Hoofdstuk 13

Robyn kijkt vol ontzetting toe, ze kan geen woord uitbrengen, terwijl de spullen rondjes draaien.
Haar ouders zijn er niet beter aan toe.
'Wij hebben magische krachten. Ik kan dingen laten vliegen. Robyn heeft de macht over vuur. Ik begrijp dat dit veel is om te verwerken.'
Eindelijk vindt Robyn haar stem terug, ze springt overeind. 'Je hebt het recht niet!' Ze wil nog veel meer schreeuwen, maar ze is zo razend dat haar keel wordt dichtgeknepen. Vonken spatten van haar vuisten en haar moeder grijpt haar vader met een kreetje vast.
Nu begint ook de salontafel te zweven.
'Wat gebeurt er?' fluistert Robyns vader.
'Laat het ze zien, Robyn,' zegt Cameron zachtjes. 'Alsjeblieft.'
Robyn kijkt hem aan alsof ze hem het liefst de nek om zou draaien. Ze heeft geen keuze meer. Als ze doet alsof ze niets ziet, denken haar ouders dat ze hallucineren en laten ze zich vast opnemen in een psychiatrische inrichting.
Ze richt zich tot haar ouders. Een vlammetje danst op haar handpalm en werpt schaduwen op de muren.
Cameron laat alle spullen zachtjes landen. De kaarsen springen één voor één aan.
'Niet te geloven.' Haar moeder kijkt haar met grote, starende ogen aan, alsof haar dochter in een pompoen is veranderd. Haar vader accepteert de situatie sneller. 'Nou, dat verklaart een hoop.'
Robyn voelt haar hart in haar keel bonken. Ze heeft geen idee wat haar ouders zullen doen.
Nu Cameron een ramp heeft veroorzaakt, kan ze alleen maar proberen om de schade zoveel mogelijk te beperken. 'Ik heb mijn magische krachten leren beheersen. Er is nu geen enkel gevaar meer. Echt, het gaat prima. Ik steek nooit meer iets in brand. Jullie hoeven niet bang voor me te zijn.'
'Bang?' haar vader kijkt haar gechoqueerd aan. 'Waarom denk je dat we bang voor je zouden zijn?'
'Nou, eh...' Plotseling weet Robyn niet meer wat ze moet zeggen. Het duurt een paar seconden tot ze woorden vindt. 'Jullie maken je altijd zorgen om mij en proberen me constant te veranderen. Jullie doen alsof ik een freak ben. Nou, nu weten jullie het: ik ben ook een freak. En ik heb het geaccepteerd en kan er mee leven.'
'Is dat wat je denkt?' Haar verwijten hebben haar moeder direct teruggebracht naar de werkelijkheid. Blijkbaar zijn Robyns gevoelens een grotere schok dan haar magie. 'Lieverd, we wilden gewoon dat het weer beter met je zou gaan na... na wat er met Marion is gebeurd. We probeerden je te helpen. We hebben jou nooit een freak gevonden, maar je had iets afschuwelijks meegemaakt en... we wilden jouw leven weer zo normaal mogelijk maken. Het was nooit onze bedoeling om je te laten denken dat... dat we je abnormaal vonden.'
'En al die psychologen dan? En o, vergeet dat strafkamp niet!'
'We... dat kamp was misschien een fout,' geeft haar vader toe. 'Vooral omdat ik nu begrijp dat je de school niet met opzet in brand had gestoken. Maar we dachten dat we je... dat we je kwijtraakten. Dat je jezelf probeerde te verliezen in ruzies en agressie. We waren bang dat je misschien in de criminaliteit zou terechtkomen. Of dat je er al inzat.'
'Er zat zoveel woede in je, Robyn,' zegt haar moeder alsof ze haar smeekt haar te begrijpen. 'We hebben gedaan wat wij dachten dat het beste voor je was, maar ik weet dat we fouten hebben gemaakt.'
Er valt een stilte. Duizenden gedachten schieten door Robyns hoofd. Herinneringen, ruzies, kwade opmerkingen uit het verleden. En nu... nu weet ze niet wat ze moet doen.
