hoofdstuk 14
♪ Talk – Coldplay ♪
Vermoeid fiets ik de volgende dag naar school. Heel de nacht heb ik wakker gelegen, denkend aan Samantha. Aan hoe ze erbij stond toen we naar de eendjes in het park aan het kijken waren. Aan hoe haar lach klinkt. Aan hoe haar blauwe ogen glinsterden toen we op het terrasje zaten. Aan haar blonde haren, dat ze zonder problemen in model weet te doen. Aan hoe aardig ze is. Hoe getalenteerd.
En opeens schoten mijn gedachten over naar Simon. Zomaar, vanuit het niets. Aan hoe zijn bruine ogen stralen als hij een spottende opmerking naar me maakt. Aan zijn blond, golvend haar, dat over zijn voorhoofd valt als hij geconcentreerd bezig is en de schattigste krulletjes in zijn nek vormt wanneer het te lang wordt. Aan hoe zijn lippen meebewegen als hij een antwoord opschrijft. Aan zijn jukbeenderen, die een lichte afdruk in zijn wangen achterlaten. Aan het kuiltje in zijn rechter wang, dat tevoorschijn komt als hij moet lachen. Aan zijn glimlach zelf, die zijn hier en daar nog wat scheve tanden tentoon stelt. Aan zijn scherpe kaaklijn, waar elke jongen jaloers op zou zijn. Aan wat voor een fantastische vriend hij is.
Aan hoe fel hij gisteren moest blozen toen ik hem betrapte op het staren naar mijn lippen.
En ik weet niet waarom, maar ik kon niet meer stoppen met aan hem denken. Hoe hard ik ook probeerde weer aan Samantha te denken – of wat dan ook – toch kwam Simon steeds terug in mijn gedachten.
Dromerig fiets ik de fietsenstalling van school in en zet mijn fiets weg. In het gebouw aangekomen loop ik naar mijn kluisjesrij, waar ik Levi bij zijn kluisje zie staan. Zijn kastanjebruine krullen staan wild op zijn hoofd en zijn lange lichaam steekt uit over het kleine aantal mensen om hem heen.
'Goedemorgen', zeg ik. Verbaasd kijkt Levi op. Hij glimlacht zodra hij ziet dat ik het ben.
'Goedemorgen', zegt hij terug. Ik loop langs hem en open mijn kluisje.
'Alles goed?' vraag ik. Levi knikt.
'Ja, zeker. Ik ben blij dat ik Mirre heb uitgekozen voor het experiment. Uit de vragenlijst bleek dat we best wel wat overeenkomsten hebben', antwoordt hij en ik glimlach naar hem.
'Gelukkig. Dat vind ik leuk voor je', zeg ik oprecht. Levi's blik wordt echter lastig.
'Echt sorry man, dat je het experiment met Simon moet doen', zegt hij terwijl hij op zijn nagel bijt. 'Ik had me wel op willen offeren om het met een van jullie te doen, maar ja. Ik... ik–'
'Nee, het maakt niets uit. Tuurlijk snap ik dat je je niet opoffert voor zoiets. En daarbij, hoe erg kan het experiment nou werkelijk zijn? Simon en ik zijn al jaren beste vrienden, dit experiment zal echt niets veranderen voor ons', stel ik hem gerust. Levi haalt zijn hand weg bij zijn mond en glimlacht weer.
'Gelukkig', zegt hij. Kort zwijgt hij en kijkt me twijfelend aan. 'Collin zei dat er gisteren een meisje bij je was...'
Verbaasd sla ik dicht. Ik had kunnen weten dat de informatie bij andere klasgenoten terecht zou komen, gezien het broertje van een van mijn klasgenoten de beste vriend is van mijn eigen broertje. Klein slik ik.
'Klopt. Dat is mijn nieuwe buurmeisje', antwoord ik. Traag knikt Levi.
'Dat meisje dat je laatst aan Siem liet zien?' vraagt hij. Ik knik. 'Dat laatst ook bij je kluisje stond?'
'Ja, zij...' zeg ik beschaamd. Bedenkelijk laat Levi zijn ogen over me heen glijden.
'Doen jij en Simon alsof jullie meedoen aan het experiment?' vraagt hij en begint op zijn nagel te bijten.
