van het lachen, totaal verrast door deze actie van Simon. Ook Felix en Levi hoor ik lachen. Gijs krijgt een scheve grijns op zijn gezicht en leunt achterover in zijn stoel. Triomfantelijk kijkt hij Simon aan.

'Kijk, dat jij Daniël niet in het openbaar durft te zoenen–'
'Ik zoen Daniël ook niet privé', onderbreekt Simon hem. Hij klinkt fel en geschrokken. Zijn hoofd is knalrood en nerveus speelt hij met zijn ketting. Gijs grijnst weer flauw.

'Boeien. Dat jij Daniël niet openbaar en privé durft te zoenen, zou mij er toch niet van moeten weerhouden om Hilde te zoenen?' zegt hij. Vanuit mijn ooghoeken kijk ik opnieuw naar Simon, die overdonderd lijkt.
'Daar heb je een punt...' stamelt hij. 'Maar dan kan je het alsnog inperken.' Gijs haalt zijn schouders op.

'Dat terzijde, Simon, zo erg kan het toch niet zijn om Daniël te zoenen?' zegt Gijs. Simons hoofd wordt nog roder en ook ik voel mijn wangen branden. Ik kijk scheef naar Gijs, die een voldane blik op zijn gezicht draagt.
'De dames vinden het duidelijk niet', stamelt Simon als antwoord, zenuwachtig spelend met zijn ketting. Zacht zucht ik.

Ergens beledigt het me dat Simon zo over me denkt. Toen ik hem vorige week op mijn schoot had zitten en hij begon over mijn zogenaamde naaiatelier, kon ik alleen maar denken hoe hij me als een of andere casanova ziet. Ik wil niet dat dit het beeld is wat Simon van me heeft.

'Hm, misschien ook maar eens zelf ondervinden, dan', zegt Gijs nu. Mijn wangen voelen als brandende kolen.
'Gast, het is maar een experiment. Ik ga Daniël echt niet zoenen', zegt Simon, opnieuw zijn stem fel. Op dat moment gaat de bel. Meteen staan Simon en ik op om te voorkomen dat we nog langer in deze ongemakkelijke situatie moeten zitten.

Bij het lokaal aangekomen zit mevrouw Friekman al klaar achter haar bureau. Met een glimlach kijkt ze naar ons om.
'Goedemorgen, heren', groet ze ons.
'Hallo', zeggen Simon en ik tegelijkertijd. Vooraan in de klas nemen we naast elkaar plaats. De rest van de klas komt ook langzaamaan binnen. Terwijl Gijs met een grote grijns naar ons kijkt, loopt hij naar zijn plek. Voorzichtig kijk ik naar Simon, die nerveus met zijn vingers speelt. Zijn handen lijken licht te trillen. Licht leg ik mijn hand op zijn rug.

'Gaat het?' fluister ik wanneer Simon zijn ogen bang op me richt. Het lijkt alsof hij wel kan huilen. Bezorgd leun ik dichter naar hem toe. 'Wat is er?' Simon haalt zijn schouders op.
'Zoals ik al zei, ik ben al dat gehijg in onze nek beu. We zijn maar twee jongens in een experiment, laat ons met rust. Tuurlijk ga ik je niet kussen', zegt hij en speelt met zijn ketting. Klein slik ik. Het klinkt niet als iets waar Simon om zou willen huilen. Misschien raakt het toch een bepaalde plek in hem die ik nog niet ken.

'Goedemorgen allemaal', verbreekt Friekman mijn focus van Simon. 'Fijn om te zien dat jullie er vandaag allemaal weer zijn. Ik denk niet dat er veel te bespreken valt over de opdracht van vorige week, dus ik zal jullie gewoon de opdracht van deze week vertellen', zegt ze. Snel kijk ik nog een keer om naar Simon, die zijn ogen droog geknipperd heeft. Ik voel me schuldig voor hem.

'De opdracht van week vijf is dat jullie elkaars hobby uit moeten oefenen. Jullie kunnen er wel met elkaar over kletsen, maar ik denk dat de hobby echt uitvoeren voor meer intimiteit tussen jullie als koppel zal zorgen. Het zorgt voor een diepere kijk in elkaars leven, wat denk ik bevorderlijk is voor jullie band. Goed, dan wil ik nu aan de les beginnen', zegt mevrouw Friekman.