'We houden van je. En je kunt ons je geheimen toevertrouwen. Ook al nemen we het je niet kwalijk als je dat niet kunt.'
Voor de derde keer die dag merkt Robyn dat ze op het punt staat te gaan huilen. Ze slikt de brok in haar keel weg.
Haar vader staat plotseling op. 'Ik ga warme chocolademelk maken. En dan wil ik dat je alles vertelt over je magie.'
Van het ene op het andere moment is de emotionele, zware sfeer doorbroken. Robyn lacht. Het is lang geleden dat ze ontspannen met haar ouders in de huiskamer heeft gezeten en ze écht iets persoonlijks vertelde.
'Ik denk dat ik maar eens ga.' Cameron glimlacht zwakjes naar haar en staat op. De situatie heeft goed uitgepakt, maar toch haat Robyn het dat hij zo'n ingrijpende beslissing voor haar heeft genomen. Alsof hij wel even denkt te weten wat goed voor haar is. Maar als ze de vermoeidheid op zijn gezicht ziet, zet ze die woede even aan de kant. 'Je kunt hier blijven logeren of je ouders vragen om je op te halen. Heb je ze verteld waar je bent?'
'Het duurt zeker twee uur tot ze hier zijn. Ik wil geen inbreuk maken op jullie privacy.'
'Ja, dáág, dat heb je dus al gedaan toen je mijn ouders mijn geheim vertelde.'
'Eh, daar mag je me volgende week wel over uitfoeteren.'
'Blijf gerust, Cameron,' zegt Robyns moeder vriendelijk. 'Ik kan merken dat mijn dochter erg op je gesteld is' – Robyn werpt haar een boze blik toe – 'en ik wil je niet beledigen, maar je ziet er inderdaad doodmoe uit.'
En dat is dat. Cameron belt zijn ouders. En samen vertellen ze Robyns ouders over hun magische krachten en de andere wereld. Als dit een paar weken geleden was gebeurd, zou Robyn het deel over de gevaarlijke magiërs hebben weggelaten, wetend dat haar ouders haar dan zouden verbieden naar de andere wereld te gaan. Maar het maakt niet meer uit. Ze heeft haar besluit genomen; ze gaat nooit meer terug.
En als haar ouders weten wat haar is overkomen, wat ze heeft gedaan om te overleven, dan zullen ze eindelijk haar nachtmerries, angsten, littekens en ander vreemd gedrag begrijpen.
Het is een bevrijding om eindelijk niet meer te hoeven liegen.
Robyn is er zeker van dat ze PTSS heeft. Het interesseert haar niet dat je pas officieel van Post Traumatische Stress spreekt als er een maand verstreken is, ze kan wel voorspellen dat dit nog lang gaat duren. 's Nachts slaapt ze nauwelijks vanwege alle nachtmerries, overdag is ze prikkelbaar en schrikt ze snel. Wat dat betreft weet ze niet hoe ze dit aan haar ouders zou hebben uitgelegd als ze haar ervaringen geheim had moeten houden.
Zij hebben ook geen idee hoe ze haar moeten helpen. Het is niet alsof Robyn naar een psycholoog kan gaan om te praten over wat er gebeurd is.
Daarom komt ze zelf al snel op een ander idee. Op de derde dag na haar thuiskomst haalt ze Charissa op bij het vissershutje. Die springt haar direct lachend in de armen. 'Ik vind het zóó gaaf dat ik weer in jullie wereld ben! Die tv-doos, warmwaterstraal en heerlijke bedden heb ik echt gemist!'
'Wacht maar,' grijnst Robyn. 'Er is nog een heleboel dat je niet hebt gezien.'
Wild enthousiast schudt Charissa de handen van Robyns ouders, die daardoor even verrast zijn, maar al snel om het kleine, energieke meisje moeten lachen. Robyn kan zien dat ze Charissa meteen mogen.
Robyns woorden worden binnen vijf minuten al waargemaakt; als de auto begint te rijden. Charissa is voor het eerst stil, terwijl ze haar gezicht tegen het raampje drukt. Speciaal voor haar maakt Robyns vader een enorme omweg.