'Wat?! Nee! Nee!' roep ik gepanikeerd. 'We doen echt mee met het experiment. Er is niets tussen Samantha en mij', verdedig ik mezelf vlug. Levi knikt en kijkt peinzend naar zijn pols. Zijn bruine kleur begint al weg te trekken, maar de lichte band van zijn armbandje is nog te zien als je weet waar hij zat.
'Goed om te weten. Ik ga alvast naar de aula. Zie je zo', zegt hij dan en sluit zijn kluisje.
'Tot zo', zeg ik en dan loopt de lange jongen weg. Betrapt kijk ik hem na. Ik schuif wat van mijn boeken in mijn kluisje en prop dan mijn jas erbij.
Opeens slaan twee armen zich om mijn nek en springt er iemand op mijn rug, wikkelt diegene zijn benen om mijn middel heen. Als reflex vang ik de benen om mijn middel op. Even wankel ik, maar weet mezelf staande te houden.
'Hey!' klinkt Simons stem vrolijk in mijn oor. Blozend draai ik mijn hoofd naar dat van hem toe, mijn hart bonzend in mijn keel van de schrik. Is dit een nieuwe gewoonte? Zijn hoofd ligt op mijn schouder, zijn ogen stralen en hij heeft zijn oud vertrouwde glimlach op zijn gezicht staan.
'Goedemorgen, blije gup', zeg ik en glimlach naar hem. Ik laat zijn benen los om hem van mijn rug te laten zakken, maar hij blijft zitten. Mijn wangen beginnen te branden.
'Hoe is het?' vraag ik.
'Ja, wel oké hoor', zegt Simon triomfantelijk. Ik lach zacht wanneer ik de uitdagende blik in zijn ogen zie.
'Ga je er nog af?' vraag ik dan voorzichtig.
'Nou, ik was eigenlijk van plan om jou me de aula in te laten dragen', zegt hij en we lachen.
'Gaat dit een nieuwe gewoonte worden?' vraag ik en ik zie Simon nu licht blozen.
'Misschien', zegt hij terwijl hij zijn schouders ophaalt. Hierdoor voel ik zijn ketting tussen onze lichamen drukken.
'Hoe moet ik mijn rugzak meenemen dan?' vraag ik nu. Als reactie hierop glijdt Simon van mijn rug af. Met een kleine lach hang ik mijn rugzak op mijn rug en doe mijn kluisje dicht. Simon kijkt stil toe.
'Hoe was het met Samantha?' vraagt hij terwijl hij verlegen met zijn ketting speelt. Opeens lijken zijn ogen niet meer zo te stralen als net.
'Wel goed, hoor', zeg ik. Zijn ogen scannen mijn gezicht. Zijn blik is serieus en kil geworden. Het doet me denken aan Sven. Plotseling kijkt hij me weer aan.
'Sorry,' zeg ik dan en Simon fronst klein, 'dat ik daardoor niet antwoordde.' Simon knikt, maar ik kan aan zijn blik zien dat hij het me niet helemaal vergeeft. Ik krijg een brok in mijn keel. Hoe maak ik dit goed?
'Wat hebben jullie gedaan?' vraagt hij dan en ik kan aan zijn stem horen dat hem iets dwars zit. Het wil me terug laten houden in mijn antwoord.
'Niet veel. Op mijn kamer zag ze het vragenblad van het experiment liggen, dus hebben we dat met elkaar doorgenomen. Daarna zijn we even door het wandelparkje gelopen en hebben we iets gedronken bij Het Slot', vertel ik toch eerlijk, maar besluit mijn enthousiasme niet door te laten schemeren. Simon knikt.
'Is er verder nog iets... weet ik veel... gebeurd?' vraagt hij twijfelend. Niet-begrijpend kijk ik hem aan.
'Wat bedoel je?' vraag ik. Blozend ontwijkt hij mijn blik door naar zijn schoenneuzen te kijken.
'Weet ik veel...' Zijn blik blijft strak gericht naar de grond. 'Zoenen, of zo?' zegt hij en kijkt dan naar me op zonder zijn hoofd omhoog te brengen, waardoor hij me onder zijn wenkbrauwen door aankijkt. Hij voelt licht aan zijn ketting. Ik lach een beetje beledigd.