Opnieuw leun ik naar Simon toe, die me schichtig aankijkt. Voorzichtig glimlach ik.
'Ik denk dat jij vrijstelling krijgt van de opdracht, gezien je zaterdag al bij mijn wedstrijd bent komen kijken', fluister ik. Tot mijn opluchting zie ik Simon nu ook glimlachen.
'Nee, ik kom deze week nog wel een keer naar een training kijken', zegt hij. Verbaasd kijk ik hem aan.

'Als je daar geen zin in hebt, hoef je het niet te doen', stel ik hem gerust. Simon glimlacht breed.
'Wie zegt dat ik er geen zin in heb? Heeft mijn vriendje geen support nodig vanaf de zijlijn?' zegt hij triomfantelijk hierop. Opnieuw schieten mijn wenkbrauwen omhoog. Hij is werkelijk niet te peilen af en toe.
'Dit vriendje heeft heel veel support nodig van zijn vriendje. Als zijn vriendje zich dan maar warm genoeg aankleedt', zeg ik. Simon lacht en speelt met zijn ketting. Dan luisteren we samen naar de uitleg van mevrouw Friekman.

Met Simon naast me loop ik de trappen af. We hebben net de laatste lessen achter de rug, dus kunnen we eindelijk naar huis. Simon gaat met mij mee om nog een keer naar scheikunde te kijken.
Op de begane grond aangekomen gaan we apart naar onze kluisjes. Het duurt niet lang voordat we beide klaar zijn en Simon naar me toe komt.
Ik wil de school uitgaan, maar kijk verbaasd om wanneer ik merk dat Simon zijn pad afbuigt.

'Wat ga je doen?' vraag ik. Blozend kijkt hij me aan.
'Uh, ik moet even iets vragen bij de balie', zegt hij. Verward blijf ik staan en kijk toe hoe hij naar de balie loopt.
'Hoi', zegt hij tegen de vrouw die er staat. Met een glimlach kijkt ze hem aan.
'Hé, knul', zegt ze.
'Ik had hier vanochtend een tas weg laten zetten', zegt hij.
'Ah, ja. Simon, toch?' vraagt ze. Hij knikt. De vrouw tilt een kleine weekendtas op de balie. Met een glimlach neemt Simon hem aan.
'Bedankt', zegt hij. De vrouw glimlacht ook.
'Geen probleem', zegt ze. 'Fijne dag.'
'Fijne dag', zegt Simon en loopt dan naar me toe. Vragend kijk ik hem aan.

'Wat ga je doen?' vraag ik lachend. Simon bloost opnieuw.
'Uh, dat leg ik straks wel uit', zegt hij. Benieuwd kijk ik hem aan. Dan steek ik mijn arm naar hem uit, waar hij verbaasd naar kijkt.
'Kom maar met die tas, dan draag ik hem wel', zeg ik. De blik in Simons ogen is schattig.
'Dat hoeft niet', stamelt hij en begint de school uit te lopen. Ik volg hem en houd nog steeds mijn arm gestrekt.
'Kom nou maar', houd ik vol. Glimlachend geeft Simon me de tas.
'Bedankt', zegt hij.

Het duurt niet lang voordat we bij mij thuis aankomen. Daar zetten we onze tassen in de gang en gaan de woonkamer in, waar mama en Sven samen een kaartspelletje aan het spelen zijn.
'Hallo', groet Simon hen.
'Hoi', klinken ze in koor. Ook ik groet ze en begeleid Simon dan de keuken in, waar ik wat te drinken voor ons inschenk.

'Gewonnen!' klinkt Sven vanuit de woonkamer. 'Dan ga ik nu even boven leren', zegt hij en vervolgens is te horen hoe iemand de trap opgaat. Mama komt de keuken in.
'Hé, heren', zegt ze.
'Hallo', groeten Simon en ik haar nog een keer. Met een brede glimlach kijkt mama naar Simon.