Als Charissa over de eerste schok heen is, grijpt ze Robyns arm en begint ze honderduit te praten. 'Hoe komen de voertuigen vooruit zonder paarden? Wow, kijk, die daar is heel lang, wat zit erin?' Op de snelweg praat ze zo vlug dat Robyn er niks meer van verstaat. Charissa brengt in één keer een heleboel vrolijkheid in hun huis en ze leidt Robyn af van alles wat ze heeft meegemaakt. Ze heeft waarschijnlijk geen idee hoe erg ze Robyn helpt door gewoon zichzelf te zijn. Robyn had Alessio ook uitgenodigd, maar hij had het aanbod afgewezen. Hij voelt zich niet op zijn gemak in hun wereld, onder andere omdat hij geen wapens mag dragen.
Robyn dacht dat Charissa die had achtergelaten, maar blijkt zich te vergissen. Al op de tweede dag van hun logeerpartij komt Charissa vlak voor het avondeten binnen met een bloederige vogel in haar hand. 'Ik ken deze vogelsoort niet, dus ik weet niet of hij goed smaakt, maar ik wil jullie graag bedanken voor jullie gastvrijheid door te helpen met het avondeten.' Ze laat een spoor van bloeddruppels achter op de smetteloze vloer en het duurt een paar seconden tot Robyns moeder haar gezicht in de plooi heeft gekregen en Charissa stotterend bedankt.
Robyn redt haar, al kan ze haar lachbui niet tegenhouden. 'Ik weet niet of duiven eetbaar zijn. Maar zullen we hem gewoon begraven? Alles wat we eten, kopen we kant-en-klaar in de winkel, dus het kost veel meer tijd om de duif... eh... te plukken en schoon te maken en te snijden en zo.'
'In de tuin begraven, bedoel je?' vraagt Robyns moeder verschrikt.
'Wat moeten we er anders mee doen?'
'Eh... tja... Oké dan.'
'Sorry, Tessa,' zegt Charissa een beetje beteuterd.. 'Ik wilde je geen moeilijkheden bezorgen.'
'Dat weet ik, lieverd, het geeft niet.'
'Oeh, lieverd,' hikt Robyn. 'Als ze dat zegt, weet je dat je iets verkeerd hebt gedaan.'
Charissa gooit een kussen naar haar hoofd, die daardoor meteen onder de bloedvlekken zit. 'O, sorry!'
Charissa overnacht op een matras naast Robyns bed. Nu zij er is, slaapt Robyn iets beter. Op de tweede avond snijdt ze eindelijk het gespreksonderwerp aan dat ze zo lang hadden uitgesteld. 'Alessio en ik zijn je samen gaan zoeken toen je was vertrokken. Ik was doodsbang dat ik je nooit meer zou zien.'
Charissa zegt eerst niets, maar kruipt naast haar op bed. Het is gek om haar in Robyns pyjama te zien, net zoals wanneer ze overdag een spijkerbroek en trui draagt. Robyn vraagt zich af hoe lang het duurt voor ze eraan gewend is.
'Vertrekken was ook het moeilijkste wat ik ooit heb gedaan,' bekent Charissa. 'Maar ik wist dat het de beste optie was.'
'Dat is het nou juist. Dat-.'
'Een groep is zo zwak als de zwakste schakel,' reageert Charissa direct. 'Ik ben al twee keer gegijzeld.'
'En hoe zit het dan met jouw kennis van jullie wereld, van jagen en van spoorzoeken?'
'Dat kan Alessio ook allemaal. Daarom heb ik hem achtergelaten.'
'Maar Alessio loopt net zoveel risico om gegijzeld te worden als jij.'
'Maar als er maar één van ons bij jullie is in plaats van twee, verklein ik dat risico al met de helft.' Charissa zucht en leunt achterover tegen de muur. 'Maakt het nu nog uit?'
'Ja, een heleboel. Ik wil niet dat je negatief over jezelf denkt, terwijl ik altijd ontzettend veel kracht uit jou haal. Zelfs door hier nu te zijn, help je me al enorm.'