'Nee, tuurlijk niet', zeg ik en laat mijn ogen over zijn gezicht gaan. Ziet hij me daar echt voor aan? 'We zijn bezig met het experiment, gek, tuurlijk doe ik dat niet. Ik ga niet de belangrijkste regel van het experiment verbreken. Samantha moet even wachten. Ik heb wel geduld, Simon', stel ik hem gerust – ook al weet ik niet of het wel zo'n geruststelling is voor hem, aangezien hij eigenlijk het experiment niet wilt volgen. De blik in zijn ogen lijkt echter op te klaren zodra hij dit hoort, dus blijkbaar is hij tevreden met het antwoord. Hij lacht zacht.
'Hé, weet ik veel. Misschien was de verleiding wel zo groot', zegt hij en grijnst. Ik schud mijn hoofd.
'Samantha is echt super leuk, maar ze kan echt nog wel even wachten. Eerst maar eens het experiment aanzien', zeg ik. Dan pak ik Simons hand vast. 'We zijn nu immers eenmaal vriendjes', zeg ik en weet dat ik Simon hier niet veel plezier mee zal doen. Ik sleep hem richting de aula, maar al snel gaat de bel en moeten we naar het lokaal.
Zonder al te veel tegenspraak van Simon loop ik met hem hand in hand de trappen op. Een aantal mensen van de klas loopt om ons heen. Achter ons horen we Sandra zeuren dat ze Lex' hand niet vast wil houden. Er trekt een korte schok door mijn lichaam heen, bang dat dit Simon aan zal sporen om ook protest te gaan maken en zijn hand vrij te trekken, maar hij blijft wonderbaarlijk genoeg stil. Lex zegt dat Sandra niet zo moet snauwen, maar Sandra wint de discussie en verdwijnt de trappen op. Gefrustreerd gooit Lex zijn armen in de lucht.
'Laat haar toch', klinkt Simon, waardoor ik opschrik. Ik zie hoe Lex verbaasd naar hem opkijkt, dan naar onze samengevlochten handen kijkt.
'Ze is het niet waard', vul ik Simon aan, waardoor Lex mij aankijkt.
'Ja...' stamelt hij en loopt dan langs ons, zijn handen beschaamd in zijn broekzakken gestoken.
'Zou hij haar wel leuk vinden?' vraagt Simon zodra Lex uit zicht is. Ik kijk naar hem, zie dat hij zijn ogen al op me gericht had.
'Ik denk het niet, maar het is natuurlijk wel voor schut dat hij als enige een partner heeft die niet meewerkt', zeg ik. Simon slikt en kijkt van me weg.
'Ja...' stamelt hij. Mijn uitspraak was niet bedoeld om hem schuldig te laten voelen, maar ik had het eruit gegooid voordat ik mezelf tegen kon houden.
'Zullen we vandaag samen naar scheikunde kijken?' stel ik voor, hoop hiermee de sfeer wat op te fleuren. Met een glimlach kijkt Simon naar me op.
'Graag', zegt hij. Ik glimlach terug. 'Nou ja, wat je graag wil noemen. Het is gewoon een kut vak', zegt hij dan en ik lach.
'Komt goed, Siem, zodra het klikt, zal het wel meevallen. Ik weet zeker dat je het kan', stel ik hem gerust. Hij haalt zijn schouders op.
Wanneer we de gang van ons lokaal inlopen, knijpt Simon opeens in mijn hand. Het voelt als een waarschuwing. Verbaasd kijk ik om, maar zie dat zijn ogen niet op mij gericht zijn. Iets in zijn ogen ziet er paniekerig uit. Ik volg zijn blik en zie dan de jongen staan die ons al eens eerder heeft uitgescholden. Ik kijk weer naar Simon, die nu ook naar mij kijkt – zijn bruine ogen gevuld met wanhoop en angst.
Ik loop door met Simon in mijn hand, verbaasd dat hij nog niet losgelaten heeft. Vastberaden loop ik langs de jongen en kijk vanuit mijn ooghoeken naar hem. De jongen merkt ons op.