'Mira heeft nog contact met me gehad, hoor. Als je wil, kan je hier gewoon de hele week blijven slapen', zegt ze tegen hem. Simon glimlacht, ik frons.
'Wat?' vraag ik verward. Verbaasd kijkt mama me aan; Simon kijkt me betrapt aan.
'Heeft hij je het niet verteld?' vraagt mama. Verward schud ik mijn hoofd en kijk naar Simon voor uitleg.
'Mijn ouders zijn de hele week op zakenreis', stamelt hij.

'Ja, en ik dacht dat je het niet erg zou vinden als je vriendje hier zou blijven slapen. Anders is hij ook maar zo alleen', vult mama aan. Vandaar Simons extra tas.
'Nee, natuurlijk niet', zeg ik en glimlach breed naar hem.
'Mooi zo', klinkt mama, maar ik heb enkel oog voor Simon. Hij heeft een kleine glimlach rond zijn mondhoeken en bloost licht.

'Kom, dan brengen we je spullen even naar boven en beginnen we daarna aan scheikunde', zeg ik. Met mijn eigen rugzak en Simons weekendtas loop ik de trap op, Simon achter me aan. In mijn kamer leg ik de spullen op mijn bed en kijk dan om naar Simon. Beschaamd zet hij zijn rugzak op de grond.

'Sorry', stamelt hij. Ik frons.
'Waarvoor?'
'Dat ik het niet eerder verteld heb. Het was voor mij eigenlijk heel spontaan en mijn moeder had alles al geregeld met jouw moeder voordat ik zelf wist dat ze zouden gaan', zegt hij. Ik lach en trek hem in een lichte knuffel. Hij knuffelt me terug.
'Daar hoef je toch geen sorry voor te zeggen? Ik vind het gezellig dat je blijft', stel ik hem gerust. Simon giechelt kort.
'Ik ook', zegt hij.

's Avonds maken Simon en ik ons klaar voor bed. Ik loop mijn slaapkamer terug in na mijn tanden gepoetst te hebben. Simon zit op mijn bed en trekt zijn sokken uit. Met enkel zijn onderbroek nog aan kruipt hij onder de dekens, klemt Flip in zijn armen – meegenomen voor zijn overnachtingen bij mij.

Ik leg mijn mobiel aan de oplader en begin me ook uit te kleden. Terwijl ik mijn shirt over mijn hoofd trek, kan ik Simons ogen op mijn lichaam voelen. Wanneer mijn hoofd vrijkomt, zie ik hem – spelend met zijn ketting – met een rood hoofd toekijken. Dan trek ik mijn broek en sokken uit en neem naast Simon plaats in bed.

'Heb je nog iets nodig?' vraag ik, waardoor Simon betrapt opkijkt van mijn ketting.
'Nee, het is goed zo', zegt hij. Ik glimlach.
'Mooi, dan doe ik het licht uit', zeg ik. Wanneer het licht uit is, ga ik goed liggen. Op mijn rug staar ik in het donker. Het liefst zou ik me op mijn zij draaien en Simon tegen me aan trekken, maar ik denk niet dat dat iets is waar hij op ligt te wachten. We zijn maar twee jongens die meedoen aan een experiment.

Simon draait zich op zijn zij en woelt wat ongemakkelijk. Aan hoe diep het matras inzakt, kan ik merken dat hij steeds wat dichterbij komt. Het komt haast over als een manier om mijn aandacht te trekken; om mij hem in mijn armen te laten trekken.

Overwegend rol ik op mijn zij en sla mijn armen om Simon heen. Voorzichtig trek ik hem iets dichter naar me toe, maar laat een kleine afstand tussen onze lichamen en verlos mijn grip.
'Is dit oké?' fluister ik.
'Ja', klinkt Simon zacht. Ik breng mijn arm onder zijn nek door en leg mijn hand op zijn schouder. Mijn andere arm blijft rond zijn middel liggen. Simon woelt zich dichter tegen me aan. Tevreden leg ik mijn hoofd in de kromming van zijn nek en geniet van zijn lichaamswarmte. De voetjes van Simons teddybeer kriebelen tegen mijn arm. Opnieuw woelt Simon tegen me aan, wekt zo kriebels door heel mijn lichaam op.