Charissa kijkt opzij, haar donkere ogen warm en ernstig. Door haar lengte en onstuimige gedrag komt ze meestal jonger over, maar op dit soort momenten lijkt ze zo oud als ze werkelijk is: achttien. Een jaar ouder dan de anderen. 'Weet je, Robyn, ik dacht altijd dat er een reden voor was dat ik jullie zo snel vond. Jullie trainden op een afgelegen plek met de bedoeling om geen mensen tegen te komen, maar toch vond ik jullie al binnen enkele dagen. Er was een soort... aantrekkingskracht en ik dacht dat dat door mijn ouders kwam, dat ik hun connectie met jullie voelde en dat het mijn lot was jullie te helpen. Alleen op het laatst geloofde ik er niet meer in.'
'Maar je hebt onze levens gered toen Soran ons wilde doden,' herinnert Robyn haar, en alleen al de gedachte doet een rilling over haar rug lopen.
'Dat is waar.' Charissa zwaait haar benen heen en weer. 'Dat zag er echt wel awesome uit, of niet?'
'Zeker. Je kwam zo uit een film.'
'Jij altijd met je films. Weet je dat ik al je filmuitspraken nooit snap? Ik vind dat we daarom de komende tijd een heleboel films moeten gaan kijken.'
'Alleen als we nu weer quitte staan.'
'Hoe bedoel je?'
'Nou, je voelde je schuldig omdat Kana je had gegijzeld. Maar nu heb je ons allemaal gered. Dus de score staat weer op nul.'
Charissa grijnst. 'Oké dan. Dat is waar.' Ze springt van het bed en kruipt onder haar eigen dekens.
Robyn kijkt naar het bolletje, eigenlijk is er nog meer dat ze wilde zeggen. 'En Charissa?'
'Hmm?'
'Wat vind je ervan dat we niet teruggaan naar jouw wereld?'
Charissa's hoofd komt weer tevoorschijn. Ze steunt haar kin op haar armen en zucht. 'Ik mis jullie enorm. Maar gelukkig kan ik naar jullie wereld komen.'
'Ik bedoel eigenlijk... de magiërs.'
Charissa was degene die Robyn vanaf het begin duidelijk had gemaakt dat hun groep haar enige hoop was om de wereld te helpen.
'Ik ben blij dat jullie het opgegeven hebben.'
Bij die woorden is Robyn even uit het veld geslagen. Dit had ze niet verwacht.
'Ik weet dat ik in het begin heb gezegd dat het verslaan van de magiërs het belangrijkste was dat er bestond. Maar nu zijn jullie het belangrijkste voor mij. Ik zou het niet kunnen verdragen jullie nog langer te zien lijden. En... je weet hoe mijn ouders zijn omgekomen, toch?'
Robyn slaat haar ogen neer. Dat kan ze onmogelijk vergeten. Ze had een herinnering gezien waarin Niriani in Isabella's macht verkeerde en Darian vermoordde.
Nu ze weet dat ze geliefden waren, is die geschiedenis nog gruwelijker dan die al was.
'Ik wil niet dat jullie ooit zoiets meemaken. Jullie moeten ver uit de buurt van Isabella blijven. Vier van de zes magiërs zijn verslagen. Daarmee hebben we al enorm veel bereikt. Het is genoeg.'
Robyn is opgelucht, niet alleen omdat Charissa niet teleurgesteld is over haar beslissing, maar vooral omdat ze – waarschijnlijk zonder dat ze het doorhad – eindelijk weer 'we' zei.

[Witregel]
Een zacht geklop op het raam. Robyn schuift de gordijnen opzij en ziet Cameron op de vensterbank zitten. Ze had al een vermoeden.
'Kun je niet de voordeur nemen, zoals elk normaal mens?' vraagt ze terwijl ze haar raam opendoet en Cameron naar binnen stapt.
Ze is zich bewust van de rommel. Charissa is vanmiddag na een week naar huis gegaan en ze was juist bezig om chipszakken, popcornschalen en lege pakken drinken weg te gooien.