'Kijk, daar heb je die twee gore nichten weer', klinkt hij. Ik knijp zacht in Simons hand, maar laat mijn grip wat vieren voor als hij los wil laten. Zijn hand verlaat echter de mijne niet. Licht streel ik met mijn duim over de rug van zijn hand om hem hopelijk wat gerust te stellen. Simon kijkt strak voor zich, negeert de jongen en loopt door.
'Hé, homo's!' roept hij zodra we voorbij hem lopen. Beide geven we geen reactie. Mijn hart klopt echter in mijn keel. 'Vuile flikkers!' zegt hij dan, maar geen van beide twijfelen we en lopen door. 'Tering homo's!' Dit is voor mij de druppel. Hoe kunnen mensen zo zijn? Kwaad draai ik me naar de jongen om.
'We zijn niet gay, kutkind!' roep ik terug en steek met mijn vrije hand mijn middelvinger naar hem op. Zijn mond valt open.
Ik kijk weer voor me en stap stevig door. Vanuit mijn ooghoeken zie ik Simon verbaasd naar me kijken, maar ik reageer er niet op.
De woorden die net naar ons gesmeten zijn, blijven draaien in mijn hoofd. Ik ben geen homo. Helemaal niet. En wat zou er zo erg aan zijn als ik het wel was geweest?
'Daan', klinkt Simon zacht naast me. Ik knik, maar blijf afwezig voor me uit staren. 'Daniël', klinkt hij voorzichtig, waardoor ik uit mijn trance schrik.
'Ik wil stoppen met het experiment', gooi ik er in één adem uit. Mijn hart bonst in mijn oren.
'Wat?!' vraagt Simon verbaasd.
'Ik wil stoppen met het experiment', herhaal ik mezelf. Via mijn ooghoeken kijk ik Simon aan, zijn gezicht één grote storm van gemengde emoties. 'Ik kan dat gescheld niet aan. Van buiten lijkt het misschien alsof het me niets doet, maar van binnen komt het enorm hard aan.' Simon is met stomheid geslagen. 'Ik wil stoppen.'
Maar mijn hoofd kan er niet over uit om het helemaal eens te zijn met dit statement. Nee, ik vind het experiment eigenlijk te interessant om te stoppen. Maar de opmerkingen die we krijgen, zijn die het proberen wel waard? Is onszelf op deze manier vernederen het wel waard – ook al hoeft het niet vernederend te zijn. Dat is wat anderen ervan maken.
'Simon, ik wil stoppen', zeg ik nog een keer zodra ik nog geen antwoord heb. Ik had verwacht dat hij er meteen enthousiast op zou instemmen, maar hij blijft verdacht stil.
'Je maakt een grapje', is zijn eerste reactie. Ik schud mijn hoofd.
'Nee, ik kan niet tegen het schelden. Ik wil stoppen, Simon', zeg ik en elke keer dat ik het uitspreek, klinkt het steeds meer beangstigend waar.
'Kom op, Daniël, je laat je toch niet belachelijk maken door die domme mormels?' vraagt hij. Zwijgend kijk ik hem aan. 'Ik had wel beter van jou verwacht.' Ik voel mijn maag draaien. Is Simon nou teleurgesteld in me? Ik wil hem niet teleurstellen.
'Je was zo enthousiast over het experiment en laat je serieus waar tegenhouden door een dom joch dat ons uitscheldt? Ik had écht beter van jou verwacht, Daniël', zegt hij. Tranen springen in mijn ogen en mijn hart breekt. Meent hij dit?
'Maar goed, als jij wil stoppen met het experiment, mij best. Krijg ik ook mijn zin', zegt hij terwijl hij zijn schouders ophaalt. 'Alleen laag van je dat je het wil omdat je mensen boven je laat staan. Dat je ze zo laat denken dat ze sterker zijn dan jij.'
'Goed!' onderbreek ik hem. 'Ik ga wel door, jij je zin. Ik ga wel door met dat experiment', zeg ik gefrustreerd en zucht diep. Simon mag niet zo over me denken en ik mag inderdaad niet toegeven aan die mensen.
Zwijgend lopen we door. Ik kijk voor me. Even frons ik diep en kijk dan om naar Simon. Met een tevreden grijns kijkt hij voor zich uit.