'Dit voelt zoveel beter dan alleen in bed liggen', zegt Simon gedempt. Ik glimlach tegen zijn nek aan, opgelucht dat hij het niet erg vindt.
'Ja', zeg ik zacht. Simon schuifelt weer wat in mijn armen, waardoor ik mijn grip op hem iets verlos. Ik voel zijn lichaam tegen dat van mij wrijven, waardoor ik mezelf warm voel worden.
Hij wiebelt wat met zijn heupen, waardoor hij zijn zachte maar stevige kont op verschillende manieren tegen mijn kruis drukt. Er trekt een schok door mijn lichaam.

'Lig je lekker?' vraag ik benauwd en bied hem nog meer ruimte in mijn armen.
'Ja, ik...' klinkt Simon en hij zucht, maar blijft krioelen in mijn armen. Diep adem ik in.
Keer op keer voel ik Simons kont tegen mijn kruis. Oh mijn God, Daniël, je kan niet letterlijk een tweede keer met Simon in je bed liggen en weer een boner krijgen. Zacht bijt ik op mijn onderlip en probeer aan iets anders te denken.

De vloeiende bewegingen van Simon krijgen echter de dominantie in mijn brein en ik kan aan niets anders denken dan de woelende Simon in mijn armen.

Ik draai mijn hoofd wat en begin op de wijsvinger van mijn hand op Simons schouders te bijten, probeer zo mijn gevoelens af te leiden met de pijn in mijn hand. Het enige wat ik echter voel is Simons kont, opnieuw tegen mijn kruis. Wanneer ik voel dat er meer bloed naar mijn edele delen begint te stromen, bijt ik nog harder op mijn vinger. Nee, Daniël, krijg controle over je lichaam. Stevig knijp ik mijn ogen dicht.

Ik heb het gevoel dat mijn tanden bijna door mijn huid breken, maar er is geen weg terug meer. Er begint zich werkelijk een erectie te vormen in mijn onderbroek en het kan Simon bijna niet ontgaan. Dit weerhoudt hem er echter niet van om door te gaan met het zoeken van een comfortabele positie.

Ik proef bijna bloed wanneer ik Simon met mijn andere hand vastgrijp op zijn heup en hem vastpin op zijn plek. Jammer genoeg voor mij is dit precies het moment dat hij zijn kont het meest tegen mijn kruis heeft gedrukt – mijn half harde erectie dus niet te ontkennen.

'Siem', stamel ik hees en wanhopig. Aan de manier waarop zijn rug zich tegen me aanspant, kan ik merken dat hij me inderdaad gevoeld heeft.

'Sorry', klinkt hij zacht. Voorzichtig haal ik mijn hand van zijn heup af en laat hem licht langs zijn middel glijden. Ook mijn andere arm maak ik losser van hem, voel hierdoor mijn ketting tussen onze lichamen glibberen. Ik kan me voorstellen dat hij zo niet bij me wil liggen.

Tot mijn verbazing zoekt hij nog een laatste keer een comfortabele houding en blijft dan in mijn armen liggen. Het duurt lang voordat ik in slaap val die avond.

--------------------

Wil je sneller verder kunnen lezen? "20 leerlingen in één klas" is te koop via Brave New Books, verschillende webshops en boekenwinkels! In het hoofdstuk "Het boek kopen" vind je eventueel meer informatie. De boeken zijn makkelijk te vinden met ISBN 9789464925821 en/of ISBN 9789464925838. Door het boek te kopen kun je helemaal zelf bepalen wanneer je verder leest. :)

Heb je iets meer geduld? Dan kan je elke dinsdag en elke donderdag een nieuw hoofdstuk verwachten!

Op "20 leerlingen in één klas" volgt ook de spin-off "40 seconden met één jongen". Ook "40 seconden met één jongen" is te koop via Brave New Books, verschillende webshops en boekenwinkels! De boeken zijn makkelijk te vinden met ISBN 9789464926026 en/of ISBN 9789464926033. Door het boek te kopen kun je helemaal zelf bepalen wanneer je aan het vervolg begint! :)

Voor "40 seconden met één jongen" kan je elke woensdag en elke vrijdag een nieuw hoofdstuk verwachten!

(Als je de verhalen nog niet kent, zou ik niet aan "40 seconden met één jongen" beginnen voordat je "20 leerlingen in één klas" hebt gelezen!)

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top