'Ik vind dit leuker,' zegt Cameron met zijn vertrouwde glimlach. Zijn blik glijdt vol interesse door haar kamer en Robyn heeft het ongemakkelijke gevoel dat hij elk klein detail ziet, zoals de stof op haar nachtkastje en de kringen op haar IKEA-tafeltje. Camerons slaapkamer is netjes, met een heleboel dikke boeken en bladmuziek alfabetisch gesorteerd. Daarentegen is haar kamer altijd een chaos, zelfs als ze geen logés heeft gehad. Haar kast staat vol met films en manga en haar muren zijn behangen met film- en voetbalposters.
'Waarom kom je hier eigenlijk zo laat en onverwacht binnenvallen?' vraagt Robyn. 'Je bent pas tegen middernacht thuis als je straks de trein terugneemt.'
'Ik ben niet met de trein gekomen, maar in een kwartier hierheen gevlogen.' Cameron loopt naar haar bed en kijkt naar het brandalarm dat erboven hangt en de kleine gaatjes in haar dekens.
'Ik eh... heb nachtmerries,' beantwoordt Robyn de onuitgesproken vraag. Ze weet dat ze regelmatig vonken produceert, Charissa had haar meerdere keren gewekt. Haar grootste angst is dat ze het huis in brand steekt en niet snel genoeg wakker wordt om het vuur te doven. Die gedachte maakt het nog moeilijker om in slaap te vallen. Om zich iets veiliger te voelen, heeft ze zojuist een brandalarm boven haar bed gehangen. Ze vraagt zich af wat haar ouders ervan vinden als dat elke nacht afgaat. Misschien nemen ze dan de uitspraak dat ze niet bang voor haar zijn terug.
'En hoe gaat het met jou?' vraagt Robyn. 'En je brandwond?'
'Ik heb ook nachtmerries. De wond geneest goed. En jouw voet?'
'De dokter denkt dat die binnen twee weken genezen is. Ik hoef inderdaad niet geopereerd te worden. Allemaal dankzij jouw genezende magie.' Robyn is van plan om daarna weer aan het werk te gaan. Ze vindt schoonmaken een vervelend baantje, maar het geeft haar tenminste iets te doen. 'Dat had ik ook al in de whatsappgroep gezet, dus ik neem aan dat je niet alleen gekomen bent om dat te vragen.'
'Ik wilde met eigen ogen zien hoe het met je was,' zegt Cameron. 'En ik heb je beloofd dat je nog de kans zou krijgen om me uit te foeteren. Dus hier ben ik.'
'Nou, dankjewel,' zegt Robyn droog. Ze gaat op haar bed zitten en gebaart dat Cameron op haar zitzak mag plaatsnemen. Ze zou graag een bank willen, maar daar heeft ze geen plek voor.
'Ik wil in elk geval dat je nooit meer zo'n grote beslissing voor me neemt,' zegt Robyn kortaf. 'Ik weet dat je wilde helpen, maar je had het recht niet om je zo erg met mijn leven te bemoeien. Al vanaf het moment dat ik je ontmoette, leek je te denken dat je wel even kunt bepalen wat het beste voor me is. Dat vind ik arrogant en vooral heel irritant.'
'Ja, je bent niet de eerste die dat zegt.' Er glijdt weer een glimlach over zijn gezicht.
Robyn zucht. 'Normaal zou ik heel boos op je zijn. Maar je hebt ons allemaal gered. Dus ik kan je alleen maar... ehm... heel dankbaar zijn.'
'Je hebt mij ook gered.' Cameron haalt een hand door zijn haar, waardoor het meteen alle kanten oppiekt. 'Ik hoorde jouw stem in mijn hoofd toen Avelon me van onderen probeerde te verrassen.'
Dus toch... Robyn vroeg zich al af of hun verbinding had geholpen.
'Hoe gaat het nu met jouw ouders?'
'Beter dan ooit. Maar laat het niet naar je hoofd stijgen.' Robyn gooit een olifantenknuffel naar zijn hoofd, die Cameron met een grijns opvangt. 'Wow, ik had nou nooit gedacht dat de stoere vuurmagiër knuffels zou hebben.'