'Je hebt me omgepraat, is het niet?' vraag ik. Met een flauwe grijns haalt hij zijn schouders op.
'Grappig om te zien hoe makkelijk ik op je in kan spelen', antwoordt hij triomfantelijk. Ik bloos.
'Klootzak', lach ik en geef hem een kleine duw.
'Hé!' roept hij en geeft me een zachte duw terug. Speels duwen we elkaar door de gang heen terwijl we lachen, tot ik Simon in mijn armen trek en hem kietel. Schaterend van het lachen krioelt Simon in mijn armen.
'Daan, stop!' roept hij, zijn rug duwend tegen mijn buik, zijn schouders duwend tegen de mijne. Lachend probeert hij zich uit mijn grip los te wrikken, maar ik ben te sterk voor hem. Wetende wat Simons zwakke plek is, kietel ik hem in zijn zij. Nog harder begint hij te lachen en het werkt aanstekelijk. Ik lach en voel mezelf warm worden terwijl ik de iets kleinere jongen kietel.
'Daniël, alsjeblieft, stop', klinkt zijn stem hoog. Ik kan merken aan zijn toon dat hij serieus is en lachend stop ik met kietelen. Ik maak mijn grip om hem wat losser en kijk naar zijn rood aangelopen gezicht, voel zijn rug iets minder hard tegen mijn buik drukken. Nog een keer maak ik aanstalten om hem te gaan kietelen, verlangend naar het euforische gevoel dat zijn lach oplevert, maar hij is me voor.
'Nee!' roept hij en springt uit mijn armen. Ik lach.
'Fucking gay', zegt een jongen die voor een lokaal staat te wachten. Even voel ik een steek in mijn borst, maar kijk hem dan strak aan. Simon heeft gelijk, ik moet me niet gek laten maken.
'Ach, houd toch je bek. Jaloers?' zeg ik nog half lachend tegen hem en loop dan weg. Simon komt achter me aan, zijn bedel in zijn hand.
Hij kijkt naar mijn borst, waardoor ik zijn blik volg; mijn ketting is onder mijn shirt uit gekomen door ons kietelgevecht. Snel stop ik de bedel weer onder mijn shirt. Stil lopen we het lokaal van mevrouw Friekman in.
'Heren, jullie zijn laat?' klinkt mevrouw Friekman. Betrapt kijk ik naar Simon, maar kijk dan weer naar de vrouw vooraan in de klas.
'Ja, we werden een beetje opgehouden', zeg ik snel.
'Deze keer zie ik het door de vingers', zegt ze en geeft een vlugge knipoog.
'Bedankt', zeg ik. Ik glimlach naar haar en neem dan plaats naast Simon, vooraan in de klas.
Zodra Friekman de les begint, ben ik blij dat ze mijn gedachten af weet te leiden en me even het akkefietje in de gang laat vergeten.
--------------------
Wil je sneller verder kunnen lezen? "20 leerlingen in één klas" is te koop via Brave New Books, verschillende webshops en boekenwinkels! In het hoofdstuk "Het boek kopen" vind je eventueel meer informatie. De boeken zijn makkelijk te vinden met ISBN 9789464925821 en/of ISBN 9789464925838. Door het boek te kopen kun je helemaal zelf bepalen wanneer je verder leest. :)
Heb je iets meer geduld? Dan kan je elke dinsdag en elke donderdag een nieuw hoofdstuk verwachten!
Op "20 leerlingen in één klas" volgt ook de spin-off "40 seconden met één jongen". Ook "40 seconden met één jongen" is te koop via Brave New Books, verschillende webshops en boekenwinkels! De boeken zijn makkelijk te vinden met ISBN 9789464926026 en/of ISBN 9789464926033. Door het boek te kopen kun je helemaal zelf bepalen wanneer je aan het vervolg begint! :)
Voor "40 seconden met één jongen" kan je elke woensdag en elke vrijdag een nieuw hoofdstuk verwachten!
(Als je de verhalen nog niet kent, zou ik niet aan "40 seconden met één jongen" beginnen voordat je "20 leerlingen in één klas" hebt gelezen!)
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top