'Dat is eh...,' Robyn merkt dat ze knalrood wordt. 'Een herinnering aan mijn oma en... oké, geef gewoon terug!' Ze probeert hem te pakken te krijgen, maar de knuffel vliegt meteen naar het plafond en blijft daar zweven. Boos grijpt ze Camerons armen en probeert die naar beneden te trekken, maar hij is sterker en wijkt geen centimeter. 'Weet je, je bent best schattig als je boos bent.'
'Laat hem zakken of ik steek je lelijke kapsel in brand!'
'Heb ik een lelijk kapsel?'
'Niet in de andere wereld, maar hier gebruik je te veel gel.'
'Nou, dankjewel, ik zal het meenemen in mijn overwegingen.' Zijn grijze ogen schitteren plagend en Robyn realiseert zich dat ze half op zijn schoot is geklommen toen ze aan zijn armen trok. Vlug gaat ze van hem af, ze schaamt zich dood.
'Ik bedoelde niks.'
'Dat weet ik,' zegt Cameron vriendelijk. De knuffel zweeft naar haar armen. 'Maak je niet druk, plagen is iets heel normaals.'
Niet in haar leven, zij mijdt aanrakingen als de pest.
'Hoe gaat het met jouw ouders en Elize? Weten zij wat je hebt gedaan?'
Cameron slaat zijn ogen neer. Zijn vinger tikt op zijn been. 'Ja, ik... toen ik jullie wilde redden, wist ik dat ik misschien niet terug zou komen. Dus had ik afscheid van ze genomen. Het was heel heftig en ze... ze wilden me dwingen om te blijven. Elize hield me vast en smeekte me om niet te gaan, maar ik... nou, ze konden me niet tegenhouden. Toen ze hoorden dat ik terug was, waren ze heel emotioneel en kwaad. Dat was ook één van de redenen dat ik eerst met jou ben meegegaan en ze vanuit jouw huis belde.'
Robyn weet even niet wat ze moet zeggen. Ze probeert zich voor te stellen dat iemand om wie zij veel gaf zich in een zelfmoordmissie zou storten. Het is alsof je dierbare naar de frontlinie van een oorlog vertrekt. Logisch dat Camerons ouders en vriendin hem wilden tegenhouden. En hij had hun smeekbedes genegeerd en was alsnog gegaan.
'En nu?'
'Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen. Ze zijn blij en opgelucht, maar ook gekwetst. Alsof ik hen in de steek heb gelaten en mezelf elk moment weer in gevaar kan brengen. Ze vertrouwen me niet.'
'Maar er is nu geen gevaar meer.'
'Dat klopt.' Cameron glimlacht langzaam. 'Alleen denk ik dat dat nog even tot ze moet doordringen.'
Er valt een stilte. Robyns blik gaat naar haar filmcollectie. 'Zullen we nu eindelijk eens iets ontspannens gaan doen?'
'Heb jij niet al de hele week films gekeken met Charissa?'
'Heb je onze magische verbinding gebruikt?'
'Ik heb geen magische verbinding nodig om dat te weten.'
Robyn lacht.
'Je had Charissa uitgenodigd omdat je last hebt van nachtmerries, toch? En omdat je bang bent dat je per ongeluk je magie gebruikt?'
'Ja,' geeft Robyn met tegenzin toe.
Cameron knikt naar het matras dat ze nog niet had opgeruimd. 'Ik wil mezelf niet uitnodigen, maar... zal ik blijven logeren?'
Robyn is verrast. 'Ik wil je niet tot last zijn.'
'Dat ben je niet. Ik heb zelf ook nachtmerries. Jij kunt me tegenhouden als ik een tornado creëer. Ik denk dat we allebei beter kunnen slapen.'
Robyn denkt er een moment over na. Ze zijn gewoon vrienden, dus het zal haar ouders niet uitmaken als hij op haar kamer slaapt. En het is niet alsof Elize haar ooit als concurrentie zal zien. Ze zag enorm op tegen komende nacht en plotseling biedt Cameron aan om die iets beter te maken.
'Best. Op voorwaarde dat je niks meer laat rondvliegen.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top